Pos.
Symbool
10
11
12
13
14
15
Wanneer een waarde wordt ingevoerd die kleiner is dan de minimumwaarde, kan de waarde
niet worden opgeslagen en wordt de minimumwaarde (14) rood weergegeven.
Wanneer een waarde wordt ingevoerd die groter is dan de maximumwaarde, kan de waarde
niet worden opgeslagen en wordt de maximumwaarde (14) rood weergegeven.
De gewenste waarde via de toetsen (7, 8, 9, 10, 11, 12, 13) invoeren.
ð De waarde verschijnt in het weergavegedeelte "Waarde" (3).
Om de ingevoerde waarde op te slaan,
7.5
Selectiescherm
Als er voor een invoerveld meerdere keuzemogelijkheden bestaan, gaat een overeenkomstig
selectiescherm open.
EQG002-060
BiG M 450 CV
Originele handleiding 150000762_02_nl
Aanduiding
-100 (voorbeeld)
-10 (voorbeeld)
+10 (voorbeeld)
+100 (voorbeeld)
Minimum-/maximumwaar-
de
Parameteraanduiding
indrukken.
Terminal
Selectiescherm
Toelichting
• De actuele waarde wordt bij
ieder indrukken met de
aangegeven waarde verhoogd of
verlaagd.
• Wanneer de toets wordt
ingedrukt en vastgehouden
wijzigt de waarde voortdurend
met de aangegeven waarde.
Geeft de minimale en de maximale
waarden van de parameter aan.
Geeft de parameteraanduiding
weer, in dit voorbeeld "Gevoelig-
heid".
7
7.5
107