19
Onderhoud – Maaiwerken
19.6
Maaibalk
KM000-081
De lasnaden van de oude stootrand openen.
De stootrand verwijderen.
De aanlegvlakken ontbramen.
KM000-080
De nieuwe stootrand (3) inpassen.
Aan de bovenkant van de maaibalk in de gebieden (1) korte I-naden lassen (elk ca. 30 mm).
INFO: De randen (2) mogen niet gelast worden.
Aan de onderkant van de maaibalk de stootrand (3) over de volledige lengte in het gebied
(5) aan de maaibalk lassen. INFO: De randen (4) mogen niet gelast worden.
19.6.8
Controle van het oliepeil en olieverversing bij de maaibalk
Maaibalk frontmaaiwerk
Oliepeil controleren:
Voordat het oliepeil op de maaibalk kan worden gecontroleerd, moet de maaibalk met behulp
van een waterpas vlak worden uitgelijnd.
276
BiG M 450 CV
Originele handleiding 150000762_02_nl