19
Onderhoud – Maaiwerken
19.6
Maaibalk
19.6
Maaibalk
19.6.1
Harknaaf
BMG000-026
In de afbeelding gebruikte afkortingen:
A
=
Draairichting "A" naar het midden
B
=
Draairichting "B" paarsgewijs
RE
=
excentrisch lagerhuis (rechtsdraaiend), zonder herkenningsgroef
LE
=
excentrisch lagerhuis (linksdraaiend), met herkenningsgroef
Ter beveiliging tegen overbelasting van de maaiwerken zijn de harknaven (1) met moeren (2)
en afbreekbouten (3) beveiligd.
Bij het rijden op hindernissen (bijv. stenen) breken de twee afbreekbouten in de harknaaf af. De
harknaaf en moer draaien op de rondselas omhoog.
•
De maaischijven c.q. –trommels die het oogstgoed in rijrichting naar links (LE)
transporteren, hebben een links schroefdraad.
•
De maaischijven c.q. –trommels die het oogstgoed in rijrichting naar rechts (RE)
transporteren, hebben een links schroefdraad.
Ter onderscheiding tussen de draairichting rechts (RE) en de draairichting links (LE) zijn de
moeren (2) en de rondselassen (4) van de draairichting links (LE) met een herkenningsgroef
(a,b) uitgerust.
•
De moeren (2) met linker schroefdraad (LE) hebben herkenningsgroeven (a) op de schuine
kant.
•
De rondselassen (4) met linker schroefdraad (LE) hebben herkenningsgroeven (b) op de
kopse kant.
268
BiG M 450 CV
Originele handleiding 150000762_02_nl