24
Onderhoud – transmissie
24.6
Onderhoud wielnaafaandrijving
24.6
Onderhoud wielnaafaandrijving
AANWIJZING
Schade aan de wielnaafaandrijvingen door gebruik van een verkeerde transmissieolie
Door de toepassing van verkeerde transmissieolie kunnen tijdens de werking de
wielnaafaandrijvingen worden beschadigd.
Voor het bijvullen of verversen van transmissieolie in de wielnaafaandrijvingen uitsluitend
transmissieolie SHELL SPIRAX S4 CX 50 gebruiken.
Als deze transmissieolie niet beschikbaar is, overleg met uw KRONE-servicepartner
plegen.
24.6.1
Onderhoud wielnaafaandrijving voor/achter
BM000-227 / BM000-228
I
Wielnaafaandrijving vóór
De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig
uitvoeren" in acht nemen,
Oliepeil controleren :
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
Het wiel zo positioneren dat de vulopening (1) zich in de hoogste positie bevindt.
De omgeving van de sluitschroef van de vulboring (1) en de sluitschroef van de
controleboring (2) grondig schoonmaken.
WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door onder druk uittredende hete
transmissieolie. Persoonlijke veiligheidsinrichting zoals handschoenen en veiligheidsbril
dragen en de sluitschroef van de vulopening voorzichtig losmaken.
Om de druk af te bouwen, de sluitschroef van de vulopening (1) voorzichtig uit een
zijwaartse positie openen.
ð De druk in de wielnaafaandrijving wordt gereduceerd.
De sluitschroef van de vulboring (1) monteren.
Het wiel zo positioneren dat de aftapschroef (3) zich in de laagste positie bevindt.
De sluitschroef van de controleboring (2) demonteren.
Controleren of het oliepeil tot de controleboring (2) reikt.
Wanneer de olie tot de controleboring reikt:
De sluitschroef van de controleboring (2) monteren, aandraaimoment
318
II
zie
pagina 33.
Wielnaafaandrijving achter (optioneel)
zie
pagina 224.
Originele handleiding 150000762_02_nl
BiG M 450 CV