6.2.2 Doorgang
Continue weerstandsmeting wordt uitgevoerd zonder polariteitsomkering van
de testspanning en wordt gemeten met een lagere teststroom. In het
algemeen dient deze functie als normale Ω-meting met lage teststroom. De
functie kan ook worden gebruikt om inductieve onderdelen te testen.
6.2.2.1 De doorgangsmeting uitvoeren
Selecteer eerst de functie Weerstand met de draaischakelaar. Gebruik de
Stap 1
toetsen
wordt getoond:
Figuur 25 Menu Doorgangsmeting
Verbind het meetsnoer met de INSTALTEST.
Maak de volgende instelling:
Stap 2
Waarde bovenlimiet weerstand.
Verbind het meetsnoer met het te testen onderdeel. Volg het aansluitschema
Stap 3
dat in Figuur 26 en in Figuur 27 is getoond om de Doorgang te meten.
Gebruik indien nodig de functie Help.
Figuur 26 Verbinding van universeel meetsnoer
Figuur 27 Verbinding van tip commander
HET UITVOEREN VAN TESTEN MET DE INSTALTEST XE
/
om de functie DOORGANG selecteren. Het volgende menu
41
Rev 001