Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor Instaltest AT:
Inhoudsopgave

Advertenties

Leverancier:
Type
Specificaties van de handleiding:
Gebruikershandleiding
Instaltest AT
Nieaf-Smitt bv
Vrieslantlaan 6
3526 AA Utrecht Holland
Postbus 7023 3502 KA Utrecht
Tel.
: 030 288 13 11 (algemeen)
Fax.
: 030 289 88 16
Tel.
: 030-285 02 85 (helpdesk)
e-mail
: helpdesk@nieaf-smitt.nl
Instaltest AT
Datum
: 02-06-2010
Nummer : 561144155
Versie
: 001

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Nieaf-Smitt Instaltest AT

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding Instaltest AT Leverancier: Nieaf-Smitt bv Vrieslantlaan 6 3526 AA Utrecht Holland Postbus 7023 3502 KA Utrecht Tel. : 030 288 13 11 (algemeen) Fax. : 030 289 88 16 Tel. : 030-285 02 85 (helpdesk) e-mail : helpdesk@nieaf-smitt.nl Type...
  • Pagina 2 Nieaf-Smitt bv. Nieaf-Smitt bv voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling en behoudt zich daarom het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de in deze publicatie weergegeven specificatie en beschrijving van de apparatuur te wijzigingen.
  • Pagina 3 Vooraf Voorwoord Deze gebruikershandleiding beschrijft de Instaltest AT. De informatie in deze handleiding is belangrijk voor het goed en veilig functioneren van het apparaat. Indien u niet bekend bent met de bediening, het preventief onderhoud etc. van dit meetsysteem, lees dan deze gebruikershandleiding van het begin tot het einde goed door.
  • Pagina 4 - Knoppen en toetsen die bediend moeten worden staan tussen blokhaken; b.v. [MEM] of worden weergegeven met de afbeelding van de toets. - Menu keuzes op de Instaltest AT worden weergegeven als vet; b.v. Instellingen. - In de handleiding worden aardlekschakelaars ALS en/of RCD genoemd.
  • Pagina 5: Tabel 1 Pictogrammen Op Het Apparaat

    Vooraf Waarschuwingen op het apparaat Op de tester zijn een aantal pictogrammen aangebracht, die als doel hebben de gebruiker te waarschuwen voor de mogelijke risico's, die nog aanwezig kunnen zijn ondanks het veilige ontwerp. Pictogram Omschrijving Positie op de tester Waarschuwing: Aan de achterzijde en onderzijde Algemeen gevaarteken.
  • Pagina 6: Inhoudsopgave

    5.2 Hoofdmenu ......................39 5.2.1 Standaardtesten....................40 5.2.2 Automatisch testen ..................41 5.2.3 Extra instellingen.....................41 6. Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT ........42 6.1 Isolatieweerstand ....................43 6.1.1 Testcircuits voor isolatieweerstand...............44 6.1.2 De meting van de Isolatieweerstand uitvoeren ..........45 Rev 001...
  • Pagina 7 Vooraf 6.2 Doorgang en potentiaalvereffening ..............47 6.2.1 Compensatie weerstand meetsnoeren ............48 6.2.2 DOORGANG R200 mA meting ................49 6.2.3 7 mA weerstandsmeting .................50 6.3 Aardlekschakelaars (RCD’s) testen ..............52 6.3.1 Aanraakspanning (RCD Uc) ................54 6.3.2 Uitschakeltijd t ....................55 6.3.3 Aanspreekstroom ....................57 6.3.4 Automatische test aardlekschakelaar............58 6.4 Circuitimpedantie en verwachte kortsluitstroom ..........61 6.5 Netimpedantie en verwachte kortsluitstroom............64 6.6 Spanning, frequentie en fase volgorde ..............67...
  • Pagina 8 Tabel 11 Accessoire per meting ..................132 Tabel 12 Fabrieksinstellingen IT systeem................138 Tabel 13 Verband tussen Uc en I∆N................149 Bijlagen: Bijlage 1 Conformiteitsverklaring Instaltest AT...............117 Bijlage 2 Accessoires.....................118 Bijlage 3 Technische specificaties .................119 Bijlage 4 Zekeringtabel ....................129 Bijlage 5 Benodigde accessoires voor specifieke metingen...........132 Bijlage 6 Kabel- / Groepenzoeker ontvanger ..............133...
  • Pagina 9 Vooraf Figuur 23 Voorbeelden van hulpscherm ................35 Figuur 24 schermuitleg voor handmatige test ..............36 Figuur 25 Hoofdmenu ......................39 Figuur 26 Voorbeeld van scherm voor enkele test.............40 Figuur 27 Isolatieweerstand....................43 Figuur 28 Aansluiting van universeel meetsnoer voor algemene meting isolatieweerstand (TEST: L-PE) ......................44 Figuur 29 Toepassing van plug commander en/of universeel meetsnoer voor meting isolatieweerstand (TESTS: ‘L-PE,N-PE’, ‘L-N,L-PE’, ALL) .........45 Figuur 30 Voorbeelden van meetresultaten isolatieweerstand ..........46...
  • Pagina 10 Figuur 126 Ontvanger intvanger ..................133 Figuur 127 Detectie van elektromagnetisch veld .............134 Figuur 128 De Instaltest AT als signaalbron voor het volgen van kabels......134 Figuur 129 Transmitter in LAST, stroomtang gebruikt in plaats van inductieve sensor ...135 Figuur 130 Algemeen IT-voedingssysteem..............137...
  • Pagina 11 Vooraf Figuur 131 Voorbeeld van metingen van spanning en frequentie........139 Figuur 132 Test aardlekschakelaar in IT-systeem ............140 Figuur 140 Lage spanning voedingssystemen..............141 Figuur 141 Spanningsmetingen ..................142 Figuur 142 RCD Uc test....................143 Figuur 143 Circuitimpedantie ...................143 Figuur 144 Procedure in twee stappen voor meten PE bedradingsweerstand - aansluiting van plug commander en universeel meetsnoer ............150 Figuur 145 Voorbeelden van meetresultaten LOOP Re ..........151 Figuur 146 Procedure in twee stappen voor meten PE bedradingsweerstand - aansluiting...
  • Pagina 12: Algemene Veiligheidsvoorschriften

    Samenstelling van het apparaat 1. Algemene veiligheidsvoorschriften Om tijdens het gebruik van de Instaltest AT de veiligheid van de gebruiker, het testapparaat en het te testen object te kunnen waarborgen moeten de volgende punten in acht genomen worden. WAARSCHUWING VOOR GEVAAR: Lees voordat u handelingen verricht die verband houden met de tester deze gebruikershandleiding aandachtig door.
  • Pagina 13 LET OP: Zorg voor een schone, opgeruimde en goed verlichte werkplek TIP: Neem contact met Nieaf-Smitt bv op als u informatie over opleidingen voor de draagbare testapparatuur wenst Nieaf-Smitt B.V. Vrieslantlaan 6 3526 AA Utrecht Holland Postbus 7023 3502 KA Utrecht Tel.: 030 –...
  • Pagina 14: Inleiding

    Samenstelling van het apparaat 2. Inleiding Gefeliciteerd met de aankoop van de Instaltest AT en de accessoires van Nieaf- Smitt. Het instrument is ontworpen op basis van uitgebreide ervaring die is verkregen door vele jaren werk met testapparatuur voor elektrische installaties.
  • Pagina 15: Beoogd Gebruik

    Samenstelling van het apparaat 2.1 Beoogd gebruik De Instaltest AT is een professioneel, multifunctioneel en draagbaar en is bedoeld voor alle testen en metingen die worden uitgevoerd bij de volledige inspectie van elektrische installaties in gebouwen. VOORZICHTIG: De Instaltest AT is een hulpmiddel ter beoordeling van de elektrische veiligheid van elektrische installaties.
  • Pagina 16: Werking

    De Instaltest AT wordt gevoed vanuit oplaadbare batterijen. Aansluiten De Instaltest AT kent 2 soorten testen. De eerste groep testen gebeurt op installaties waarvan de netspanning is ingeschakeld. De tweede groep bestaat uit testen die spanningsloos uitgevoerd moeten worden.
  • Pagina 17: Specificaties

    De Instaltest AT is voorzien van een 'spanning en polariteit indicator' zodat u altijd ziet of u onder spanning werkt De Instaltest AT laat direct zien of u kan gaan testen middels de 'spanning en polariteit indicator' en via iconen op het display...
  • Pagina 18: Veiligheidsmaatregelen

    Samenstelling van het apparaat 2.6 Veiligheidsmaatregelen In de Instaltest AT zitten een aantal funcites die de veiligheid van u als gebruiker verhogen. Deze functies zijn: Indicator betekent dat de geselecteerde meting niet kan worden uitgevoerd wegens incorrecte voorwaarden op de meetingang.
  • Pagina 19: Samenstelling Van Het Apparaat

    Samenstelling van het apparaat 3. Samenstelling van het apparaat Figuur 1 Omvang van de levering Instrument Instaltest AT Zachte draagtas, Zachte halsdraagriem Zachte rugdraagriem Meetaccessoires Universeel meetsnoer (3 x 1.5 m) Schuko Plug Commander Testpunten (groen, blauw, zwart) 3 krokodillenklemmen (groen, blauw, zwart)
  • Pagina 20: Installatie, Ingebruikname En Afregeling

    In deze paragraaf wordt de procedure beschreven voor het installeren en in gebruik nemen van de Instaltest AT. De installatie, ingebruikname en afregeling van de Instaltest AT mag alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen. 1. Pak de Instaltest AT uit.
  • Pagina 21: Voorpaneel

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.2 Voorpaneel Figuur 2 Voorpaneel Legenda: Schakelt het instrument aan of uit. Het instrument schakelt 15 minuten nadat de laatste AAN/UIT toets is ingedrukt automatisch uit. Geeft toegang tot helpmenu’s. HELP Voegt nieuwe geheugenlocatie toe. Bevestiging van naam die in bewerkingsmodus is ingevoerd.
  • Pagina 22: Aansluitpaneel

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.3 Aansluitpaneel > 550V Figuur 3 Aansluitingspaneel WAARSCHUWING VOOR GEVAAR: Maximaal toegestane spanning tussen elke testterminal en de aarde is 600 V! Maximaal toegestane spanning tussen de meetingangen is 550 V! Legenda: 1 Meetsnoeraansluiting Aansluiting van de meetsnoeren. 2 Voeding Aansluiting voor de laadadapter RS 232 communicatiepoort voor communicatie met...
  • Pagina 23: Achterpaneel

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.4 Achterpaneel Figuur 4 Achterpaneel Legenda: Deksel batterij/zekeringcompartiment Informatielabel achterpaneel schroeven voor deksel batterij/zekeringcompartiment Figuur 5 Batterij- en zekeringcompartiment Legenda: Zekering F1 T 315 mA / 250 V Zekering F2 T 4 A / 500 V Zekering F3 T 4 A / 500 V Serienummer label...
  • Pagina 24: Onderzijde

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.5 Onderzijde Continuity RCD (EN 61557-6) I : 10mA, 30mA, 100mA, 300mA, 500mA, 1A R Low (EN 61557-4) R: 0.12 1999 Nominal voltage: 100V 264V / 15Hz 500Hz Test current: min. ±200mA at 2 Contact voltage U : 0.0V 100.0V Open-circuit voltage: 6.5V...
  • Pagina 25: Plaatsen Van De Batterijen

    4.7 Plaatsen van de batterijen De batterijen van de INSTALTEST AT moeten worden geplaatst in het batterijcompartiment aan de achterzijde van het instrument Figuur 7 Plaatsen batterijen Verwijder de schroeven 3 en neem de batterijcover los. Plaats nu de oplaadbare batterijen.
  • Pagina 26: Extra Instellingenmenu

    Installatie, ingebruikname en afregeling illustreren hoe het instrument op de juiste wijze op een elektrische installatie moet worden aangesloten. Na het selecteren van de meting die u wilt uitvoeren drukt u op de toets [HELP] om het bijbehorende menu Help te bekijken. Druk weer op de toets [HELP] om meer Help schermen te zien, indien beschikbaar, of om naar het functiemenu terug te keren.
  • Pagina 27: Figuur 11 Menu Spanningssysteem

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.10.1 Taal Het instrument ondersteunt verschillende talen. Figuur 10 Taalselectie Toetsen: Taal selecteren. TEST Geselecteerde taal bevestigen en naar instelmenu terugkeren. Zonder wijzigingen naar instelmenu terugkeren. 4.10.2 Voedingssystemen, l -factor, aardlekschakelaar-norm In het menu Spanning Systeem kunnen de volgende parameters worden geselecteerd: Figuur 11 Menu Spanningssysteem Spanning systeem Type stelsel waar de metingen op worden uitgevoerd...
  • Pagina 28: Norm Instelling Rcd Test

    Installatie, ingebruikname en afregeling TN, TT en IT systemen zijn gedefinieerd in de EN 60364-1 standaard. 110 V laagspanningssystemen zijn gedefinieerd in BS 7671. Zie Bijlage 7 IT-voedingssystemen voor kenmerken van metingen op IT voedingssystemen en instrument eignschappen. Zie Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen voor kenmerken van metingen op 110 V verlaagde laagspanning-voedingssystemen en instrument eigenschappen.
  • Pagina 29: Tijd En Datum

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.10.4 Tijd en datum In dit menu kunnen datum en tijd worden ingesteld. Figuur 13 Datum en tijd instellen Toetsen: Het te wijzigen veld selecteren. Het geselecteerde veld wijzigen. Setup datum en tijd zonder wijzigingen verlaten. TEST Nieuwe setup bevestigen en menu verlaten.
  • Pagina 30: Overige Instellingen

    Installatie, ingebruikname en afregeling Als de fabrieksinstellingen zijn teruggezet dan zijn de volgende instellingen van kracht: Instrumentinstelling Standaardwaarde Contrast Ingesteld zoals tijdens productie van het instrument is bepaald. factor 1.00 Spanningsssysteem TN / TT Norm aardlekschakelaar EN 61008 / EN 61009 COM poort RS 232 Taal...
  • Pagina 31: Autotesten En Opmerkingen Ontgrendelen

    Installatie, ingebruikname en afregeling Figuur 15 Menu overige instellingen Toetsen: Ander instelitem selecteren. TEST Geselecteerd item binnengaan. Zonder wijzigingen het menu verlaten. 4.10.5.1.1 Autotesten en opmerkingen ontgrendelen Vergrendeling (icoon: ) voor alle standaard autotesten en bijbehorende opmerkingen worden ongedaan gemaakt. Figuur 16 Vrijgeven standaard Autotest en opmerkingen Toetsen: TEST...
  • Pagina 32: Communicatiepoort

    Installatie, ingebruikname en afregeling Figuur 17 Menu meeteenheid Toetsen Afstandseenheden selecteren. TEST Geselecteerde afstandseenheden binnengaan. Zonder wijzigingen het menu verlaten. 4.10.5.1.3 Groepenzoeker Aan of uitzetten van de groepenzoeker. Figuur 18 Menu Groepenzoeker 4.10.6 Communicatiepoort In dit menu kan de communicatiepoort (RS232 of USB) worden geselecteerd. Figuur 19 Selectie communicatiepoort Toetsen: Communicatiepoort selecteren.
  • Pagina 33: Groepenzoeker

    Installatie, ingebruikname en afregeling LET OP: Er kan maar één poort tegelijk actief zijn. Snelheid voor RS-232=115200 Snelheid voor USB=256000 4.10.7 Groepenzoeker Deze functie maakt het volgen van elektrische leidingen mogelijk. Toetsen: TEST De groepenzoeker functie starten. Het menu EXTRA INSTELLINGEN verlaten. Zie §6.9 Groepenzoeker voor de werking van de groepenzoeker.
  • Pagina 34: Backlight En Contrast Aanpassen

    Installatie, ingebruikname en afregeling Figuur 21 Bewerkingsmenu naam inspecteur Toetsen: Gemarkeerde Geselecteerd symbool of activiteit. toets Symbool of activiteit selecteren. TEST Voert geselecteerd symbool in of voert geselecteerde activiteit uit. Laatst ingevoerde symbool in de naamregel verwijderen. Opmerkingen bevestigen en naar hoofdmenu bediener terugkeren. Inspecteur wissen (meteen na binnengaan van de editor).
  • Pagina 35: Help

    Installatie, ingebruikname en afregeling 4.12 Help Toets: HELP Opent hulpscherm. Het hulpmenu bevat enkele basale schematische/aansluitingsdiagrammen om de aanbevolen aansluiting van het instrument op de elektrische installatie te illustreren en informatie over het instrument. Als u de toets [HELP] indrukt bij enkele test verschijnt het hulpscherm voor de geselecteerde enkele testfunctie.
  • Pagina 36: Werken Met De Instaltest At

    Werken met de Instaltest AT 5. Werken met de Instaltest AT De Instaltest AT kent 2 manieren van testen. De handmatige manier en de automatische manier (Autotest). Als er op de handmatige manier getest gaat worden, wordt de gewenste test geselecteerd waarna de testinstellingen ingevoerd worden.
  • Pagina 37: Spanning En Polariteit Indicator

    Werken met de Instaltest AT 5.1.1 Spanning en polariteit indicator De Spanning en polariteit indicator toont de spanningen die op de meetingang aanwezig zijn. In het onderste deel ervan worden berichten getoond over de gemeten spanningen en het geselecteerde spanningssysteem zie §4.10.2.1 - Spanningssysteem instelling.
  • Pagina 38: Functieregel

    Werken met de Instaltest AT 5.1.2 Functieregel Op de functieregel wordt de naam van de geselecteerde functie getoond. Verder wordt er aanvullende informatie over actieve cursor/TEST toetsen en batterijtoestand getoond. Functienaam. Tijd. Actieve toetsen op cursor/TEST toetsenbord (in dit voorbeeld en TEST).
  • Pagina 39: Resultatenveld

    Hard reset oorspronkelijke (fabrieks-)waarden ingesteld; voor meer informatie zie § 4.10.5 - Fabrieksinstellingen terugzetten CAL ERROR! Technische storing. Neem contact op met Nieaf-Smitt 5.1.6 Akoestische waarschuwingen Waarschuwing! Gevaarlijke spanning op de PE-terminal repeterend gedetecteerd. Zie voor meer informatie § 6.8 - PE-...
  • Pagina 40: Standaardtesten

    Werken met de Instaltest AT :Standaardtesten (zie § 6 – Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT) Autotestmenu (zie § 7.1 - Automatisch testen ) Extra instellingen (zie § 4.10 - Extra instellingenmenu) Toetsen: De modus selecteren. TEST De geselecteerde modus binnengaan.
  • Pagina 41: Automatisch Testen

    Limiet Waarde – ondergrens/bovengrens * * Soort limietwaarde is afhankelijk van de specifieke functie. Zie § 6 - Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT voor meer informatie over de werking van het instrument bij functies voor individuele testen.
  • Pagina 42: Het Uitvoeren Van Testen Met De Instaltest At

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6. Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT In onderstaande paragrafen worden alle uit te voeren testen met de Instaltest AT afzonderlijk besproken. Met de optie Standaard Testen kunnen deze testen afzonderlijk worden uitgevoerd. Deze testen kunnen ook opgenomen zijn in een AutoTest .
  • Pagina 43: Isolatieweerstand

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.1 Isolatieweerstand De meting van de isolatieweerstand wordt uitgevoerd om veiligheid tegen elektrische schokken te garanderen. Deze meting wordt uitgevoerd volgens de standaard EN 61557-2. Typische toepassingen zijn: Isolatieweerstand tussen geleiders van de installatie,...
  • Pagina 44: Testcircuits Voor Isolatieweerstand

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT LET OP: Raak het testobject niet aan tijdens het meten of voordat het volledig is ontladen! U riskeert een elektrische schok! Automatische ontlading van een capacitief object kost enige tijd nadat de meting van de isolatieweerstand is voltooid. De...
  • Pagina 45: De Meting Van De Isolatieweerstand Uitvoeren

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Netspanning uitgeschakeld Belastingen losgekoppeld Figuur 29 Toepassing van plug commander en/of universeel meetsnoer voor meting isolatieweerstand (TESTS: ‘L-PE,N-PE’, ‘L-N,L-PE’, ALL) 6.1.2 De meting van de Isolatieweerstand uitvoeren Tijdens het meten van de isolatieweerstand is het belangrijk...
  • Pagina 46: Figuur 30 Voorbeelden Van Meetresultaten Isolatieweerstand

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Figuur 30 Voorbeelden van meetresultaten isolatieweerstand Getoonde resultaten: Isolatieweerstand tussen L (+) en N (-). Rlpe Isolatieweerstand tussen L (+) en PE (-). Rnpe Isolatieweerstand tussen N (+) en PE (-). Testspanning(en) – gemeten(n).
  • Pagina 47: Doorgang En Potentiaalvereffening

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.2 Doorgang en potentiaalvereffening De doorgangsmeting wordt uitgevoerd om zeker te stellen dat de beschermende maatregelen tegen elektrische schokken via aardverbindingen effectief zijn. Er zijn vier subfuncties beschikbaar: Meting weerstand potentiaalvereffeningsleiding volgens EN 61557-4 (tussen N en PE terminals, teststroom >200 mA),...
  • Pagina 48: Compensatie Weerstand Meetsnoeren

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.2.1 Compensatie weerstand meetsnoeren Dit hoofdstuk beschrijft het algemene principe voor het compenseren van weerstand van meetsnoeren voor beide DOORGANGsfuncties. De compensatie is noodzakelijk om de invloed van de weerstand van meetsnoeren en interne weerstanden van het instrument te elimineren.
  • Pagina 49: Doorgang R200 Ma Meting

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Selecteer de functie DOORGANG (welke dan ook). Verbind het meetsnoer met het instrument en sluit N/PE of L/PE terminals kort (zie Figuur 33) Druk op de toets [F1] om het menu compensatie weerstand meetsnoeren te openen.
  • Pagina 50: Ma Weerstandsmeting

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Verbind meetsnoer met het instrument. Compenseer weerstand meetsnoeren (indien nodig). De te testen installatie spanningsloos maken (en eventueel ontladen). Verbind meetsnoeren met de te testen PE-bedrading (zie Figuur 34). Druk de toets [TEST] in om te meten.
  • Pagina 51: Figuur 37 Voorbeeld Van 7 Ma Weerstandsmeting

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Druk de toets [TEST] in voor continue meting. Druk de toets [TEST] in om de meting te stoppen. Bewaar het resultaat nadat de meting is voltooid (optioneel). Figuur 37 Voorbeeld van 7 mA weerstandsmeting Getoond resultaat: Weerstand.
  • Pagina 52: Aardlekschakelaars (Rcd's) Testen

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.3 Aardlekschakelaars (RCD’s) testen Verschillende testen en metingen zijn nodig voor verificatie van aardlekschakelaar(s) in door aardlekschakelaars beschermde installaties. Metingen zijn gebaseerd op de standaard EN 61557-6. De volgende metingen en testen (subfuncties) kunnen worden uitgevoerd:...
  • Pagina 53 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT LET OP: Aanspreekstroom en aanspreektijd worden alleen uitgevoerd als de voorgaande aanraakspanningtest een contactspanning geeft die lager is dan Limiet van de aanraakspanning. TIP: L en N testterminals worden automatisch omgedraaid volgens de gedetecteerde terminalspanning.
  • Pagina 54: Aanraakspanning (Rcd Uc)

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT voorafgaand aan het uitvoeren van de uitschakeltest kan de aardlekschakelaar van de voortesten herstellen. Circuits voor het testen van de aardlekschakelaar Figuur 39 De plug commander en het universeel meetsnoer aansluiten 6.3.1 Aanraakspanning (RCD Uc) Een lekstroom naar de PE-terminal veroorzaakt een spanningsval over de aardweerstand, d.w.z.
  • Pagina 55: Uitschakeltijd T

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Aanraakspanning Uc Soort RCD Nominale I∆N evenredig met 1.05×I∆N willekeurig 2×1.05×I∆N 1.4×1.05×I∆N ≥ 30 mA 2×1.4×1.05×I∆N 2x1.05xI∆N < 30 mA 2×2×1.05×I∆N 2×1.05×I∆N willekeurig 2×2×1.05×I∆N Tabel 3 Verband tussen Uc en I∆N Het resultaat van de Circuitweerstand is indicatief en wordt berekend uit het Uc- resultaat (Waarin U zonder correctie wordt gebruikt) volgens: .
  • Pagina 56: Tabel 5 Uitschakeltijden Volgens En 60364-4-41

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Uitschakeltijden volgens EN 60364-4-41: ½xI∆N*) I∆N 2xI∆N 5×I∆N Algemene aardlekschakelaars t∆ > 999 ms t∆ < 999 ms t∆ < 150 ms t∆ < 40 ms (niet vertraagd) Selectieve 130 ms < t∆...
  • Pagina 57: Aanspreekstroom

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Meetprocedure uitschakeltijd De functie selecteren. De subfunctie Tripout time t selecteren. Testparameters instellen (indien nodig). Verbind meetsnoer met het instrument. Verbind meetsnoeren met het te testen object (zie Figuur 39). Druk op de toets [TEST].
  • Pagina 58: Automatische Test Aardlekschakelaar

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Meetprocedure Aanspreekstroom De functie selecteren. De subfunctie aanspreekstroom selecteren. Testparameters instellen (indien nodig). Verbind meetsnoer met het instrument. Verbind meetsnoeren met het te testen object (zie Figuur 39). Druk op de toets [TEST].
  • Pagina 59: Figuur 43 Individuele Stappen Bij Autotest Aardlekschakelaar

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Aardlekschakelaar Test met I∆N, 0° (stap 3). moet uitschakelen Activeer aardlekschakelaar opnieuw. Aardlekschakelaar Test met I∆N, 180° (stap 4). moet uitschakelen Activeer aardlekschakelaar opnieuw. Aardlekschakelaar Test met 5×I∆N, 0° (stap 5). moet uitschakelen Activeer aardlekschakelaar opnieuw.
  • Pagina 60 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Getoonde resultaten: Uitschakeltijd Stap 1 (½×I∆N, 0º), Uitschakeltijd Stap 2 (½×I∆N, 180º), Uitschakeltijd Stap 3 (I∆N, 0º), Uitschakeltijd Stap 4 (I∆N, 180º), Uitschakeltijd Stap 5 (5×I∆N, 0º), Uitschakeltijd Stap 6 (5×I∆N, 180º), Aanraakspanning voor nominale I∆N.
  • Pagina 61: Circuitimpedantie En Verwachte Kortsluitstroom

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.4 Circuitimpedantie en verwachte kortsluitstroom De foutlus is een lus omvattende de bron, de fasebedrading en het PE terugkeerpad naar de bron. Het instrument heeft de mogelijkheid om impedantie van de genoemde circuit te meten en kortsluitstroom en aanraakspanning te berekenen voor het geselecteerde type zekering.
  • Pagina 62: Figuur 45 Aansluiting Van Plugkabel En Universeel Meetsnoer

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Testparameters voor meting circuitimpedantie Beveiliging Selectie van beveiliging in foutlus [RCD, ZEKERING]* Zekering type Selectie van type zekering [---, NV, Gg, B, C, K, D] ** Zekering I Nominale aanspreekstroom van geselecteerde zekering...
  • Pagina 63 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Getoonde resultaten: Circuitimpedantie, Verwachte kortsluitstroom, Resistief deel van circuitimpedantie, Reactief deel van circuitimpedantie. Verwachte kortsluitstroom IK wordt berekend uit de gemeten impedantie, als volgt: factor waarin: Nominale UL-PE spanning (zie tabel hieronder), factor Correctiefactor voor IK (zie §...
  • Pagina 64: Netimpedantie En Verwachte Kortsluitstroom

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.5 Netimpedantie en verwachte kortsluitstroom Netimpedantie wordt gemeten in een lus bestaande uit netspanningsbron en lijnbedrading (L en N). De test wordt uitgevoerd volgens de eisen van de standaard EN 61557-3. Figuur 47 Netimpedantie...
  • Pagina 65: Figuur 48 Fase-Nul Of Fase-Fase Meting Netimpedantie - Aansluiting Van Plug Commander En Universeel Meetsnoer

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Circuits voor meting van netimpedantie Figuur 48 Fase-nul of fase-fase meting netimpedantie - aansluiting van plug commander en universeel meetsnoer Meetprocedure netimpedantie De functie Z-LINE selecteren. Testparameters selecteren (optioneel). Verbind meetsnoer met het instrument.
  • Pagina 66 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Ik factor Correctiefactor voor Ik (zie § 4.10.2.2 - IK factor kortsluitstroom). igangsspanning (L-N of L1-L2) 115 V (100 V ≤ UL-N < 160 V) 230 V (160 V ≤ UL-N ≤ 264 V) 400 V (264 V <...
  • Pagina 67: Spanning, Frequentie En Fase Volgorde

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.6 Spanning, frequentie en fase volgorde In de Spanning en polariteit indicator is de spanningsmeting altijd actief. Figuur 50 Spanning en polariteit indicator In het speciale menu spanning, kunnen de gemeten spanning, frequentie en fasevolgorde worden opgeslagen.
  • Pagina 68: Figuur 53 Aansluiting Van Plug Commander En Universeel Meetsnoer In 3-Fasesysteem

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Figuur 53 Aansluiting van plug commander en universeel meetsnoer in 3-fasesysteem Meetprocedure spanning De functie SPANNING selecteren. Verbind meetsnoer met het instrument. Verbind meetsnoeren met het te testen object (zie Figuur 52 en Figuur 53).
  • Pagina 69: Aardverspreidingsweerstand

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.7 Aardverspreidingsweerstand Aardverspreidingsweerstand is belangrijk voor bescherming tegen elektrische schokken. Deze functie is bedoeld voor de verificatie van de aarding van een huisinstallatie en andere aardingen, bijv. aarding voor bliksembeveiliging. De meting voldoet aan de standaard EN 61557-6. De volgende subfuncties voor Aardverspreidingsweerstand zijn beschikbaar: Standaard 3-draads voor standaard Aardverspreidingsweerstandmetingen.
  • Pagina 70: Standaard 3-Draads Meting

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Zie § 5.2.1 - Standaardtesten voor de toetsenfuncties. Testparameters voor meting Aardverspreidingsweerstand TEST Testconfiguratie [3-draads, ρ ] Maximale weerstand [UIT, 1 Ω ÷ 5 k Ω ,] Limiet Indien ρ geselecteerd: Afstand Afstand tussen sondes [0.1 m ÷...
  • Pagina 71: Soortelijke Aardweerstandmeting

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Meetprocedure Aardverspreidingsweerstand, 3-draads De functie AARDE selecteren. 3-DRAADS meting selecteren. Limietwaarde instellen (optioneel). Verbind meetsnoer met het instrument. Verbind meetsnoeren met het te testen object (zie Figuur 56 en Figuur 57). Druk op de toets [TEST].
  • Pagina 72 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Procedure specifieke Aardverspreidingsweerstandmeting De functie AARDE selecteren. Verbind ρ -adapter met het instrument. ρ - meting selecteren. Afstandseenheid selecteren (optioneel). Afstand instellen (optioneel). Verbind meetsnoeren van ρ -adapter met het te testen object (zie Figuur 59).
  • Pagina 73: Net/Circuitimpedantie

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Ω 6.7.3 2 net/circuitimpedantie De meting wordt uitgevoerd met Impedantie EURO Z adapter. Deze wordt automatisch herkend in Z-LINE en Z-LOOP functies. Met deze adapter kunnen lage impedanties tot 1999 m Ω worden gemeten. De meting wordt uitgevoerd volgens de eisen van de standaard EN 61557-3.
  • Pagina 74 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT RS 232 PS/2 Figuur 62 Aansluiting van impedantie-adapter aan het instrument Meetprocedure 2 Ω net/circuitimpedantie Impedantie-adapter op het instrument aansluiten (zie Figuur 62). De functies Z-LINE Z-LOOP selecteren. Limietwaarde instellen (optioneel). De impedantie-adapter AAN zetten (toets [AAN/UIT], groene LED gaat branden).
  • Pagina 75 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Bij het testen van fase-naar-fase netimpedantie worden de volgende parameters in het subscherm getoond: IkMax3Ph Maximale verwachte driefase-kortsluitstroom. IkMin3Ph Minimale verwachte driefase-kortsluitstroom. IkMax2Ph Maximale verwachte tweefase-kortsluitstroom. IkMin2Ph Minimale verwachte tweefase-kortsluitstroom. IkStd Standaard verwachte kortsluitstroom.
  • Pagina 76: Pe-Testterminal

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.8 PE-testterminal Het kan gebeuren dat een gevaarlijke spanning voorkomt op de PE-aansluiting of andere toegankelijke metalen delen. Dit is een zeer gevaarlijke situatie, aangezien de PE-aansluiting en HAR als geaard worden beschouwd. Een vaak voorkomende reden voor deze fout is onjuiste bedrading (zie voorbeelden hieronder).
  • Pagina 77 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Omgewisselde Fase en PE geleider! ZEER GEVAARLIJKE SITUATIE! Figuur 65 Omgewisselde L en PE geleiders (universeel meetsnoer wordt toegepast) Testprocedure PE-testterminal Verbind meetsnoer met het instrument. Verbind meetsnoeren met het te testen object (zie Figuur 64 en Figuur 65).
  • Pagina 78: Groepenzoeker

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.9 Groepenzoeker Deze functie is bedoeld voor het traceren van de netinstallatie, zoals: Het volgen van verbindingen, Kortsluitingen en breuken in verbindingen vinden, Zekeringen waarnemen. Het instrument genereert testsignalen die kunnen worden gevolgd met de draagbare ontvanger.
  • Pagina 79: Ontvanger

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Toepassingen voor het volgen van een elektrische installatie Figuur 67 Draden onder muren en in kasten volgen Ingeschakelde installatie Selectieve probe Ontvanger Figuur 68 : Individuele zekeringen lokaliseren procedure GROEPENZOEKER Selecteer de functie GROEPENZOEKER in het menu Extra instellingen.
  • Pagina 80 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Figuur 69 Groepenzoeker geactiveerd Rev 001...
  • Pagina 81: Varistortest

    Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT 6.10 Varistortest Deze test wordt uitgevoerd om apparatuur die beschermt tegen overspanning te verifiëren. Componenten voor overspanningsbescherming zijn: Metaaloxide varistors, Gas Discharge Arrestor (GDT), Halfgeleider overspanningsbeveiligers. Figuur 70 Menu varistortest Zie § 5.2.1 - Standaardtesten voor de toetsenfuncties.
  • Pagina 82 Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT Procedure varistortest Selecteer de functie VARISTOR TEST. Testparameters instellen. De te testen installatie spanningsloos maken (en eventueel ontladen). Belastingen loskoppelen van te testen overspanningsapparaat. Meetsnoer aansluiten op het instrument en het te testen item (zie Figuur 71).
  • Pagina 83: Overige Functies Van Het Apparaat

    Overige functies van het apparaat 7. Overige functies van het apparaat 7.1 Automatisch testen is bedoeld voor het automatisch uitvoeren van eerder ingestelde metingen. Figuur 73 AutoTest scherm Autotestmenu. Geselecteerd Autotestnummer en (optioneel) naam. Veld met testen. Veld met testparameters en beschrijving van Autotest.
  • Pagina 84 Overige functies van het apparaat o Druk op de toets [ESC] om de verdere functies over te slaan en de Autotest af te sluiten. De reeks metingen wordt opeenvolgend uitgevoerd zolang de aansluitingen overeenkomen met de individuele meting. Indien dit niet het geval is stopt het instrument (de zoemer klinkt).
  • Pagina 85: Hoofdmenu Autotest

    Overige functies van het apparaat Bepaalde resultaten van Autotest bekijken: Druk na voltooide Autotest op de toets [ ] om door het veld met testen te lopen. Druk op de toets [TEST]. Resultaat van de geselecteerde functie wordt getoond. Druk op de toets [ ] (of [ ]) om de volgende functie van de Autotest te selecteren.
  • Pagina 86: Testparameters Bij Autotest

    Overige functies van het apparaat Functie selecteren Parameter selecteren Figuur 77 Voorbeelden van instellen Autotest Voor elk van de 6 tevoren ingestelde Autoteststappen kan elk van de volgende meetfuncties worden geselecteerd: spanning, DOORGANG, ISOLATIE, Z-LINE, Z-LOOP, RCD en AARDE. Het veld kan ook leeg worden gelaten (- - -). Testparameters worden net als in de enkele test op individuele metingen toegepast.
  • Pagina 87: Naam En Beschrijving Van Autotest

    Overige functies van het apparaat Testparameters samenvoegen Als in de voorbereide Autotest uit deel (zie § 7.1.2 - Autotest instellingen) minstens twee van de volgende testen bevat, Zline, Zloop of RCD, is het mogelijk om testparameters van een functie met andere samen te voegen die in dezelfde Autotest zijn gebruikt.
  • Pagina 88: Instellingen Autotest Bewaren (Sequentie, Nummer, Naam)

    Overige functies van het apparaat Zonder wijzigingen naar hoofdmenu Autotest terugkeren. naam Autotest beschrijving Autotest Figuur 80 Bewerkingsmenus Toetsen voor 2e niveau (wijzigen van naam of beschrijving): Gemarkeerde Geselecteerd symbool of activiteit. toets Symbool of activiteit selecteren. Voert geselecteerd symbool in of voert geselecteerde TEST activiteit uit.
  • Pagina 89 Overige functies van het apparaat Toetsen: Het Autotestnummer selecteren. TEST Opslag bevestigen. Zonder wijzigingen naar hoofdmenu Autotest terugkeren. Instellingen Autotest worden in EEPROM geheugen opgeslagen. De opgeslagen procedures voor Autotest blijven in het geheugen tot de gebruiker ze wijzigt. Het is niet mogelijk om een Autotest op een vergrendelde locatie op te slaan. Een vergrendelde Autotest kan naar een onvergrendelde locatie worden gekopieerd.
  • Pagina 90: Pauzevlag En Opmerkingenscherm In Autotest

    Overige functies van het apparaat 7.1.6 Pauzevlag en opmerkingenscherm in Autotest De Autotest pauzeert als een pauzevlag met de meting is verbonden en het vooraf ingestelde opmerking wordt getoond. Als de condities op de meetingang normaal zijn kan de Autotest worden vervolgd door een druk op de toets [TEST].
  • Pagina 91 Overige functies van het apparaat Toetsen: Pauze optie inschakelen (AAN)/uitschakelen (UIT). Tussen pauzeveld en opmerkingvelden wisselen. Selectie pauze en opmerking bevestigen en naar hoofdmenu TEST Autotest terugkeren. Zonder wijzigingen naar hoofdmenu Autotest terugkeren. Het instelmenu voor opmerkingen maakt selectie en bewerking van het pauzeopmerking mogelijk.
  • Pagina 92: Een Autotest Opbouwen

    Overige functies van het apparaat toets Symbool of activiteit selecteren. Voert geselecteerd symbool in of voert geselecteerde TEST activiteit uit. Laatst ingevoerde symbool in de naamregel verwijderen. Bewaren dialoogvenster opmerkingen openen. Opmerking verwijderen (meteen na binnengaan van de editor). Zonder wijzigingen naar hoofdmenu Autotest terugkeren. Opmerking Bewaren opent een dialoogvenster voor het bewaren op een geselecteerde locatie.
  • Pagina 93 Overige functies van het apparaat Druk op de toets [TEST]. Selecteer een Autotestnummer (zie § 7.1.2 - Autotest instellingen). Herhaal tot u klaar bent (maximaal 6 stappen): o Selecteer Autoteststap (zie § 7.1.2 - Autotest instellingen). o Selecteer Autotestfunctie (zie § 7.1.2 - Autotest instellingen). o Selecteer Autotest testparameters van de functie (zie §...
  • Pagina 94 Overige functies van het apparaat Voorbeeld: Verwijzing Item/toetsen Opmerking hoofdstuk Autotest, TEST § 5.2 Autotest in hoofdmenu selecteren. § 7.1.1 Selecteren van Autotest nummer 10. § 7.1.4 Bewerkingsmenu van de Autotestnaam binnengaan. § 7.1.4 Editor van de Autotestnaam binnengaan. WCD 6A / 30mA(AC) §...
  • Pagina 95 Overige functies van het apparaat Net verbinden § 7.1.7 Opmerking invoeren. § 7.1.7 Opmerking bewaren. TEST § 7.1.7 Opmerking bewaren op locatie #3. § 7.1.7 Opmerking selecteren: #4. § 7.1.7 Menu bewerk opmerking binnengaan. Zet aardlekschakelaar § 7.1.7 Opmerking invoeren. §...
  • Pagina 96: Geheugen Organiseren

    Overige functies van het apparaat test zijn ook aanraakspanning bij I ∆ n 30mA type en uitschakeltijd). Ulim § 7.1.2 Parameterveld verlaten. § 7.1 Volgende stap. § 7.1.2 PAUSE instellen (wacht om de aardlekschakelaar opnieuw in te schakelen). § 7.1.7 PAUSE instellen: AAN.
  • Pagina 97: Installatie Gegevensstructuur

    Overige functies van het apparaat 7.2.1 Installatie gegevensstructuur Met deze functie kunnen gegevens op een eenvoudige en effectieve wijze worden georganiseerd. De organisatie van het geheugen kan volgens de feitelijke structuur van de te testen elektrische installatie worden ingedeeld. De belangrijkste voordelen zijn: De testresultaten kunnen worden georganiseerd en gegroepeerd op een structurele wijze die gelijk is aan de structuur van de te testen elektrische installatie.
  • Pagina 98 Overige functies van het apparaat Figuur 91 Voorbeeld van installatiestructuur zoals dit op een pc te zien is Legenda: Menu geheugenbediening Veld installatie gegevensstructuur hoogsteniveau in de structuur (locatie): Vrieslantlaan : naam 1e niveau locatie. 1/1: Aantal geselecteerde/beschikbare posities op dit niveau.
  • Pagina 99 Overige functies van het apparaat LET OP: Slechts drie locaties in het veld installatie gegevensstructuur (horizontaal geplaatst) kunnen in het basisaanzicht tegelijkertijd worden getoond. Basistoetsen: De bestaande locatie selecteren. Door 2s indrukken opent dialoogvenster om nieuwe positie toe te voegen op het zelfde niveau ( ) of op het onderliggend niveau ( ).
  • Pagina 100: Testresultaten Bewaren

    Overige functies van het apparaat Figuur 93 Elementen gegevensstructuur 7.2.2 Testresultaten bewaren Na voltooiing van een enkele test of Autotest zijn de resultaten en parameters klaar om opgeslagen te worden (icoon wordt in het informatieveld getoond). Druk op de toets [MEM] om de resultaten op te slaan. Figuur 94 Menu test bewaren Rev 001...
  • Pagina 101: Bijzonderheden Voor Resultaten Bewaren

    Overige functies van het apparaat Zie § 7.2.1 - Installatie gegevensstructuur voor definities van de getoonde velden Toetsen in menu test bewaren - veld installatie structuur: Kort indrukken – het niveau in de structuur van het veld installatiegegevens selecteren. na een paar seconden indrukken- een nieuwe locatie in de structuur toevoegen, zie §...
  • Pagina 102: Testresultaten En Parameters Bekijken

    Overige functies van het apparaat selecteren. TEST De geselecteerde optie bevestigen. Testresultaat naar geselecteerde regel bewaren (voor overschrijven Zonder te wijzigen TEST van een bestaand resultaat is annuleren. bevestiging nodig). Terug naar menu test bewaren - veld installatie gegevensstructuur: Voor informatie over bewaren naar een nieuwe, niet bestaande locatie, zie § 7.2.5 - Datastructuur van de installatie bewerken.
  • Pagina 103 Overige functies van het apparaat Figuur 97 Menu resultaten bekijken Toetsen in resultatenveld: De opgeslagen gegevens selecteren. TEST Geselecteerd item openen. TAB, ESC Terug naar hoofdmenu voor bekijken geheugen. Figuur 98 Voorbeeld opgeslagen individuele test Toets: Terug naar hoofdmenu voor bekijken geheugen. Figuur 99 Voorbeeld opgeslagen Autotest Toetsen: Opgeslagen gegevens selecteren.
  • Pagina 104: Opgeslagen Gegevens Wissen

    Overige functies van het apparaat 7.2.4 Opgeslagen gegevens wissen Selecteer vanuit het hoofdmenu het menu extra instellingen en selecteer geheugen: (zie § 4.10.3 - Geheugen). Selecteer in de optie voor het wissen van het complete geheugen van testresultaten. Figuur 100 Geheugen wissen. Toetsen: Selecteer STOPPEN / WISSEN.
  • Pagina 105 Overige functies van het apparaat 7.2.4.1 Bijzonderheden bij wissen In het resultatenveld kan een bepaald opgeslagen testresultaat worden gewist. Selectie van te wissen gegevens Dialoog voor het wissen Figuur 102 Bepaald resultaat wissen Toetsen: Toetsen in geopende dialoog: Opgeslagen resultaat selecteren. JA/NEE selecteren.
  • Pagina 106: Datastructuur Van De Installatie Bewerken

    Overige functies van het apparaat 7.2.5 Datastructuur van de installatie bewerken Als de datastructuur van de installatie eenmaal in het instrument is opgeslagen kan deze ook tijdens het gebruik van het instrument worden bewerkt. Mogelijke bewerkingen zijn: Een nieuw niveau toevoegen – zie § 7.2.5.1 - Nieuwe locaties toevoegen De naam van een geselecteerde niveau wijzigen, Niveau/boomstructuur wissen, zie §...
  • Pagina 107 Overige functies van het apparaat Hieronder wordt een voorbeeld gegeven voor het toevoegen van een nieuwe locatie en het bewaren van een testresultaat op de locatie. Figuur 104 Testresultaat klaar om op te slaan Afgeronde test met de resultaten voorbereid voor bewaren wordt gemarkeerd met het icoon Toets: Menu test bewaren binnengaan.
  • Pagina 108: Communicatie

    Overige functies van het apparaat Naam van de positie invoeren. Figuur 107 Naam van de nieuwe positie invoeren Toets: De naam bevestigen. Figuur 108 positie aangemaakt Toets: Resultaten op de positie bewaren. Figuur 109 Voorbeeld opgeslagen resultaat 7.3 Communicatie Opgeslagen resultaten kunnen naar een pc worden overgebracht. Een speciaal communicatieprogramma op de pc identificeert het instrument automatisch en maakt gegevensoverbrenging tussen het instrument en de pc mogelijk.
  • Pagina 109 Overige functies van het apparaat PS/2 - Rs232 kabel minimaal benodigde aansluitingen: 1 - 2, 4 - 3 en 3 - 5 PS/2, Instaltest 9pin D female, PC Figuur 110 Interfaceverbinding voor gegevensoverbrenging via PC COM poort Opgeslagen gegevens overbrengen: In Extra instellingen: selecteert u de juiste communicatie-interface (USB/RS 232).
  • Pagina 110: Onderhoud

    In het apparaat zitten geen door de gebruiker te vervangen onderdelen, behalve de zekeringen en batterijen die via de batterijdeksel op de achterzijde bereikbaar zijn. In de navolgende gevallen is de Instaltest AT niet meer veilig te gebruiken: Zichtbare schade van de behuizing Verkeerde of afwijkende meetresultaten Ondeskundige opslag b.v.
  • Pagina 111: Zekeringen Vervangen

    Onderhoud batterijen compartiment. Voor reparatie verwijzen we naar § 8.4 - Kalibratie en onderhoud en naar § 8.5 - Service. 8.2 Zekeringen vervangen Onder het achterdeksel van het Instaltest-instrument bevinden zich drie zekeringen. M 0.315 A / 250 V, 20 × 5 mm Deze zekering beschermt de interne circuits van de DOORGANGsmeting als per abuis de meetsnoeren op de netspanning worden aangesloten.
  • Pagina 112: Kalibratie En Onderhoud

    8.5 Service Neem voor reparaties onder garantie, of daarna, contact op met uw dealer of met Nieaf-Smitt. Onbevoegde personen mogen het Instaltest-instrument niet openen. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen, behalve drie zekeringen. Zie § 8.2 - Zekeringen vervangen.
  • Pagina 113 WAARSCHUWING VOOR GEVAAR: In de tester wordt gewerkt met hoge spannings. Verwijder daarom alle meetsnoeren, Verwijder de laadkabel en schakel de Instaltest AT uit voordat het batterij compartiment wordt geopend. WAARSCHUWING VOOR GEVAAR: Als de batterijen moeten worden vervangen of voor het...
  • Pagina 114: Opladen

    Onderhoud TIP: Als de oplaadbare batterijen leeg zijn kan men ook normale AA batterijen gebruiken. De oplader in het instrument is een accupack-oplader. Dit wil zeggen dat de cellen tijdens het opladen in serie zijn verbonden zodat ze allemaal in een vergelijkbare staat moeten zijn (evenveel opgeladen, hetzelfde type en dezelfde leeftijd).
  • Pagina 115: Batterijspanning

    8.7 Communicatie kabels De Instaltest kan communiceren via een RS 232 verbinding of via een USB verbinding. 8.7.1 RS232 communicatie De Instaltest AT bevat zowel RS232 als USB-communicatiepoorten. Opgeslagen resultaten kunnen voor aanvullende activiteiten naar een pc worden gestuurd. Rev 001...
  • Pagina 116: Usb Communicatie

    8.7.2 USB communicatie Voor de communicatie via USB is een standaard USB a B kabel nodig. Deze kan op de Instaltest AT worden aangesloten en op de PC. Op de PC moet een virtuele communicatie poort aangemaakt worden. LET OP: Voordat de USB-interface wordt gebruikt moeten USB-drivers op de pc worden geïnstalleerd.
  • Pagina 117: Bijlage 1 Conformiteitsverklaring Instaltest At

    Bijlage 1 Conformiteitsverklaring Instaltest AT Bijlage 1 Conformiteitsverklaring Instaltest AT De Instaltest AT gefabriceerd en getest volgens de volgende bepalingen die hieronder zijn genoemd. Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Elektrische apparatuur voor metingen, controle en laboratoriumgebruik - EMC-eisen Klasse B (Draagbare apparatuur, gebruikt in gecontroleerde EM-...
  • Pagina 118: Optionele Accessoires

    Bijlage 2 Accessoires Bijlage 2 Accessoires Omschrijving NSnaam Aantal artikelnummer Zachte draagtas Zachte draagriem hals Zachte draagriem rug Universele testkabel (3 x 1.5 m) ELT-a2 / NS1011 626000302 Plug commander met twee functietoetsen NS1170 626001011 Testpunt (blauw) CMB-a4 626000524 Testpunt (zwart) CMB-a5 626000525 Testpunt (groen)
  • Pagina 119: Bijlage 3 Technische Specificaties

    Bijlage 3 Technische specificaties Bijlage 3 Technische specificaties LET OP: De nauwkeurigheid staat aangegeven in percentage van de gemeten waarde. Isolatieweerstand Isolatie LN, LPE, NPE Isolatieweerstand (nominale spanningen 50 VDC, 100 VDC en 250 VDC) Meetbereik volgens EN61557 is 0.25 M Ω ÷ 199.9 M Ω . Meetbereik (M Ω...
  • Pagina 120 Bijlage 3 Technische specificaties De fout bij de werkomstandigheden kan hoogstens de fout voor referentie- omstandigheden zijn (voor elke functie in de handleiding gespecificeerd) ± 5 % van de gemeten waarde. Het aantal mogelijke tests > 1200, met een volledig opgeladen batterij Automatische ontlading na test.
  • Pagina 121 Bijlage 3 Technische specificaties Test RCD (aardlekschakelaar) Algemene gegevens Nominale teststroom ........10 mA, 30 mA, 100 mA, 300 mA, 500 mA, 1000 mA Nauwkeurigheid nominale teststroom ..-0 / +0.1 ⋅ I ∆ ; I ∆ = I ∆ N, 2 × I ∆ N, 5 × I ∆ N -0.1 ⋅...
  • Pagina 122 Bijlage 3 Technische specificaties LET OP: Voor max. tijd zie normatieve referenties in 4.4.2 – deze specificatie is van toepassing op max. tijd >40 ms. Teststroom..........½ × I ∆ N, I ∆ N, 2 × I ∆ N, 5 × I ∆ N 5 ×...
  • Pagina 123 Bijlage 3 Technische specificaties Verwachte kortsluitstroom (berekende waarde) Meetbereik (A) Resolutie (A) Nauwkeurigheid 0.00 ÷ 9.99 0.01 10.0 ÷ 99.9 Houd rekening met meting 100 ÷ 999 circuitimpedantie 1.00k ÷ 9.99k 10.0k ÷ 23.0k De nauwkeurigheid is geldig als de netspanning tijdens de meting stabiel is. Teststroom (bij 230 V)........
  • Pagina 124 Bijlage 3 Technische specificaties Verwachte kortsluitstroom (berekende waarde) Meetbereik (A) Resolutie (A) Nauwkeurigheid 0.00 ÷ 0.99 0.01 1.0 ÷ 99.9 Houd rekening met 100 ÷ 999 nauwkeurigheid meting netimpedantie 1.00k ÷ 99.99k 100k ÷ 199k 1000 Teststroom (bij 230 V)........ 6.5 A (10 ms) Nominaal spanningsbereik......
  • Pagina 125 Bijlage 3 Technische specificaties Aanvullende fout in resultaat indien Rc max. of Rp max. wordt overschreden ... ± (5 % + 10 digits) Rc max............100 RE of 50 k Ω (wat lager is) Rp max............100 RE of 50 k Ω (wat lager is) Automatische test van sondeweerstand ..
  • Pagina 126 Bijlage 3 Technische specificaties 2 Ω Net/Circuitimpedantie Netimpedantie met hoge nauwkeurigheid Meetbereik volgens EN61557 is 5.0 ÷ 1999 m Ω Meetbereik (m Ω ) Resolutie (m Ω ) Nauwkeurigheid 0.1 ÷ 199.9 ± (5 % + 1 m Ω ) 200 ÷...
  • Pagina 127 Bijlage 3 Technische specificaties Berekening van verwachte kortsluitstroom (standaard spanningswaarde): UL-PE = 230 V ± 10 % Berekening van verwachte kortsluitstroom (niet-standaard spanningswaarde): × × KMAX KMIN × UN(L-PE) = 230 V ± 10 % 230 V < UN < 400 V CMAX 1.05 1.10 CMIN 0.95...
  • Pagina 128 Bijlage 3 Technische specificaties Algemene gegevens Spanning stroomvoorziening ..... 9 VDC (6 × 1.5 V batterij of accu, grootte AA) Werkzaamheid........... typisch 13 uur ingangsspanning oplaadaansluiting... 12 V ± 10 % ingangsstroom oplaadaansluiting ....400 mA max. Laadstroom batterij ........250 mA (intern gereguleerd) Overspanningscategorie ......
  • Pagina 129: Bijlage 4 Zekeringtabel

    Bijlage 4 Zekeringtabel Bijlage 4 Zekeringtabel Let op deze tabellen zijn in het instrument opgenomen Type zekering NV Nominale Uitschakeltijd [s] aanspreekstroom Min. verwachte kortsluitstroom (A) 32.5 22.3 18.7 15.9 65.6 46.4 38.8 31.9 18.7 102.8 56.5 46.4 26.7 165.8 115.3 96.5 80.7...
  • Pagina 130 Bijlage 4 Zekeringtabel Type zekering B Nominale Uitschakeltijd [s] aanspreekstroom Min. verwachte kortsluitstroom (A) Type zekering C Nominale Uitschakeltijd [s] aanspreekstroom Min. verwachte kortsluitstroom (A) 10.8 21.6 32.4 70.2 86.4 172.8 340.2 Type zekering K Nominale Uitschakeltijd [s] aanspreekstroom Min. verwachte kortsluitstroom (A) Rev 001...
  • Pagina 131 Bijlage 4 Zekeringtabel Type zekering D Nominale Uitschakeltijd [s] aanspreekstroom Min. verwachte kortsluitstroom (A) 10.8 21.6 32.4 70.2 86.4 172.8 Rev 001...
  • Pagina 132: Tabel 11 Accessoire Per Meting

    Bijlage 5 Benodigde accessoires voor specifieke metingen In de tabel hieronder vindt u standaard en optionele accessoires die voor specifieke metingen nodig zijn. De accessoires die niet meegeleverd zijn bij de set zijn optionele accessoires. Deze zijn via Nieaf-Smitt of uw vertegenwoordiging apart te leveren. Functie...
  • Pagina 133: Bijlage 6 Kabel- / Groepenzoeker Ontvanger

    Nieaf Instruments. De ingebouwde velddetector is in de voorzijde van de ontvanger geplaatst. Een externe tool kan via de connector op de achterzijde worden verbonden. Het object moet in werking zijn wanneer met de Instaltest AT wordt gewerkt. Detectors Werkzaamheid Ingebouwde inductieve sensor Verborgen kabels volgen.
  • Pagina 134 Ook kan op deze manier de positie van de draad worden gedefinieerd. Figuur 116 Detectie van elektromagnetisch veld Figuur 117 De Instaltest AT als signaalbron voor het volgen van kabels De stroomtang positioneren Wanneer het mogelijk is om de gevolgde kabel te omsluiten, wordt aanbevolen om de geschikte stroomtang te gebruiken in plaats van de inductieve sensor van de ontvanger (zie figuur hieronder).
  • Pagina 135 Verbinding tussen L-draad in een stopcontact en N-draad in een ander stopcontact met gescheiden leidingen* WAARSCHUWING VOOR GEVAAR: Verbind de Instaltest AT in volgmodus niet tussen kabel en PE van andere stopcontacten, gevaar voor elektrische schok! Ontvanger voeding De ontvanger wordt gevoed door een 9 V alkalinebatterij (IEC 6LR61).
  • Pagina 136: Bijlage 7 It-Voedingssystemen

    Bijlage 7 IT-voedingssystemen Bijlage 7 IT-voedingssystemen Norm verwijzingen EN 60364-4-41, EN 60364-6, EN 60364-7-710, BS 7671 Beginselen Een IT-voedingssysteem is een netvoedingssysteem dat van de aarde (PE) is geïsoleerd - het is een niet geaard voedingssysteem. Het systeem heeft geen rechtstreekse verbinding met de aarde of de verbinding wordt door relatief hoge impedantie gemaakt.
  • Pagina 137 Bijlage 7 IT-voedingssystemen de systeemfrequentie voldoende hoog is. Als geen nulpunt of sterpunt bestaat, kan een fasegeleider met de aarde worden verbonden met een hoge impedantie. 133 V 230 V 230 V 133 V 133 V 230 V (Optione le Optional (Optione el) (Optional)
  • Pagina 138: Tabel 12 Fabrieksinstellingen It Systeem

    Het instrument houdt IT-systeem geselecteerd wanneer het wordt uitgeschakeld. Als de Instaltest AT spanningdetecteerd die voldoen aan de eisen voor een IT net, dan zal de spanning en polariteits indicator dit weergeven met het symbool In de tabel hieronder staan functies van de Instaltest AT inclusief compatibiliteitsnotities die met het IT-systeem zijn gerelateerd.
  • Pagina 139: Figuur 131 Voorbeeld Van Metingen Van Spanning En Frequentie

    Bijlage 7 IT-voedingssystemen Spanning Figuur 120 Voorbeeld van metingen van spanning en frequentie Getoonde resultaten voor eenfase systeem: Spanning tussen lijnconductors, U1pe Spanning tussen lijn 1 en beschermingsgeleider, U2pe Spanning tussen lijn 2 en beschermingsgeleider. Netimpedantie Zie § 6.5 - Netimpedantie en verwachte kortsluitstroom, de meting is hetzelfde;...
  • Pagina 140: Figuur 132 Test Aardlekschakelaar In It-Systeem

    Bijlage 7 IT-voedingssystemen Figuur 121 Test aardlekschakelaar in IT-systeem...
  • Pagina 141: Bijlage 8 Lage Spanning Voedingssystemen

    Geen nul lijn. Geen nul lijn. Figuur 122 Lage spanning voedingssystemen Instaltest AT meetuitleg De gebruiker moet op het instrument het voedingssysteem verlaagde spanning selecteren voordat dit wordt getest. De procedure voor het selecteren van het voedingssysteem verlaagde spanning is beschreven in § 4.10.2.1 - Spanningssysteem instelling Als het systeem verlaagde spanning eenmaal is geselecteerd kan het instrument direct worden gebruikt.
  • Pagina 142: Figuur 141 Spanningsmetingen

    Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen Instaltest AT-functies en systemen voor lage spanning voedingssysteem De tabel hieronder bevat Instaltest AT-functies die zijn bedoeld voor het testen en meten van voedingssystemen met compatibiliteitsnotities die met het systeem voor verlaagde spanning zijn verbonden.
  • Pagina 143: Figuur 142 Rcd Uc Test

    Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen Testen aardlekschakelaar (RCD) De maximale reguliere RCD teststroom is 1 A effectief (1.4 A piek) en kan alleen worden bereikt als de circuitimpedantie lager is dan 1 Ω  Figuur 124 RCD Uc test Testen worden automatisch uitgevoerd voor zowel de combinatie L1-PE als L2- Elk afzonderlijk testresultaat wordt vergezeld van een geschikte indicatie.
  • Pagina 144: Nauwkeurigheid

    Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen (56 V ≤ Uinp ≤ 70 V) voor driefase 63 V systeem Als de ingangsspanning zijn grens overschrijdt wordt dit getoond op de Spanning en polariteit indicator, samen met de indicator van een uitgeschakelde test Technische specificaties Alleen de technische specificaties die verschillen van de specificaties van Bijlage 3 Technische specificaties van dit document worden hieronder genoemd.
  • Pagina 145: Aanspreekstroom

    Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen Uitschakeltijd Compleet meetbereik komt overeen met eisen van EN 61557. Maximale meettijden ingesteld volgens geselecteerde referentie voor RCD-tests. Meetbereik (ms) Resolutie (ms) Nauwkeurigheid 0 ÷ 40 * ± 1 ms 0 ÷ max. tijd * ±...
  • Pagina 146: Circuitimpedantie

    Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen Circuitimpedantie en verwachte kortsluitstroom Zekering of geen beveiliging geselecteerd Circuitimpedantie Meetbereik volgens EN61557 is 0.32 Ω ÷ 19999 Ω . Meetbereik ( Ω ) Resolutie ( Ω ) Nauwkeurigheid 0.00 ÷ 9.99 0.01 10.0 ÷ 99.9 ±...
  • Pagina 147 Bijlage 8 Lage spanning voedingssystemen Ik-berekening: ..........Ik = UN ⋅ ksc / ZL-PE UN = 55 V; (44 V ≤ Uinp < 61 V) voor geselecteerd 55 V eenfasesysteem UN = 63 V; (56 V ≤ Uinp < 70 V) voor geselecteerd 63 V driefasesysteem Nominale ingangsspanning......
  • Pagina 148: Bijlage 9 Landnotities

    Bijlage 9 Landnotities Bijlage 9 Landnotities Deze bijlage bevat een verzameling van kleine wijzigingen met betrekking tot bepaalde landeneisen. Sommige van de wijzigingen zijn gewijzigde kenmerken van de genoemde functies met betrekking tot belangrijke hoofdstukken, andere zijn extra functies. Sommige kleine wijzigingen hebben ook betrekking op verschillende eisen op dezelfde markt die door verschillende leveranciers wordt gedekt.
  • Pagina 149: Tabel 13 Verband Tussen Uc En I∆N

    Bijlage 9 Landnotities Het instrument is bedoeld voor het testen van algemene (niet vertraagde) en selectieve (tijdvertraagde) aardlekschakelaars die geschikt zijn voor: Restwisselstroom (AC type, gemarkeerd met symbool Pulserende teststroom (A type, gemarkeerd met symbool Restgelijkstroom (B type, gemarkeerd met symbool Tijdvertraagde aardlekschakelaars laten vertraagde responskenmerken zien.
  • Pagina 150: Van Plug Commander En Universeel Meetsnoer

    Bijlage 9 Landnotities Conventioneel limiet aanrakingsspanning [25 V, 50 V]. Limiet Berekende limietwaarde voor PE bedradingsweerstand (Uc/l). Weerstand van PE-bedrading ten opzichte van verdeelbord Re_DB (resultaat van LOOP Re meting). Circuit voor het meten van de weerstand van PE-bedrading WCD’s en verbruikers Verdeel inrichting St p 1...
  • Pagina 151: Figuur 145 Voorbeelden Van Meetresultaten Loop Re

    Bijlage 9 Landnotities LOOP Re bij verdeelbord LOOP Re bij stopcontact Figuur 127 Voorbeelden van meetresultaten LOOP Re Getoonde resultaten: Weerstand van PE-bedrading bij verdeelbord. Weerstand van PE-bedrading tussen het verdeelbord en het stopcontact. Re_outlet Weerstand van volledige PE-bedrading. LET OP: Weerstand Re voor het verdeelbord (=Re_DB) wordt in het geheugen van het instrument bewaard tot een nieuwe LOOP Re wordt gedaan of het instrument wordt teruggesteld (zie §...
  • Pagina 152: Van Plug Commander En Universeel Meetsnoer

    Bijlage 9 Landnotities Circuit voor het meten van de weerstand van PE-bedrading WCD’s en verbruikers Verdeel inrichting St p 1 St p 2 Figuur 128 Procedure in twee stappen voor meten PE bedradingsweerstand - aansluiting van plug commander en universeel meetsnoer TIP: Aanbeveling Autotest Voor meting van de PE-weerstand moet het volgende worden...
  • Pagina 153: Figuur 147 Voorbeelden Van Meetresultaten Loop Re

    Bijlage 9 Landnotities LOOP Re bij verdeelbord LOOP Re bij stopcontact Figuur 129 Voorbeelden van meetresultaten LOOP Re Getoonde resultaten: Weerstand van PE-bedrading bij verdeelbord. Weerstand van PE-bedrading tussen het verdeelbord en het stopcontact. Re_outlet Weerstand van volledige PE-bedrading. LET OP: Weerstand Re voor het verdeelbord (=Re_DB) wordt in het geheugen van het instrument bewaard tot een nieuwe LOOP Re wordt gedaan of het instrument wordt teruggesteld (zie...

Inhoudsopgave