Constructie en werking van de spuitbomen
6.7
Hydraulische hellingsverstelling (optie)
6.8
DistanceControl (optie)
Het spuitboomregelsysteem DistanceControl
houdt de spuitbomen automatisch parallel op de
gewenste afstand van het te bespuiten
oppervlak.
•
DistanceControl met 2 sensoren
•
DistanceControl plus met 4 sensoren
Ultrasone sensoren (Afb. 103/1) meten de
afstand tot de bodem of het plantenbestand. Bij
een éénzijdige afwijking van de gewenste hoogte
stuur de DistanceControl de hellingverstelling
voor de hoogteaanpassing aan. Gaat het terrein
aan beide zijden omhoog, dan brengt de
hoogteverstelling bei spuitbomen omhoog.
Bij het uitschakelen van de spuitbomen aan de
wendakker worden de spuitbomen automatisch
ca. 50 cm opgetild. Bij het inschakelen worden
de spuitbomen tot op de gekalibreerde hoogte
teruggebracht.
Zie de handleiding van de software
ISOBUS
•
Instelling van de ultrasone sensoren:
→
zie Afb. 103.
124
De spuitbomen kunnen evenwijdig met de grond of de te bewerken
oppervlakte worden gezet met de hydraulische hellingverstelling bij
ongunstige terreinomstandigheden, zoals diepte spuitsporen of met
een wiel in de voor.
Instelling via:
bedieningsterminal
•
AMASPRAY
•
+
Zie bedieningshandleiding bedieningsterminal.
Afb. 102
UX Special BAG0215.6 07.23