12.5.1
Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar (ALB)
Remdruk controleren:
Sluit een manometer op de controleaansluiting
van de remcilinder aan.
Wijkt de remdruk af van de voorgeschreven
waarden, stel dan de remdruk via de oogbouten
op de ALB in.
1. Tank leeg: maat X instellen tot remdruk
3,5 bar is bereikt.
Oogbout uitdraaien.
•
Testdruk wordt kleiner
→
Oogbout indraaien
•
Testdruk wordt groter
→
2. Container bij nominaal volume minus 10
tot 15%: maat Y instellen tot remdruk 6,5
bar is bereikt.
•
Oogbout uitdraaien
→
Testdruk wordt groter
Oogbout indraaien
•
Testdruk wordt kleiner
→
12.5.2
Hydraulische rem
Controle van de hydraulische rem
alle remslangen op slijtage controleren
•
alle schroefverbindingen op lekkage
•
controleren
versleten of beschadigde onderdelen
•
vervangen.
Hydraulische reminstallatie ontluchten (vakwerkplaats)
Na elke reparatie aan het remsysteem waarbij de
installatie is geopend, dient u het remsysteem te
ontluchten omdat er lucht in de drukleidingen kan
zijn gekomen.
1. Ontluchtingsventiel iets losdraaien.
2. Tractorrem bedienen.
3. Ontluchtingsventiel sluiten zodra olie naar
buiten komt.
→
Uitlopende olie opvangen.
4. Voer een remcontrole uit.
UX Special BAG0215.6 07.23
Reinigen, service en onderhoud
Afb. 172
221