Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving
Bij ingeschakelde aandrijving bestaat er levensgevaar door draaiende machinedelen. Er mogen
zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden.
Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine
wegsturen.
Wanneer een gevaarlijke situatie ontstaat, aandrijvingen onmiddellijk uitschakelen en
personen uit de gevarenzone wegsturen.
Gevarenzone door nalopende machinedelen
Wanneer machinedelen nalopen, kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden.
Na het uit schakelen van de aandrijvingen, lopen de volgende machinedelen na:
•
Tussenassen
•
Aandrijfriem
•
Ventilator
•
Zeeftrommel
•
Maaischijven
•
Kneuzer
•
Transportinrichtingen
De machine stopzetten en beveiligen,
De machine pas benaderen wanneer alle machinedelen volledig tot stilstand zijn gekomen.
2.4.10
Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat houden
Wanneer veiligheidsinrichtingen ontbreken of beschadigd zijn, kunnen bewegende
machinedelen personen ernstig verwonden of doden.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen vervangen.
Gedemonteerde veiligheidsinrichtingen en alle machinedelen vóór de inbedrijfstelling weer
monteren en in de beschermingspositie zetten.
Bij twijfel of alle veiligheidsinrichtingen correct zijn gemonteerd en deugdelijk werken, een
vakgarage een controle laten uitvoeren.
2.4.11
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is een belangrijke veiligheidsmaatregel.
Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen verhogen het risico van
gezondheidsschade en letsel van personen.
BiG M 450 CV
Originele handleiding 150000762_02_nl
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
zie
pagina 32.
Veiligheid
2
2.4
23