Inhoudsopgave
Advertenties
Met
kan voor een herhalend gebruik (modus
■ de tijdsduur van de registratie,
■ de configuratie, te kiezen uit de 4 mogelijke configuraties,
■ de registratieperiode tussen 200 ms en 2 uur,
■ de naam van de registratie.
3.4.5. TRANSIËNTMODUS
Met de transiëntmodus
Selecteer voor het configureren van de transiëntmodus
3.4.5.1. Spanningsdrempels
Selecteer voor het configureren van de spanningsdrempels
Kies het aantal cycli vóór het inschakelen van de registratie van transiënten (1, 2 of 3).
■ 4V : alle spanningsingangen hebben dezelfde te programmeren drempelwaarde.
■ 3V+VN : alle spanningsingangen hebben dezelfde drempelwaarde en de nulleider heeft een andere drempelwaarde.
■ V1+V2+V3+VN : iedere spanningsingang heeft een andere te programmeren drempelwaarde.
3.4.5.2. Stroomdrempels
Selecteer voor het configureren van de stroomdrempels
Kies het aantal cycli vóór het inschakelen van de registratie van transiënten (1, 2 of 3).
■ 4A : alle stroomingangen hebben dezelfde te programmeren drempelwaarde.
■ 3A+AN : alle stroomingangen hebben dezelfde drempelwaarde en de nulleider heeft een andere drempelwaarde.
■ A1+A2+A3+AN : iedere stroomingang heeft een andere te programmeren drempelwaarde.
) bepaald worden:
kunnen de transiënten in spanning of in stroom tijdens een bepaalde periode geregistreerd worden.
Figuur 37
.
Figuur 38
.
.
34
Advertenties
Inhoudsopgave
