Samenvatting van Inhoud voor Chauvin Arnoux C.A 8436
Pagina 1
NL - Gebruikshandleiding C.A 8436 Analysator voor driefasen elektriciteitsnetten...
Pagina 2
U heeft zojuist een analysator voor driefasen elektriciteitsnetten C.A 8436 (Qualistar+) gekocht en wij danken u voor uw vertrouwen. Voor een zo goed mogelijk gebruik van dit apparaat dient u: deze gebruikshandleiding aandachtig door te lezen, de voorzorgen bij gebruik in acht te nemen.
VOORZORGEN BIJ GEBRUIK Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsnorm IEC/EN 61010-2-030 of BS EN 61010-2-030, de snoeren voldoen aan de norm IEC/ EN 61010-031 of BS EN 61010-031 en de stroomsensoren voldoen aan de norm IEC/EN 61010-2-032 of BS EN 61010-2-032, voor spanningen tot 600V in categorie IV of 1.000V in categorie III.
907 009 119 - 02/03 Benaming Aantal C.A 8436 met of zonder stroomsensor, afhankelijk van de bestelling. De accu is in het apparaat gemonteerd. Zwarte veiligheidssnoeren banaan-banaan recht-recht, bij elkaar gebonden door klittenband. Zwarte krokodilklemmen. USB-snoer type A-B.
MA193 250 mm ® MiniFlex MA193 350 mm ® MiniFlex MA196 350 mm waterdicht. Voor de C.A 8436 is het gebruik van waterdichte sensoren aanbevolen. ® AmpFlex A193 450 mm ® AmpFlex A196A 610 mm waterdicht. Voor de C.A 8436 is het gebruik van waterdichte sensoren aanbevolen.
1.4. ACCULADER Begin voor het eerste gebruik met het volledig opladen van de accu. Schroef het klepje van de connector los voor het opladen van de accu op het apparaat. 120 V ± 10 %, 60 Hz 230 V ± 10 %, 50 Hz ...
Als u tijdens het opladen van de accu metingen wilt uitvoeren, sluit u de meetsnoeren aan op de klemmen en op de veiligheidsbanaanstekker met aansluiting achter. 110 ... 1000 V 0 ... 440 Hz 1.5. TAALKEUZE Begin, alvorens het apparaat te gebruiken, met het kiezen van de taal waarin u wilt dat het apparaat zijn berichten weergeeft. Druk op de groene knop om het apparaat in te schakelen.
Het apparaat is compact en schokbestendig. Met zijn ergonomie en de eenvoud van zijn gebruikersinterface is het apparaat aangenaam in gebruik. De C.A 8436 is bestemd voor technici en ingenieurs van teams die elektriciteitsinstallaties en -netten moeten controleren of onderhouden.
2.1.2. WEERGAVEFUNCTIES Weergave van de golfvormen (spanning en stroom). Weergave van de frequentiediagrammen (spanning en stroom) Functie oproepstroom: weergave van de parameters die nuttig zijn bij bestuderen van het starten van een motor. Momentane waarde van de stroom en de spanning op het door de cursor aangegeven moment. ...
2.2. OVERZICHT Aansluitklemmen Deksel Scherm USB-aansluiting C.A 8436 POWER & QUALITY ANALYSER Connector voor het opladen van de accu Functietoetsen (gele toetsen) Returntoets Configuratietoets Toets schermkopie Helptoets Aan/Uit-knop QUALI STAR Modustoetsen Bevestigingstoets (paarse toetsen) Navigatietoetsen Klep voor toegang tot de...
2.3. AAN/UIT-KNOP Het apparaat kan op een batterij of op het spanningsnet werken. Het apparaat wordt ingeschakeld door een druk op de knop . Als het apparaat plotseling (stroomonderbreking zonder accu) of automatisch (accu bijna leeg) wordt uitgeschakeld, verschijnt er bij het starten een melding.
2.4.2. DE ICONEN VAN DE FUNCTIETOETSEN De display maakt gebruik van de volgende iconen voor de gele functietoetsen: Iconen Benaming Iconen Benaming Enkelvoudige spanningsmodus. Verplaatsing van de cursor over de eerste hit met maximum waarde bij enkelvoudige spanning. Enkelvoudige stroommodus. Verplaatsing van de cursor over de eerste hit met Vermogensmodus.
2.5. DE TOETSEN VAN HET TOETSENBORD 2.5.1. DE FUNCTIETOETSEN (GELE TOETSEN) Met deze 6 toetsen kan men de functie of het instrument inschakelen dat door de bijbehorende icoon op het scherm wordt weergegeven. 2.5.2. DE NAVIGATIETOETSEN Met dit blok van 4 richtingstoetsen, een valideertoets en een returntoets kan men in de menu’s navigeren. Weergave Functie Richtings- of navigatietoets naar boven.
2.5.4. DE ANDERE TOETSEN De functies van de andere toetsen van het toetsenbord zijn: Weergave Functie Voir Configuratietoets. §4 Schermkopie bezig en toegang tot de schermen al in het geheugen opgeslagen. §11 Helptoets: geeft informatie over de functies en symbolen die voor de huidige weergavemodus §12 gebruikt worden.
2.6.2. ZIJCONNECTOREN Aan de rechterzijde van het apparaat bevindt zich de connector waarmee de accu opgeladen kan worden en het apparaat op het spanningsnet kan functioneren of waarmee het apparaat van stroom voorzien kan worden door middel van de spanningen op de meetklemmen.
Pagina 17
Betekenis van de gebruikte symbolen en afkortingen: Symbool Benaming Symbool Benaming Wissel- en gelijkstroom- of -spanningscomponent. Ware effectieve waarde (stroom of spanning). Alleen wisselstroom- of Relatieve datum van de tijdcursor. wisselspanningscomponent. tan Φ Tangens van de faseverschuiving van de Alleen gelijkstroom- of gelijkspanningscomponent. spanning t.o.v.
3. GEBRUIK 3.1. STARTEN Druk voor het inschakelen van het apparaat op de knop Na de software gecontroleerd te hebben, wordt het startscherm weergegeven en vervolgens het informatiescherm dat de softwareversie van het apparaat en zijn garantienummer aangeeft. Figuur 5: het startscherm bij het opstarten Vervolgens wordt het scherm Golfvormen weergegeven.
De volgende punten moeten bij iedere meting gecontroleerd of aangepast worden: De parameters van de berekeningsmethodes bepalen (zie §4.5). Het distributiesysteem selecteren (eenfase tot driefasen met 5 draden) en de aansluitmethode (2 wattmeters, 2½ elementen, standaard) (zie §4.6). ...
Pagina 20
De meetsnoeren zijn verbonden aan het te meten circuit volgens de volgende schema’s. 3.3.1. EENFASE NET Figuur 9: eenfase verbinding met 2 draden Figuur 10: eenfase verbinding met 3 draden 3.3.2. TWEEFASEN NET Figuur 11: tweefasen verbinding met 2 draden Figuur 12: tweefasen verbinding met 3 draden Figuur 13: tweefasen verbinding met 4 draden 3.3.3.
3.3.4. AANSLUITPROCEDURE Schakel het apparaat in, Configureer het apparaat aan de hand van de uit te voeren metingen en het betreffende nettype (zie §4), Sluit de snoeren en stroomsensoren aan op het apparaat, Sluit het snoer van de aarde en/of de nulleider naar de aarde en/of naar de nulleider van het net (wanneer dit gedistribueerd wordt), alsmede de bijbehorende stroomsensor, ...
4. CONFIGURATIE Met de toets Configuratie kan het apparaat geconfigureerd worden. Dit is nodig na ieder nieuw type meting. De configuratie blijft in het geheugen, ook na het uitschakelen van het apparaat. 4.1. MENU CONFIGURATIE Met de navigatietoetsen (, , , ) kan men navigeren in het menu Configuratie en de parameters van het apparaat instellen. Een waarde die gewijzigd kan worden, wordt door pijlen omringd.
4.4. WEERGAVE 4.4.1. LICHTSTERKTE Het menu bepaalt de lichtsterkte van de display. De weergave is als volgt: Figuur 18: het menu Datum/Tijd Gebruik de toetsen (, ) voor het instellen van de lichtsterkte. Druk voor het terugkeren naar het menu Configuratie op de toets 4.4.2.
Met de Automatische modus bespaart u de accu. Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld na vijf minuten zonder actie op de toetsen als een registratie bezig is en tien minuten als geen enkele registratie bezig is. De aan-/uitknop knippert om aan te geven dat het apparaat nog steeds werkt.
4.5.2. KEUZE VAN DE ENERGIE-EENHEID Het menu Wh bepaalt de eenheid voor het weergeven van de energievormen. Figuur 21: het menu Keuze van de energie-eenheid Gebruik de navigatietoetsen (,) voor het selecteren van de eenheid: Wh: wattuur. J: joule. ...
4.5.4. KEUZE VAN DE REFERENTIE VAN DE VERVORMINGSFACTOREN VAN DE FASEN Het menu %f-%r bepaalt de referentie van de vervormingsfactoren van de fasen. Figuur 23: het menu Keuze van de referentie van de vervormingsfactoren Gebruik de navigatietoetsen (,) om de waarde vast te stellen van de referentie van de vervormingsfactoren: ...
4.6. AANSLUITING Het menu bepaalt de aansluiting van het apparaat aan de hand van het distributiesysteem. Figuur 16: het menu Aansluiting Er kunnen meerdere elektriciteitsschema’s geselecteerd worden: Gebruik de navigatietoetsen (,, , ) om een aansluiting te kiezen. Bij ieder distributiesysteem horen een of meerdere nettypen. Distributiesysteem Eenfase met 2 draden (L1 en N) Eenfase met 2 draden met nulleider en zonder...
Pagina 28
Distributiesysteem Tweefasen met 3 draden met nulleider en zonder aarde Tweefasen met 3 draden met open sterpunt, met nulleider en zonder aarde Tweefasen met 3 draden (L1, L2 en N) Tweefasen met 3 draden in driehoek “high leg”met nulleider en zonder aarde Tweefasen met 3 draden in open driehoek “high leg”met nulleider en zonder aarde Tweefasen met 4 draden met nulleider en aarde...
Pagina 29
Distributiesysteem Driefasen met 3 draden in stervorm Driefasen met 3 draden in driehoek Tweefasen met 3 draden (L1, L2 en L3) Driefasen met 3 draden in open driehoek Geef aan welke 2 stroomsensoren aangesloten zullen worden: de 3 sensoren (3A) of slechts 2 (A1 en A2, of A2 en A3 of A3 en A1).
Pagina 30
Distributiesysteem Driefasen met 4 draden met nulleider en zonder aarde Driefasen met 4 draden (L1, L2, L3 en N) Geef aan welke spanning aangesloten Driefasen met 4 draden in open driehoek “high zullen worden: de 3 spanningen (3V) of leg”met nulleider en zonder aarde alleen 2 (V1 en V2, of V2 en V3 of V3 en V1).
4.7. SENSOREN EN VERHOUDINGEN Opmerking: De verhoudingen kunnen niet gewijzigd worden als het apparaat bezig is te registreren of energie te meten of naar transiënten, een alarm en/of vergaring van oproepstroom zoekt. 4.7.1. STROOMSENSOREN EN -VERHOUDINGEN Een eerste scherm A bepaalt de stroomsensoren en -verhoudingen. Dit geeft automatisch de stroomsensormodellen weer die door het apparaat gedetecteerd worden.
Figuur 26: het scherm Spanningsverhoudingen in het menu Figuur 27: het scherm Spanningsverhoudingen in het menu Sensoren en verhoudingen in geval van een montage met Sensoren en verhoudingen in geval van een montage zonder nulleider nulleider Gebruik de navigatietoetsen (, ) om de configuratie van de verhoudingen te kiezen. ...
4V of 3U: alle wegen hebben dezelfde drempelwaarde. Druk op de toets , gebruik vervolgens de toetsen , om de drempelwaarde in geel te markeren. Druk op de toets , gebruik vervolgens de toetsen , , en om de waarde van de drempel te wijzigen. De eenheid kan V of kV zijn.
4.8.3. STROOMDREMPELS VAN DE OPROEPSTROOMMODUS Met een derde scherm, weergegeven wanneer men op de icoon drukt , kunnen de drempelwaarden van de oproepstroom bepaald worden. Het gaat er namelijk om de ontkoppelingsdrempel en de uitschakeldrempel voor het vangen van de oproepstroom te programmeren (waarbij de uitschakeldrempel de ontkoppelingsdrempel min de hysterese is).
Pagina 35
Druk voor het veranderen van configuratiepagina op de toets De registreerbare waarden zijn: Eenheid Benaming Urms Effectieve samengestelde spanning. Samengestelde gelijkspanning. Upk+ Maximale piekwaarde samengestelde spanning. Upk- Minimale piekwaarde samengestelde spanning. Piekfactor van de samengestelde spanning. Uthdf Harmonische vervorming van de samengestelde spanning met de RMS waarde van de grondgolf als referentie. Uthdr Harmonische vervorming van de samengestelde spanning met de totale RMS waarde zonder DC als referentie.
harmonischen. Opmerking: De vervormingsfactoren van rij 01 worden uitsluitend weergegeven als zij de in %r uitgedrukte waarden betreffen. Selecteer om een harmonischenrij te wijzigen allereerst de te registreren parameter (gemarkeerd door een rood punt) en verplaats vervolgens de gele cursor met behulp van de toetsen , , en op dit cijfer en valideer vervolgens met de toets . Wijzig de waarde met behulp van de toetsen ...
Het alarmtype. De harmonische rij (tussen 0 en 50), uitsluitend voor |S-h|, A-h, U-h en V-h. De target van het alarm: 3L: 3 fasen individueel onder toezicht, N: toezicht op de nulleider, 4L: 3 fasen en nulleider individueel onder toezicht, ...
4.12. INFORMATIE Het scherm geeft informatie over het apparaat weer. Figuur 36: het menu Informatie Druk voor het terugkeren naar het menu Configuratie op...
5. VERGARING VAN GOLFVORMEN Met de modus Vergaring golfvormen kunnen de transiënten en de stroomoproepen weergegeven en vergaard worden. Deze bevat twee submodi: De transiëntmodus (zie §5.1) De oproepstroommodus (zie §5.2) Figuur 37: het scherm van de modus Vergaring van golfvormen Verplaats voor het selecteren van een submodus de gele cursor hierop met behulp van de toetsen ...
Figuur 38: het scherm Programmering van een zoekopdracht in de transiëntmodus 5.1.1. PROGRAMMERING EN LANCERING VAN EEN ZOEKOPDRACHT Voer voor het programmeren van een zoekopdracht naar een transiënt de begindatum en -tijd, de einddatum en -tijd, het aantal te zoeken transiënten en vervolgens de naam van de zoekopdracht in. Verplaats voor het wijzigen van data de gele cursor met behulp van de toetsen , , ...
Verplaats voor het selecteren van een zoekopdracht naar transiënten de cursor hier op met behulp van de toetsen en . De geselecteerde zoekopdracht wordt vet gedrukt. Valideer vervolgens met de toets . Het apparaat geeft dan de transiënten weer in de vorm van een lijst.
5.2. OPROEPSTROOMMODUS Nog steeds in de modus , kan men met de submodus een oproepstroom vergaren (golfvormen van de spanning en de stroom, frequentie van het net, RMS waarden halve periode van de spanning en stroom buiten de nulleider), de aldus gemaakte vergaring weergeven en deze wissen.
5.2.2. WEERGAVE VAN DE KENMERKEN VAN DE VERGARING Druk voor de weergave van de kenmerken van de vergaring op de toets . Het scherm Kenmerken van de vergaring wordt weergegeven. Weergave in de PEAK modus (zie §5.2.4). Weergave in de RMS modus (zie §5.2.3).
5.2.3.2. Het beeldscherm RMS in 3A voor een driefasen aansluiting zonder nulleider Figuur 45: het beeldscherm RMS in 3A voor een driefasen aansluiting zonder nulleider 5.2.3.3. Het beeldscherm RMS in L1 voor een driefasen aansluiting met nulleider MAX: RMS waarde max. halve Tijdcursor van de curve.
5.2.4. MOMENTANE WAARDE VAN DE OPROEPSTROOM Met de PEAK modus kan men de omhulsels en de vormen van de golf van de vergaarde oproepstroom weergeven. Het weergavetype PEAK van een vergaring van oproepstroom omvat twee mogelijke afbeeldingen: de afbeelding van het type “omhulsel” ...
5.2.4.3. Het beeldscherm PEAK in A1 voor een driefasen aansluiting zonder nulleider In het hieronder uiteengezette geval wordt er voldoende uitgezoomd voor een afbeelding van het type «omhulsel». Tijdcursor van de curve. Gebruik MAX |PEAK|: absolute maximale de toetsen of om de cursor te momentane absolute waarde van verplaatsen.
6. HARMONISCHE De modus Harmonische geeft de afbeelding weer van de vervormingsfactoren van de spanning, van de stroom en van het schijnbare vermogen per rij. Hiermee kunnen de door de niet lineaire belastingen geproduceerde harmonische stroomwaarden bepaald worden en de door deze zelfde harmonischen veroorzaakte problemen analyseren aan de hand van hun rij (verwarming van de nulleiders, de geleiders, de motoren, enz.).
6.1.2. HET BEELDSCHERM VAN DE HARMONISCHEN VAN DE FASESPANNING IN L1 Deze informatie betreft de door de Weergave van de 3 fasen 3L, van cursor aangewezen harmonische. L1, L2, L3, N of van de expertmodus V-h03: nummer van de harmonische. (uitsluitend driefasen aansluiting - zie %: vervormingsfactor met de RMS §6.5).
6.2.2. HET BEELDSCHERM VAN DE HARMONISCHEN VAN DE STROOM IN L1 Weergave van de 3 fasen 3L, van Deze informatie betreft de door de L1, L2, L3, N of van de expertmodus cursor aangewezen harmonische. (uitsluitend driefasen aansluiting - zie A-h05: nummer van de harmonische.
6.3.2. HET BEELDSCHERM VAN HET SCHIJNBARE VERMOGEN VAN DE HARMONISCHEN IN L1 Weergave van de 3 fasen 3L, van L1, Deze informatie betreft de door de L2 of L3. Druk voor het selecteren cursor aangewezen harmonische. van de weergave op de toetsen S-h03: nummer van de harmonische.
6.4.2. HET BEELDSCHERM VAN DE HARMONISCHEN VAN DE SAMENGESTELDE SPANNING IN L1 Deze informatie betreft de door de Weergave van de 3 fasen 3L, van L1, cursor aangewezen harmonische. L2 of L3. Druk voor het selecteren Uh 03: nummer van de harmonische. van de weergave op de toetsen ...
6.5.2. HET BEELDSCHERM VAN DE EXPERTMODUS VOOR DE STROOM Het submenu A geeft de invloed weer van de harmonischen van de stroom op het verwarmen van de nulleider of op de draaiende machines. Harmonischen die een positieve Harmonischen die een negatieve reeks veroorzaken.
7. GOLFVORMEN Met de toets Golfvormen kunnen de stroom- en spanningscurven en de vanuit spanning en stroom gemeten en berekende waarden weergegeven worden (m.u.v. vermogen, energie en harmonischen). Dat is het scherm dat verschijnt bij het onder spanning brengen van het apparaat. We e r g a v e v a n d e w e r k e l i j k e effectieve maximum en minimum Selectie van de weergavefilters.
7.1.1. HET BEELDSCHERM RMS IN 3U Dit scherm geeft de drie samengestelde spanningen van een driefasesysteem weer. M o m e n t a n e w a a r d e n v a n d e E f f e c t i e v e w a a r d e n v a n d e signalen op de positie van de cursor.
7.1.4. HET BEELDSCHERM RMS VOOR DE NULLEIDER Dit scherm geeft de spanning van de nulleider ten opzichte van de aarde en de nulleiderstroom weer. Effectieve waarde van de spanning en de stroom. M o m e n t a n e w a a r d e n v a n d e signalen op de positie van de cursor.
7.2.3. HET BEELDSCHERM THD IN 4A Dit scherm geeft de golfvormen weer van een periode van de fasestroomwaarden en de totale harmonische vervormingsfactoren. M o m e n t a n e w a a r d e n v a n d e Harmonische vervormingsfactoren signalen op de positie van de cursor.
7.3.3. HET BEELDSCHERM CF IN 4A Dit scherm geeft de golfvormen weer van een periode van de stroomwaarden en de piekfactoren. M o m e n t a n e w a a r d e n v a n d e Piekfactor voor iedere curve.
7.4.2. HET BEELDSCHERM MAX-MIN IN 4V Dit scherm geeft de RMS, maximale, minimale en gemiddelde waarden en de positieve en negatieve piekwaarden van de fasespanningen en de nulleider. Kolom van de waarden van de nulleider: parameters RMS, PK+ en PK-. Kolommen van de waarden van iedere spanningscurve (1, 2 en 3).
7.4.5. HET BEELDSCHERM MAX-MIN VAN DE NULLEIDER Dit scherm geeft de RMS waarden en de positieve en negatieve piekwaarden weer van de nulleider ten opzichte van de aarde. De gegevens zijn gelijk aan die van Kolom van de waarden van de de spanning, maar betreffende de spanning.
7.5.3. HET SCHERM GELIJKTIJDIGE WEERGAVE IN 4A Dit scherm geeft de waarden RMS, DC (uitsluitend als minstens een van de stroomsensoren gelijkstroom kan meten), THD, CF, FHL en FK van de fasestroomwaarden en de nulleider weer. Kolom van de waarden RMS en (als de stroomsensor dit toelaat) DC, alsmede CF en THD (%r) van de nulleider.
7.6. WEERGAVE VAN DE VECTORVOORSTELLING Het submenu geeft de vectorvoorstelling weer van de basiscomponenten van spanning en stroom. Het geeft hier de bijbehorende grootheden (module en fase van de vectoren) van, alsmede de omgekeerde onbalansfactoren van spanning en stroom. Opmerking: Om weergave van alle vectoren toe te laten, worden de vectoren, waarvan de module te klein geweest zou zijn om afgebeeld te worden, toch afgebeeld, maar hun naam wordt gevolgd door een sterretje (*).
Pagina 62
7.6.4. HET BEELDSCHERM VAN DE VECTORVOORSTELLING IN L1 Bij aanwezigheid van een nulleider geeft dit scherm de vectorvoorstelling weer van de basiscomponenten van de fasespanning en de stroom van een fase. Het geeft hier de bijbehorende grootheden (module en fase van de stroom- en fasespanningsvectoren) van.
8. ALARMMODUS De Alarm modus ddetecteert het overschrijden van de drempelwaarden bij ieder van de volgende parameters: Hz, Urms, Vrms, Arms, |Udc|, |Vdc|, |Adc|, |Upk+|, |Vpk+|, |Apk+|, |Upk-|, |Vpk-|, |Apk-|, Ucf, Vcf, Acf, Uthdf, Vthdf, Athdf, Uthdr, Vthdr, Athdr, |P|, |Pdc|, |Q1| of N, D, S, |PF|, |cos Φ|, |tan Φ|, PST, PLT, FHL, FK, Vunb Uunb (voor een driefasen bron zonder nulleider), Aunb, U-h, V-h, A-h en |S-h| (zie de afkortingentabel in §2.8).
De melding Campagne in stand-by wordt weergegeven totdat de begintijd is bereikt. Vervolgens wordt deze vervangen door de melding Campagne bezig. Wanneer de eindtijd bereikt is, verschijnt het scherm Programmering van een campagne weer met de toets . Er kan dan een nieuwe campagne geprogrammeerd worden. Tijdens een alarmcampagne kan alleen het veld einddatum gewijzigd worden.
8.5. WEERGAVE VAN DE LIJST MET ALARMEN LSelecteer tijdens de weergave van de lijst met uitgevoerde campagnes (zie figuur 86) de te wissen campagne. Verplaats daarvoor de cursor hier op met behulp van de toetsen en . De geselecteerde campagne wordt vet gedrukt. Druk vervolgens op de toets .
9. TRENDMODUS De Trend modus registreert de ontwikkeling van de hiervoor door het scherm Configuratie/Trendmodus bepaalde parameters (zie §4.9). Deze modus verwerkt data tot 2 Gb. Vulpercentage van de geheugenkaart. Lijst met registraties (zie §9.3). Snelle programmering en opstarten Programmering van een registratie van een registratie (zie §9.1).
9.3. WEERGAVE VAN DE LIJST MET REGISTRATIES Het submenu geeft de lijst met uitgevoerde registraties weer. Vulpercentage van de lijst met registraties. Het zwarte gedeelte van de balk komt overeen met het gebruikte geheugen. Naam van de registratie. Eindtijd van de registratie. Begintijd van de registratie.
Pagina 68
9.5.2. TRENDCURVEN Datum van de cursor. Positie van het weergavevenster in de registratie. Dit scherm geeft een gedeelte weer van de trendcurve. Er zijn andere schermen voor en na het zichtbare Druk voor het selecteren van het gedeelte. weergavefilter op de toetsen of . Gebruik voor het verplaatsen van de cursor de toetsen ...
Pagina 69
Curve van de maxima. Waarden van de cursor (minimum, Curve van het gemiddelde. gemiddelde en maximum). Curve van de minima. Figuur 94: Vrms (N) met MIN-AVG-MAX De weergaveperiode van deze curve is een minuut. Ieder punt van de gemiddelde curve komt overeen met het rekenkundige gemiddelde van 60 waarden die iedere seconde geregistreerd worden.
Pagina 70
Opmerking: Voor de grootheden (P, Pdc, Q1 of N, S, D, PF, cos Φ en tan Φ) en voor een driefasen bron zonder nulleider worden alleen de totale grootheden afgebeeld. Figuur 97: tan Φ (L1) zonder MIN-AVG-MAX voor een driefasen aansluiting met nulleider Figuur 98: tan Φ...
Pagina 71
Begindatum van de selectie. Datum van de cursor (einddatum van de selectie). Gebruik voor het verplaatsen van de cursor de toetsen of . Energieberekeningsmodus. Door op deze toets te drukken, kan men het begin van de selectie bepalen. Figuur 101: Ph (S) zonder MIN-AVG-MAX De weergaveperiode van dit histogram is een minuut.
Pagina 72
Deze curve verschilt veel van de vorige, want de MIN-AVG-MAX modus is geactiveerd. Ieder punt van de gemiddelde curve komt overeen met het rekenkundige gemiddelde van 7200 waarden die iedere seconde geregistreerd worden. Ieder punt van de curve van de maxima komt overeen met het maximum van de 7200 waarden die iedere seconde geregistreerd zijn. Ieder punt van de curve van de minima komt overeen met het minimum van de 7200 waarden die iedere seconde geregistreerd zijn.
Pagina 73
De volgende tabel geeft de weergavetijden van de curven op het scherm weer aan de hand van de breedte van het weergavevenster voor een registratieperiode van een seconde: Typische wachttijd voor Typische wachttijd voor Breedte van het weergavevenster weergave met de modus weergave met de modus (60 punten of incrementen) Increment rooster...
10. MODUS VERMOGEN EN ENERGIE Met de toets kunnen de met het vermogen en de energie verband houdende metingen weergegeven worden. De beschikbare submenu’s hangen af van het filter. Voor de eenfase aansluitingen met 2 en 3 draden en voor de tweefasen aansluiting met 2 draden is alleen de selectie L1 beschikbaar.
10.1.3. HET BEELDSCHERM VAN DE VERBRUIKTE ENERGIEWAARDEN Het submenu geeft de tellers van de door de last verbruikte energie weer. Actieve energie. Gelijkstroomenergie (uitsluitend Inductieve reactieve werking . in geval van aansluiting van een gelijkstroomsensor). Blindlastenergie. Capacitieve reactieve werking Vervormende energie. Schijnbare energie.
Opmerkingen: Dit scherm komt overeen met de keuze “ontbonden niet-actieve grootheden” in de tab var van het menu Berekeningsmethodes van de Configuratiemodus. Als de keuze “niet ontbonden niet-actieve grootheden” was geweest, dan was het label D (vervormend vermogen) verdwenen en was het label Q vervangen door het label N.
10.3.2. HET BEELDSCHERM VAN DE TOTALE ENERGIETELLERS Het submenu Wh… geeft de energietellers weer. Te l l e r s v a n d e d o o r d e l a s t Tellers van de door de last gegenereerde energie.
10.5. OPSCHORTEN VAN DE ENERGIETELLING Druk voor het opschorten van de energietelling op De einddatum en –tijd van de telling worden naast die van de begindatum en –tijd weergegeven. Figuur 119: het scherm van de energietelling in varh Een opschorting van de telling is niet definitief. Druk voor het hernemen hiervan opnieuw op de toets Opmerking: Als er geen enkele registratie bezig is, dan leidt het opschorten van de energietelling tot het verschijnen van het knipperende symbool in de statusbalk (in plaats van het symbool...
11. SCHERMKOPIEMODUS Met de toets kunnen tot 50 schermkopieën gemaakt worden en de geregistreerde kopieën weergegeven worden. De geregistreerde schermen kunnen vervolgens doorgestuurd worden naar de PC via de PAT2-applicatie (Power Analyser Transfer). 11.1. SCHERMKOPIE Voor het kopiëren van een willekeurig scherm houdt u de toets ca. 3 seconden ingedrukt Wanneer er een kopie gemaakt is, wordt de icoon van de actieve modus ( ) in de bovenste band van de display, vervangen door de icoon...
12. HELPTOETS De toets geeft u informatie over de functies van de toetsen en de symbolen die voor de huidige weergavemodus gebruikt worden. De informatie wordt als volgt gelezen: Herinnering van de gebruikte modus. Hulp bezig. Lijst met informatie betreffende de toetsen en iconen.
Plaats voor het installeren de installatie-CD in de CD-drive van uw PC en volg de instructies op het scherm. Verbind vervolgens het apparaat met de PC met behulp van het meegeleverde USB-snoer en verwijder daarbij het kapje dat de USB-aansluiting van het apparaat beschermt. C.A 8436 POWER & QUALITY ANALYSER QUALI...
14. ALGEMENE EIGENSCHAPPEN 14.1. OMGEVINGSVOORWAARDEN De voorwaarden betreffende de omgevingstemperatuur en de vochtigheid worden in de volgende grafiek gegeven: 1 = Referentiegebied. 2 = Toepassingsgebied. 3 = Opslaggebied met accu. 4 = Opslaggebied zonder accu. °C 42,5 Let op: boven 40°C moet het apparaat alleen met de accu OF alleen met het netblok gebruikt worden. Het gebruik van het apparaat met tegelijkertijd de accu EN het speciale externe netblok is verboden.
14.4. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC) Het apparaat is conform de norm IEC/EN 61326-1 of BS EN 61326-1. Volgens de norm EN55011 is het apparaat in termen van elektromagnetische emissies een apparaat van de groep 1, klasse A. Apparaten van klasse A zijn bestemd voor een gebruik in een industriële omgeving. Potentiële moeilijkheden kunnen optreden om de elektromagnetische compatibiliteit in andere omgevingen te verzekeren als gevolg van geleide en uitgestraalde storingen.
Pagina 84
14.5.5. DISPLAY De display is een LCD-scherm met actieve matrix (TFT) met de volgende eigenschappen: diagonaal van 5,7’’ resolutie van 320x240 pixels (1/4 VGA) kleur minimale lichtsterkte van 210cd/m² en typische lichtsterkte van 300cd/m² responsietijd tussen 10 en 25ms ...
15. FUNCTIEKENMERKEN 15.1. REFERENTIEVOORWAARDEN Deze tabel geeft de referentievoorwaarden van de grootheden die standaard gebruikt moeten worden met de eigenschappen gegeven in §15.3.4. Invloedsgrootheid Referentievoorwaarden Omgevingstemperatuur 23 ± 3 °C Vochtigheidsgraad (relatieve vochtigheid) [45 %; 75 %] Atmosferische druk [860 hPa ; 1060 hPa] Fasespanning [50 Vrms ;...
15.3. ELEKTRISCHE EIGENSCHAPPEN 15.3.1. EIGENSCHAPPEN VAN DE SPANNINGSINGANG Toepassingsgebied: 0 VRMS tot 1000 VRMS AC+DC fase-nulleider en nulleider-aarde 0 VRMS tot 2000 VRMS AC+DC fase-fase (mits bij categorie III 1000 VRMS t.o.v. de aarde in acht genomen wordt) Ingangsimpedantie: 1195 kW (tussen fase en nulleider en tussen nulleider en aarde) Toegelaten overspanning: 1200 VRMS permanent 2000 VRMS gedurende een seconde.
Pagina 87
15.3.4. 0EIGENSCHAPPEN VAN HET LOSSE APPARAAT (ZONDER STROOMSENSOR) Grootheden m.b.t. de stroom- en spanningswaarden Meetbereik buiten verhouding Weergaveresolutie (met eenheidsverhouding) Meting Max. intrinsieke fout (met eenheidsverhouding) Minimum Maximum Frequentie 40 Hz 70 Hz 10 mHz ±10 mHz 100 mV ±(0,5 % + 200 mV) V <...
Pagina 88
Meetbereik buiten verhouding Weergaveresolutie (met eenheidsverhouding) Meting Max. intrinsieke fout (met eenheidsverhouding) Minimum Maximum Tang J93 3500 A ±(0,5 % + 1 A) 100 mA ±(0,5 % + 200 mA) A < 1000 A Tang C193 1000 A Tang PAC93 ±(0,5 % + 1 A) A ≥...
Pagina 89
Meetbereik buiten verhouding Weergaveresolutie (met eenheidsverhouding) Meting (met eenheidsverhouding) Max. intrinsieke fout Minimum Maximum Tang J93 3500 A ±(1 % + 1 A) 100 mA A < 1000 A Tang C193 1000 A ±(1 % + 1 A) Tang PAC93 A ≥...
Pagina 90
Grootheden m.b.t. de vermogens- en energiewaarden Meetbereik buiten verhouding Weergaveresolutie (met eenheidsverhouding) Meting Max. intrinsieke fout (met eenheidsverhouding) Minimum Maximum ±(1 %) cos Φ ≥ 0,8 Excl. Flex ® ±(1,5 % + 10 pt) 0,2 ≤ cos Φ < 0,8 Actief vermogen 10 mW 10 MW...
Pagina 91
(8) Met de tang E3N of tang E27 (100mV/A) (9) Met de tang J93 en voor een eenfase aansluiting met 2 draden (fasespanning). (10) De energie komt overeen met meer dan 190 jaar van het maximale Pdc vermogen (eenheidsverhoudingen). Grootheden behorend bij de vermogens Meetgebied Meting Weergaveresolutie...
Pagina 92
Grootheden m.b.t. de spectrale ontbinding van de signalen Meetgebied Meting Weergaveresolutie Max. intrinsieke fout Minimum Maximum 0,1 % τ < 1000 % 1500 %f Vervormingsfactor spanning (τ ±(2,5 % + 5 pt) 100 %r τ ≥ 1000 % 0,1 % ±(2 % + (n ×...
Pagina 93
Meetgebied Weergaveresolutie (met eenheidsverhouding) Meting (met eenheidsverhouding) Max. intrinsieke fout Minimum Maximum 100 mV V < 1000 V enkelvoudig 1000 V ±(2,5 % + 1 V) V ≥ 1000 V spannings- harmonischen 100 mV (rij n ≥ 2) U < 1000 V samengesteld 2000 V ±(2,5 % + 1 V)
Pagina 94
Meetgebied Weergaveresolutie (met eenheidsverhouding) Meting (met eenheidsverhouding) Max. intrinsieke fout Minimum Maximum Tang J93 3500 A ±((n x 0,4%) + 1 A) 100 mA A < 1000 A Tang C193 1000 A ±((n x 0,4%) + 1 A) Tang PAC93 A ≥...
Pagina 95
Meetgebieden na toepassing van de verhoudingen Meetgebied Meting Minimum Maximum met minimum verhouding(en) met maximum verhouding(en) enkelvoudig 120 mV 170 GV RMS spanning & RMS½ samengest. 120 mV 340 GV enkelvoudig 120 mV 200 GV Gelijkspanning (DC) samengest. 120 mV 400 GV enkelvoudig 160 mV...
15.3.5. EIGENSCHAPPEN VAN DE STROOMSENSOREN (NA LINEARISERING) De fouten van de sensoren worden gecompenseerd door een typische correctie in het apparaat. Deze typische correctie vindt plaats in fase en in amplitude aan de hand van het aangesloten type sensor (automatisch gedetecteerd) en van de winst van de gevraagde stroomacquisitieketen.
N.B.: De mogelijke vervorming van het gemeten signaal (THD) wordt niet in aanmerking genomen in deze tabel in verband met de fysische beperkingen van de stroomsensor (verzadiging van de magnetische kring of van de cel met Hall-effect). Klasse B volgens de norm IEC 61000-4-30. Beperking van de AmpFlex en de MiniFlex ®...
15.3.8. ONZEKERHEID VAN DE REAL TIME KLOK De onzekerheid van de real time klok is maximaal 80 ppm (oud apparaat van 3 jaar gebruikt bij een omgevingstemperatuur van 50°C). Voor een nieuw apparaat dat bij 25°C gebruikt wordt, is deze onzekerheid niet meer dan 30 ppm.
16. BIJLAGEN Deze paragraaf toont de wiskundige formules die gebruikt worden voor de berekening van de verschillende parameters. 16.1. WISKUNDIGE FORMULES 16.1.1. FREQUENTIE VAN HET NET EN MONSTERNEMING De monsterneming wordt gestuurd door de frequentie van het net voor de verkrijging van 256 monsternemingen per periode van 40Hz tot 70Hz.
16.1.2.3. Gelijkstroomgrootheden (inclusief nulleider, m.u.v. Udc – nieuwe evaluatie om de seconde) Enkelvoudige gelijkspanning van de fase (i+1) waarbij i ∈ [0 ; 3] (i = 3 ⇔ spanning nulleider-nulleider) Samengestelde gelijkspanning van de fase (i+1) waarbij i ∈ [0 ; 2] Gelijkstroom van de fase (i+1) waarbij i ∈...
16.1.2.7. Piekfactoren (inclusief nulleider m.u.v. Ucf – over een seconde) Piekfactor van de fasespanning van de fase (i+1) waarbij i ∈ [0 ; 3] (i = 3 ⇔ nulleider). Piekfactor van de samengestelde spanning van de fase (i+1) waarbij i ∈ [0 ; 2]. Piekfactor van de stroom van de fase (i+1) waarbij i ∈...
Omgekeerde onbalansfactor van de fasespanningen in een distributiesysteem met nulleider Opmerking: Worden opgeslagen met de omgekeerde onbalansfactor in een trendregistratie van de volgende grootheden: Vns = |Vrms-| en Vps = |Vrms+| (respectievelijk de normen van de omgekeerde en directe symmetrische basiscomponenten). Directe symmetrische samengestelde basisspanning (vector) in het distributiesysteem zonder nulleider Omgekeerde symmetrische samengestelde basisspanning (vector) in het distributiesysteem zonder nulleider Omgekeerde onbalansfactor van de samengestelde spanningen in een distributiesysteem zonder nulleider...
16.1.3. HARMONISCHE MODUS 16.1.3.1. FFT (inclusief nulleider m.u.v. Uharm en VAharm– over 4 elkaar opvolgende periodes om de seconde) Deze worden gemaakt door FFT (16 bits) 1024 punten over 4 periodes met een rechthoekig venster (zie ook IEC 61000-4-7). Vanaf de werkelijke gedeeltes bk en denkbeeldige gedeeltes ak, berekent men de vervormingsfactoren voor iedere rij (j) en voor iedere fase (i) Vharm[i][j], Uharm[i][j] en Aharm[i][j] t.o.v.
Totale harmonische vervormingsfactoren van de weg (i+1) waarbij i ∈ [0 ; 3] (THD-R). De THD in verhouding tot de waarde RMS-AC (THD-R) wordt ook wel vervormingsfactor (DF) genoemd. 16.1.3.3. Harmonisch verliesfactor (excl. nulleider – over 4 opeenvolgende periodes om de seconde) Harmonisch verliesfactor van de fase (i+1) waarbij i ∈...
Pagina 105
Driefasen systemen met nulleider Driefasen systemen zonder nulleider Percentage positieve reeks harmonischen Driefasen systemen met nulleider Driefasen systemen zonder nulleider 16.1.4. VERMOGEN Vermogens exclusief nulleider – over een seconde 16.1.4.1. Distributiesysteem met nulleider Actief vermogen van de fase (i+1) waarbij i ∈ [0 ; 2]. Gelijkstroomvermogen van de fase (i+1) waarbij i ∈...
16.1.4.3. Driefasen systeem zonder nulleider De driefasen distributiesystemen zonder nulleider worden in hun geheel in aanmerking genomen (geen vermogensberekening per fase). Het apparaat geeft dus alleen de totale grootheden weer. De methode van de 2 wattmeters (Aron-methode of methode van 2 elementen) wordt toegepast voor de berekening van het totale actieve vermogen, het totale blindvermogen en het totale gelijkstroomvermogen.
16.1.4.4. Tweefasen systeem zonder nulleider Het tweefasen distributiesysteem zonder nulleider (of tweefasen met 2 draden) wordt beschouwd als een eenfase distributiesysteem waarvan de spanningsreferentie te vinden is in L2 en niet meer in N (nulleider). Actief vermogen Gelijkstroomvermogen Pdc[0] = Wdc[0] = Udc[0] . Adc[0] Schijnbaar vermogen S[0] = VA[0] = Urms[0] .
Pagina 110
Totale grondgolfvermogensfactor Warrbij: Opmerking: De grondgolfvermogensfactor wordt ook wel verplaatsingsfactor genoemd. Totale tangens b) Distributiesysteem met virtuele nulleider Totale vermogensfactor. P[3] PF[3]= S[3] Totale grondgolfvermogensfactor. DPF[3]= √ [3]² + Q [3]²) Waarbij: NechSec-1 VF[i][n].AF[i][n] [3]= NechSec-1 NechPer VF[i] [3]= . AF[i][n] Opmerking: De grondgolfvermogensfactor wordt ook wel verplaatsingsfactor genoemd.
Pagina 111
Waarbij: Als referentie in L1 Als referentie in L2 Als referentie in L3 Opmerking: De grondgolfvermogensfactor wordt ook wel verplaatsingsfactor genoemd. Totale tangens d) Tweefasen systeem zonder nulleider Het tweefasen distributiesysteem zonder nulleider (of tweefasen met 2 draden) wordt beschouwd als een eenfase distributiesysteem waarvan de spanningsreferentie te vinden is in L2 en niet meer in N (nulleider).
16.1.6. ENERGIE Energie exclusief nulleider – op Tint met nieuwe evaluatie om de seconde 16.1.6.1. Distributiesysteem met nulleider Opmerking: De waarde Tint is de periode van integratie van de vermogens voor de berekening van de energiewaarden; het begin en de duur van deze periode worden gecontroleerd door de gebruiker. Verbruikte gelijkstroomenergie van de fase (i+1) waarbij i ∈...
Pagina 113
Totale verbruikte capacitieve blindlastenergie (Ontbonden niet-actieve grootheden – Configuratie >Berekeningsmethodes >var) C[0][3] = VARhC[0][3] = Q C[0][0] + Q C[0][1] + Q C[0][2] Totale verbruikte vervormende energie (Ontbonden niet-actieve grootheden – Configuratie >Berekeningsmethodes >var) Dh[0][3] = VADh[0][3] = Dh[0][0] + Dh[0][1] + Dh[0][2] Totale verbruikte niet-actieve energie (Niet-ontbonden niet-actieve grootheden –...
Pagina 115
Totale verbruikte niet-actieve energie (Niet-ontbonden niet-actieve grootheden – Configuratie >Berekeningsmethodes >var) b) Totale gegenereerde gelijkstroomenergie waarbij Pdc[i][n] < 0 c) Totale gegenereerde energie, anders dan gelijkstroomenergie (P[i][n] < 0) Totale gegenereerde actieve energie Totale gegenereerde schijnbare energie ÉTotale gegenereerde inductieve blindlastenergie (Ontbonden niet-actieve grootheden –...
16.2. DOOR HET APPARAAT VERDRAGEN DISTRIBUTIEBRONNEN Zie aansluitingen §4.6. 16.3. HYSTERESE De hysterese is een filterprincipe dat veelvuldig gebruikt wordt na een drempeldetectie-etappe in de Alarmmodus (zie §4.10) en in de Oproepstroommodus (zie §5.2). Een juiste afstelling van de hysteresewaarde voorkomt herhaald veranderen van de toestand wanneer de meting rond de drempelwaarde schommelt.
16.5. DIAGRAM VAN DE 4 KWADRANTEN Dit diagram wordt gebruikt in het kader van de metingen van vermogen en energie (zie §9). Figuur 123: diagram van de 4 kwadranten 16.6. ONTKOPPELINGSMECHANISME VOOR DE VERGARING VAN TRANSIËNTEN De bemonsteringsfrequentie is een constante waarde gelijk aan 256 monsters per periode. Wanneer er een zoekopdracht naar transiënten wordt opgestart, wordt ieder monster vergeleken met het monster van de voorgaande periode.
Dit zijn de voorwaarden voor het ontkoppelen en uitschakelen van het vergaren: Ontkoppelings- en uitschakelingsvoorwaarden Ontkoppelingsfilter Ontkoppelingsvoorwaarde ⇔ [RMS waarde halve periode van A1] >[Ontkoppelingsdrempel] Uitschakelingsvoorwaarde ⇔ [RMS waarde halve periode van A1] >[Uitschakelingsdrempel] Ontkoppelingsvoorwaarde ⇔ [RMS waarde halve periode van A2] >[Ontkoppelingsdrempel] Uitschakelingsvoorwaarde ⇔...
Pagina 119
Exa (10 K-factor. Hiermee kan de werking van een last op een transformator gekwantificeerd worden. Harmonisch verliesfactor. Flicker (flikkeren): Visueel effect veroorzaakt door variaties in de elektrische spanning. Frequentie aantal complete spannings- of stroomcycli die in een seconde geproduceerd worden. Giga (10 Harmonischen: Spanning of stroom aanwezig in elektrische exploitaties met frequenties die het veelvoud zijn van de basisfrequentie.
Pagina 120
Piekfactor van de samengestelde spanning (lijnspanning). Samengestelde spanning (lijnspanning) vervormende RMS. Samengestelde gelijkspanning (lijnspanning. Harmonische van de samengestelde spanning (lijnspanning). Upk+ Max. piekwaarde van de samengestelde spanning (lijnspanning). Upk- Min. piekwaarde van de samengestelde spanning (lijnspanning). Urms Effectieve samengestelde spanning (lijnspanning). Uthd Totale harmonische vervorming van de samengestelde spanning (lijnspanning).
17. SERVICEONDERHOUD Met uitzondering van de accu en de geheugenkaart bevat het apparaat geen onderdelen die door niet opgeleid en onbevoegd personeel vervangen moet worden. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door andere kan de veiligheid van het instrument in gevaar komen. 17.1.
Pagina 122
Verwijder het luikje. Accu Kantel de bovenkant van de accu naar buiten en neem hem uit zijn vakje. Maak de connector van de accu los zonder aan de draden te trekken. Retirez la trappe. Opmerking: De Qualistar+ kan ca. 4 uur zonder zijn accu als registratieklok werken. De Qualistar+ bewaart zonder zijn accu een oproepstroomvergaring gedurende ca.
17.4. GEHEUGENKAART Het apparaat is geschikt voor geheugenkaarten van het type SD (SDSC), SDHC en SDXC. Zorg tijdens het verwijderen en plaatsen van de geheugenkaart dat het apparaat uitgeschakeld en spanningloos is. Beveilig de geheugenkaart tegen schrijven wanneer u deze uit het apparaat haalt. Maak de beveiliging tegen schrijven weer ongedaan alvorens de kaart in het apparaat te plaatsen.
17.5. HET UPDATEN VAN DE INGEBOUWDE SOFTWARE Om de beste service op het gebied van prestaties en technische ontwikkelingen te leveren, biedt Chauvin Arnoux u de mogelijkheid de in dit apparaat ingebouwde software te upgraden door gratis de nieuwe versie op onze website te downloaden.
18. GARANTIE Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is onze garantie drie jaar geldig vanaf de datum van beschikbaarstelling van het materiaal. Een uittreksel van onze Algemene Verkoopvoorwaarden is beschikbaar op onze website. www.group.chauvin-arnoux.com/en/general-terms-of-sale De garantie is niet van toepassing in geval van: ...