Werken met de machine
10.9.2
Maatregelen ter vermindering van drift
10.9.3
Spuitvloeistof verdunnen met spoelwater
188
Het spuiten naar 's morgens vroeg of 's avonds laat verleggen
•
(over het algemeen waait het dan minder).
•
Grotere doppen en hogere waterdoseringen gebruiken.
•
Spuitdruk verlagen.
•
Boomwerkhoogte exact in acht nemen, omdat met toenemende
afstand tot de grond het driftgevaar sterk stijgt.
Rijsnelheid verlagen (tot minder dan 8 km/h).
•
Gebruik van zogenaamde antidrift (AD)-doppen of injectie
•
(ID)-doppen (doppen met groter aandeel grove druppels).
•
Rekening houden met de spuitafstand van het betreffende
middel.
1. Pomp aandrijven, pomptoerental instellen op 450 min
SA
2. Omschakelkraan
DA
3. Omschakelkraan
RW
4. Met het roerwerk
Wanneer de gewenste hoeveelheid spoelwater is toegevoerd:
SA
5. Omschakelkraan
op positie
.
op positie
.
de spoelwatertoevoer regelen.
op positie
.
UX Special BAG0215.6 07.23
.
-1