5.15.1
Vulpeilindicatie aan de machine
De vulpeilindicatie geeft de inhoud [l] van de
spuitvloeistoftank aan.
Het vulpeil aan de machine wordt
elektronisch (Afb. 52/1)(optie)
•
mechanisch (Afb. 52/2)
•
weergegeven.
5.15.2
Roerwerk
Het ingeschakelde roerwerk mengt de
spuitvloeistof in de spuitvloeistoftank en zorgt zo
voor een homogene spuitvloeistof. Het
roervermogen wordt via de instelkraan RW
traploos ingesteld.
Positie 0:
•
Roerwerk afgezet.
→
Positie
:
•
→
Roerwerk in maximaal roervermogen.
Omschakelkraan DA moet in positie
staan zodat het roerwerk functioneert.
De roerintensiteit is naast de ingestelde
roerstand ook van de spuitdruk afhankelijk.
Bij lage spuitdruk (tot 3 bar) een hoge
roerwerkstand kiezen.
Bij hoge spuitdruk (meer dan 3 bar) een lage
roerwerkstand kiezen.
Het roervermogen moet eveneens aan het te
mengen product aangepast worden.
UX Special BAG0215.6 07.23
Afb. 52
Afb. 53
Opbouw en werking
91