Pagina 3
Inhoudsopgave Over dit document ........................ 10 Geldigheid.......................... 10 Nabestelling .......................... 10 Andere geldende documenten.................... 10 Doelgroep van dit document ...................... 10 Zo gebruikt u dit document ...................... 10 1.5.1 Lijsten en verwijzingen....................... 10 1.5.2 Richtingsgegevens ........................ 11 1.5.3 Het begrip "Machine" ......................... 11 1.5.4 Afbeeldingen ..........................
Pagina 4
8.10 Extern ISOBUS-terminal aansluiten .................. 111 8.11 Joystick aansluiten........................ 111 8.12 Camera op de KRONE ISOBUS-terminal CCI 800 of CCI 1200 aansluiten ...... 114 8.13 Veiligheidsketting monteren..................... 114 Bediening.......................... 116 Voorbereiden voor het persen .................... 116 Vliegwielrem aantrekken/losmaken .................. 117 Zijkap openen/sluiten .......................
Pagina 5
Werklampen aan-/uitschakelen .................... 135 9.21 Beveiliging tegen onbevoegd gebruik demonteren/monteren .......... 136 9.22 Werking van de machine zonder baalglijbaan ................. 136 KRONE ISOBUS-terminal (CCI 800, CCI 1200) .............. 138 10.1 Touchdisplay.......................... 138 10.2 Terminal in- of uitschakelen ..................... 139 10.3 Display-opbouw ........................
Pagina 6
Menu 14-2 "Diagnose rijsnelheid-/rijrichting" ................ 204 14.16.2 Menu 14-3 "Hoofdvenster configureren".................. 204 14.16.3 Menu 14-4 "Achtergrondkleur instellen"................... 206 14.16.4 Menu 14-5 "KRONE SmartConnect" .................. 207 14.16.5 Menu 14-9 "Omschakelen tussen terminals" ................ 207 14.17 Menu 15 "Instellingen" ...................... 208 14.17.1 Menu 15-1 "Sensortest"...
Pagina 7
Inhoudsopgave 15.7.2 Tastwielen aan de pick-up beveiligen .................. 227 15.7.3 Machine optillen ........................ 227 15.7.4 Machine vastsjorren......................... 228 Instellingen .......................... 230 16.1 Werkhoogte van de pick-up instellen .................. 230 16.1.1 Dieptebegrenzer instellen ...................... 231 16.2 Steundruk van de tastwielen instellen .................. 232 16.3 Gewasgeleiderol instellen ......................
Pagina 8
Inhoudsopgave 20.3 Distributiekast .......................... 278 20.4 Aandrijving snijinrichting bovendeel.................. 278 20.5 Aandrijving snijinrichting onderdeel .................. 279 20.6 Aandrijving knoperblazer ...................... 280 Onderhoud – compressor ..................... 282 21.1 Filterelement op compressor reinigen/wisselen............... 282 21.2 Oliepeil controleren en olie verversen aan de verdichter............ 283 Storing, oorzaak en oplossing....................
Pagina 10
Mocht dit document geheel of gedeeltelijk onbruikbaar zijn geworden of mocht u een andere taal nodig hebben, dan kunt u onder vermelding van het op de titelpagina aangegeven documentnummer een vervangend document aanvragen. Verder kan het document ook online KRONE MEDIA https://media.krone.de/ worden gedownload. Andere geldende documenten Om het veilige en beoogde gebruik te waarborgen moeten ook de volgende geldende documenten in acht worden genomen.
Pagina 11
Over dit document Zo gebruikt u dit document Voorbeelden: • Alle schroeven aan de machine op vastzitten controleren, Pagina 11. (INFO: wanneer u dit document in elektronische vorm gebruikt, komt u per muisklik op de link naar de aangegeven pagina.) • Meer informatie staat vermeld in de bedrijfshandleiding van de fabrikant van de tussenas.
Pagina 12
Over dit document Zo gebruikt u dit document Symbool Toelichting Symbool Toelichting Referentieteken voor onderdeel Positie van een onderdeel (bijv. van positie I naar positie II ver- plaatsen) Maten (bijv. ook b = breedte, h = Vergroting van een beeldsegment hoogte, l = lengte) Linkerzijde van de machine Rechterzijde van de machine...
Pagina 13
Over dit document Zo gebruikt u dit document WAARSCHUWING Oogletsel door rondvliegende vuildeeltjes Bij reinigingswerkzaamheden met perslucht worden vuildeeltjes met hoge snelheid weggeslingerd en kunnen in de ogen komen. Daardoor kan oogletsel ontstaan. Personen uit de werkzone weghouden. Bij reinigingswerkzaamheden met perslucht persoonlijke beschermende uitrusting dragen (bijv.
Pagina 14
Over dit document Zo gebruikt u dit document Grootheid SI-eenheden (metrisch) Factor Inch-pond eenheden Eenhedennaam Afkorting Eenhedennaam Afkorting Druk Kilopascal 0,1450 Pond per vier- kante inch Megapascal 145,0377 Bar (niet-SI) 14,5038 Draaimoment Newtonmeter 0,7376 Pound-foot of ft∙lbf foot-pound 8,8507 Pound-inch of in∙lbf inch-pound Temperatuur...
Pagina 15
Over dit document Zo gebruikt u dit document Deze pagina werd bewust vrijgehouden. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 16
Eigenmachtige veranderingen aan de machine • Aanbrengen van niet toegestane/goedgekeurde aanvullende uitrusting • Gebruik van niet originele KRONE vervangingsonderdelen • Stationaire werking van de machine Eigenmachtige veranderingen aan de machine kunnen de eigenschappen van de machine en het veilig gebruik negatief beïnvloeden of de correcte werking storen. Eigenmachtige veranderingen ontslaan de fabrikant daarom van alle hieruit resulterende schadeclaims.
Pagina 17
Veiligheid Gebruiksduur van de machine Gebruiksduur van de machine • De gebruiksduur van deze machine is afhankelijk van de vakkundige bediening en het onderhoud evenals van de toepassingsvoorwaarden en gebruiksomstandigheden. • Door het opvolgen van de aanwijzingen en instructies in deze bedrijfshandleiding kan een permanente paraatheid en een lange gebruiksduur van de machine worden bereikt.
Pagina 18
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.3 Kwalificatie van het vakpersoneel Wanneer de uit te voeren werkzaamheden (montage, ombouw, inrichting, uitbreiding, reparatie, montage achteraf) onvakkundig aan de machine worden uitgevoerd, kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Om ongevallen te voorkomen, moet elke persoon die werkzaamheden volgens deze handleiding uitvoert, aan de volgende minimumvereisten voldoen: •...
Pagina 19
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.7 Extra uitrustingen en reserveonderdelen Extra uitrustingen en reserveonderdelen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken. Om de veilige werking te waarborgen originele of genormeerde onderdelen gebruiken, die voldoen aan de eisen van de fabrikant.
Pagina 20
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Bij twijfel aan de bedrijfsveilige toestand van de machine, bijvoorbeeld bij onverwacht veranderd rijgedrag, zichtbare schade of onverwacht veranderd bedrijfsgedrag: De machine stopzetten en beveiligen, Pagina 30. Mogelijke oorzaken voor schade onmiddellijk wegnemen, bijvoorbeeld grove vervuilingen verwijderen of losse schroeven vastdraaien.
Pagina 21
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen De hier genoemde veiligheidsafstanden zijn minimum afstanden in het kader van de reglementaire toepassing. Deze veiligheidsafstanden moeten afhankelijk van de toepassings- en omgevingsvoorwaarden worden verhoogd. Voorafgaand aan alle werkzaamheden voor en achter de trekker en in de gevarenzone van de machine: De machine stopzetten en beveiligen, Pagina 30.
Pagina 22
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving Bij ingeschakelde aandrijving bestaat er levensgevaar door bewegende machinedelen. Er mogen zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden. Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen.
Pagina 23
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bijvoorbeeld: • Geschikte veiligheidshandschoenen • Veiligheidsschoenen • Nauwsluitende veiligheidskleding • Gehoorbescherming • Veiligheidsbril • Bij stofvorming: geschikte adembescherming Persoonlijke beschermingsmiddelen voor de desbetreffende werkzaamheid vastleggen en ter beschikking stellen. Alleen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, die zich in deugdelijke toestand bevinden en effectieve bescherming bieden.
Pagina 24
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Gevaren bij het rijden op de weg en in het veld Aangekoppelde en aangebouwde machines veranderen de rijeigenschappen van de trekker. De rijeigenschappen zijn ook afhankelijk van de bedrijfstoestand en van de ondergrond. Wanneer de bestuurder geen rekening houdt met veranderde rijeigenschappen, kan hij ongevallen veroorzaken.
Pagina 25
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.16 Bedrijfsstoffen Ongeschikte bedrijfsstoffen Bedrijfsstoffen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken. Alleen bedrijfsstoffen gebruiken, die aan de eisen van de fabrikant voldoen. M.b.t.
Pagina 26
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Wanneer personen de cabine ondanks spanningsoverslag moeten verlaten, bijvoorbeeld omdat onmiddellijk levensgevaar door brand dreigt: gelijktijdig contact met de machine en de bodem voorkomen. Van de machine vandaan springen. Daarbij zo springen dat u rechtop kunt blijven staan. Machine niet van buiten aanraken.
Pagina 27
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Beschadigde persluchtinstallatie Beschadigde persluchtslangen van de persluchtinstallatie kunnen losscheuren. Zich ongecontroleerd bewegende slangen kunnen personen ernstige letsel toebrengen. Bij verdenking dat de persluchtinstallatie beschadigd is, onmiddellijk contact opnemen met een vakgarage. De machine stopzetten en beveiligen, Pagina 30.
Pagina 28
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.20 Gevaren bij bepaalde werkzaamheden: Werkzaamheden aan de machine Werkzaamheden aan de stopgezette machine Wanneer de machine niet is stopgezet en beveiligd, kunnen delen onbedoeld bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.
Pagina 29
Als de kennis ontbreekt, de wielen en banden laten monteren door de KRONE-dealer of een gekwalificeerde bandenservice. Bij het monteren van de band op de velg mag nooit de door KRONE aangegeven maximaal toegestane druk worden overschreden. Anders kan de band of zelfs de velg explosief scheuren, Pagina 70.
Pagina 30
Veiligheid Veiligheidsroutines Veiligheidsroutines 2.5.1 Machine stopzetten en beveiligen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door beweging van de machine of machinedelen Wanneer de machine niet is stopgezet, kunnen de machine of machinedelen onbedoeld bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. ...
Pagina 31
Veiligheid Veiligheidsroutines 2.5.3 Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren WAARSCHUWING Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren Wanneer de oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel niet veilig worden uitgevoerd kan de veilige werking van de machine worden gereduceerd. Daardoor kunnen er ongevallen ontstaan. ...
Pagina 32
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Veiligheidsstickers aan de machine Elke veiligheidssticker is voorzien van een bestelnummer en kan direct bij de KRONE dealer worden besteld. Ontbrekende, beschadigde en onherkenbare veiligheidsstickers moeten onmiddellijk worden vervangen. Bij het aanbrengen van veiligheidsstickers moet het contactoppervlak op de machine schoon en vrij van vuil, olie en vet zijn, zodat de stickers optimaal hechten.
Pagina 33
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 34
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Positie en betekenis van de veiligheidsstickers Linker machinezijde BP000-461 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 35
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 939 471 1 (1x) Gevaar door verkeerde bediening en onbekendheid Door verkeerde bediening van de machine en onbekendheid met de machine en een verkeerde handelwijze in gevaarlijke situaties bestaat er levensgevaar voor operators en derden. ...
Pagina 36
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 6. Best.-nr. 939 520 1 (1x) Gevaar door draaiende vijzel Door de draaiende vijzel bestaat gevaar door binnentrekken en vastgrijpen. Nooit in de draaiende vijzel grijpen. Afstand houden tot bewegende machinedelen. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 37
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 38
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Rechter machinezijde BP000-462 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 39
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 942 459 0 (4x) Gevaar door beknellen of afsnijden Gevaar voor letsel door beknellende en snijdende punten aan bewegende machinedelen. Nooit in het beknellings-gevarenzone grijpen zolang daar nog delen kunnen bewegen. 2. Best.-nr. 942 002 4 (5x) Gevaar door draaiende machinedelen Bij draaiende machine bestaat gevaar voor letsel door draai- ende machinedelen.
Pagina 40
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Voor-/achteraanzicht BPG000-071 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 41
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 942 002 4 (1x) Gevaar door draaiende machinedelen Bij draaiende machine bestaat gevaar voor letsel door draai- ende machinedelen. Breng de beschermingen voor de inbedrijfstelling in de beschermende stand. 2. Best.-nr. 942 210 0 (1x) Bij uitvoering "Verdichter"...
Pagina 42
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine Aanwijzingsstickers op de machine Elke aanwijzingssticker is voorzien van een bestelnummer en kan direct bij de KRONE dealer worden besteld. Ontbrekende, beschadigde en onherkenbare aanwijzingsstickers moeten onmiddellijk worden vervangen. Bij het aanbrengen van aanwijzingsstickers moet het contactoppervlak op de machine schoon en vrij van vuil, olie en vet zijn, zodat de stickers optimaal hechten.
Pagina 43
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 1. Best.-nr. 939 459 3 (1x) Het aftakastoerental verlagen als de inbrengerkoppeling slipt. Zapfwellendrehzahl reduzieren, wenn die Rafferkupplung rutscht. Reduce the speed of the PTO shaft, if the feed rake clutch slips. Reduzca la velocidad de la toma de fuerza si el embrague del rastrillo de transpordado se desliza.
Pagina 44
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 8. Best.-nr. 942 449 0 (1x) Bij uitvoering "Comfort 1.0" De baaluitwerper via de externe toets bedienen, zie Pagi- na 129. De baalglijbaan via de externe toetsen bedienen, zie Pagi- na 126. 942 449 -0 9. Best.-nr. 27 019 204 1 (1x) De messencassette en de messen via de externe toetsen be- dienen.
Pagina 45
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 13. Best.-nr. 942 502 0 (2x) Geen instellingen aan de krachtsensor uitvoeren. 942 502 0 14. Best.-nr. 27 019 313 4 (1x) Functieschema van de noodhandbediening, Pagina 311. Fkt.1 Fkt.2 27 019 313 4 15. Best.-nr. 27 006 256 0 (1x) De machine kan met Load Sensing worden gebruikt.
Pagina 46
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 18. Best.-nr. 939 194 1 (1x) Als de machine wordt opgetild, moet een lasttraverse worden gebruikt, Pagina 227. • Best.-nr. 27 021 260 0 Aan de machine bevinden zich meerdere smeerpunten die re- gelmatig moeten worden gesmeerd, Pagina 263.
Pagina 47
Veiligheid Veiligheidsuitrusting Veiligheidsuitrusting BPG000-006 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 48
Veiligheid Veiligheidsuitrusting Pos. Aanduiding Toelichting Brandblusser • De machine wordt vanaf de fabriek met een brandblusser geleverd. De brandblussers laten registreren. Alleen dan blijft u verzekerd van een betrouwbare brandblusapparaat (controle-interval iedere 2 jaar). Neem de bepalingen van het land in acht. In andere landen kunnen andere controle-inter- vallen gelden.
Pagina 49
Veiligheid Veiligheidsuitrusting 2.8.1 SMV-markeringspaneel Bij uitvoering "SMV-markeringspaneel" KM000-567 Het Slow-Moving Vehicle-markeringsbord (SMV-markeringsbord) (1) kan worden aangebracht op langzaam rijdende machines en voertuigen. Hiervoor moeten de landspecifieke voorschriften in acht worden genomen. Het SMV-markeringsbord (1) zit middenachter of linksachter. Wanneer de machine op transportvoertuigen (bijv. vrachtwagen of trein) wordt getransporteerd, moet het SMV-markeringsbord worden afgedekt of gedemonteerd.
Pagina 50
Gegevensopslag Gegevensopslag Vele elektronische componenten van de machine bevatten een gegevensopslag die technische informatie over de toestand van de machine, gebeurtenissen en fouten tijdelijk of permanent opslaat. Deze technische informatie documenteert in het algemeen de toestand van een component, van een module, een systeem of de omgeving: •...
Pagina 51
Gegevensopslag Deze pagina werd bewust vrijgehouden. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 52
Machinebeschrijving Machineoverzicht Machinebeschrijving Machineoverzicht Linker machinezijde 9 10 11 BP000-449 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 53
Machinebeschrijving Machineoverzicht Breedhoek-tussenas Drukbegrenzingsventiel (boordhydrau- liek) Houder voor snelkoppelingen en stekker 19 Handmatige bediening: Gereedschapskist Messencassette heffen/neerlaten Mes naar binnen/buiten zwenken Ventielblok (werkhydrauliek), bij uitvoe- Trekoog ring "Comfort 1.0" Boordcomputer Handmatige activering knoper en knope- rasblokkering Verdeler centrale elektriciteit: Zekerin- Touwloopindicatie (boventouw) gen, relais Hulpgereedschap (mes vervangen)
Pagina 54
Machinebeschrijving Machineoverzicht Rechter machinezijde BP000-450 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 55
BPG000-007 De machinegegevens bevinden zich op een typeplaatje (1). Deze bevindt zich aan de rechter machinezijde voor onder de touwkast. Gegevens voor aanvragen en bestellingen Maschinenfabrik Krone Beteiligungs-GmbH e1*167/2013*00218 Heinrich-Krone-Str. 10, D-48480 Spelle WMKRP801S01046376 RP801-31 Baureihe 4.500 kg RP801S2/AAAA1AEF/AX T/V/V 1.500 kg...
Pagina 56
Machinebeschrijving Het persen Bij vragen over het werktuig en bij het bestellen van onderdelen moeten de serie (1), het voertuigidentificatienummer (5) en het bouwjaar (4) van de betreffende machine worden vermeld. Om de gegevens altijd ter beschikking te hebben, adviseren wij om deze in de velden op de voorste omslag van deze handleiding te vermelden.
Pagina 57
Machinebeschrijving Overzicht aandrijvingen Overzicht aandrijvingen 4.5.1 Hoofdaandrijving BPG000-009 Het maximale aandrijftoerental van 1000 o.p.m. mag niet worden overschreden. De aandrijftussenas (1) draagt het aandrijfvermogen van de trekker over naar de tussenopslag (2). De tussenopslag draagt de kracht verder over op de tussenas (3). De tussenscharnieras drijft via een frictiekoppeling het vliegwiel (4) aan. Het vliegwiel drijft de hoofdaandrijving (5) aan via een nokkenschakelkoppeling.
Pagina 58
Machinebeschrijving Overlastbeveiligingen aan de machine Rechter machinezijde BPG000-011 De hoofdaandrijving drijft de aandrijving van de snijinrichting (1) aan via een nokkenschakelkoppeling. De aandrijving van de snijinrichting (1) drijft de snijinrichting aan. Overlastbeveiligingen aan de machine LET OP Machineschade door belastingspieken De overlastbeveiligingen beschermen trekker en machine tegen belastingspieken. Daarom mogen de overlastbeveiligingen niet worden veranderd.
Pagina 59
Machinebeschrijving Overlastbeveiligingen aan de machine BPG000-012 Op het vliegwiel bevindt zich een frictiekoppeling (1) en een nokkenschakelkoppeling (2). De frictiekoppeling (1) beschermt de trekker, de aandrijftussenas en de tussenas tegen belastingspieken. De nokkenschakelkoppeling (2) beschermt de machine tegen belastingspieken. Inbrengeraandrijving LET OP Schade aan de machine door belastingspieken Wanneer bij het aanspreken van de nokkenschakelkoppeling niet wordt gereageerd, kan er...
Pagina 60
Machinebeschrijving Overlastbeveiligingen aan de machine Pick-up-aandrijving LET OP Schade aan de machine door belastingspieken Wanneer bij het aanspreken van de nokkenschakelkoppeling niet wordt gereageerd, kan er schade aan de machine ontstaan. ü Het terminal toont een foutmelding. Wanneer de nokkenschakelkoppeling aanspreekt, moet de trekker worden gestopt en het toerental worden verminderd tot de machine zichzelf weer heeft vrijgeruimd.
Pagina 61
Machinebeschrijving Functiebeschrijving pick-up Functiebeschrijving pick-up BPG000-016 De pick-up (1) is bestemd voor het opnemen van het oogstgoed. De pick-up (1) wordt door het inschakelen van de invoer op de terminal in rotatie gebracht, Pagina 162. De pick-up (1) wordt via het enkelwerkende besturingsapparaat ( ) op de trekker omhoog en omlaag bewogen, Pagina 125.
Pagina 62
Machinebeschrijving Functiebeschrijving snijinrichting De gewasgeleiderol (3) en de invoerwals (1) zorgen voor de regeling bij het transporteren van het oogstgoed. Zij zorgen voor een regelmatige gewasopname door de pick-up. De hoogte van de gewasgeleiderol kan via de bevestigingsketting (4) aan de hoogte van het zwad worden aangepast, Pagina 232.
Pagina 63
Het bovendraad spant daarentegen alleen om de bovenkant van de grote baal. Om zo zeker mogelijk te zijn van goede knopen, uitsluitend synthetisch touw gebruiken met een kwaliteit van 100 - 130 m/kg. Gebruik origineel KRONE perstouw. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 64
Machinebeschrijving 4.12 Functiebeschrijving elektrische touwfoutindicatie ondertouw 4.12 Functiebeschrijving elektrische touwfoutindicatie ondertouw BPG000-098 Als het einde van het ondertouw bereikt of een touw gebroken is, vallen de verende touwspanners (1) op de draaihoek (2). Op het terminal klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal en in het display van het terminal verschijnt een foutmelding. Het akoestisch waarschuwingssignaal kan tijdens het invoeren van het touw worden uitgeschakeld, Pagina 284.
Pagina 65
Machinebeschrijving Functiebeschrijving elektrische knopercontrole 4.14 4.14 Functiebeschrijving elektrische knopercontrole BPG000-100 De machine is uitgerust met een elektrische knopercontrole. Hierbij wordt elke knoper apart via een sensor (1) bewaakt. Als een fout bij de knoper optreedt, verschijnt een foutmelding in het display van het terminal, Pagina 284.
Pagina 66
Machinebeschrijving 4.16 Functiebeschrijving baaluitwerper/baalglijbaan Binden handmatig starten BPG000-106 Bij onderhouds-, instel- en reparatiewerkzaamheden kan het binden bij niet aangekoppelde trekker met de hand worden geactiveerd. Het binden zelf wordt door het draaien van het vliegwiel (1) met de hand in werkrichting (I) uitgevoerd, Pagina 134.
Pagina 67
Machinebeschrijving Functiebeschrijving centrale smeerinstallatie 4.18 Persluchtreservoir bij de uitvoering "Knoperreiniging": Het persluchtreservoir dient voor de opslag van perslucht. De opslagen perslucht zorgt ervoor dat de knoperreiniging probleemloos functioneert. BPG000-022 Persluchtreservoir, bij uitvoering "Pers- Drukleiding luchtrem" Persluchttank voor de knoperreiniging Ontwateringsventiel Bij uitvoering "Persluchtrem"...
Pagina 68
Machinebeschrijving 4.19 Functiebeschrijving hydraulisch systeem BP000-282 Voorraadsreservoir Smeerpunten Drukbegrenzingsventiel Smeerstofleiding Progressieve hoofdverdeler Hoofdleiding Progressieve hulpverdeler Vulnippel 4.19 Functiebeschrijving hydraulisch systeem BPG000-018 Het hydraulisch systeem van de machine is geconcipieerd voor trekkers met Constante stroom-systeem en voor trekkers met Load-Sensing-systeem. In de fabriek is het hydraulisch systeem van de machine ingesteld voor trekkers met Constante stroom-systeem.
Pagina 69
Machinebeschrijving Functiebeschrijving balenrem 4.20 4.20 Functiebeschrijving balenrem Bij uitvoering "Weeginrichting" BP000-092 Met de balenrem (1) worden de eerste 2 rollen van de baalglijbaan geblokkeerd. Dit is nodig om een precieze gewichtsregistratie van de grote balen te bereiken. Hendel in positie (I) = rollen geblokkeerd Hendel in positie (II) = rollen vrij draaibaar Opdat de laatste grote baal perfect neergelegd kan worden, moet voor de laatste baal de balenrem gelost zijn.
Pagina 70
Technische gegevens Technische gegevens BPG000-130 Afmetingen Hoogte [H] 3.140 mm Lengte [L] 8.870 mm Lengte [L2], werkstand 9.940 mm Breedte [B] 2.995 mm Gewichten Gewichten Zie gegevens op het type- plaatje, Pagina 55. Spoorbreedte Tandemas, nalopend gestuurd [S] 2.370 mm Technische toegestane maximumsnelheid¹ Tandemas, persluchtrem 50 km/h (60 km/h)²...
Pagina 71
Technische gegevens Perskanaal/baalafmeting Hoogte 900 mm Breedte 1.200 mm Baallengte (traploos instelbaar) 1.000 – 3.200 mm/39 – 126 inch Perstouw (synthetisch touw) Lengte (m/kg) 100 – 130 m/kg Perstouw (synthetisch touw) Knopercontrole touwfoutindicatie (ondertouw/boventouw) Bij uitvoering "Comfort 1.0" : Elektrische controle met akoestisch signaal Touwloopindicatie boventouw Optisch door reflectoren...
Pagina 72
Technische gegevens Bedrijfsstoffen Benodigde hydraulische aansluitingen bij de trekker¹ Drukaansluiting Power Beyond (P) Load-Sensing-aansluiting Power Beyond (LS) Drukloze terugloopaansluiting Power Beyond (T) Dubbelwerkende hydraulische aansluiting Enkelwerkende hydraulische aansluiting Afhankelijk van de uitrusting van de machine kunnen extra hydraulische aansluitingen nodig zijn, Pagina 74.
Pagina 73
Wanneer oliesoorten met verschillende specificaties met elkaar worden gemengd, kan er schade aan de machine ontstaan. Nooit oliesoorten met verschillende specificaties met elkaar mengen. Overleg met uw KRONE servicepartner houden, voordat na een oliewissel een olie met een andere specificatie wordt gebruikt. Biologische smeermiddelen op aanvraag 5.1.1...
Pagina 74
Bedienings- en weergave-elementen Hydraulische besturingsapparaten van de trekker Bedienings- en weergave-elementen Overige informatie bij de terminals, Pagina 147. Hydraulische besturingsapparaten van de trekker Symbool Aanduiding Aansluiting voor stuurblok • P: drukleiding nominale breedte 15 • T: retour, nominale breedte 18 • LS: Load-sensing (meldleiding), nominale breedte 12 Zie voor meer informatie de handleiding van de trekkerfabrikant.
Pagina 75
Eerste inbedrijfstelling Leveringsomvang Eerste inbedrijfstelling In dit hoofdstuk worden montage- en instelwerkzaamheden aan de machine beschreven die alleen door gekwalificeerd vakpersoneel mogen worden uitgevoerd. Hier geldt de aanwijzing "Kwalificatie van het vakpersoneel", Pagina 18. WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of schade aan de machine door een foutieve eerste inbedrijfstelling Wanneer de eerste inbedrijfstelling niet correct of onvolledig wordt uitgevoerd, kan de machine storingen tonen.
Pagina 76
Eerste inbedrijfstelling Checklist voor de eerste inbedrijfstelling Tussenas, afhankelijk van de uitvoe- Trekoog met verbindingsmateriaal, af- ring: hankelijk van de uitvoering: 1.1 Tussenas BYPY 5.1 Trekoog Ø 40 mm 1.2 Tussenas Walterscheid 5.2 Trekoog Ø 50 mm Steunvoet, afhankelijk van de uitvoe- 5.3 Kogelkoptrekoog Ø 80 mm ring 2.1 Hydraulische steunvoet, bij uitvoe- 5.4 Kogelkoptrekoog, aanbouwcatego-...
Pagina 77
Eerste inbedrijfstelling Hydraulische neerzetsteun monteren Hydraulische neerzetsteun monteren BPG000-132 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Geschikt hefgereedschap aan de aanslagpunten (1) van de dissel aanslaan. Om de aanwezige steunvoet (5) omhoog te kunnen schuiven, de dissel met het hefgereedschap iets optillen en veilig ondersteunen, Pagina 30.
Pagina 78
Eerste inbedrijfstelling Hydraulische neerzetsteun monteren Hydraulische slangen monteren BPG000-133 ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. De inschroefaansluiting (5) monteren. De hydraulische slang (2) DKOL/DKOL90° met de DKOL90°aansluiting op de rechter inschroefaansluiting (5) monteren. De hoekaansluiting (6) aan de linker inschroefaansluiting (5) monteren. ...
Pagina 79
Eerste inbedrijfstelling Trekoog aan voorste gedeelte dissel monteren De functie "Steunvoet in-/uitschuiven" controleren, zie Pagina 131 Als de aansluitingen "Steunvoet in-/uitschuiven" verwisseld zijn, de hydraulische slangen (2, 3) aan de hydraulische steunvoet verwisselen. Als de aansluitingen "Steunvoet in-/uitschuiven" correct zijn, de steunvoet in- of uitschuiven tot de machine waterpas staat.
Pagina 80
Eerste inbedrijfstelling Trekoog monteren Er zijn 5 types trekogen voor de aanhanger van de machine. Afhankelijk van de hoogte van de trekhaak aan trekkerzijde kan het voorste gedeelte van de dissel (6) als onderophanging (I) of bovenophanging (II) aan de machine worden gemonteerd. De maximale steunlast van de trekhaak aan trekkerzijde in acht nemen, zie handleiding van de trekkerfabrikant.
Pagina 81
Eerste inbedrijfstelling Disselhoogte aanpassen Voor begin van de instelling BPG000-077 ü De machine is niet aan de trekker gekoppeld. Bij de uitvoering „Mechanische steunvoet“: De steunvoet zover omhoog/omlaag draaien tot de maat X=650–680 mm bedraagt, gemeten tussen het draaipunt (1) en de grond. ...
Pagina 82
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [BYPY] ü Het voorste gedeelte van de dissel (3) wordt tijdens het aanpassingsproces door een geschikt hefgereedschap gesteund. Aan trekkerzijde de hoogte (maat X) van de trekhaak bepalen gemeten tussen midden kogelkop en de bodem. ...
Pagina 83
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [BYPY] BP000-088 De machine zonder tussenas aan de trekker vastkoppelen. De machine in de nauwste stand (rijden door bochten) brengen. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De tussenashelften aan trekker- en machinezijde opsteken. Overlapping (X) bepalen ...
Pagina 84
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [BYPY] Smeerleiding uitbouwen/aanpassen BP000-089 De smeernippel (2) uit de profielbuis binnen (1) draaien en de smeerleiding (3) uit de profielbuis binnen (1) trekken. De smeerleiding (3) met X=5cm inkorten. Uit de losgemaakte profielbuis (4) De spanstiften (5) naar binnen uitslaan. ...
Pagina 85
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [BYPY] Buitenste tussenashelft De loopringzitting en de glijringzitting van de profielbuis buiten (7) met vet insmeren. De loopring buiten (8) in de groef zetten De glijring (9) positioneren en de bevestigingsveer (10) in de twee boorgaten van de glijring vasthaken.
Pagina 86
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Tussenas aanpassen [Walterscheid] De beide tussenashelften moeten in de nauwste stand (rijden door bochten met maximale wieluitslag en gelijktijdig omhoog of omlaag rijden van een helling) volledig ingeschoven kunnen worden zonder dat de uiteinden van de profielbuizen elkaar raken. Daarbij moet de verschuifweg (overlapping) zowel bij rechtdoor rijden als bij rijden door bochten minstens 220 mm bedragen.
Pagina 87
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Overlapping bepalen BP000-393 De machine zonder tussenas aan de trekker vastkoppelen. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De tussenashelft (1) op de trekkeraftakas schuiven tot de sluiting automatisch vastklikt. De klembrug (4) demonteren. ...
Pagina 88
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Beschermbuis buiten demonteren BP000-394 Met behulp van een schroevendraaier (3) den manchet (1) over de blokkeringen (4) van de beschermtrechter (2) trekken. De 3 schroeven (5) eruit draaien. De manchet (1) tot de voelbare aanslag (6) draaien en de beschermbuis buiten (7) terugschuiven.
Pagina 89
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Beschermbuizen en profielbuizen inkorten X+5cm X+5cm X+5cm X+5cm BP000-396 De vastgestelde maat X plus 5 cm op de beschermbuizen (2,3) en de profielbuizen (1,4) tekenen. AANWIJZING: Om de profielbuis tegen spanen te beschermen, bij het gebruik van een haakse slijper een vochtige doek in de profielbuis stoppen.
Pagina 90
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Smeerboring in de beschermbuis binnen aanbrengen Ø 25 mm BP000-401 De beschermbuis binnen (2) en de profielbuis buiten (4) zo naast elkaar leggen dat de glijringblokkering (5) op één lijn ligt met de opening (1). De positie (3) van de smeernippels op de beschermbuis binnen (2) tekenen. ...
Pagina 91
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Beschermbuis buiten monteren BP000-403 De beschermbuis buiten (7) op de profielbuis binnen schuiven en zodanig uitrichten dat de aanslag (6) van de glijring en de opening van de beschermtrechter (2) op één lijn liggen. De manchet (1) tot de merkbare aanslag draaien, zie detail (I). ...
Pagina 92
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Beschermbuis binnen monteren BP000-402 De beschermbuis binnen (1) op de profielbuis buiten (3) schuiven en zo uitrichten dat de opening (5) van de kap (2) en de glijringblokkering (4) op één lijn liggen. De beschermbuis binnen (1) erop schuiven tot de glijringblokkering (4) hoorbaar in de opening (5) vastklikt.
Pagina 93
Eerste inbedrijfstelling Tussenas aanpassen [Walterscheid] Beschermpot monteren BP000-406 De beschermpot (2) erop schuiven en zodanig uitrichten dat de beide openingen (1) op één lijn liggen met de glijringblokkeringen (3). De beschermpot (2) er zo ver opschuiven tot de beide glijringblokkeringen (3) hoorbaar in de opening (1) vastklikt.
Pagina 94
Eerste inbedrijfstelling Knikhoek van de aandrijftussenas controleren Verschuifweg berekenen De verschuifweg "V" (overlapping) berekenen: V=X-Y. Æ De verschuifweg (overlapping) moet minstens V≥220 mm bedragen. Ingekorte tussenas bij rijden door bochten controleren Met de trekker langzaam door een rechter of linker bocht rijden. Daarbij op de markering (5) letten.
Pagina 95
Eerste inbedrijfstelling Hydraulsich systeem aanpassen 7.11 BPG000-024 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De disselhoogte is aangepast, Pagina 80. ü De tussenas is aan de trekker aangepast. ü De machine is aan de trekker gekoppeld. De tussenas eraf halen. ...
Pagina 96
Eerste inbedrijfstelling 7.12 Baalglijbaan instellen Werking van de machine aan trekkers met Load-Sensing-systeem Bij trekkers met gesloten hydraulisch systeem (meldleiding is aangesloten): De systeemschroef (1) tot aan de aanslag indraaien. 7.12 Baalglijbaan instellen De baalglijbaan vormt in uitgeklapte stand een verlenging van het perskanaal. Om grote baal correct op de grond te plaatsen, mag de hoogte van de achterkant van de baalglijbaan tot de grond niet te groot zijn ingesteld.
Pagina 97
Eerste inbedrijfstelling Brandblusser monteren 7.13 7.13 Brandblusser monteren BPG000-034 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De brandblusser (1) volgens de handleiding van de fabrikant van de brandblusser opladen. ð Als er geen handleiding van de fabrikant van de brandblusser beschikbaar is, de website van de fabrikant van de brandblusser raadplegen.
Pagina 98
Inbedrijfstelling Machine aan de trekker vastkoppelen Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 17.
Pagina 99
Inbedrijfstelling Tussenas monteren BPG000-066 ü De disselhoogte is aangepast, Pagina 80. ü De beveiliging tegen onbevoegd gebruik is gedemonteerd, Pagina 136. Bij uitvoering "Trekoog" WAARSCHUWING! Verhoogd gevaar voor letsel! Let erop dat zich tijdens het vastkoppelen (in het bijzonder tijdens het achteruitrijden van de trekker) niemand tussen trekker en machine bevindt.
Pagina 100
Inbedrijfstelling Tussenas monteren WAARSCHUWING Verhoogd gevaar voor letsel bij niet aangetrokken vliegwielrem Wanneer de vliegwielrem niet wordt aangetrokken, kunnen componenten zich onverwacht in beweging zetten. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Om ongevallen te voorkomen, de vliegwielrem aantrekken voordat de tussenas wordt aan- of losgekoppeld.
Pagina 101
Inbedrijfstelling Hydraulische slangen vastkoppelen BP000-096 Hydraulische slangen vastkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ontsnappende hydraulische olie Het hydraulisch systeem werkt met zeer hoge druk. Ontsnappende hydraulische olie kan tot ernstig letsel aan huid, ledematen en ogen leiden. Voordat de hydraulische slangen aan de trekker worden vastgekoppeld, het hydraulische systeem aan beide zijden drukloos maken.
Pagina 102
Inbedrijfstelling Hydraulische slangen vastkoppelen BPG000-104 De trekkerhydrauliek drukloos schakelen. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De verbindingen van de hydraulische snelkoppelaar schoonmaken en drogen. Trekker met Load-Sensing-systeem ü De systeemschroef van het hydraulisch systeem is er volledig ingedraaid,zie Pagina 95.
Pagina 103
Inbedrijfstelling Hydraulische rem (export) vastkoppelen Hydraulische aansluiting pick-up • De hydraulische slang ( ) aan een enkelwerkend ventielblok van de trekker vastkoppelen. Hydraulische aansluiting hydraulische steunvoet • De hydraulische slangen ( ) van de machine aan een dubbelwerkend besturingsapparaat van de trekker vastkoppelen. Hydraulische rem (export) vastkoppelen Op grond van landspecifieke voorschriften kan een hydraulische rem op de machine voorzien zijn.
Pagina 104
Inbedrijfstelling Persluchtaansluitingen bij persluchtrem vast-/loskoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door een niet functionerend veiligheidsventiel van de hydraulische Wordt de functie van het veiligheidsventiel voor de hydraulische noodrem niet gecontroleerd, kan in een noodgeval de noodremming dienst weigeren. Daardoor kunnen er ernstige ongelukken ontstaan.
Pagina 105
Inbedrijfstelling Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten BP000-101 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Aankoppelen De volgorde van de persluchtleidingen bij het vastkoppelen in acht nemen. Eerst de remleiding (1) (gele koppelingskop) vastkoppelen. Vervolgens de voorraadleiding (2) (rode koppelingskop) vastkoppelen. Loskoppelen De volgorde van de persluchtleidingen bij het loskoppelen in acht nemen.
Pagina 106
Inbedrijfstelling KRONE terminal DS 500 aansluiten Met de meegeleverde 7-polige verlichtingskabel (2) wordt de verlichting voor het rijden op de weg aangesloten. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De 7-polige stekker van de verlichtingskabel (2) met de 7-polige contactdoos (1) van de machine verbinden.
Pagina 107
Inbedrijfstelling KRONE terminal DS 500 aansluiten Trekkers met geïntegreerd ISOBUS-systeem EQ003-251 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Verbinding terminal met trekker De 9-polige stekker (2) van de kabel (1) verbinden met de 9-polige contactdoos (3) (In-cab). Verbinding trekker met machine INFO De kabel (6) kan onder vermelding van het bestelnummer 20 086 886 * worden besteld.
Pagina 108
Trekkers zonder ISOBUS-systeem B290 EQ003-252 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De uitbreiding B290 "KRONE trekker uitbreiding" is gemonteerd. Verbinding terminal met trekker De 9-polige stekker (2) van de kabel (1) verbinden met de 9-polige contactdoos (3) (In-cab). Verbinding trekker met machine INFO De kabel (6) kan onder vermelding van het bestelnummer 20 086 886 * worden besteld.
Pagina 109
Inbedrijfstelling KRONE ISOBUS-terminal aansluiten (CCI 800, CCI 1200) INFO Voor de aanbouw van de terminal in de trekkercabine de meegeleverde bedrijfshandleiding van de terminal in acht nemen. Trekker met geïntegreerd ISOBUS-systeem CCI 1200 CCI 800 EQ001-173 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30.
Pagina 110
B290 EQ001-181 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De uitbreiding B290 "KRONE trekker uitbreiding" is gemonteerd. Verbinding terminal met trekker De 12-polige stekker (2) van de kabel (3) met de 12-polige contactdoos (1) van de terminal verbinden.
Pagina 111
Inbedrijfstelling Extern ISOBUS-terminal aansluiten 8.10 8.10 Extern ISOBUS-terminal aansluiten LET OP Kortsluiting door verontreinigingen en vocht in de stekkerverbinding Door een kortsluiting kan er schade aan de machine ontstaan. Let erop dat de stekkers en contactdozen schoon en droog zijn. INFO Voor de aanbouw van de terminal in de trekkercabine de meegeleverde bedrijfshandleiding van de terminal in acht nemen.
Pagina 112
Inbedrijfstelling 8.11 Joystick aansluiten KRONE ISOBUS-terminal bij trekkers met geïntegreerd ISOBUS-systeem EQ001-150 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De 9-polige stekker (2) van de kabel (1) met de 9-polige contactdoos (3) van de joystick verbinden. De 9-polige stekker (4) van de joystick met de 9-polige contactdoos (5) (In-cab) verbinden.
Pagina 113
EQ001-151 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De uitbreiding B290 "KRONE trekker uitbreiding" is gemonteerd. De 9-polige stekker (2) van de kabel (1) met de 9-polige contactdoos (3) van de joystick verbinden. De 9-polige stekker (4) van de joystick met de 9-polige contactdoos (5) (In-cab) verbinden.
Pagina 114
CCI 1200 EQ000-212 De kabel (3) van de camera (2) met de stekker (4) in de aansluiting C (1) van het KRONE ISOBUS-terminal CCI 800 of CCI 1200 steken. Om de stekker (4) correct aan te sluiten op de uitrichting op de gemarkeerde plaatsen (5) letten.
Pagina 115
Inbedrijfstelling Veiligheidsketting monteren 8.13 INFO Bij transportritten zijn de landspecifieke voorschriften voor het gebruik van de veiligheidsketting bindend. De veiligheidsketting is bestemd om getrokken apparaten extra te beveiligen als deze bij het transport van de aanhanging loslaten. De veiligheidsketting met de juiste bevestigingsdelen aan de aanhangvoorziening van de trekker of een ander aangegeven aanzwenkpunt bevestigen.
Pagina 116
Bediening Voorbereiden voor het persen Bediening WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 17.
Pagina 117
Bediening Vliegwielrem aantrekken/losmaken Na het persen Bij uitvoering „Weeginrichting“: Om de laatste gebonden grote baal correct met de hand omlaag te kunnen trekken, de balenrem op de baalglijbaan losmaken, Pagina 69. De laatste gebonden balen op het veld neerleggen. ...
Pagina 118
Bediening Zijkap openen/sluiten Zijkap openen/sluiten BP000-458 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Openen De vergrendeling (1) met een schroevendraaier losmaken en de zijkap (2) openen. Sluiten De zijkap (2) omlaagduwen tot de vergrendeling (1) sluit. Om er zeker van te zijn dat de zijkap (2) vergrendeld is, aan de zijkap (2) trekken. Æ...
Pagina 119
Bediening Knoperas borgen/losmaken Omhoog zwenken ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De zijkap (1) is geopend, Pagina 118. De vergrendelingshendel (2) met de ontgrendelingshaak (3) ontgrendelen en de vergrendelingshendel (2) omlaag zwenken. De touwkast (4) licht aanduwen en het sluitdeel (5) uit de haak (6) nemen. ...
Pagina 120
Bediening Touwrollen met elkaar verbinden (dubbele knoopinrichting) Touwrollen met elkaar verbinden (dubbele knoopinrichting) Het verbinden van de touwrollen is voor de linker- en rechterzijde van de machine identiek. De hierna beschreven procedure voor het verbinden van de touwrollen geldt daarom voor beide zijden van de machine.
Pagina 121
Bediening Touwrollen met elkaar verbinden (dubbele knoopinrichting) Ondertouwen (2) verbinden BPG000-026 Let erop dat de ondertouwen elkaar nooit kruisen. Touwrollen 1a, 1b, en 1c met elkaar verbinden Het begin van het touw van de touwrol (1a) via het erboven liggende rode oog en verder naar voren tot het volgende rode oog geleiden.
Pagina 122
Bediening Ondertouw insteken (dubbele knoopinrichting) Ondertouw insteken (dubbele knoopinrichting) Het ondertouw van de touwkast naar de onderste touwgeleiding verder geleiden. BPG000-027 Erop letten dat de ondertouwen nooit kruisen. De drie uit de touwkast (6) komende ondertouwen (1, 2, 3) naar de touwgeleiding (7) verder geleiden.
Pagina 123
Bediening Boventouw invoeren Boventouw invoeren Het bovendraad van de touwkast naar de bovenste touwgeleiding verder geleiden. Linker machinezijde Rechter machinezijde BPG000-028 Erop letten dat de bovendraaden nooit kruisen. De drie uit de touwkast (5) komende boventouwen (1, 2, 3) naar de bovenste touwgeleiding (7) verder geleiden.
Pagina 124
Bediening Boventouw invoeren BPG000-139 De bovendraad van de touwrem (9) onder de rol (12) van de houder (15) geleiden. De bovendraad verder door het oog (11) van de spanarm (10) geleiden. De bovendraad omlaag trekken en tussen de rollen (13) van de bovennaald (14) geleiden. ...
Pagina 125
Bediening Pick-up Als het perskanaal gevuld is: De werkelijke baallengte op de terminal aflezen. Is het verschil tussen werkelijke baallengte en ingestelde baallengte meer dan 50 cm: Het losse touweinde van het boventouw ca. 50 cm in het perskanaal laten hangen. De spanarm (11) wordt gespannen doordat het boventouw bij het verder persen in het oogstgoed blijft haken.
Pagina 126
Bediening 9.10 Baalglijbaan heffen/neerlaten Transportstand Om de pick-up in de transportstand te heffen, het enkelwerkende ventielblok ( bedienen. 9.10 Baalglijbaan heffen/neerlaten WAARSCHUWING Verhoogd gevaar voor letsel wanneer bij draaiende trekkermotor functies direct aan de machine worden uitgevoerd Wanneer functies bij draaiende trekkermotor direct aan de machine worden uitgevoerd, kunnen personen die in de gevarenzone aanwezig zijn worden ingekneld of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 127
Bediening Baalglijbaan heffen/neerlaten 9.10 WAARSCHUWING! Gevaar door stoten bij het neerlaten van de baalglijbaan! Let er tijdens het neerlaten van de baalglijbaan op dat er geen personen in de gevarenzone van de baalglijbaan aanwezig zijn. indrukken en vasthouden tot baalglijbaan is neergelaten. Via de externe toets BP000-135 ...
Pagina 128
Bediening 9.11 Messen via toets naar binnen/buiten zwenken 9.11 Messen via toets naar binnen/buiten zwenken BP000-486 ü De messenkam is gereinigd, Pagina 250. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De trekkermotor starten. Messen naar binnen zwenken (actief) ü De messencassette bevindt zich in de werkstand. ...
Pagina 129
Bediening Baaluitwerper bedienen 9.13 Messencassette heffen. De toets (1) indrukken en vasthouden tot de messencassette in de gewenste positie is opgeheven. Messencassette neerlaten De toets (2) indrukken en vasthouden tot de messencassette in de gewenste positie is neergelaten. 9.13 Baaluitwerper bedienen WAARSCHUWING...
Pagina 130
Bediening 9.13 Baaluitwerper bedienen Via het terminal BP000-137 ü De baalglijbaan is neergelaten, Pagina 126. De aftakas uitschakelen en wachten tot alle uitlopende machinedelen tot stilstand zijn gekomen. De trekker beveiligen tegen wegrollen. De parkeerrem (zie Pagina 132) en de vliegwielrem (zie Pagina 117) op de machine aantrekken.
Pagina 131
Bediening Steunvoet bedienen 9.14 ü De baalglijbaan is neergelaten,zie Pagina 126. De aftakas uitschakelen en wachten tot uitlopende machinedelen tot stilstand zijn gekomen. De trekker beveiligen tegen wegrollen. De parkeerrem (zie Pagina 132) en de vliegwielrem (zie Pagina 117) op de machine aantrekken.
Pagina 132
Bediening 9.15 Parkeerrem losmaken/aantrekken Steunvoet in steunstand brengen Het dubbelwerkende besturingsapparaat ( ) bedienen tot de steunvoet (1) stevig op de grond staat en het trekoog is ontlast. Steunvoet in transportstand brengen Het dubbelwerkende ventielblok ( ) bedienen tot de steunvoet naar binnen is bewogen. ...
Pagina 133
Bediening Trap omhoog/omlaag bewegen 9.16 Losmaken Om de parkeerrem (1) los te maken, de handzwengel (2) tegen de wijzers van de klok draaien tot de remkabel iets doorhangt. Aantrekken Om de parkeerrem (1) aan te trekken, de handzwengel (2) met de klok mee draaien tot de weerstand voelbaar groter wordt.
Pagina 134
Bediening 9.17 Wielwiggen plaatsen 9.17 Wielwiggen plaatsen BPG000-065 De wielwiggen (1) beveiligen de machine tegen wegrollen. Aan de machine zijn 2 wielwiggen aangebracht. Om de machine tegen wegrollen te beschermen, naast de wielwiggen de parkeerrem gebruiken, Pagina 132. ü Machine is geplaatst op een horizontale en vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen.
Pagina 135
Bediening Binden handmatig beëindigen 9.19 9.19 Binden handmatig beëindigen BPG000-113 Een bindproces bestaat uit een omwenteling van de curveschijf (1). De knoperas bevindt zich in de ruststand, wanneer de looprol (2) van de bovennaald zich in de uitsparing van de curvebaan (1) van de knoperas bevindt. ü...
Pagina 136
Bediening 9.21 Beveiliging tegen onbevoegd gebruik demonteren/monteren Uitschakelen indrukken. Æ De weergave wisselt van naar 9.21 Beveiliging tegen onbevoegd gebruik demonteren/monteren De beveiliging dient als bescherming tegen onbevoegd gebruik na het parkeren van de machine. ü De machine is geparkeerd, Pagina 225.
Pagina 137
Bediening Werking van de machine zonder baalglijbaan 9.22 BPG000-114 ü De baalglijbaan is gedemonteerd. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De insteekverbinding (2) met de afsluitweerstand (1) tot stand brengen. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 138
De overeenkomstige gegevens vindt u in de technische documentatie van de bediening resp. op de apparaten zelf. KRONE - machines, die een ISOBUS-uitrusting hebben, zijn afgestemd op dit systeem. EQG000-057 De elektronische uitrusting van de machine bestaat in hoofdzaak uit de boordcomputer (1), de terminal (2) en de besturings- en functie-elementen.
Pagina 139
KRONE ISOBUS-terminal (CCI 800, CCI 1200) Terminal in- of uitschakelen 10.2 10.2 Terminal in- of uitschakelen EQ001-174 KRONE ISOBUS-Terminal CCI 1200 KRONE ISOBUS-Terminal CCI 800 Voordat voor het eerst wordt ingeschakeld, controleren of de aansluitingen correct zijn bevestigd en goed vastzitten.
Pagina 140
Voor meer gegevens over de functiewijze van het terminal de handleiding van het terminal in acht nemen. 10.4 Opbouw van de KRONE machinetoepassing EQG000-059 De KRONE machinetoepassing is in de volgende delen ingedeeld: BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 141
KRONE ISOBUS-terminal (CCI 800, CCI 1200) Opbouw van de KRONE machinetoepassing 10.4 Statusregel (1) De statusregel (1) geeft de actuele toestanden van de machine (afhankelijk van de uitvoering) aan, Pagina 146. Toetsen (2) De machine wordt door eht indrukken van de toetsen (2) via de touch-functie bediend, Pagina 147.
Pagina 142
KRONE terminal DS 500 11.1 Touchdisplay KRONE terminal DS 500 LET OP Doordat water in het terminal binnendringt, ontstaan storingen. Daardoor kan de machine niet meer veilig worden bediend. Het terminal tegen water beschermen. Als de machine langere tijd (bijv. 's winters) niet wordt gebruikt, moet het terminal in een droge ruimte worden bewaard.
Pagina 143
KRONE terminal DS 500 Opbouw DS 500 11.3 11.3 Opbouw DS 500 EQG003-110 De KRONE machinetoepassing is in de volgende delen ingedeeld: Statusregel (1) De statusregel (1) geeft de actuele toestanden van de machine (afhankelijk van de uitvoering) aan, Pagina 146. Toetsen (2) De machine wordt door eht indrukken van de toetsen (2) via de touch-functie bediend,...
Pagina 144
KRONE terminal DS 500 11.3 Opbouw DS 500 Toetsen (5) Alternatief wordt de machine door het indrukken van de toetsen (5) zonder de touch-functie bediend. Toetsen (6) Met de toetsen (6) kan het hoofdmenu of het werkscherm worden opgeroepen, foutmeldingen worden bevestigd en de helderheid worden ingesteld.
Pagina 145
Door de boordcomputer worden informatie en besturingsfuncties van de machine op het display van de externe ISOBUS-terminal beschikbaar gesteld. De bediening met een ISOBUS-terminal van een andere fabrikant is vergelijkbaar met die van de KRONE ISOBUS-terminal. Voor de inbedrijfstelling de werking van de KRONE-ISOBUS-terminal in de handleiding raadplegen.
Pagina 146
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen, Pagina 284. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de servicepartner van KRONE. 13.1 Statusregel INFO Gebruik een terminal met een resolutie van minder dan 480x480 pixels.
Pagina 147
Terminal – machinefuncties Toetsen 13.2 Symbool Aanduiding Toelichting Foutmelding is aanwezig Er zijn één of meer foutmeldingen. Bij uitvoering "display met touchscreen": Wanneer op dit symbool wordt gedrukt, gaat er een venster met wachtende fout- meldingen open, Pagina 284. Uitloopas geblokkeerd Uitloopas losgemaakt Inbrenger transporteert •...
Pagina 148
Terminal – machinefuncties 13.2 Toetsen Welke symbolen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de uitrusting van de machine. De volgende weergegeven symbolen zijn niet altijd beschikbaar. Symbool Aanduiding Toelichting Menuniveau van machine zie Pagina 163 oproepen Tweede pagina opvragen • Verschijnt uitsluitend bij terminals met minder dan 12 toetsen.
Pagina 149
Terminal – machinefuncties Toetsen 13.2 Symbool Aanduiding Toelichting Werklampen bedienen • Afhankelijk van de uitrusting van de machine worden in het display de volgende symbolen weergegeven. • Wanneer binnen ca. 5 seconden geen van de symbolen wordt bediend, wordt weer het symbool weergegeven.
Pagina 150
Terminal – machinefuncties 13.2 Toetsen Symbool Aanduiding Toelichting Messencassette/mes be- In het display worden de volgende symbo- dienen len weergegeven. zie Pagina 164 Messencassette heffen zie Pagina 165 Messencassette neerlaten zie Pagina 165 Mes naar binnen zwenken zie Pagina 165 Mes naar buiten zwenken zie Pagina 165 Symbool Aanduiding...
Pagina 151
Terminal – machinefuncties Toetsen 13.2 Symbool Aanduiding Toelichting ü Het aftakastoerental is groter/gelijk aan Invoer omkeren 600 min ü De invoer is gestopt. ü Het besturingsapparaat "Invoer omkeren" is met druk belast. • Als de eindstand van de invoer is bereikt, schakelt het systeem de omkering uit.
Pagina 152
Terminal – machinefuncties 13.3 Weergaven in het werkscherm 13.3 Weergaven in het werkscherm EQ001-043 Welke symbolen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de uitrusting van de machine. De volgende weergegeven symbolen zijn niet altijd beschikbaar. Symbool Aanduiding Toelichting Actuele perskracht in % •...
Pagina 153
Terminal – machinefuncties Weergaven in het werkscherm 13.3 Symbool Aanduiding Toelichting Richtingindicatie • De pijlen (links/rechts) tonen de bestuurder op welk moment hij bij het rijden over het zwad zijn rijrichting moet corrigeren om een gelijkmatige vulling van de perskamer te verkrijgen. •...
Pagina 154
Terminal – machinefuncties 13.3 Weergaven in het werkscherm Symbool Aanduiding Toelichting Messen naar binnen ge- zwenkt Messencassette neergela- Messencassette uitgetrok- Knoop uitgevoerd • Wordt gedurende korte tijd bij gemaakte knoop getoond. • Bij geactiveerd knopersignaal klinkt gedurende ca. 1 s een claxonsignaal, Pagina 177.
Pagina 155
Terminal – machinefuncties Weergaven in de infobalk 13.4 13.4 Weergaven in de infobalk EQ001-049 INFO De infobalk in het werkscherm kan individueel worden geconfigureerd, Pagina 204. Welke symbolen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de uitrusting van de machine. De volgende weergegeven symbolen zijn niet altijd beschikbaar. Symbool Aanduiding Toelichting...
Pagina 156
ISOBUS Shortcut Buttons te kunnen gebruiken, moet minstens een ISOBUS Shortcut Button aanwezig zijn. De ISOBUS Shortcut Button kan zowel in/op het terminals zijn geïntegreerd of als externe toets in het ISOBUS-systeem aanwezig zijn. De KRONE Machine Controller (KMC) leest de informatie uit of er in het ISOBUS-System een ISOBUS Shortcut Button aanwezig is.
Pagina 157
Terminal – machinefuncties Werkschermen oproepen 13.6 Wanneer de KRONE Machine Controller (KMC) geen ISOBUS Shortcut Button herkent, wordt het symbool bij het starten van het terminals weergegeven. ISOBUS shortcut button bedienen Wanneer de ISOBUS Shortcut-knop wordt bediend wordt een stop-commando via de ISOBUS gezonden. Dit commando wordt door de aangesloten ISOBUS-machine geëvalueerd om geactiveerde machinefuncties uit te schakelen.
Pagina 158
Terminal – machinefuncties 13.7 Automatisch oproepen van het scherm rijden op de weg EQ000-011 / EQ001-080 Uit elk menu ü Een menu is opgevraagd. langer indrukken. Uit het scherm van het rijden op de weg indrukken. Æ Bij het inschakelen van de terminal start de machine in handmatige modus met een gewenste persklepdruk van 50 bar.
Pagina 159
Terminal – machinefuncties In automatische modus wisselen 13.8 Het terminal wisselt na ongeveer 60 s automatisch in het scherm rijden op de weg wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: ü De baalglijbaan is omhoog bewogen. ü De messencassette is omhoog bewogen. ü...
Pagina 160
Terminal – machinefuncties 13.11 Werklampen aan-/uitschakelen 13.11 Werklampen aan-/uitschakelen indrukken. Æ Als de werklampen ingeschakeld zijn, wordt op het display het symbool weergegeven. Æ Als de werklampen uitgeschakeld zijn, wordt op het display het symbool weergegeven. Inschakelen indrukken. Æ...
Pagina 161
Terminal – machinefuncties Aanloophulp/invoer bedienen 13.13 13.13 Aanloophulp/invoer bedienen Door het symbool in te drukken, worden afhankelijk van de uitrusting van de machine in het display de symbolen = aanloophulp starten = Invoer omkeren en = Invoer starten weergegeven. 13.13.1 Aanloophulp inschakelen ü...
Pagina 162
Terminal – machinefuncties 13.13 Aanloophulp/invoer bedienen ü Het aftakastoerental is groter/gelijk aan 600 min ü De invoer is gestopt. Het besturingsapparaat ( ) bedienen. Om de invoer om te keren, indrukken en ingedrukt houden. ð Als de eindstand van de invoer is bereikt, schakelt het systeem de omkering uit. ð...
Pagina 163
Terminal – machinefuncties Perskleppen openen/sluiten 13.14 13.14 Perskleppen openen/sluiten Openen indrukken. Æ Het weergave wisselt van naar Sluiten indrukken. Æ Het weergave wisselt van naar 13.15 Baalglijbaan neerlaten ü De vergrendeling aan de perskleppen is geopend Pagina 126. WAARSCHUWING! Verhoogd gevaar voor letsel! Let er tijdens het neerlaten van de baalglijbaan op dat er geen personen in de gevarenzone (in het bijzonder achter de machine) aanwezig zijn.
Pagina 164
Terminal – machinefuncties 13.19 Knoper bedienen 13.19 Knoper bedienen Door het symbool in te drukken, worden in het display de symbolen = Knoper activeren = Actuele baallengte op nul terugzetten weergegeven. 13.19.1 Knoper activeren indrukken. Æ De symbolen worden weergegeven. ...
Pagina 165
Terminal – machinefuncties Messencassette/mes bedienen 13.20 13.20.1 Messencassette heffen indrukken. ð De symbolen worden weergegeven. Om de messencassette omhoog te bewegen, indrukken en ingedrukt houden. 13.20.2 Messencassette neerlaten indrukken. ð De symbolen worden weergegeven. Om de messencassette omlaag te bewegen, indrukken en ingedrukt houden.
Pagina 166
Terminal – machinefuncties 13.21 Invoer starten 13.21 Invoer starten ü Het aftakastoerental bedraagt minstens 600 o.p.m. indrukken. Æ In het display wordt het symbool weergegeven. Om de invoer te starten, indrukken. Æ Het weergave wisselt permanent van naar 13.22 Gewenste persklepdruk instellen (handmatige modus) LET OP Als een te hoge gewenste persklepdruk wordt ingesteld, kan de machine bij het persen...
Pagina 167
Terminal – machinefuncties Gewenste perskracht instellen (automatische modus) 13.23 13.23 Gewenste perskracht instellen (automatische modus) In de automatische modus wordt de druk automatisch aan de hand van de gemeten perswagenkracht ingesteld. De drukindicatie in het display kan sterk schommelen. De regeling werkt alleen als de inbrenger materiaal aan de zuiger toevoert.
Pagina 168
Terminal – machinefuncties 13.25 Machine via joystick bedienen 13.25 Machine via joystick bedienen 13.25.1 Auxiliary-functies (AUX) Er zijn terminals die de aanvullende functie "Auxiliary" (AUX) ondersteunen. Daarmee kunnen aan programmeerbare toetsen van de randapparatuur (bijv. joystick) functies van de aangesloten boordcomputer worden toegewezen. Aan een programmeerbare toets kunnen meerdere verschillende functies worden toegewezen.
Pagina 169
Terminal – machinefuncties Machine via joystick bedienen 13.25 INFO Bij de volgende voorbeelden is sprake van een aanbeveling. De belegging van de joystick kan aan de eigen wensen worden aangepast. Zie de handleiding van de fabrikant van het terminal voor meer informatie. Geadviseerde toewijzing van een WTK-joystick EQ001-149 BiG Pack 1290 HDP VC...
Pagina 170
Terminal – menu's 14.1 Menustructuur Terminal – menu's 14.1 Menustructuur De menustructuur bestaat naargelang de uitrusting van de machine uit de volgende menu's. Menu Ondermenu Aanduiding Knoper, zie Pagina 176 Correctiewaarde baallengte, zie Pagina 177 Knopersignaal, zie Pagina 177 Knopercontrole, zie Pagina 178 Blaasinterval knoperreiniging, zie Pagina 179 Blaastijd, zie Pagina 180...
Pagina 171
Terminal – menu's Menustructuur 14.1 Menu Ondermenu Aanduiding Externe inkuilmiddelinstallatie, zie Pagina 187 Uitloopas, zie Pagina 188 Messencassette, zie Pagina 189 10-1 Blaasinterval messencassettenreiniging, zie Pagina 190 10-2 Messencassette kalibreren, zie Pagina 191 10-3 Messencassette activeren/deactiveren, zie Pagina 194 10-4 Handmatige messencassettenreiniging, zie Pagina 195 10-5 Messencassette automatisch heffen/neerlaten active- ren/deactiveren, zie Pagina 196 Teller,...
Pagina 172
Terminal – menu's 14.2 Terugkerende symbolen Menu Ondermenu Aanduiding 14-4 Achtergrondkleur instellen, Pagina 206. 14-5 KRONE SmartConnect, zie Pagina 207 14-9 Omschakelen tussen terminals, zie Pagina 207 Instellingen, zie Pagina 208 15-1 Sensortest, zie Pagina 209 15-2 Actortest, zie Pagina 214 15-3 Software-info, zie Pagina 218 15-4 Foutenlijst, zie Pagina 218...
Pagina 173
Terminal – menu's Menuniveau oproepen 14.3 Symbool Aanduiding Toelichting Het menu zonder opslaan verlaten. Door langer indrukken wordt het eerder op- geroepen werkscherm opgeroepen. Op fabrieksinstelling terugzetten. Diskette De modus of waarde is opgeslagen. Plus De waarde verhogen. Minus De waarde verlagen. 14.3 Menuniveau oproepen EQG000-049...
Pagina 174
Terminal – menu's 14.4 Menu selecteren Symbool Aanduiding Menu 10 "Snijinrichting", zie Pagina 189 Menu 13 "Tellers", zie Pagina 197 Menu 14 "ISOBUS", zie Pagina 203 Menu 15 "Instellingen", zie Pagina 208 14.4 Menu selecteren Menu oproepen Het selecteren van de menu's is afhankelijk van de gebruikte terminal (met of zonder touchscreen).
Pagina 175
Terminal – menu's Waarde wijzigen 14.5 Menu verlaten of de toets ernaast indrukken. Æ Het menu wordt gesloten. 14.5 Waarde wijzigen Voor de instellingen in de menu's moeten waarden of teksten worden ingevoerd resp. gewijzigd. Het selecteren van de waarden is afhankelijk van het gebruikte terminal (touchscreen of geen touchscreen).
Pagina 176
Terminal – menu's 14.6 Modus wijzigen 14.6 Modus wijzigen In de afzonderlijke menu's kan tussen verschillende modi worden gekozen. Om de volgende modus op te roepen, indrukken. Om de vorige modus op te roepen, indrukken. Om op te slaan, indrukken.
Pagina 177
Terminal – menu's Menu 1 "Knoper" 14.7 Knopercontrole, zie Pagina 178 Blaasinterval knoperreiniging, zie Pagina 179 Blaastijd, zie Pagina 180 14.7.1 Menu 1-1 "Correctiewaarde baallengte" Door verschillende materiaaleigenschappen (bijv. stro, silage) kan de feitelijk baallengte afwijken van de ingestelde streefwaarde. Met de correctiewaarde kan de afwijking worden gecorrigeerd.
Pagina 178
Terminal – menu's 14.7 Menu 1 "Knoper" EQ001-005 / EQ001-060 ü Menu 1 "Knoper" is opgevraagd, Pagina 176. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Knopersignaal" aan. Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Er kan tussen twee modi worden gekozen: Symbool Aanduiding Toelichting...
Pagina 179
Terminal – menu's Menu 1 "Knoper" 14.7 EQ001-005 / EQ001-061 ü Menu 1 "Knoper" is opgevraagd, Pagina 176. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Knopercontrole" aan. Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Er kan tussen twee modi worden gekozen: Symbool Aanduiding Toelichting...
Pagina 180
Terminal – menu's 14.7 Menu 1 "Knoper" EQ001-005 / EQ001-062 ü Menu 1 "Knoper" is opgevraagd, Pagina 176. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Blaasinterval knoperreiniging" aan. Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Pos. Aanduiding Toelichting Aantal balen •...
Pagina 181
Terminal – menu's Menu 2 "Gevoeligheid richtingindicatie" 14.8 Weergavebereik Pos. Aanduiding Toelichting Blaastijd • In seconden. • Instelbaar waardenbereik: 0,5 - 8 s Info: Om te sterke drukdaling aan het perslucht- reservoir te voorkomen, wordt aangeraden eerst het blaasinterval te verkorten, Pagina 179. De waarde verhogen resp. verlagen, Pagina 175.
Pagina 182
Terminal – menu's 14.10 Menu 4 "Weeginrichting" 20 min 5 min EQG000-067 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 173. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Centrale smering" aan. Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Symbool Aanduiding Toelichting Smeerduur •...
Pagina 183
Terminal – menu's Menu 4 "Weeginrichting" 14.10 100.0 % 531 kg EQG001-000 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 173. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Weeginrichting" aan. Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Symbool Aanduiding Toelichting Correctiewaarde •...
Pagina 184
INFO Indien het grensbereik niet voldoende is om de weeginrichting af te stellen, neem dan contact op met de KRONE servicepartner. Weeginrichting op nul zetten Als bij een neergelaten baalglijbaan geen baal (gewicht) op de baalglijbaan ligt, maar een waarde (2) wordt weergegeven, moeten de sensoren B55 "Krachtsensor linksachter"...
Pagina 185
Terminal – menu's Menu 5 "Vochtmeting" 14.11 Vochtmeting, zie Pagina 184 Foutmelding bij vochtmeting, zie Pagina 185 Correctiewaarde voor vochtmeting, zie Pagi- na 186 14.11.1 Menu 5-1 "Foutmelding bij vochtmeting" De foutmelding 522078-15 "Vochtmeting bovenste grenswaarde" waarschuwt wanneer het oogstgoed te vochtig is, Pagina 288.
Pagina 186
Terminal – menu's 14.11 Menu 5 "Vochtmeting" Foutmelding deactiveren/activeren Om de foutmelding te deactiveren, indrukken. Æ De weergave op de toets wisselt van naar Om de foutmelding te activeren, indrukken. Æ De weergave op de toets wisselt van naar 14.11.2 Menu 5-2 "Correctiewaarde voor vochtmeting"...
Pagina 187
Terminal – menu's Menu 6 "Externe inkuilmiddelinstallatie" 14.12 Correctiewaarde instellen resp. indrukken tot de waarde (1) overeenkomt met de gemeten waarde. Om de waarde op te slaan, indrukken. Æ Het symbool wordt kort weergegeven. Æ De waarde is opgeslagen. 14.12 Menu 6 "Externe inkuilmiddelinstallatie"...
Pagina 188
Terminal – menu's 14.13 Menu 8 "Uitloopas" 14.13 Menu 8 "Uitloopas" In dit menu kan ingesteld zijn of en vanaf welke snelheid bij vooruit rijden de uitloopas automatisch door het systeem wordt geblokkeerd/ontgrendeld. ü Den machine heeft de uitvoering „Comfort 1.0“. ü...
Pagina 189
Terminal – menu's Menu 10 "Messencassette" 14.14 Weergavebereik Pos. Aanduiding Toelichting Snelheid • De ingestelde snelheid bij vooruit rijden vanaf welke het systeem de uitloopas blokkeert. • Wanneer de snelheid wordt bereikt, resp. overschreden, blokkeert het systeem de uitloopas • Wanneer de snelheid wordt onderschreden, ontgrendelt het systeem de uitloopas Eenheid •...
Pagina 190
Terminal – menu's 14.14 Menu 10 "Messencassette" Messencassette, zie Pagina 189 10-1 Blaasinterval messencassettenreiniging, zie Pagi- na 190 10-2 Messencassette kalibreren, zie Pagina 191 10-3 Messencassette activeren/deactiveren, zie Pagi- na 194 10-4 Handmatige messencassettenreiniging, zie Pagi- na 195 10-5 Messencassette automatisch heffen/neerlaten ac- tiveren/deactiveren, zie Pagina 196 14.14.1 Menu 10-1 "Blaasinterval messencassettenreiniging"...
Pagina 191
Terminal – menu's Menu 10 "Messencassette" 14.14 Weergavebereik Pos. Aanduiding Toelichting Aantal balen • Instelbaar waardenbereik: 0,5 - 3 balen. • Bij een instelling van 0,5 wordt de messencassette halverwege en aan het einde van de baal afgeblazen. De waarde verhogen resp. verlagen, Pagina 175.
Pagina 192
Terminal – menu's 14.14 Menu 10 "Messencassette" Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Symbool Aanduiding Toelichting Positie 1 Werkstand Positie 2 Positie vreemde objecten Positie 3 Onderhoudspositie Positie 4 Onderste positie van de messencassette ü De machine staat horizontaal op een stevige en egale ondergrond. ü...
Pagina 193
Terminal – menu's Menu 10 "Messencassette" 14.14 Messencassette in stand voor vreemde objecten (stand 2) brengen 10-2 1.0 - 1.6V 3.2 - 3.8V 4.0 - 4.5V 4.6 - 5.0V BP000-424 resp. indrukken, totdat de messencassette markering 2 bereikt. ð De stand voor vreemde objecten is bereikt, wanneer de onderkant van de beugel van het portaalframe (1) evenwijdig aan markering 2 van de instelplaat staat.
Pagina 194
Terminal – menu's 14.14 Menu 10 "Messencassette" Messencassette in onderste stand (stand 4) brengen 10-2 1.0 - 1.6V 3.2 - 3.8V 4.0 - 4.5V 4.6 - 5.0V BP000-426 resp. indrukken, totdat de messencassette markering 4 bereikt. ð De hydraulische cilinders zijn volledig naar buiten bewogen. ð...
Pagina 195
Terminal – menu's Menu 10 "Messencassette" 14.14 Weergavebereik Er kan tussen 2 modi worden gekozen: Symbool Aanduiding Toelichting Messencassette geacti- Moet geactiveerd zijn, wanneer de mes- veerd sencassette is gemonteerd. Modus 1/2 Messencassette gedeacti- Moet gedeactiveerd zijn, wanneer de mes- veerd sencassette is afdemonteerd.
Pagina 196
Terminal – menu's 14.14 Menu 10 "Messencassette" Symbool Aanduiding Toelichting Handmatige messencas- Linkerzijde van de machine settenreiniging gedeacti- De persluchtaansluiting "AIR" (zie Pagi- veerd na 52) is gedeactiveerd. Modus 1/2 Rechterzijde van de machine De persluchtaansluiting onder de touwkast (zie Pagina 52) is gedeactiveerd. Handmatige messencas- Linkerzijde van de machine settenreiniging geactiveerd...
Pagina 197
Terminal – menu's Menu 13 "Tellers" 14.15 Symbool Aanduiding Toelichting Messencassette automa- • Moet geactiveerd zijn wanneer de tisch omhoog/omlaag be- messencassette bij oogstgoedblokkades wegen geactiveerd in de snijrotor automatisch omlaag en na het verhelpen van de Modus 1/2 oogstgoedblokkade weer automatisch omhoog moet bewegen.
Pagina 198
Terminal – menu's 14.15 Menu 13 "Tellers" 14.15.1 Menu 13-1 "Klantenteller" 13-1 NAME 1 NAME 2 NAME 3 NAME 4 NAME 5 EQ001-008 / EQ001-070 ü Het menu 13 "Tellers" is opgeroepen Pagina 197. Om het menu te openen, indrukken. Æ...
Pagina 199
Terminal – menu's Menu 13 "Tellers" 14.15 ð Een invoervenster wordt geopend. Voer de naam in via het toetsenveld. Om de naam op te slaan, indrukken. Om het invoervenster zonder opslaan te verlaten, indrukken. Klantenteller activeren ü De detailteller is opgeroepen. ...
Pagina 200
Terminal – menu's 14.15 Menu 13 "Tellers" Symbool Aanduiding Aantal balen verlagen Teller "Ongesneden balen" opvragen Teller "Gesneden balen" opvragen Weergavebereik detailteller Symbool Aanduiding Toelichting Geselecteerde klantentel- • Hier klantenteller 1 • Meer informatie Pagina 198. Teller "Balen totaal" Aantal van alle balen Teller "Ongesneden balen"...
Pagina 201
Terminal – menu's Menu 13 "Tellers" 14.15 Aantal balen wijzigen resp. indrukken tot de klantenteller is gekozen. De geselecteerde klantenteller moet niet geactiveerd zijn. Teller "Ongesneden balen" wijzigen indrukken. Om het aantal balen te verlagen, indrukken. Æ Gelijktijdig worden gewijzigd: •...
Pagina 202
Terminal – menu's 14.15 Menu 13 "Tellers" ü Het hoofdmenu 13 "Teller" is opgeroepen, Pagina 197. Om het menu te openen, indrukken. ð Het display geeft het menu "Totaalteller" aan. Weergavebereik Symbool Aanduiding Toelichting Teller "Totaal aantal balen" Teller "Ongesneden balen" Bij uitvoering "Snijinrichting": Aantal ongesneden balen Teller "Gesneden balen"...
Pagina 203
Menu Ondermenu Aanduiding ISOBUS, zie Pagina 203 14-2 Diagnose rijsnelheid/rijrichting, zie Pagina 204 14-3 Hoofdvenster configureren, zie Pagina 204 14-4 Achtergrondkleur instellen, Pagina 206. 14-5 KRONE SmartConnect, zie Pagina 207 14-9 Omschakelen tussen terminals, zie Pagina 207 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 204
Terminal – menu's 14.16 Menu 14 "ISOBUS" 14.16.1 Menu 14-2 "Diagnose rijsnelheid-/rijrichting" 14-2 <--- 0 25,5 km/h 540 UPM EQG000-065 ü Het menu 14 "ISOBUS" is opgevraagd, Pagina 203. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Diagnose rijsnelheid-/rijrichting" aan. Weergavebereik Symbool Aanduiding...
Pagina 205
Terminal – menu's Menu 14 "ISOBUS" 14.16 14-3 EQ001-077 / EQ001-078 ü Het menu 14 "ISOBUS" is opgevraagd, Pagina 203. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Hoofdvenster configureren” aan. Terugkerende symbolen Pagina 172. Weergavebereik Symbool Aanduiding Toelichting Volgende weergave-ele-...
Pagina 206
Terminal – menu's 14.16 Menu 14 "ISOBUS" Symbool Aanduiding Toelichting Actuele vochtigheidsgraad van het oogstgoed Baalgewicht Gewicht van de laatst gewogen baal Actueel gemiddeld gewicht Het getal ernaast geeft de geselecteerde van gewogen balen klantenteller aan (in het voorbeeld klanten- teller 19).
Pagina 207
• Trekkerparkeerlicht uit, achtergrondkleur wit. Modus wijzigen De modus oproepen en opslaan, Pagina 176. 14.16.4 Menu 14-5 "KRONE SmartConnect" In dit menu kunnen de toegangsgegevens voor de KRONE SmartConnect (KSC) worden bekeken. 14-5 WLAN-NAME: 00011501 WLAN-KEY: afbb2bfac5 PRODUCT-CODE: C0060000600011501 EQG000-064 ü...
Pagina 208
Terminal – menu's 14.17 Menu 15 "Instellingen" Bij een nieuwe start probeert het systeem het laatst gebruikte terminal te starten. Wanneer het laatst gebruikte terminal niet meer beschikbaar is, (bijv. omdat het gedemonteerd werd) vertraagt de nieuwe start omdat het systeem een nieuw terminal zoekt en de specifieke menu's in het terminal laadt.
Pagina 209
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 14.17 Instellingen, zie Pagina 208 15-1 Sensortest, zie Pagina 209 15-2 Actortest, zie Pagina 214 15-3 Software-info, zie Pagina 218 15-4 Foutenlijst, zie Pagina 218 14.17.1 Menu 15-1 "Sensortest" WAARSCHUWING Gevaar voor letsel in de gevarenzone van de machine Wanner tijdens de sensortest de aftakas loopt, kunnen machinedelen ongewenst gaan bewegen.
Pagina 210
Terminal – menu's 14.17 Menu 15 "Instellingen" Symbool Aanduiding Toelichting De vorige sensor selecteren De volgende sensor selecte- Menu verlaten Instelwaarde voor inductieve naderingsschakelaar (NAMUR): In het bovenste deel van de balkindicatie wordt de minimale en maximale instelwaarde bij contact (metaal voor de sensor) weergegeven. De actuele instelwaarde (werkelijke waarde) wordt onder de balkindicatie weergegeven.
Pagina 211
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 14.17 BMK Sensor Aanduiding Baalglijbaan onder Baaluitworp Naaldtrekstang rechts Baaluitwerper Sterwiel Persklepdruk Krachtsensor links Krachtsensor rechts Toerental pick-up Baal op weegschaal Positie pick-up Messencassette actief Aandrukkracht transportwals Toerental aftakas Toerental transportwals Messen actief Messen inactief Messencassette samen BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 213
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 14.17 Symbool Aanduiding Kortsluiting Uitloopas geblokkeerd Uitloopas losgemaakt Diagnose toets Als de toets is ingedrukt, moet de balk zich in het onderste gemarkeerde gedeelte van de balkindicatie bevinden. Als de toets niet is ingedrukt, moet de balk zich in het bovenste gemarkeerde gedeelte van de balkindicatie bevinden.
Pagina 214
Terminal – menu's 14.17 Menu 15 "Instellingen" Toets Aanduiding Baalglijbaan neerlaten Messen actief Messen inactief 14.17.2 Menu 15-2 "Actortest" WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines Wanneer de veiligheidsroutine niet in acht wordt genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.
Pagina 215
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 14.17 Mogelijke actoren (afhankelijk van uitvoering van machine) Actor Aanduiding Voorstuurventiel 1 Voorstuurventiel 2 Baalglijbaan zuigeroppervlak Baalglijbaan ringoppervlak Baaluitwerper zuigeroppervlak Baaluitwerper ringoppervlak Messencassette zuigeroppervlak Messencassette ringoppervlak Maak de perskleppen los Drukbegrenzingsventiel perskleppen Koppeling transportwals Veiligheidsventiel transportwals Transportwals sluiten Aanloophulp...
Pagina 216
Terminal – menu's 14.17 Menu 15 "Instellingen" Actor Aanduiding Reiniging 2 Centrale smeerinstallatie Motor knoperactivering Inkuilmiddelinstallatie XA10 Actor Aanduiding Zwaailicht achter Zwaailicht rechts Verlichting pick-up Werklamp achterzijde links Werklamp achterzijde rechts E6/E7 E6/E7 E6= Verlichting knopertafel E7= Verlichting ondertouw E8/E9 E8/E9 E8= Verlichting touwkast rechts E9= Verlichting touwkast links...
Pagina 217
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 14.17 Diagnose digitale actoren 15-2 state: 2 EQG000-019 Fouten worden alleen weergegeven als de actor ingeschakeld is en voor de actor een test mogelijk is. Er kan ook rechtstreeks op de actor de LED aan de stekker worden gecontroleerd. ...
Pagina 218
Terminal – menu's 14.17 Menu 15 "Instellingen" Diagnose motoren 15-2 state: 2 EQG000-053 Om de functie uit te voeren, indrukken. Om de functie uit te voeren, indrukken. 14.17.3 Menu 15-3 "Software-info" 15-3 SW: D2515020084300000 0D0 EQG000-016 ü Menu 15 "Instellingen" is opgevraagd, Pagina 208.
Pagina 219
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 14.17 15-4 KMC - 520192- 19 CAN1 1475 min EQG000-060 ü Menu 15 "Instellingen" is opgevraagd, Pagina 208. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Foutenlijst" aan. Weergavebereik 15-4 15-4 KMC - 520192- 19 KMC - 520192- 19...
Pagina 220
Terminal – menu's 14.17 Menu 15 "Instellingen" Afzonderlijke storingen wissen Alleen niet actieve storingen (grijze achtergrond) kunnen worden gewist. Om de te wissen storing te selecteren, resp. indrukken. Om de storing te wissen, indrukken. Alle storingen wissen Alleen niet actieve storingen (grijze achtergrond) kunnen worden gewist. ...
Pagina 221
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het rijden op de weg 15.1 Rijden en transport WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. ...
Pagina 222
Rijden en transport 15.2 Verlichting voor rijden op de weg controleren ü De besturingsapparaten op de trekker bevinden zich in de neutrale stand en zijn vergrendeld. ü De rem functioneert correct. ü De verlichting voor het rijden op de weg is gecontroleerd en functioneert correct, Pagina 105.
Pagina 223
Rijden en transport Uitloopas instellen 15.3 Achteruitrijden Bij uitvoering "Comfort 1.0" : De wielen van de uitloopas recht zetten (zie Pagina 222) en de uitloopas blokkeren (zie Pagina 223). Uitloopas blokkeren/losmaken Werking van de machine met LS (Load-Sensing-aansluiting) Blokkeren indrukken. ð Het symbool knippert tot de uitloopas geblokkeerd is. Æ...
Pagina 224
Rijden en transport 15.4 Persluchtrem voor het rangeren van de machine losmaken 15.4 Persluchtrem voor het rangeren van de machine losmaken WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij het rangeren van de machine zonder aangesloten persluchtinstallatie Een machine zonder aangesloten persluchtrem verliest de remeigenschappen. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 225
Rijden en transport Machine parkeren 15.6 ü Bij uitvoering "Comfort 1.0" : De uitloopas is geblokkeerd, Pagina 223. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De machine van de trekker loskoppelen, Pagina 225. Æ De hydraulische rem is gelost en de machine kan worden gerangeerd. 15.6 Machine parkeren WAARSCHUWING...
Pagina 226
Rijden en transport 15.7 De machine voorbereiden voor het transport Bij uitvoering "Trekoog": De aanhangerinrichting volgens de handleiding van de trekkerfabrikant losmaken. De trekker voorzichtig wegrijden. De beveiliging tegen onbevoegd gebruik monteren en de sleutel veilig bewaren, Pagina 136.
Pagina 227
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het transport 15.7 15.7.2 Tastwielen aan de pick-up beveiligen BPG000-135 Rechterzijde en linkerzijde machine ü De pick-up is opgetild en via de afsluitkraan geborgd, Pagina 125. Een kabelbinder (4) door de boring (2) en het frame van het tastwiel (3) steken. ...
Pagina 228
Rijden en transport 15.7 De machine voorbereiden voor het transport Aanslagpunten BPG000-079 1 Aanslagpunt dissel linksvoor 3 Aanslagpunt stand rechts 2 Aanslagpunt stand links 4 Aanslagpunt dissel rechtsvoor Een hefgereedschap met een minimum draagvermogen (afhankelijk van het toegestane totaal gewicht van de machine) gebruiken, zie typeplaatje op de machine, Pagina 55.
Pagina 229
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het transport 15.7 Sjorpunten aan de machine BPG000-078 1 Sjorpunt dissel linksvoor 4 Sjorpunt dissel rechtsvoor 2 Sjorpunt asdrager linksachter 5 Transporttrekoog (bij levering) 3 Sjorpunt asdrager rechtsachter BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 230
Instellingen 16.1 Werkhoogte van de pick-up instellen Instellingen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 17.
Pagina 231
Instellingen Werkhoogte van de pick-up instellen 16.1 16.1.1 Dieptebegrenzer instellen BPG000-070 Werkhoogte verhogen Werkhoogte verlagen Neerlaten van de pick-up begrenzen ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De werkhoogte van de pick-up is ingesteld, Pagina 230. ü Om de pick-up te beschermen tegen onbedoeld neerlaten, de afsluitkraan sluiten, Pagina 125.
Pagina 232
Instellingen 16.2 Steundruk van de tastwielen instellen 16.2 Steundruk van de tastwielen instellen BP000-445 De fabrieksinstelling voor de pick-up bedraagt X=50 mm. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De beschermplaat van de pick-up openen. De contramoer (3) losmaken. ...
Pagina 233
Instellingen Gewasgeleiderol instellen 16.3 Veel oogstgoed Ketting korter inhangen. Gewasgeleiderol hangt hoger. Minder oogstgoed Ketting langer inhangen. Gewasgeleiderol hangt lager. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De hoogte van gewasgeleiderol (1) zo instellen dat de omlaaghouder (2) permanent over het zwad loopt.
Pagina 234
Instellingen 16.4 Knoperasrem instellen 16.4 Knoperasrem instellen BPG000-052 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De veren (1) zo ver voorspannen tot de maat X=19 mm bedraagt. 16.5 Touwrem bij de touwkast instellen BPG000-055 De touwremmen (1) bevinden zich in de touwkasten. De touwremmen (1) houden de boventouwen van de touwkast tot aan de bovenste touwremmen resp.
Pagina 235
Instellingen Touwspanning aan boventouw controleren of instellen 16.6 16.6 Touwspanning aan boventouw controleren of instellen BP000-193 De touwspanning richt zich naar het gekozen perstouw en moet gecontroleerd worden. Een te hoog ingestelde touwspanning kan knoperstoringen veroorzaken en de betroffen onderdelen belasten.
Pagina 236
Een te hoog ingestelde touwspanning kan knoperstoringen veroorzaken en de betroffen onderdelen belasten. De fabrieksinstelling geldt voor KRONE Original perstouwen met een looplengte van 100-130 m/kg. Als een perstouw met een andere looplengte wordt gebruikt en knoperfouten optreden, moet de touwrem worden ingesteld.
Pagina 237
Instellingen Knoperblazer instellen 16.9 BPG000-116 De volgende snijlengten zijn afhankelijk van de positie van de kiesschijf (3) mogelijk: Positie van de selectieschijf Aantal messen Snijlengte 5 messen 176 mm 12 messen 88 mm 25 messen 44 mm 26 messen 44 mm 51 messen 22 mm ü...
Pagina 238
Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsroutines worden gelezen en opgevolgd, Pagina 30. INFO Wanneer bij onderhoudswerkzaamheden nieuwe onderdelen moeten worden besteld, alleen originele KRONE-vervangingsonderdelen gebruiken. 17.1 Onderhoudstabel 17.1.1 Onderhoud – voor het seizoen Oliepeil controleren Hoofdaandrijving zie Pagina 276...
Pagina 239
Pagina 253 Brandblusser controleren zie Pagina 255 Hydraulische slangen op lekkage controleren zie Pagina 273 en indien nodig door KRONE servicepartner laten wisselen Elektrische verbindingskabels controleren en indien nodig door een KRONE servicepartner laten repareren of wisselen Binden met de hand activeren en met de hand •...
Pagina 240
De schroefverbindingen op het trekoog vast- zie Pagina 261 draaien Wielmoeren aanhalen zie Pagina 254 Bandenspanning controleren zie Pagina 254 Remsteller van de reminstallatie door KRONE servicepartner laten controleren Hydraulische slangen op lekkage controleren zie Pagina 273 en indien nodig door KRONE servicepartner laten wisselen 17.1.4...
Pagina 241
Pagina 277 Distributiekast zie Pagina 278 Aandrijving knoperblazer zie Pagina 280 Verdichter zie Pagina 283 Componenten Remsteller van de reminstallatie door KRONE servicepartner laten controleren Brandblusser controleren zie Pagina 255 17.1.8 Onderhoud - om de 2 jaar Componenten Persluchtreservoir door KRONE servicepart- ner laten controleren...
Pagina 242
Onderhoud - algemeen 17.2 Aandraaimomenten 17.2 Aandraaimomenten Afwijkende aandraaimomenten Alle schroefverbindingen moeten principieel met de hierna vermelde aandraaimomenten worden vastgedraaid. Afwijkingen van de tabel zijn overeenkomstig gemarkeerd. Metrische draadschroeven met normaal schroefdraad INFO De tabel geldt niet voor verzonken schroeven met binnenzeskant wanneer de verzonken schroef over de binnenzeskant wordt aangehaald.
Pagina 243
Onderhoud - algemeen Aandraaimomenten 17.2 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad DV000-001 Maat schroefdraad Sterkteklasse op de boutkop Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5 M20x1,5 M24x2 1121 1312 M27x2 1148 1635 1914 M30x1,5 2100 2650 Metrische draadschroeven met verzonken kop en binnenzeskant INFO De tabel geldt alleen voor verzonken schroeven met binnenzeskant en metrische schroefdraad die via de binnenzeskant worden aangedraaid.
Pagina 244
Onderhoud - algemeen 17.2 Aandraaimomenten Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) Sluitschroeven aan aandrijvingen INFO De aandraaimomenten gelden alleen voor de montage van sluitschroeven, kijkglazen, be-/ ontluchtingsfilters in aandrijvingen met gietijzeren, aluminium en stalen behuizingen. Onder het begrip sluitschroef vallen de aftapschroef, de controleschroef, de be- en ontluchtingsfilters.
Pagina 245
Onderhoud - algemeen Messen controleren/vervangen 17.3 Schroef- Sluitschroef en kijkglas met koperen Ontluchtingsventiel van messing draad ring Beluchtingsfilter/ontluchtingsfilter Beluchtingsfilter/ontluchtingsfilter van van messing staal in staal en giet- in aluminium in staal en gietwerk in aluminium werk Maximaal aandraaimoment (Nm) (± 10%) G1“...
Pagina 246
Onderhoud - algemeen 17.3 Messen controleren/vervangen Messencassette uittrekken BP000-428 De vergrendeling (1) loszetten, het slangenpakket (2) uitnemen en naar voren plaatsen. Om de messencassette via de handgreep (4) uit te trekken, de vergrendelingshendel (3) ontgrendelen en de messencassette naar de zijkant tot aan de aanslag uittrekken. ð...
Pagina 247
Onderhoud - algemeen Messen controleren/vervangen 17.3 BP000-429 Erop letten dat de messencassette achter (1) via de vergrendelingshendel (7) wordt vergrendeld. Om de enkelmesbeveiliging (6) te ontgrendelen, aan de vergrendelingsbout (3) trekken en vasthouden en met behulp van het hulpgereedschap (2) de enkelmesbeveiliging (6) van positie ...
Pagina 248
Onderhoud - algemeen 17.3 Messen controleren/vervangen Messencassette inschuiven BP000-430 De messenkam (10) omlaag zwenken. Via visuele controle vaststellen of de schroefverbinding (6) van de messencassette in het langgat van de messenkam (10) ligt. Om de enkelmesbeveiliging (9) te vergrendelen, de enkelmesbeveiliging (9) met behulp van het hulpgereedschap (8) van positie ...
Pagina 249
17.4 Messen slijpen INFO KRONE adviseert voor het slijpen van de messen het gebruik van de KRONE messenslijper. Neem contact op met uw KRONE vakhandelaar. Zie handleiding van de externe messenslijper voor meer informatie. Correct geslepen scherpe messen reduceren het brandstofverbruik en de slijtage aan de componenten van de snijinrichting.
Pagina 250
Onderhoud - algemeen 17.6 Messenkam reinigen BP000-487 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Het hulpgereedschap (4) op de enkelmesbeveiliging (3) steken. Om de messen (1) naar buiten te zwenken, aan de borgpen (5) trekken en vasthouden en het hulpgereedschap (4) naar rechts draaien tot de messen (1) onder het portaal (2) zichtbaar zijn.
Pagina 251
Onderhoud - algemeen Machine reinigen 17.7 De messencassette (2) inschuiven, Pagina 248. De trekkermotor starten. De messencassette (2) via de externe toetsen in de werkstand heffen, Pagina 128. Wanneer de machine met naar binnen gezwenkte messen moet worden gebruikt, de messen via de externe toetsen naar binnen zwenken, Pagina 128.
Pagina 252
Onderhoud - algemeen 17.8 Aandrijfkettingen van de pick-up controleren/spannen De aandrijfketting van de transportwals (4) bevindt zich aan de rechter machinezijde. In de fabriek is de veer (1) vooringesteld op de maat X = 100 mm. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30.
Pagina 253
Onderhoud - algemeen Riembescherming demonteren/monteren 17.9 De aandrijfketting van de tandenrotor (4) bevindt zich aan de rechter en linker machinezijde. In de fabriek is de veer (1) vooringesteld op de maat X = 60 mm. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30.
Pagina 254
Banden visueel controleren De banden op sneden en breuken visueel controleren. Æ Wanneer er sneden of breuken in de banden aanwezig zijn, de banden door een KRONE servicepartner laten repareren of wisselen. Onderhoudsintervallen voor visueel controleren van de banden, Pagina 238.
Pagina 255
Onderhoud - algemeen Beschermplaat van de pick-up-aandrijving demonteren/monteren 17.12 Schroefdraad Sleutelwijdte Aantal bouten Maximaal aandraaimoment per naaf zwart gegalvaniseerd M20x1,5 27 mm 8 stuks 380 Nm 420 Nm M20x1,5 30 mm 8 stuks 380 Nm 420 Nm M22x1,5 32 mm 8/10 stuks 510 Nm 560 Nm...
Pagina 256
Onderhoud - algemeen 17.14 Condenswater aftappen uit het persluchtreservoir Ervoor zorgen dat het zegel op de bluskop en het veiligheidsloodje niet defect zijn of ontbreken. Ervoor zorgen dat de handleiding op het typeplaatje van de brandblusser (1) leesbaar is en naar buiten wijst.
Pagina 257
Via visuele controle vaststellen of het ontwateringsventiel (2) niet defect of vervuild is. Æ Wanneer het ontwateringsventiel (2) defect is en niet meer afdicht, het ontwateringsventiel (2) onmiddellijk door een KRONE servicepartner laten vervangen. Æ Wanneer het ontwateringsventiel (2) vervuild is, het ontwateringsventiel (2) reinigen.
Pagina 258
Onderhoud - algemeen 17.18 Slijtagegrens aan trekoog 40 controleren BPG000-001 De frictiekoppeling (2) bevindt zich aan het vliegwiel (3). ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Wrijfbekledingen controleren/vervangen De wrijfbekledingen (5) op vier plaatsen van de omtrek op gelijkmatige slijtage controleren. Æ...
Pagina 259
ü De machine is geparkeerd, Pagina 225. Maat X bepalen. Wanneer de slijtagegrens (zie tabel) maat X wordt overschreden, moet het trekoog (1) door een KRONE servicepartner worden vervangen. 17.19 Slijtagegrens aan trekoog 50 controleren BP000-524 Bij het overschrijden van de slijtagegrens (zie tabel) en/of bij beschadigingen moet het trekoog (1) worden vervangen.
Pagina 260
23,0 mm ü De machine is geparkeerd, Pagina 225. De maten X,Y,Z bepalen. Wanneer een slijtagegrens (zie tabel) maat X,Y,Z wordt overschreden, moet het trekoog (1) door een KRONE servicepartner worden vervangen. 17.22 Slijtagegrens aan kogelkoptrekoog, [aanbouwcategorie 4] controleren BP000-527 Bij het overschrijden van de slijtagegrens (zie tabel) en/of bij beschadigingen moet het trekoog (1) worden vervangen.
Pagina 261
ü De machine is geparkeerd, Pagina 225. De maten X,Y,Z bepalen. Wanneer een slijtagegrens (zie tabel) maat X,Y,Z wordt overschreden, moet het trekoog (1) door een KRONE servicepartner worden vervangen. 17.23 De schroefverbindingen op het trekoog vastdraaien BP000-528 Het vastdraaien van de schroefverbindingen (1) aan trekogen wordt aan het voorbeeld van een kogelkoptrekoog beschreven.
Pagina 262
Onderhoud - smering 18.1 Tussenas smeren Onderhoud - smering WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 17.
Pagina 263
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 18.2 DVG000-001 Volg de handleiding van de fabrikant van de tussenas goed op. De tussenas reinigen. De tussenas in de afstanden die in de volgende tabel met smeerintervallen zijn aangegeven met een multifunctioneel vet smeren. Voor een lijst met te gebruiken smeervetten, Pagina 72.
Pagina 264
Onderhoud - smering 18.2 Smeerschema – machine BP000-502 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 265
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 18.2 Elke 10 bedrijfsuren BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 266
Onderhoud - smering 18.2 Smeerschema – machine BP000-453 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 267
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 18.2 Elke 50 bedrijfsuren BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 268
Onderhoud - smering 18.2 Smeerschema – machine Linker machinezijde BP000-485 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 269
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 18.2 Elke 200 bedrijfsuren BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 270
Onderhoud - smering 18.2 Smeerschema – machine Rechter machinezijde BP000-456 BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 271
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 18.2 Elke 200 bedrijfsuren ) Om het dubbele scharnier te smeren, de beschermplaat demonteren, Pagina 255. ) Om de boogtandkoppeling te smeren, de riembescherming demonteren, Pagina 253. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 272
Onderhoud - hydrauliek Onderhoud - hydrauliek WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 17.
Pagina 273
Onderhoud - hydrauliek Hydraulische slangen controleren 19.1 19.1 Hydraulische slangen controleren Hydraulische slangen zijn onderhevig aan natuurlijke veroudering. Daardoor is de gebruiksduur begrensd. De aanbevolen gebruiksduur bedraagt 6 jaar, daarin inbegrepen is een maximale opslagduur van hoogstens 2 jaar. De fabricagedatum is op de hydraulische slangen afgedrukt. Bij de controle van de hydraulische slangen moeten de landspecifieke voorschriften (bijv.: BGVU) in acht worden genomen.
Pagina 274
Onderhoud - hydrauliek 19.4 Filterelement aan hogedrukfilter vervangen De oliepeilstok (1) erin schuiven. ð Wanneer het oliepeil onder de markering "min." wordt aangegeven: de olie via de vulboring bijvullen. Het oliepeil controleren. Olie verversen ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. ...
Pagina 275
Onderhoud - hydrauliek Filterelement aan hogedrukfilter vervangen 19.4 Filterelement vervangen BP000-669 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, Pagina 31. ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. Het hydraulische systeem drukloos schakelen. Het filteronderstuk (5) van het filterkopstuk (1) losschroeven. ...
Pagina 276
Onderhoud – transmissie 20.1 Hoofdaandrijving Onderhoud – transmissie WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 17.
Pagina 277
Onderhoud – transmissie Inbrengeraandrijvingen 20.2 Olie verversen ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. De sluitschroef van de olievulboring (1) demonteren. De aftapschroef (3) demonteren en olie aftappen. De aftapschroef (3) monteren, aandraaimoment Pagina 244. Nieuwe olie via de olie-vulboring (1) tot het midden van het kijkglas (2) bijvullen. ...
Pagina 278
Onderhoud – transmissie 20.3 Distributiekast 20.3 Distributiekast INFO De oliepeilcontrole en de oliewissel controleren terwijl de machine horizontaal staat. Gebruik als referentie de onderkant van de asdrager. BPG000-119 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, Pagina 31.
Pagina 279
Onderhoud – transmissie Aandrijving snijinrichting onderdeel 20.5 BPG000-120 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, Pagina 31. Oliepeil controleren De afsluitschroef van de controleboring (1) demonteren. ð Wanneer de olie tot de controleboring (1) reikt: ...
Pagina 280
Onderhoud – transmissie 20.6 Aandrijving knoperblazer BPG000-121 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, Pagina 31. Oliepeil controleren De afsluitschroef van de controleboring (1) demonteren. ð Wanneer de olie tot de controleboring (1) reikt: De afsluitschroef van de controleboring (1) monteren, aandraaimoment Pagina 244.
Pagina 281
Onderhoud – transmissie Aandrijving knoperblazer 20.6 BP000-451 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, Pagina 31. Oliepeil controleren: Het oliepeil moet tot aan midden van het kijkglas (2) reiken. Wanneer de olie niet tot het midden van het kijkglas (2) reikt: ...
Pagina 282
Onderhoud – compressor 21.1 Filterelement op compressor reinigen/wisselen Onderhoud – compressor BPG000-124 De verdichter (2) bevindt zich tussen de disselstangen. De verdichter (2) wordt aangedreven door een op het vliegwiel gemonteerde V-snaarschijf (4) en de V-snaar (1). De spanning van de V-snaar (1) kan worden gewijzigd door de verdichters (2) in de langgaten (3) te verschuiven.
Pagina 283
Onderhoud – compressor Oliepeil controleren en olie verversen aan de verdichter 21.2 Het filterpatroon (4) monteren. Het deksel (5) op het luchtfilter (1) zetten en met de vasthoudbeugels (3) borgen. Visueel controleren of het deksel (4) met het luchtfilter (1) dicht afsluit. 21.2 Oliepeil controleren en olie verversen aan de verdichter BPG000-126...
Pagina 284
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen, Pagina 288. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de klantenservice van KRONE. KMC - 520192- 19 CAN1 EQG000-034 Indien aan de machine een storing optreedt, geeft het display een foutmelding weer.
Pagina 285
Storing, oorzaak en oplossing Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 22.1 Opbouw van een foutmelding De foutmelding is volgens het volgende patroon opgebouwd: bijv. foutmelding "520192-19 " CAN1 520192 CAN1 SPN (Suspect Parameter FMI=soort fout, zie Pagi- Symbool Number) = storingsnummer na 285 Foutmelding bevestigen ...
Pagina 286
De gegevens wijken naar beneden af. Aan de voorwaarde is voldaan. 22.1.2 Overzicht besturingsapparaaten BPG000-074 Kentekening bedrijfsmiddelen (BMK): Aanduiding Aanduiding KRONE Machine Controller (KMC) Krachtmeetversterker voor weegin- richting (FMA2) Vochtsensor (RMS) Verdeler centrale elektriciteit Krachtmeetversterker voor pers- krachtregeling (FMA1) BiG Pack 1290 HDP VC...
Pagina 287
Storing, oorzaak en oplossing Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 22.1 22.1.3 Overzicht zekeringen De "Printplaat centraal elektrisch systeem" bevindt zich in de verdeler centraal elektrisch systeem, Pagina 52. BP000-473 Aanduiding Aanduiding A40.F1 KMC UB1 A14.F10 KMC UB5 A40.F2 KMC UB2 A14.F11 KMC UB4 A40.F3 KMC UB3...
Pagina 288
Storing, oorzaak en oplossing 22.1 Storingen van het elektrisch systeem/elektronica Voordat er contact opgenomen wordt met de leverancier, de volgende informatie over de foutmelding verzamelen: Het in het display weergegeven foutnummer met de FMI (zie Pagina 285) noteren. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30.
Pagina 289
Foutenlijst Softwareversie: D2515020084300015_000 Besturingsapparaat: KMC...
Pagina 290
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-520194-19 CAN 3 - CAN-storing tussen CAN-storing tussen besturingsapparaten besturingsapparaten op CAN 3 KMC-520195-19 CAN 4 - CAN-storing tussen CAN-storing tussen besturingsapparaten besturingsapparaten op CAN 4 KMC-520198-12 Besturingsapparaat - Interne fout Interne fout in het besturingsapparaat die door defecte software of hardware werd geactiveerd.
Pagina 291
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-521103-3 Spanningsgroep UB4 - Overspanning Ingangsspanning van de betreffende spanningsgroep te hoog KMC-521103-4 Spanningsgroep UB4 - Ingangsspanning van de betreffende Onderspanning herkend spanningsgroep te laag KMC-521103-5 Spanningsgroep UB4 - Massafout Massafout aan de voedingsspanning KMC-521103-6 Spanningsgroep UB4 - Overbelasting De maximale belasting aan de voedingsspanning werd overschreden.
Pagina 292
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-521109-11 Besturingsapparaat - Algemene Spanningsgroepen-relais UB2 niet storing geslaagd voor de zelftest KMC-521110-11 Besturingsapparaat - Algemene Spanningsgroepen-relais UB3 niet storing geslaagd voor de zelftest KMC-521111-11 Besturingsapparaat - Algemene Spanningsgroepen-relais UB4 niet storing geslaagd voor de zelftest KMC-521112-11 Besturingsapparaat - Algemene Spanningsgroepen-relais UB5 niet...
Pagina 293
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522003-16 Slip spanriem - Bovenste De slip van de spanriem aan de grenswaarde overschreden snijrotor is te groot. KMC-522004-16 Druk riemaandrijving - Bovenste De druk op de riemaandrijving voor de grenswaarde overschreden snijrotor is te groot. KMC-522006-16 Toerental tussenas - Bovenste De tussenas draait sneller dan...
Pagina 294
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522022-16 Perskracht - Bovenste grenswaarde De perskracht aan de linker persklep overschreden is overschreden. KMC-522023-16 Perskracht - Bovenste grenswaarde De perskracht aan de rechter persklep overschreden is overschreden. KMC-522024-7 Ondertouw - Logische fout Het ondertouw is geknapt. mechanica KMC-522025-18 Lengte bovendraad - Onderste...
Pagina 295
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522038-16 Lengte bovendraad - Bovenste Aan de bovendraad 6 is bij het knopen grenswaarde overschreden de maximale touwlengte overschreden. KMC-522039-16 Lengte bovendraad - Bovenste Aan de bovendraad 7 is bij het knopen grenswaarde overschreden de maximale touwlengte overschreden. KMC-522040-16 Lengte bovendraad - Bovenste Aan de bovendraad 8 is bij het knopen...
Pagina 296
De touwkasten zijn niet in de mechanica vergrendelde positie en de tussenas is actief. KMC-522068-7 Touwkast positie - Logische fout Bij het starten van de Krone Machine mechanica Controllers (KMC) zijn de touwkasten niet in de vergrendelde positie. KMC-522070-7 Knopen - Logische fout mechanica Het knopermechanisme is defect.
Pagina 297
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522071-2 Schakelaar/toets S3 Baaluitwerper De toets S3 "Baaluitwerper inschuiven" inschuiven - Logicafout elektronica klemt. KMC-522072-2 Schakelaar/toets S4 Baaluitwerper De toets S4 "Baaluitwerper uitschuiven - Logicafout elektronica uitschuiven" klemt. KMC-522073-7 Baaluitwerperautomaat - Logische De baaluitwerperautomaat kan niet fout mechanica worden gestart omdat de baalglijbaan niet omlaag bewogen is...
Pagina 298
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522096-16 Omkeren - Bovenste grenswaarde De rotor heeft bij het omkeren te veel overschreden impulsen. KMC-522101-3 Sensor B8 Controle ondertouw - Kabelbreuk KMC-522101-4 Sensor B8 Controle ondertouw - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522102-3 Sensor B6 Toerental inbrenger - Kabelbreuk KMC-522102-4 Sensor B6 Toerental inbrenger -...
Pagina 299
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522109-4 Sensor B1 Vliegwielrem - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522111-3 Sensor B11 Baalglijbaan onder - Kabelbreuk KMC-522111-4 Sensor B11 Baalglijbaan onder - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522114-4 Sensor B17 Persklepdruk - Kabelbreuk of kortsluiting naar aarde KMC-522115-3 Sensor B12 Baalafleg - Kabelbreuk KMC-522115-4...
Pagina 300
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522121-4 Schakelaar/toets S4 Baaluitwerper uitschuiven - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522122-3 Schakelaar/toets S3 Baaluitwerper inschuiven - Kabelbreuk KMC-522122-4 Schakelaar/toets S3 Baaluitwerper inschuiven - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522123-3 Schakelaar/toets S1 Messencassette heffen - Kabelbreuk KMC-522123-4 Schakelaar/toets S1 Messencassette heffen - Kortsluiting...
Pagina 301
Storingsnummer Storingstekst Beschrijving Afbeelding KMC-522130-4 Sensor B45 Controle bovendraad 5 - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522131-3 Sensor B46 Controle bovendraad 6 - Kabelbreuk KMC-522131-4 Sensor B46 Controle bovendraad 6 - Kortsluiting naar aarde of UB KMC-522132-3 Sensor B3 Centrale smeerinstallatie actief - Kabelbreuk KMC-522132-4 Sensor B3 Centrale smeerinstallatie...
Pagina 311
Storing, oorzaak en oplossing Handmatige noodbediening 22.2 22.2 Handmatige noodbediening WAARSCHUWING Verhoogd gevaar voor letsel bij het bedienen van de machine via de handmatige noodbediening. Als de machine via de handmatige noodbediening wordt bediend, worden functies direct zonder controlevragen uitgevoerd. Daardoor bestaat verhoogd gevaar voor letsel. ü...
Pagina 312
Storing, oorzaak en oplossing 22.2 Handmatige noodbediening Functieschema Fkt.1 Fkt.2 27 019 313 4 BPG000-073 Functieschema Baaluitwerper zuigeroppervlak Magneetventiel Baaluitwerper ringoppervlak Functies Messencassette zuigeroppervlak Handmatige noodbediening Messencassette ringoppervlak Instelschroef Aanloophulp Voorstuurventiel 1 Stuuras Voorstuurventiel 2 Mes zuigeroppervlak Baalglijbaan zuigeroppervlak Mes ringoppervlak Baalglijbaan ringoppervlak Om een functie (bijv.
Pagina 313
Storing, oorzaak en oplossing Handmatige noodbediening 22.2 Baalglijbaan heffen/neerlaten ü De aftakas is uitgeschakeld. ü De ventielblokken staan in de neutrale stand. ü Alle machinedelen zijn tot stilstand gekomen. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. INFO Na uitvoering van de handmatige noodbediening moeten de instelschroeven (5) voor de handmatige noodbediening weer volledig worden uitgedraaid! ...
Pagina 314
Storing, oorzaak en oplossing 22.2 Handmatige noodbediening BP000-253 De persdruk aan de perskanaalkleppen wordt op het hydraulisch blok "Perskrachtregeling" (1) aan de linker machinezijde onder de zijkap ingesteld. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De zijkap openen, Pagina 118. De stekkerverbinding (2) van het magneetventiel losmaken. ...
Pagina 315
Storing, oorzaak en oplossing Storingen tijdens de oogstgoedopname 22.3 22.3 Storingen tijdens de oogstgoedopname Storing: De perszuiger/de bindinrichting blijft stilstaan. Mogelijke oorzaak Oplossing De trekker meteen stilzetten. De nokkenschakelkoppelin- gen grijpen bij lager toerental De perskracht verlagen. weer in. ...
Pagina 316
ISO EN 4014 ). Storing: De weeginrichting functioneert niet correct. Mogelijke oorzaak Oplossing De sensor B22 "Baal op balenbaan" door een KRONE- De sensor B22 "Baal op ba- lenbaan" is door sterke belas- servicepartner laten instellen. ting of door het zetten van componenten versteld.
Pagina 317
22.5 Storing (2): de knoop blijft aan de knoperhaak hangen. Mogelijke oorzaak Oplossing De knoperhaak door een KRONE-servicepartner laten vervangen. Versleten of ruwe plaatsen op de knoperhaak c.q. verbogen knoperhaak of knopertong. De touwrem op het onderste touw door ca. 1-2...
Pagina 318
De afstrijkerkam van de mes- De mesbeugel vervangen. beugel loopt niet in het mid- den over de knoperhaak. Het touwmes door KRONE-servicepartner laten instellen, slijpen of vervangen. Het touwmes van de mesbeu- gel is stomp. De instelling van de touwmeenemer controleren, evt.
Pagina 319
De onderste touwspanveren De touwrem op het onderste touw door ca. 1-2 werken niet correct. omwentelingen van de vleugelmoer vastdraaien, Pagina 236. De knopernaald door een KRONE-servicepartner laten controleren/instellen. De overloop van de knoper- naalden in bovenste dode punt niet groot genoeg.
Pagina 320
De instelling van de touwmeenemer controleren, evt. bijstellen, Pagina 338. Touwmeenemer komt te laat. De knopernaalden door een KRONE-servicepartner laten controleren/instellen. De overloop van de knoper- naalden in bovenste dode punt is te groot. Storing (9): noch in het bovenste noch in het onderste touw is een knoop aanwezig.
Pagina 321
) start de trekker slecht of helemaal niet. Mogelijke oorzaak Oplossing Lucht in het hydraulische sys- Het stuurblok (werkhydrauliek) door een KRONE teem van de machine servicepartner laten ontluchten, Pagina 360. Storing (bij uitvoering "Comfort 1.0"): Bij aangesloten aanloophulp begint het vliegwiel bij het starten van de trekker te draaien.
Pagina 322
Storing, oorzaak en oplossing 22.7 Storing aan de centrale smeerinstallatie Storing (bij uitvoering "Comfort 1.0"): De hydraulische functies bewegen niet tot in de eindpositie (bijv. hydraulische steunvoet, balenuitwerper, enz.). Mogelijke oorzaak Oplossing Sommige trekkers hebben De ontlastingsboring aan de trekkerzijde door een erkend een ontlastingsboring voor de vakman laten sluiten.
Pagina 323
Storing, oorzaak en oplossing Storing aan de centrale smeerinstallatie 22.7 Storing: Blokkering in de centrale smeerinstallatie. BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 324
Storing, oorzaak en oplossing 22.7 Storing aan de centrale smeerinstallatie Mogelijke oorzaak Oplossing Blokkade aan de pomp, de Om de blokkade te identificeren als volgt te werk gaan: verdelers of de lagerpunten. 1) Pomp De pompuitlaat losmaken en de pomp bedienen. ...
Pagina 325
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Knopernaalden instellen 23.1 Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel In dit hoofdstuk worden reparatie-, onderhouds- en instelwerkzaamheden aan de machine beschreven die alleen door gekwalificeerd vakpersoneel mogen worden uitgevoerd. Het hoofdstuk „Kwalificatie van het vakpersoneel“ moet volledig worden gelezen en opgevolgd, Pagina 18.
Pagina 326
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.1 Knopernaalden instellen BP000-168 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De knopernaalden (1) midden in de langgaten van de naaldvleugel plaatsen, naar de naaldsleuven in de perskanaalbodem richten en met de schroeven (2) vastschroeven. ...
Pagina 327
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Knopernaalden instellen 23.1 23.1.2 Hoogte van de knopernaalden op de knoper instellen BP000-169 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü Er wordt een grote baal gesimuleerd, Pagina 331. Het binden met de hand activeren terwijl de machine stilstaat, Pagina 134.
Pagina 328
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.1 Knopernaalden instellen 23.1.3 Bovenste dode punt van de knopernaalden controleren/instellen BP000-467 Het bovenste dode punt is bereikt als de knopernaalden (4) op maximale hoogte uit de knoper steken, kort voor de knopernaalden (4) worden teruggetrokken. In deze positie (I) mogen de knopernaalden (4) de touwschijfreiniger (2) van de touwmeenemer (3) niet aanraken.
Pagina 329
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Naaldvleugelrem controleren en instellen 23.2 23.2 Naaldvleugelrem controleren en instellen BPG000-037 ü De machine is van de trekker losgekoppeld. ü De hoogte van de knopernaalden aan de knoper is gecontroleerd of ingesteld, Pagina 327. ü Het bovenste dode punt van de knopernaalden is gecontroleerd of ingesteld, Pagina 328.
Pagina 330
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.3 Positie van de knopernaalden ten opzichte van de perszuiger controleren en instellen Schade aan naaldvleugel! Wordt de veerlengte Y niet in ruststand ingesteld, ontstaat schade aan de naaldvleugel. De instelling van de veerlengte Y alleen in ruststand uitvoeren, Pagina 135.
Pagina 331
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Grote baal simuleren 23.4 Controleren De veerspanning van de naaldvleugelrem volledig losmaken. Het binden met de hand activeren terwijl de machine stilstaat, Pagina 134. Het vliegwiel met de hand in de werkrichting draaien tot de de naaldpunten (1) de bovenkant (2) van de vaste tegenhouder (3) in de bodem van het perskanaal hebben bereikt, Pagina 135.
Pagina 332
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.5 Bovennaald controleren en instellen 23.5 Bovennaald controleren en instellen BP000-181 ü De bovennaald is gespannen. ü De touwvingeras is gespannen, Pagina 336. Een grote baal simuleren, Pagina 331. Om de spanarm (1) te spannen, het boventouw (3) van het touwgeleidingsoog (2) terugtrekken.
Pagina 333
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Touwvinger controleren en instellen 23.6 De touwvinger (3) drukt het perstouw weg van de naald en drukt het tegen de knoperhaak. Als het perstouw niet door de touwvinger (3) wordt gegrepen, kan de knoperhaak het perstouw niet opnemen.
Pagina 334
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.7 Touwvinger naar kanaalsleuf controleren en instellen 23.7 Touwvinger naar kanaalsleuf controleren en instellen BPG000-050 De machine van de trekker loskoppelen, zie Pagina 225 De vliegwielrem aantrekken, Pagina 117. Controleren of de knopertransmissie zich in de ruststand bevindt, Pagina 135.
Pagina 335
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Touwvinger naar kanaalsleuf controleren en instellen 23.7 Touwvinger op soepel lopen controleren. De touwvingeras ontspannen, Pagina 336. De touwvinger met de hand zwenken. Æ Als de touwvinger licht lopend kan worden gezwenkt, is deze correct ingesteld. Æ...
Pagina 336
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.8 Touwvingeras spannen of ontspannen 23.8 Touwvingeras spannen of ontspannen BPG000-051 De touwvingeras (1) wordt met de veer (2) gespannen of ontspannen. ü De knopertransmissies bevindt zich in de ruststand, Pagina 135. ü De vliegwielrem is aangetrokken, Pagina 117.
Pagina 337
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Dubbele knoopinrichting instellen 23.9 23.9.1 Binden blokkeren/activeren BPG000-107 Om het binden bij instandhoudings, onderhouds-, instel- en reparatiewerkzaamheden op de knoopinrichting niet ongewenst te activeren, moet het bindproces worden geblokkeerd. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30.
Pagina 338
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.9 Dubbele knoopinrichting instellen Klemwerking verkleinen Om een knoop te kunnen binden, heeft de knopertong (1) van de knoperhaak (4) minstens een geringe klemwerking nodig. Daarom de klemwerking via de moer (2) nooit volledig losmaken. ...
Pagina 339
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Dubbele knoopinrichting instellen 23.9 23.9.4 Vasthoudkracht van de touwhouder instellen Soort en vochtgehalte van het oogstgoed, de hoogte van de persdichtheid en de keuze van het perstouw vereisen verschillende instellingen die men desgewenst aan de bedrijfsomstandigheden moet aanpassen.
Pagina 340
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.9 Dubbele knoopinrichting instellen De perstouw geleidende delen van de mesbeugel (aangeven gedeelte (I)) moeten ter voorkoming van touwbreuk glad en afgerond zijn. De mesbeugel moet vervangen worden zodra in het aangegeven deel slijtage (gleuven) waarneembaar is. ü...
Pagina 341
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Perszuiger instellen 23.10 23.9.6 Axiale speling van de mesbeugel controleren/instellen BP000-296 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. Met de hand de mesbeugel (1) controleren of de mesbeugel kan worden bewogen. Æ Wanneer de mesbeugel (1) niet bewogen kan worden, is er geen axiale speling aanwezig en is de mesbeugel correct ingesteld.
Pagina 342
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.10 Perszuiger instellen BPG000-042 • Het perskanaal is uitgerust met twee tegensnijkanten. • De perszuiger (1) is uitgerust met zeven messen. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De vliegwielrem losmaken, Pagina 117. ...
Pagina 343
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Perszuiger instellen 23.10 23.10.2 Reinigingsrails controleren en instellen BP000-216 Aan de vier rollen (3) van de perszuiger zijn reinigingsrails (1) aangebracht die aanslag van de looprails van de perszuiger verwijderen. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30.
Pagina 344
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.10 Perszuiger instellen Er moet op worden gelet dat de perszuiger vrij loopt en niets langs de vaste afstrijkers in de kanaalbodem en onder de knopertafel schuurt. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30.
Pagina 345
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Inbrenger op perszuiger instellen 23.11 23.11 Inbrenger op perszuiger instellen Beschrijving bouwgroepen BPG000-044 Distributiekast Zuigerstang Kettingkoppeling Perszuiger Inbrengeraandrijvingen Inbrenger Inbrengerkoppeling Rafferlijst Controlevenster Inbrengerlijst Hoofdaandrijving Vliegwiel Krukas Strekpositie (achterste dode punt) De inbrenger (10) is op de perszuiger (9) correct ingesteld als de zuigerstang (8) zich in strekpositie (I) bevindt.
Pagina 346
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.11 Inbrenger op perszuiger instellen Een instelling van de inbrenger op de perszuiger is alleen vereist als de volgende componenten zijn gedemonteerd: • Inbrengerkoppeling (4), inbrengeraandrijving (3), kettingkoppeling (2) • Distributiekast (1) (resp. demontage van de aandrijfstreng distributiekast naar hoofdtransmissie (6)) •...
Pagina 347
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Inbrenger op perszuiger instellen 23.11 23.11.2 Rafferlijst positioneren BPG000-045 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De vliegwielrem losmaken, Pagina 117. Het vliegwiel met de hand in werkrichting draaien tot de grote looprol van de rafferlijst (3), die voor de inbrengerlijst (2) loopt in het controlevenster (1) verschijnt.
Pagina 348
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.11 Inbrenger op perszuiger instellen 23.11.3 Perszuiger positioneren BPG000-046 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De rafferlijst in positioneren, Pagina 347. De bescherming (6) van de kettingkoppeling demonteren. De rollenketting (7) van de kettingkoppeling verwijderen. ...
Pagina 349
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel VFS controleren en instellen 23.12 23.12 VFS controleren en instellen BPG000-047 Remvork Draadeind Veer van de nulsteller Aanslag (linker machinezijde) Nulsteller Tastvleugel Rol (nulsteller) Inbrengerkuip Nokkenschijf Instelschroef (aambeeld) Activeringsklink Aambeeld Groefkogellager (aambeeld) Remplaat Veer (activeringsgevoeligheid) 23.12.1 Draadstang/aanslag tastvleugel vooraf instellen LET OP...
Pagina 350
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.12 VFS controleren en instellen In de fabriek is de draadstang (9) in positie (V) gemonteerd en mag nooit in positie (VI) worden verplaatst. Een instelling van het VFS is nodig als • de opvulling van het perskanaal in de hoogte onvoldoende is, dat betekent wanneer de vulling van de grote baal naar boven toe verbeterd moet worden.
Pagina 351
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel VFS controleren en instellen 23.12 Corrigeren De instelschroef (13) instellen tot de maat Y=5 - 8 mm tussen midden groefkogellager tot de punt van de activeringsklink (6) bedraagt. Erop letten dat het groefkogellager daarbij op de activeringsklink ligt. Æ...
Pagina 352
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.12 VFS controleren en instellen 23.12.4 Rubber buffer op nulsteller instellen BP000-236 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü Het VFS bevindt zich in de nulstand, Pagina 350. Onder de rubber buffer (16) onderlegringen leggen of verwijderen tot de maat X=0–2 mm bedraagt.
Pagina 353
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel VFS controleren en instellen 23.12 23.12.6 Activeringsgevoeligheid instellen BP000-238 Met de veer (8) wordt de activeringsgevoeligheid van de tastvleugel ingesteld. Na het uitzwenken van de tastvleugel trekt de veer de tastvleugel weer terug (nulstand). De veerlengte is in de fabriek op de maat X=205–210 mm vooringesteld.
Pagina 354
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.12 VFS controleren en instellen INFO De tastvleugel (11) alleen verplaatsen wanneer de activeringsgevoeligheid via de veer niet meer kan worden ingesteld, Pagina 353. BPG000-048 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De tastvleugel (11) in de volgende hogere positie monteren als de baalvorm na het maximaal verhogen van de activeringsgevoeligheid nog niet bevredigend is.
Pagina 355
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel VFS controleren en instellen 23.12 23.12.8 Aanslag tastvleugel instellen BPG000-049 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. De moeren (19) losdraaien en de aanslag (10) naar achteren verschuiven. Om het VFS te activeren, de tastvleugel (11) met de hand naar achteren trekken. ...
Pagina 356
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.12 VFS controleren en instellen Maat Y controleren BP000-241 De tastvleugel tot de aanslag (10) trekken. De maat X tussen groefkogellager (7) en nokkenschijf (5) controleren. Æ Als de maat Y=5 mm bedraagt, is de instelling correct. Æ...
Pagina 357
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Vliegwielrem instellen 23.13 Het vliegwiel met de hand in werkrichting draaien tot het VFS zich in nulstand bevindt. De vliegwielrem aantrekken, Pagina 117. De maat Y tussen de rand van het aambeeld (14) en de remplaat (15) meten en noteren. ...
Pagina 358
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.14 Krachtband vervangen 23.14 Krachtband vervangen Bovenste riemgeleidingen demonteren BP000-411 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 30. ü De riembescherming is gedemonteerd, Pagina 253. De schroefverbindingen (3) demonteren en de bovenste riemgeleidingen (4) eraf halen. Onderste riemgeleiding demonteren BP000-412 ...
Pagina 359
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Looprollen controleren/vervangen 23.15 Bovenste riemgeleidingen monteren BP000-411 De bovenste riemgeleidingen (4) plaatsen en de schroefverbindingen (3) monteren. De riembescherming monteren, Pagina 253. 23.15 Looprollen controleren/vervangen De looprollen in de inbrenger aan de rechter en linker machinezijde zijn onderhevig aan hoge belasrtingen.
Pagina 360
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.16 Werkhydrauliek bij uitvoering "Comfort 1.0" ontluchten Vervangen: BPG000-069 De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. Het vliegwiel met de hand in de werkrichting draaien, tot de te vervangen looprol door de opening (1) met een inbussleutel kan worden losgedraaid. ...
Pagina 361
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Werkhydrauliek bij uitvoering "Comfort 1.0" ontluchten 23.16 BP000-286 Het ontluchten van de werkhydrauliek is noodzakelijk na de eerste inbedrijfstelling en na onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de werkhydrauliek. Het ontluchten vindt in meerdere stappen plaats: • Werkhydrauliek door het bedienen van alle werkfuncties ontluchten, Pagina 361.
Pagina 362
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.16 Werkhydrauliek bij uitvoering "Comfort 1.0" ontluchten 23.16.1 Stuurblok met uigedraaide systeemschoef ontluchten Om het systeem drukloos te schakelen, het dubbelwerkende besturingsapparaat ( ) in zweefstand brengen. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 30. De systeemschroef (1) tot aan de aanslag uitdraaien. ...
Pagina 363
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Werkhydrauliek bij uitvoering "Comfort 1.0" ontluchten 23.16 Zonder uitvoering "Aanloophulp": Een functie (bijv. baaluitwerper) meermaals bedienen tot de naar buiten komende hydraulische olie zonder bellen is. Bij uitvoering "Aanloophulp": De aanloophulp met de terminal meermaals activeren tot de naar buiten komende hydraulische olie zonder bellen is.
Pagina 364
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.17 Sensor B22 "Baal op tafel" controleren/instellen 23.16.5 Proefloop voor trekker met constant stroomsysteem en machine met aanloophulp ü De systeemschroef (1) is tot aan de aanslag uitgedraaid. ü De vliegwielrem is losgemaakt. ü De hydraulische slang ( ) is losgekoppeld.
Pagina 365
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Sensor B22 "Baal op tafel" controleren/instellen 23.17 BP000-245 Pers een baal (2) totdat ¾ van zijn lengte het perskanaal (1) heeft verlaten. Æ De signaalplaat (3) bedekt de sensor (4) niet. Æ De sensor (4) is zonder contact (geen ijzer voor de sensor). ü...
Pagina 366
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 23.18 Aanzetpunten van de krik Controleren De baal (2) persen tot hij het perskanaal (1) volledig heeft verlaten. Æ De signaalplaat (3) bedekt de sensor (4) volledig. Æ De sensor (4) heeft contact (ijzer voor de sensor). ü...
Pagina 367
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Aanzetpunten van de krik 23.18 BP000-534 1 Remas linksvoor 3 Remas linksachter 2 Remas rechtsvoor 4 Remas rechtsachter BiG Pack 1290 HDP VC Originele handleiding 150000743_04_nl...
Pagina 368
Afvalverwijdering Afvalverwijdering Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke bestanddelen van de machine volgens voorschrift worden verwijderd. De in het desbetreffende land actueel geldende voorschriften voor afvalverwijdering en de hiervoor geldende wetten moeten in acht worden genomen. Metalen delen •...
Pagina 369
Aanhangsel Hydraulisch schakelschema – werkhydrauliek "Comfort 1.0" 25.1 Aanhangsel 25.1 Hydraulisch schakelschema – werkhydrauliek "Comfort 1.0" Legenda voor het volgende hydraulische schakelschema Uitvoering "Snijirichting met meerdere Uitvoering "Omkeereenheid" messen VariCut" Uitvoering "Snijinrichting XC" Overzicht sensoren/actoren voor het volgende hydraulische schakelschema Afhankelijk van de vraag of de machine met of zonder Load-Sensing wordt bediend, moet de systeemschroef op het stuurblok volledig erin of eruit zijn gedraaid, Pagina 101.
Pagina 372
Aanhangsel 25.2 Hydraulisch schakelschema –boordhydrauliek "Comfort 1.0" 25.2 Hydraulisch schakelschema –boordhydrauliek "Comfort 1.0" Legenda voor het volgende hydraulische schakelschema Uitvoering "snijirichting met meerdere Hoofdaandrijving messen VariCut" Serie-uitvoering Aandrijving snijinrichting Perskanaal Overzicht sensoren/actoren voor het volgende hydraulische schakelschema Een overzicht van de plaats van sensoren, de actoren en de besturingsapparaten staat in het stroomschema.
Pagina 374
Achtergrondkleur instellen (terminal)....206 Activeringsgevoeligheid instellen ..... 353 Actortest uitvoeren ..........31 Afbeeldingen ............11 Afvalverwijdering ..........368 Afwijkende functies van het KRONE ISOBUS- terminal............. 145 Afzonderlijke storingen wissen ......220 Alle storingen wissen........220 Andere geldende documenten ......10 Automatisch oproepen van het scherm rijden op de weg ..............
Pagina 375
Trefwoordenlijst Baalglijbaan - functiebeschrijving ....... 66 Camera op de KRONE ISOBUS-terminal CCI 800 of CCI 1200 aansluiten ........114 Baalglijbaan heffen/neerlaten ......126 Centrale smeerinstallatie – Functiebeschrijving . 67 Baalglijbaan instellen.......... 96 Centrale smering (terminal) ......181 Baalglijbaan neerlaten ........163 Checklist voor de eerste inbedrijfstelling ....
Pagina 376
Trefwoordenlijst Eerste inbedrijfstelling ........75 Gebruik volgens bestemming ......16 Elektrische knopercontrole – functiebeschrijving 65 Gebruiksduur van de machine ......17 Elektrische touwfoutmeldingen ondertouw – Gegevens voor aanvragen en bestellingen ..2, 55 functiebeschrijving ..........64 Gegevensopslag ..........50 Extern ISOBUS-terminal ........145 Geldigheid ............
Pagina 377
Trefwoordenlijst Handmatige noodbediening ......311 In automatische modus wisselen ..... 159 Handmatige reiniging messencassette (terminal) In handmatige modus wisselen ......159 ................. 195 Inbedrijfstelling ........... 98 Het begrip "Machine".......... 11 Inbrenger op perszuiger instellen ..... 345 Het persen ..........56, 116 Inbrengeraandrijvingen........
Pagina 378
KRONE SmartConnect (terminal) ....207 Menu 1-3 "Knopercontrole" ......178 KRONE terminal DS 500 ........142 Menu 13 "Tellers" ..........197 KRONE terminal DS 500 aansluiten ....106 Menu 13-1 "Klantenteller"......... 198 Kruisverwijzingen ..........10 Menu 13-2 "Totaalteller" ........201 Kwalificatie van het bedieningspersoneel ..
Pagina 379
Trefwoordenlijst Menu 15-1 "Sensortest"........209 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad ................. 243 Menu 15-2 "Actortest"........214 Metrische draadschroeven met normaal Menu 15-4 "Foutenlijst" ........218 schroefdraad ............ 242 Menu 2 "Gevoeligheid richtingindicatie" ... 181 Metrische draadschroeven met verzonken kop en binnenzeskant ..........
Pagina 380
Ongeschikte bedrijfsstoffen ........ 25 Oogstgoedopname zonder gebruik van de tastwielen ............231 Opbouw DS 500 ..........143 Opbouw van de KRONE machinetoepassing .. 140 Over dit document ..........10 Overlastbeveiligingen aan de machine ....58 Overzicht aandrijvingen ........57 Overzicht besturingsapparaaten ...... 286 Overzicht zekeringen........
Pagina 381
Trefwoordenlijst Rafferlijst positioneren ........347 Scherm rijden op de weg (automatische oproep) ................. 159 Rangeren van de machine Schroefverbindingen aan voorste gedeelte van de Hydraulische rem lossen ......225 dissel vastdraaien..........261 Persluchtrem losmaken......224 Sensor B22 "Baal op tafel" controleren/instellen .................
Pagina 382
Trefwoordenlijst Stuurblok met uigedraaide systeemschoef ontluchten ............362 Tastvleugel verplaatsen ........353 Symbolen in afbeeldingen ........11 Tastwielen aan de pick-up beveiligen ....227 Symbolen in de tekst .......... 11 Technisch onberispelijke toestand van de machine ................19 Technische gegevens ........70 Technische grenswaarden .........
Pagina 384
Trefwoordenlijst Waarde wijzigen ..........175 Waarschuwingen voor materiële schade/ milieuschade ............13 Waarschuwingsaanwijzingen ......12 Weeginrichting (terminal) ......... 182 Weergavemiddelen ..........11 Weergaven in de infobalk ......... 155 Weergaven in het werkscherm ......152 Werkhoogte van de pick-up instellen ....230 Werkhydrauliek bij uitvoering "Comfort 1.0"...
Pagina 385
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring EG-conformiteitsverklaring Maschinenfabrik Krone Beteiligungs-GmbH Heinrich-Krone-Straße 10, D-48480 Spelle verklaren hiermee als fabrikant van het hierna genoemde product en onder eigen verantwoordelijkheid, dat Machine: Grootpakpers Serie: BiG Pack 1290 HDP VC waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende bepalingen: •...
Pagina 386
Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG * Heinrich-Krone-Straße 10 D-48480 Spelle * Postfach 11 63 D-48478 Spelle ' +49 (0) 59 77 / 935-0 6 +49 (0) 59 77 / 935-339 ü www.landmaschinen.krone.de...