Maak de volgende instellingen:
Stap 2
Foutweerstand (indicatief)
Berekende hoge limietwaarde eerste foutstroom.
Verbind het meetsnoer met het te testen onderdeel. Volg het aansluitschema
Stap 3
dat in Figuur 89 is getoond om de isolatie controlerende apparatuur te testen.
Gebruik indien nodig de functie Help.
Controleer de getoonde waarschuwingen en de spanning en polariteit
Stap 4
indicator voordat u met meten begint. Bij OK drukt u op de toets [TEST].
Gebruik de toetsen
tot de isolatie controlerende apparatuur melding maakt wegens slechte
isolatie. De indicatieve isolatieweerstand en berekende enkelvoudige fout-
stroom tussen de eerste onder spanning staande geleider (bijv. L1) en de
PE-geleider worden getoond. Na uitvoering van de meting verschijnen de
resultaten met de goed- of afkeur indicatie op het scherm.
Figuur 92 Meting enkelvoudige fout lekstroom tussen L1 en PE.
Gebruik de toets
Stap 5
(bijv. L2). Gebruik de toetsen
verminderen tot de isolatie controlerende apparatuur alarm slaat wegens
slechte isolatie. De indicatieve isolatieweerstand en berekende enkelvoudige
fout lekstroom tussen de tweede onder spanning staande geleider (bijv. L2)
en de PE-geleider worden getoond.
Druk de toets [TEST] weer in om de meting af te ronden.
Na uitvoering van de meting verschijnen de resultaten met de goed- of afkeur
indicatie op het scherm.
Figuur 93 Meting enkelvoudige fout lekstroom tussen L2 en PE.
Getoonde resultaten:
R1 Isolatiefout niveau indicatieve isolatieweerstand voor L1,
I1
Berekende enkelvoudige fout lekstroom bij isolatiefout voor L1,
R2 Isolatiefout niveau indicatieve isolatieweerstand voor L2,
I2
Berekende enkelvoudige fout lekstroom bij isolatiefout voor L2.
Enkelvoudige fout lekstromen I
/
om de indicatieve isolatieweerstand te verminderen
om de tweede onder spanning staande lijn te selecteren
/
om de indicatieve isolatieweerstand te
en I
worden als volgt berekend:
1
2
110
5: IT-voedingssystemen
Bijlage
Rev 001