Met uitzondering van de accu en de geheugenkaart bevat het apparaat geen onderdelen die door niet opgeleid en onbevoegd
personeel vervangen moeten worden. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door andere kan de vei-
ligheid van het instrument in gevaar komen.
De instructies voor onderhoud en servicebeurt moeten aan de verantwoordelijke autoriteit verstrekt worden.
18.1. REINIGING VAN HET KASTJE
Maak alle snoeren van het apparaat los en schakel dit uit.
Gebruik een zachte doek met een klein beetje zeepwater. Afnemen met een vochtige doek en snel afdrogen met een droge doek of hete
lucht. Gebruik geen alcohol, oplosmiddel of koolwaterstof.
18.2. ONDERHOUD VAN DE SENSOREN
De stroomsensoren hebben een regelmatig onderhoud nodig:
■ Gebruik voor de reiniging een zachte doek en een beetje zeepwater. Afnemen met een vochtige doek en snel afdrogen met een droge
doek of hete lucht. Gebruik geen alcohol, oplosmiddel of koolwaterstof.
■ Zorg dat de luchtspleten van de tangen volmaakt schoon blijven. Smeer de zichtbare metalen delen in met een beetje olie om roest
te voorkomen.
18.3. VERVANGEN VAN DE ACCU
De accu van dit apparaat is speciaal: deze bevat specifieke beschermende en beveiligende elementen. Als de accu niet vervangen wordt
door het aangegeven model, dan kunnen materiële beschadigingen en letselschade als gevolg van explosie of brand het gevolg zijn.
Om het apparaat op veilige wijze te kunnen blijven gebruiken, moet de accu door een origineel model vervangen worden. Gebruik
geen accu waarvan de omkasting beschadigd is.
Werp de accu niet in open vuur.
Stel de accu niet bloot aan warmte boven 100°C.
Veroorzaak geen kortsluiting op de klemmen van het accupack.
18. ONDERHOUD
103