26
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel
26.4
Onderhoud van de achteras bij uitvoering voorwielaandrijving
BM000-180
Controleren of de weg-/veldzuiger (1) volledig ingeschoven is.
De hoogte van de machine tussen bodem en bovenste punt van de machine meten.
Controleren of de gemeten waarde 4,00 m (tolerantie: -0,03 m) bedraagt.
Wanneer de gemeten waarde afwijkt:
kalibratie opnieuw uitvoeren.
26.4
Onderhoud van de achteras bij uitvoering voorwielaandrijving
26.4.1
Naaflager van de achteras controleren, bij uitvoering voorwielaandrijving
De naaflagers van de achteras zijn aan slijtage onderhevig. De levensduur van de lagers is
afhankelijk van de arbeidsvoorwaarden, de belasting, de snelheid, van de instelling en de
smering van de lagers.
Naaflager op slijtage controleren:
De machine stoppen en beveiligen,
De achteras opheffen tot de wielen de bodem niet meer aanraken,
De wielen na elkaar in beide richtingen draaien om zo eventuele harde plekken of
weerstanden te bepalen.
De wielen na elkaar snel laten draaien om zo eventueel geluiden, vibraties of slagen te
bepalen.
ð Bij een naaflager wordt slijtage vastgesteld.
Het naaflager en alle olieafdichtingen vervangen.
Lagerspeling van het naaflager bepalen:
De machine stoppen en beveiligen,
De achteras opheffen tot de wielen de bodem niet meer aanraken,
Het wiel van boven en van onder vastpakken en de speling controleren door een wankeltest
uit te voeren. (Voor het controleren van de speling kan het helpen om een hendel tussen
wiel en bodem te gebruiken.
Ervoor zorgen dat de speling niet uit de ophanging of de aspoten komt.
ð Bij een naaflager wordt speling vastgesteld.
De lagerspeling door een vakwerkplaats laten instellen.
348
zie
pagina 32.
zie
pagina 32.
Originele handleiding 150000762_02_nl
zie
pagina 341.
zie
pagina 341.
BiG M 450 CV