Pagina 3
Inhoudsopgave Over dit document ........................ 13 Geldigheid.......................... 13 Nabestelling .......................... 13 Andere geldende documenten.................... 13 Doelgroep van dit document ...................... 13 Zo gebruikt u dit document ...................... 13 1.5.1 Lijsten en verwijzingen....................... 13 1.5.2 Richtingsgegevens ........................ 14 1.5.3 Het begrip "Machine" ......................... 14 1.5.4 Afbeeldingen ..........................
Pagina 4
Inhoudsopgave Bedrijfsstoffen .......................... 75 5.1.1 Oliën............................ 76 5.1.2 Smeervetten .......................... 78 5.1.3 Koelmiddel .......................... 78 5.1.4 Koudemiddel (airco)........................ 78 5.1.5 Brandstof ........................... 79 Banden ............................ 79 Totaal gewichten en aslasten .................... 80 Goedgekeurd voorzetwerktuig .................... 82 Bedienings- en weergave-elementen.................. 83 Overzicht van de bedieningselementen..................
Pagina 5
Inhoudsopgave Terminal – machinefuncties .................... 126 Statusregel.......................... 127 Weergave van storingen in het veld storingswaarschuwingen .......... 133 Toetsen in de titelbalk ...................... 134 8.3.1 Menu "Tellers".......................... 134 8.3.2 Menu "Storing" ......................... 143 8.3.3 Hoofdmenu .......................... 147 Directe invoer "Werken op het veld" .................. 147 8.4.1 Werkbreedte of aantal rijen tijdelijk wijzigen ................
Pagina 6
Inhoudsopgave 9.9.1 Menu "Uitwerpboog" ........................ 212 9.9.2 Menu "Overslagautomaat" ....................... 213 9.10 Menu "Motor" ........................... 214 9.10.1 Menu "Dieselmotor" ......................... 215 9.10.2 Menu "ConstantPower"...................... 216 9.10.3 Menu "Persluchtreiniging"...................... 217 9.11 Menu "Hydrauliek" ........................ 218 9.11.1 Menu "Vergrendeling voorzetwerktuig".................. 219 9.11.2 Menu "Arbeidshydrauliek"......................
Pagina 7
Inhoudsopgave 12.12.5 Onderhoudsklep overdrachtschacht monteren ................ 267 Inbedrijfstelling – Maismodus .................... 268 13.1 Graskanaal uitbouwen ...................... 269 13.2 Corn-conditioner inbouwen ...................... 270 13.3 Luchtinlaat instellen ......................... 275 13.4 Ronde borstels tegen de zeeftrommel duwen ................. 276 13.5 Korrelopvangplaat monteren .................... 276 13.6 Zijtank en extra tank op de hoofdtank aansluiten ..............
Pagina 8
Inhoudsopgave 19.1.2 Voorzetwerktuig in de transportstand zetten ................ 335 19.1.3 Invoer in de transportstand zetten ................... 337 19.1.4 Uitwerpboog in de transportstand zwenken................ 337 19.1.5 Afsluitkraan extra onderstel op XCollect openen .............. 338 19.2 Motor starten.......................... 338 19.2.1 Controle- en waarschuwingslampjes in acht nemen ............... 340 19.3 Hoe te handelen na afslaan van de motor ................
Pagina 9
Inhoudsopgave 20.24.2 Overslagautomaat activeren/deactiveren ................ 406 20.24.3 Vulstrategie selecteren ...................... 406 20.24.4 Dwarsverschuiving van het doelpunt .................. 407 20.25 Cabinelift bedienen (bij uitvoering cabinelift) ................ 407 Instellingen .......................... 409 21.1 Gewasinvoer optimaliseren ..................... 409 21.2 Werpcapaciteit van de machine optimaliseren ................ 410 21.2.1 Overstek van de hakselmessen instellen ................
Pagina 10
Inhoudsopgave 23.11.2 Buizenstelssel van het motorkoelsysteem controleren ............ 449 23.11.3 Leidingen van de luchtaanzuiging en laadlucht controleren ............ 450 23.11.4 Brandstofleidingen controleren .................... 450 23.12 Luchtfilter reinigen ........................ 451 23.13 Veiligheidspatroon vervangen .................... 452 23.14 Dieselmotor stopzetten ...................... 452 Onderhoud – persluchtinstallatie.................. 454 24.1 Condenswater aftappen uit het persluchtreservoir ..............
Pagina 12
Inhoudsopgave Storing, oorzaak en oplossing.................... 576 33.1 Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X ............. 576 33.1.1 Kabelbreuk, kortsluiting ...................... 577 33.1.2 Overzicht zekeringen ....................... 578 33.1.3 Overzicht besturingsapparaten .................... 582 33.1.4 Overzicht sensoren ........................ 583 33.1.5 Overzicht actoren........................ 584 33.2 Met hulpaccu starten van de machine ..................
Pagina 13
Andere geldende documenten Om het veilige en beoogde gebruik te waarborgen moeten ook de volgende geldende documenten in acht worden genomen. • Handleiding dieselmotor, Liebherr Machines Bulle S.A. • Handleiding voorzetwerktuig, KRONE • Handleiding transportwagen, KRONE • Handleiding tussenas •...
Pagina 14
Over dit document Zo gebruikt u dit document Kruisverwijzingen In de tekst staan kruisverwijzingen die naar een ander document of met vermelding van een pagina naar een andere plaats in het document verwijzen. Voorbeelden: • Alle schroeven aan de machine op vastzitten controleren, Pagina 14.
Pagina 15
Over dit document Zo gebruikt u dit document Symbool Toelichting Symbool Toelichting Referentieteken voor onderdeel Positie van een onderdeel (bijv. van positie I naar positie II ver- plaatsen) Maten (bijv. ook b = breedte, h = Vergroting van een beeldsegment hoogte, l = lengte) Linkerzijde van de machine Rechterzijde van de machine...
Pagina 16
Over dit document Zo gebruikt u dit document WAARSCHUWING Oogletsel door rondvliegende vuildeeltjes Bij reinigingswerkzaamheden met perslucht worden vuildeeltjes met hoge snelheid weggeslingerd en kunnen in de ogen komen. Daardoor kan oogletsel ontstaan. Personen uit de werkzone weghouden. Bij reinigingswerkzaamheden met perslucht persoonlijke beschermende uitrusting dragen (bijv.
Pagina 17
Over dit document Zo gebruikt u dit document Grootheid SI-eenheden (metrisch) Factor Inch-pond eenheden Eenhedennaam Afkorting Eenhedennaam Afkorting Druk Kilopascal 0,1450 Pond per vier- kante inch Megapascal 145,0377 Bar (niet-SI) 14,5038 Draaimoment Newtonmeter 0,7376 Pound-foot of ft∙lbf foot-pound 8,8507 Pound-inch of in∙lbf inch-pound Temperatuur...
Pagina 18
Deze machine is een zelfrijdende veldhakselaar en dient ervoor om oogstgoed te hakselen. Het voor het beoogde gebruik van deze machine bedoelde oogstgoed is in combinatie met • een KRONE XCollect geoogste voederplanten met dikke stengels zoals bijv. maïsplanten, • een KRONE EasyCollect geoogste voederplanten met dikke stengels zoals bijv.
Pagina 19
Gebruiksduur van de machine • Aanbrengen van niet toegestane/goedgekeurde aanvullende uitrusting • Gebruik van niet originele KRONE vervangingsonderdelen • Stationaire werking van de machine Eigenmachtige veranderingen aan de machine kunnen de eigenschappen van de machine en het veilig gebruik negatief beïnvloeden of de correcte werking storen. Eigenmachtige veranderingen ontslaan de fabrikant daarom van alle hieruit resulterende schadeclaims.
Pagina 20
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel Wanneer de machine ondeskundig wordt gebruikt, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen moet elke persoon die met de machine werkt, aan de volgende minimumvereisten voldoen: • Hij is lichamelijk in staat de machine te controleren.
Pagina 21
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.5 Machine aankoppelen Door foutief vastkoppelen van voorzetwerktuigen of aanhangers aan de veldhakselaar ontstaan gevaren die ernstige ongevallen kunnen veroorzaken. Let bij het vastkoppelen op alle handleidingen: • de handleiding van het voorzetwerktuig • de handleiding van de aanhanger •...
Pagina 22
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Meerijdende personen Meerijdende personen kunnen door de machine ernstig gewond worden of van de machine vallen en worden overreden. Weggeslingerde voorwerpen kunnen meerijdende personen treffen en verwonden. Laat nooit personen op de machine meerijden. 2.4.9 Veilige werking: Technisch onberispelijke toestand Werking alleen na correcte inbedrijfstelling Zonder correcte inbedrijfstelling volgens deze handleiding is de veilige werking van de machine niet gewaarborgd.
Pagina 23
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Technische grenswaarden Wanneer de technische grenswaarden van de machine niet worden opgevolgd, kan de machine worden beschadigd. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en personen ernstig gewond raken of gedood worden. Het is bijzonder belangrijk voor de veiligheid dat de volgende technische grenswaarden in acht worden genomen: •...
Pagina 24
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Gevarenzone tussenas Personen kunnen door de tussenas worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en ernstig gewond raken. Neem de handleiding van de tussenas in acht. Houd voldoende overlapping van profielbuis en tussenasbescherming aan. Zorg ervoor dat de tussenasbeschermingen zijn aangebracht en dat deze functioneren. ...
Pagina 25
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Gevarenzone snelkoppeling Personen kunnen door de snelkoppeling en de aangedreven componenten worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en ernstig worden verwond. Voordat de snelkoppeling wordt ingeschakeld: Alle veiligheidsinrichtingen aanbrengen en in de beschermende stand zetten. Controleren of zich niemand in de gevarenzone van de machine of de tussenas bevindt. ...
Pagina 26
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bijvoorbeeld: • Geschikte veiligheidshandschoenen • Veiligheidsschoenen • Nauwsluitende veiligheidskleding • Gehoorbescherming • Veiligheidsbril • Bij stofvorming: geschikte adembescherming Persoonlijke beschermingsmiddelen voor de desbetreffende werkzaamheid vastleggen en ter beschikking stellen. Alleen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, die zich in deugdelijke toestand bevinden en effectieve bescherming bieden.
Pagina 27
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Gevaren bij niet-correct voorbereide machine voor het rijden op de weg Wanneer de machine niet correct voor het rijden op de weg wordt voorbereid, kunnen ernstige ongevallen in het wegverkeer hiervan het gevolg zijn. Telkens voor het rijden op de weg de machine hiervoor voorbereiden, Pagina 333.
Pagina 28
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4.16 Bedrijfsstoffen Ongeschikte bedrijfsstoffen Bedrijfsstoffen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken. Alleen bedrijfsstoffen gebruiken, die aan de eisen van de fabrikant voldoen. M.b.t.
Pagina 29
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Elektrische componenten kunnen beschadigd raken, bijvoorbeeld besturingsapparaten en stekkerverbindingen. Daardoor kunnen brand en ongevallen ontstaan die door functiestoringen, systeemuitval of kortsluiting worden veroorzaakt. De binnenruimte van de cabine schoon houden. Geen voor de gezondheid schadelijke en agressieve chemicaliën in de cabine opslaan en transporteren.
Pagina 30
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen van de grote spanningsverschillen in de bodem kunnen dodelijke elektrische schokken ontstaan door het nemen van grote stappen, het gaan liggen op de bodem of het steunen met de handen. De cabine niet verlaten. Geen metalen delen aanraken. ...
Pagina 31
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Onder hoge druk uittredende vloeistoffen kunnen door de huid het lichaam binnendringen en personen ernstig verwonden. Bij verdacht op een beschadigd hydraulisch systeem onmiddellijk de machine stopzetten en beveiligen en contact opnemen met een gekwalificeerde vakwerkplaats. ...
Pagina 32
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Hete oppervlakken De volgende componenten kunnen tijdens de werking heet worden waardoor personen zich eraan kunnen verbranden: • Motor • Uitlaatinstallatie • Motorleidingen • Hydraulische installatie • Aandrijving Voldoende afstand houden van hete oppervlakken en aangrenzende componenten. ...
Pagina 33
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Instandhoudings- en reparatiewerkzaamheden Ondeskundige instandhoudings- en reparatiewerkzaamheden brengen de veilige werking in gevaar. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Uitsluitend werkzaamheden uitvoeren die in deze handleiding staan beschreven. Voor alle werkzaamheden de machine stilzetten en beveiligen, Pagina 35.
Pagina 34
Frames of dragende bouwgroepen • Onderstel Voor laswerkzaamheden aan de machine de toestemming door de KRONE klantenservice bezorgen en desgewenst alternatieven laten tonen. Vóór laswerkzaamheden aan voorzetwerktuigen het voorzetwerktuig loshalen van de veldhakselaar. De handleiding van het voorzetwerktuig in acht nemen.
Pagina 35
Als de kennis ontbreekt, de wielen en banden laten monteren door de KRONE-dealer of een gekwalificeerde bandenservice. Bij het monteren van de band op de velg mag nooit de door KRONE aangegeven maximaal toegestane druk worden overschreden. Anders kan de band of zelfs de velg explosief scheuren, Pagina 72.
Pagina 36
Veiligheid Veiligheidsroutines 2.5.2 Omhoog gebrachte machine en machinedelen beveiligen tegen omlaag zakken WAARSCHUWING Gevaar voor beknellen door bewegingen van de machine of machinedelen Wanneer de machine of machinedelen niet beveiligd zijn tegen omlaag zakken, kunnen de machine of machinedelen gaan rollen, vallen of wegzakken. Daardoor kunnen personen worden bekneld of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 37
De actortest alleen vanaf een veilige positie buiten het werkingsgebied van de door de actoren bewogen machinedelen uitvoeren. Veiligheidsstickers aan de machine Elke veiligheidssticker is voorzien van een bestelnummer en kan direct bij de KRONE dealer worden besteld. Ontbrekende, beschadigde en onherkenbare veiligheidsstickers moeten onmiddellijk worden vervangen.
Pagina 38
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Positie en betekenis van de veiligheidsstickers Trap naar de cabine BX001-752 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 39
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 27 022 557 0 (1x) Deze veiligheidssticker bevat de volgende waarschuwingen: Gevaar door verkeerde bediening en onbekendheid Door verkeerde bediening van de machine en onbekendheid met de machine en een verkeerde handelwijze in gevaarlijke situaties bestaat er levensgevaar voor operators en derden.
Pagina 40
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Gevaar door wegrollen van de machine Wanneer de machine niet is beveiligd tegen wegrollen, kan hij zich in beweging zetten en personen verwonden. De machine vóór het parkeren met wielwiggen beveiligen tegen wegrollen. Gevaar door brand Gevaar voor letsel door brand aan de machine.
Pagina 41
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 42
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Cabine BX002-387 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 43
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 942 293 0 (1x) Gevaar door elektrische schok Levensgevaarlijk letsel door spanningsoverslag, wanneer ma- chinedelen te dicht bij elektrische bovenleidingen komen. De voorgeschreven veiligheidsafstand tot elektrische bovenleidingen aanhouden. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 44
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Bereik invoer en hakseltrommel BX001-756 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 45
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 942 294 0 (2x) Gevaar door draaiende hakseltrommel Tijdens het slijpen van de messen bestaat gevaar voor letsel. Voordat met slijpen wordt begonnen, de veiligheidsinrichting in de beschermende stand zetten. Tijdens het slijpproces de veiligheidsinrichting in de beschermende stand laten staan.
Pagina 46
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 6. Best.-nr. 27 100 068 0 (1x) Gevaar door draaiende tussenas Door de draaiende tussenas bestaat gevaar door binnentrek- ken en vastgrijpen. Nooit in de draaiende tussenas grijpen. 27 100 068 0 Afstand houden tot bewegende machinedelen. 7.
Pagina 47
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 48
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Linker machinezijde BX001-754 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 49
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 27 018 010 0 (2x) Gevaar door hogedrukvloeistof Hydraulische drukvaten bevatten olie en gas onder hoge druk. Bij niet vakkundige demontage van een drukvat of niet vak- kundige reparatie van het hydraulisch systeem bestaat gevaar voor letsel.
Pagina 50
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Rechter machinezijde BX001-753 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 51
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 942 210 0 (2x) Gevaar door hete oppervlakken Bij aanraking van hete oppervlakken bestaat gevaar voor ver- branding. Voldoende afstand houden zo lang als de oppervlakken heet zijn. 2. Best.-nr. 27 017 981 0 (1x) Gevaar door draaiende ventilatorvleugel Wanneer de ventilator draait, bestaat er gevaar voor letsel door de bewegende ventilatorvleugels.
Pagina 52
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Achterzijde BX001-755 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 53
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine 1. Best.-nr. 942 210 0 (2x) Gevaar door hete oppervlakken Bij aanraking van hete oppervlakken bestaat gevaar voor ver- branding. Voldoende afstand houden zo lang als de oppervlakken heet zijn. 2. Best.-nr. 942 002 4 (1x) Gevaar door draaiende machinedelen Bij draaiende machine bestaat gevaar voor letsel door draai- ende machinedelen.
Pagina 54
Veiligheid Veiligheidsstickers aan de machine Boven op de machine BX001-757 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 55
Voldoende afstand houden zo lang als de oppervlakken heet zijn. Aanwijzingsstickers op de machine Elke aanwijzingssticker is voorzien van een bestelnummer en kan direct bij de KRONE dealer worden besteld. Ontbrekende, beschadigde en onherkenbare aanwijzingsstickers moeten onmiddellijk worden vervangen.
Pagina 56
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine Positie en betekenis van de aanwijzingsstickers 24 25 27 022 557 0 BXG001-134 1. Best.-nr. 27 022 606 1 (1x) Uitsluitend transmissieolie API-GL4-SAE90 gebruiken, zie Pa- Renolin Unisyn CLP 220 API-GL4-SAE90 Renolin Unisyn CLP 460 gina 76.
Pagina 57
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 2. Best.-nr. 942 571 0 (3x) Aan de machine bevinden zich 24 voltaansluitingen die met deze sticker zijn gemarkeerd, 24 V 942 571 0 3. Best.-nr. 27 013 396 1 (1x) Uitsluitend transmissieolie Mobil Glygoyle 460 gebruiken, Renolin Unisyn CLP 220 Mobil Glygoyle 460 Renolin Unisyn CLP 460...
Pagina 58
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 8. Best.-nr. 27 014 435 0 (1x) Deze sticker toont het verloop van de krachtband naar de aan- drijving van de corn-conditioner, zie Pagina 274 27 014 435 0 9. Best.-nr. 27 023 375 0 (1x) Geen slagschroevendraaier gebruiken voor het zwenken van de corn-conditioner, Pagina 249.
Pagina 59
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 13. Best.-nr. 27 019 241 0 (1x) Om motorschade te vermijden, uitsluitend diesel met ultralaag CAUTION / ACHTUNG zwavelgehalte gebruiken, Pagina 444. Avoid Engine Damage! Filling only with: Ultra Low Sulfur Diesel Fuel 15 PPM Sulfur MAXIMUM Motorschäden vermeiden! Befüllung nur mit: Diesel mit ultraniedrigem Schwefelgehalt...
Pagina 61
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine 25. Best.-nr. 942 287 1 (1x) Beide wielwiggen alleen aan de voorwielen gebruiken, Beide Unterlegkeile nur an der Vorder- achse verwenden. Pagina 350. Use both wheel chocks for the front axle only. Use ambos calzos de rueda solo para el eje delantero.
Pagina 62
Veiligheid Aanwijzingsstickers op de machine Aan de machine bevinden zich sjorpunten die met deze stic- ker zijn gemarkeerd, Pagina 354. 27 023 958 0 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 63
Veiligheid Veiligheidsuitrusting Veiligheidsuitrusting BXG000-106 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 64
Veiligheid Veiligheidsuitrusting Pos. Aanduiding Toelichting Nooduitgang Het zijvenster in rijrichting rechts, naast de be- stuurdersstoel kan bij noodgevallen als uitgangs- deur worden geopend, Pagina 83. Om veilig in de cabine te komen, de machine Trap uitsluitend via de linker trap beklimmen. Daarbij de leuningen gebruiken.
Pagina 65
Veiligheid Veiligheidsuitrusting 2.8.1 SMV-markeringspaneel Bij uitvoering "SMV-markeringspaneel" KM000-567 Het Slow-Moving Vehicle-markeringsbord (SMV-markeringsbord) (1) kan worden aangebracht op langzaam rijdende machines en voertuigen. Hiervoor moeten de landspecifieke voorschriften in acht worden genomen. Het SMV-markeringsbord (1) zit middenachter of linksachter. Wanneer de machine op transportvoertuigen (bijv. vrachtwagen of trein) wordt getransporteerd, moet het SMV-markeringsbord worden afgedekt of gedemonteerd.
Pagina 66
Veiligheid Veiligheidsuitrusting De controle-intervallen in andere landen kunnen afwijken. In dit geval gelden de voorgeschreven controle-intervallen van het land van toepassing. Neem de bepalingen in d ebetreffende landen in acht. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 67
Gegevensopslag Gegevensopslag Vele elektronische componenten van de machine bevatten een gegevensopslag die technische informatie over de toestand van de machine, gebeurtenissen en fouten tijdelijk of permanent opslaat. Deze technische informatie documenteert in het algemeen de toestand van een component, van een module, een systeem of de omgeving: •...
Pagina 69
Machinebeschrijving Machineoverzicht Overzicht gewasstroom BX001-125 Pakket invoerwalsen boven Achterwand worpversneller Voordrukwals Overdrachtschacht Tussenwals Trommelbodem Perswals Tegensnijkant Hakseltrommel Gladde wals Corn-conditioner Tussenwals Worpversneller Transportwals Kanaalaansluiting Pakket invoerwalsen onder 4.1.1 Inhoud van het opbergvak BX002-394 In het opbergvak (1) zijn de volgende onderdelen aanwezig •...
Pagina 70
1 brandstofslang 2TE 12x405 DKOL / DKOL • 1 uitblaaspistool met verlenging • 1 spiraalslang • 1 afdichtingsring • 1 spuitbus KRONE-groen 150 ml • 1 spuitbus KRONE-beige 150 ml • 1 afdekplaat worpversneller Markering INFO Het typeplaatje is een officieel document en mag niet worden veranderd of onleesbaar...
Pagina 71
Machinebeschrijving Functiebeschrijving oogstgoed hakselen 4 Bouwjaar 10 Toegestane aslast as 1 (bij machines met 2 assen) 5 Totaal gewicht van de machine (bij ma- 11 Totaal gewicht van de machine (bij ma- chines met 3 assen) chines met 2 assen) 6 Toegestane aslast as 1 (bij machines met 3 assen) Bij vragen over het werktuig en bij het bestellen van onderdelen moeten de serie (1), het...
Pagina 72
Technische gegevens Technische gegevens BXG000-040 Afmetingen in transportstand Totale lengte L¹ 6.700-8.200 mm Totale breedte B (bandbreedte 680 op de voorwielen) 3.200 mm Totale breedte B (banden 710/70R42 op de voorwielen) 3.170 mm Totale breedte B (banden 710/75R42 op de voorwielen) 3.230 mm Totale breedte B (banden 800/70R38 op de voorwielen) 3.285 mm...
Pagina 73
Technische gegevens Overlaadbreedte en overlaadhoogte bij verschillende uitwerpboogverlengingen B233: 6,55 m EasyCollect 1050-3 B231: 5,77 m XCollect 900-3, EasyCollect 900-3 B230: 5,04 m XCollect 750-3, EasyCollect 750-3, EasyCollect 750-2 4,28 m XCollect 600-3, EasyCollect 600-3, EasyCollect 600-2, XDisc 620, EasyFlow 300 S 6,00 m 7,50 m 9,00 m...
Pagina 74
Technische gegevens Assen Besturing Achteras Stuurhoek achteras 50° Vering achteras hydraulisch Trekhaak (Rockinger-865B40) Toegestane D-waarde 82 kN Toegestane steunlast aan koppelingspunt max. 2.000 kg Max. aanhanglast (overlooprem) 8.000 kg max. aanhanglast (met aanwezige perslucht-reminstallatie in 10.000 kg combinatie met een persluchtgeremde aanhanger) Toegestane trekogen DIN11026, 11043, 74054 Maximaal toegestane achterasdruk in acht nemen! Elektrische installatie...
Pagina 75
Technische gegevens Bedrijfsstoffen Toegestane maximumsnelheid Technisch toegestane maximumsnelheid 40 km/h De technisch maximale snelheid kan door verschillende uitrustingskenmerken (bijv. verbindingsinrichting, as, rem, banden, enz.) of door wettelijke voorschriften in het land van toepassing worden beperkt. Machinecomponenten Invoer Aantal walsen/aantal spoelen metaaldetector Afstand metaaldetector tot tegensnijkant 820 mm Hakselaggregaat...
Pagina 76
Wanneer oliesoorten met verschillende specificaties met elkaar worden gemengd, kan er schade aan de machine ontstaan. Nooit oliesoorten met verschillende specificaties met elkaar mengen. Overleg met uw KRONE servicepartner houden, voordat na een oliewissel een olie met een andere specificatie wordt gebruikt. 5.1.1 Oliën...
Pagina 77
Technische gegevens Bedrijfsstoffen Aanduiding Vulhoeveel- Specificatie Eerste vulling vanaf fabriek heid Wielnaafaandrijving, vóór 3,5 l Transmissie- Transmissieolie Shell Spirax olie Shell Spi- S4 CX 50 rax S4 CX 50 Wielnaafaandrijving, achter 1,5 l Transmissie- Transmissieolie Shell Spirax olie Shell Spi- S4 CX 50 rax S4 CX 50 VariLOC snijlengteaandrijving 3,3 L Transmissie-...
Pagina 78
Technische gegevens Bedrijfsstoffen ISO-viscositeitsklasse HEPG VG 46 HLP VG 46 Fabrikant Mobiel Mobil DTE 25 Mobil Hydraulic Oil Medium SHELL Fluid BD 46 Shell Tellus olie 46 Shell Hydrol DO 46 WIOLAN HS 46 WIOLAN HX 4 Stuart Hydrocor E46 Cofraline Theunissen ISOCOR E46...
Pagina 79
Technische gegevens Banden 5.1.5 Brandstof Aanduiding Vulhoeveelheid Specificatie Brandstoftank 930 l zie meegeleverde handleiding fa. Liebherr Extra brandstoftank 400 l zie meegeleverde handleiding fa. Liebherr Zijtank 170 l zie meegeleverde handleiding fa. Liebherr Banden Banden Uitrusting Bandmaten Vooras Standaard 680/85R32 Optie 710/70R42 Optie 710/75R42 Optie 800/70R38...
Pagina 80
Technische gegevens Totaal gewichten en aslasten Bandenspanning Soort [km/h] EasyFlow EasyCollect EasyCollect / XCollect banden of solo-ma- 600-2 750-2 600-3 750-3 900-3 chine [bar] [bar] [bar] [bar] [bar] [bar] 900/60 Vooras 900/60 540/65 Achteras 620/70 710/60 Totaal gewichten en aslasten Uit de vooraslast ontstaat afhankelijk van de machinetype van een extra as en het gebruikte voorzetwerktuig: •...
Pagina 81
Technische gegevens Totaal gewichten en aslasten Exact-hakselaar met 2 assen Ballast op een vooraslast van 11.500 kg Zonder voorzetwerktuig/met EasyFlow¹ Toeg. aslast achter 10.000 [kg] Toeg. totaalgewicht 18.000 [kg] Basisgewicht [aantal] Extra plaat [aantal] ¹ Stand van de serie in de voertuigdocumenten Ballast op een vooraslast van 12.000 kg Zonder voorzetwerk- EasyCollect...
Pagina 82
Technische gegevens Goedgekeurd voorzetwerktuig Ballast op de achteras Gewicht Basisgewicht 834 kg Extra plaat 150 kg Het noodzakelijke aantal stuks van basisgewicht en extra platen staat in de tabellen voor de ballast. Goedgekeurd voorzetwerktuig De volgende voorzetwerktuigen zijn technisch voor de werking vrijgegeven. Voor de toelating voor het rijden op de weg moet het nationale recht in acht worden genomen.
Pagina 83
Bedienings- en weergave-elementen Overzicht van de bedieningselementen Bedienings- en weergave-elementen Overzicht van de bedieningselementen BX001-768 1 Lichtbedieningseenheid, zie Pagina 93 7 Navigatiemodule, zie Pagina 111 2 Schakelaar interieurverlichting/verlich- 8 Bedrijfsmodus-keuzeschakelaar, zie Pa- ting rijhendel, zie Pagina 103 gina 109 3 Terminal, zie Pagina 121 9 Rijhendel, zie Pagina 103 4 Toetsenveld, zie Pagina 107...
Pagina 84
Bedienings- en weergave-elementen Deuren en ramen van de cabine openen BM000-067 De hendel (1) naar voren tot aan het vergrendelpunt zwenken. BM000-176 De splitpen (2) eruit trekken en verwijderen. BM000-177 Het zijvenster (3) volledig opendraaien. Cabinedeur openen Cabinedeur van buiten openen BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 85
Bedienings- en weergave-elementen Deuren en ramen van de cabine openen BX001-138 Het deurslot (1) met de deursleutel openen. Het deurslot (1) indrukken en de deur openen. Cabinedeur van binnen openen BX001-139 De deuropeningshendel (1) omhoogduwen en de deur naar buiten opendraaien. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 86
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op de stuurkolom Bedienings- en weergave-elementen op de stuurkolom BM000-035 Stuurwiel Ontgrendelingshendel voor horizontale verstelling van de stuurkolom en boven- ste draaipunt, zie Pagina 241 Controle- en waarschuwingslampjes, Stuurkolomschakelaar, zie Pagina 86 Pagina 90 Ontgrendelingspedaal voor de verstel- ling van de stuurkolom onder, zie Pagi- na 241...
Pagina 87
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op de stuurkolom BM000-055 Om de claxon te bedienen, de toets (1) voor de claxon op de stuurkolomschakelaar (2) indrukken. Æ Zolang de toets ingedrukt werd, klinkt het claxonsignaal. 6.3.1.2 Richtingaanwijzer in-/uitschakelen BM000-056 ...
Pagina 88
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op de stuurkolom 6.3.1.3 Parkeerlicht/dimlicht in-/uitschakelen BM000-059 De instelring verlichting (2) op de stuurkolomschakelaar (1) kan in de volgende standen worden gedraaid: Pos. Symbool Toelichting Schakelt het licht uit. Schakelt het parkeerlicht in. Schakelt het dimlicht in. Zonder functie ...
Pagina 89
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op de stuurkolom 6.3.1.4 Groot licht in-/uitschakelen BM000-057 ü Het dimlicht is ingeschakeld, Pagina 88. Om het groot licht in te schakelen, de stuurkolomschakelaar (1) omlaag drukken. Æ De stuurkolomschakelaar vergrendelt in deze positie en het groot licht is ingeschakeld. Æ...
Pagina 90
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op de stuurkolom De instelring (2) voor de ruitenwisser voorruit op de stuurkolomschakelaar (1) kan in de volgende standen worden gedraaid: Pos. Symbool Toelichtingen Schakelt de ruitenwisser voorruit uit. Schakelt het intermitterend bedrijf van de ruiten- wisser voorruit in.
Pagina 91
Bedienings- en weergave-elementen Bedrijfsrem bedienen 6.3.3 Waarschuwingsknipperlicht aan/uit BM000-061 Om het waarschuwingsknipperlicht in te schakelen, de schakelaar waarschuwingsknipperlicht (1) in de positie II drukken. Æ Bij ingeschakeld waarschuwingsknipperlicht knipperen alle richtingindicaties tegelijkertijd en gaan de controlelampjes richtingindicatie links en rechts branden, Pagina 90.
Pagina 92
Bedienings- en weergave-elementen Reminstallatie aanhanger bedienen (bij uitvoering "Reminstalaltie aanhanger") Reminstallatie aanhanger bedienen (bij uitvoering "Reminstalaltie aanhanger") WAARSCHUWING Levensgevaar door verlengde remweg Als de machine met een reminstallatie voor aanhanger uitgerust is en beide rempedalen van de bedrijfsrem bij rijden op de weg niet maan elkaar gekoppeld zijn, wordt de remafstand verlengd.
Pagina 93
Bedienings- en weergave-elementen Voettoetsen bedienen (bij uitvoering "Voettoetsen cabine") Voettoetsen bedienen (bij uitvoering "Voettoetsen cabine") BX002-639 De voettoetsen (1, 3) aan de stuurkolom (2) zijn vrij programmeerbare memory-toetsen waarmee functies van de machine worden uitgevoerd. De toetsen kunnen als toets "M5" (linker voettoets) en toets "M6" (rechter voettoets) in de terminal met functies worden bezet, Pagina 132.
Pagina 94
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting BXG000-012 Pos. Aanduiding Toelichting Toets "Spiegelverwarming" Schakelt de verwarming voor de buitenspiegel en de trottoirspiegel in/uit. niet bezet Toets "Zwaailichten" Schakelt de zwaailichten in/uit. Toets "Werklampen spiegel zij- Schakelt de werklampen spiegel zijkant in/uit. kant" Toets "Onderhoudsverlichting" Schakelt de onderhoudsverlichting in/uit.
Pagina 95
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting Pos. Aanduiding Toelichting Toets "Rechter buitenspiegel" Activeert de rechter buitenspiegel voor de spie- gelverstelling. niet bezet Toets "Linker buitenspiegel" Activeert de linker buitenspiegel voor de spiegel- verstelling. Bedieningsveld "Spiegelverstel- Verstelt het spiegelvlak van de spiegel waarvan ling"...
Pagina 96
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting INFO Zolang de verlichtingskabel voor een maïsvoorzetwerktuig EasyCollect of XCollect is aangesloten, branden de voorste richtingaanwijzers (5) niet. 6.7.1.2 Werkverlichting WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door verblindende werklampen Als de werklampen bij het rijden op de weg niet zijn uitgeschakeld, kunnen verkeersdeelnemers verblind raken.
Pagina 97
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting 6.7.1.3 Werklampen met de toets "Memory" schakelen en opslaan BXG000-039 Met de toets "Memory" (2) kunnen meerdere werklampen (1) tot een verlichtingsscenario worden samengevat om dan gelijktijdig in- en uitgeschakeld te worden. Om een verlichtingsscenario met verschillende werklampen op te slaan, de gewenste werklampen (1) met de bijbehorende toetsen inschakelen en de toets "Memory"...
Pagina 98
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting De zwaailichten (2) worden automatisch ingeschakeld wanneer de bedrijfsmodi- keuzeschakelaar op "Rijden op de weg" staat. Om de zwaailichten (2) handmatig uit te schakelen, de toets "Zwaailichten" (1) van de lichtbedieningseenheid indrukken. Æ De LED boven de toets (1) gaat uit. 6.7.1.5 Onderhoudsverlichting BX001-212...
Pagina 99
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting 6.7.1.6 Ruitenwisser links/rechts BXG000-051 Om de linker ruitenwisser in te schakelen, de toets "Ruitenwisser links" (1) van de lichtbedieningseenheid indrukken. Æ De linker ruitenwisser wist, de LED boven de toets brandt. Om de linker ruitenwisser uit te schakelen, de toets "Ruitenwisser links" (1) van de lichtbedieningseenheid indrukken.
Pagina 100
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting 6.7.1.8 Spiegel instellen Buitenspiegel instellen WAARSCHUWING Levensgevaar voor personen naast en achter de machine door verminderd zicht voor de bestuurder! Wanneer de buitenspiegel niet goed is ingesteld, heeft de bestuurder geen voldoende zicht over de omgeving van de machine, zodat bij het rijden personen gevaar kunnen lopen. ...
Pagina 101
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting BXG000-097 Stel de trottoirspiegel (1) handmatig zo in, dat de grond naast het rechter voorwiel voor het wegrijden kan worden gecontroleerd. Spiegelverwarming in-/uitschakelen BXG000-054 Om de buitenspiegel en de trottoirspiegel te verwarmen, de toets "Spiegelverwarming" (1) indrukken.
Pagina 102
Bedienings- en weergave-elementen Verlichting BXG000-041 Leaving Home-functie De Leaving Home-functie dient ertoe in het donker veilig in de cabine te kunnen stappen. Druk op de toets "Verlichting trap" (3) om de Leaving Home-functie te activeren. Æ De lampen (1), (2), (4) en (5) gaan voor bepaalde tijdsduur branden. Coming Home-functie De Coming Home-functie is bedoeld om in het donker veilig uit de cabine te kunnen stappen.
Pagina 103
Bedienings- en weergave-elementen Bedieningselementen aan rijhendel 6.7.3 Interieurverlichting BM000-040 Het binnenlicht (2) bevindt zich aan de cabinehemel en wordt met de schakelaar (3) geschakeld. De schakelaar heeft 3 standen: Pos. Toelichting Het binnenlicht wordt via de deurcontactschakelaar geschakeld. Het binnenlicht is uitgeschakeld. Het binnenlicht is ingeschakeld.
Pagina 104
Bedienings- en weergave-elementen Bedieningselementen aan rijhendel BXG000-010 Met de toetsen op de rijhendel worden functies op de machine uitgevoerd. De toetsen zijn of voor de functiewijze "Tipwerking" of voor de functie "Tipfunctie" of 2-traps ontworpen. Afhankelijk van de functiewijze van de toetsen worden de functies van de machine op twee manieren uitgevoerd: •...
Pagina 105
Bedienings- en weergave-elementen Bedieningselementen aan rijhendel Pos. Aanduiding Toelichting Toets "Uitwerpboog spiege- Bij ingeschakelde hoofdkop- len/parkeren" peling: Spiegelt de positie van de uitwerpboog (tastwerking). Bij uitgeschakelde hoofdkop- peling: Zwenkt de uitwerp- boog in de transportstand (tastwerking). Toets "Uitwerpboogklep om- Heft de uitwerpboogklep om- hoog"...
Pagina 106
Bedienings- en weergave-elementen Bedieningselementen aan rijhendel Hendelbewegingen BX001-656 Pos. Toelichting Bij vooruitrijden: versnelling (bij gelijktijdig ingedrukte activeringstoets) Bij achteruitrijden: Vertraging Middelste stand rijhendel Bij vooruitrijden: Vertraging Bij achteruitrijden: versnelling (bij gelijktijdig ingedrukte activeringstoets) vertraging tot 0 km/h Bij het werken op het veld bij gelijktijdig ingedrukte activeringstoets: Snelle omkering Middelste stand rijhendel Bij vooruitrijden: Snelheidsregeling inschakelen (bij gelijktijdig ingedrukte activerings- toets wordt de actuele rijsnelheid opgeslagen)
Pagina 107
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op het toetsenveld Bedienings- en weergave-elementen op het toetsenveld BXG000-011 • De toetsen waarmee functies kunnen worden geselecteerd, branden. • De LED linksboven op de desbetreffende toets knippert of brandt terwijl de geselecteerde functie wordt uitgevoerd. Met de toetsen op het toetsenveld worden functies op de machine uitgevoerd.
Pagina 108
Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen op het toetsenveld Pos. Aanduiding Toelichting Toetsen "Hydraulische circuit Bij maïsvoorzetwerktuig: laat 2" de plantenverdeler zakken. Bij grasvoorzetwerktuig: laat de gewasgeleiderol zakken. Bij maïsvoorzetwerktuig: be- weegt de plantenverdeler om- hoog. Bij grasvoorzetwerktuig: be- weegt de gewasgeleiderol omhoog.
Pagina 109
Bedienings- en weergave-elementen Bedrijfsmodi-keuzeschakelaar 6.10 Toerental van de dieselmotor voor toets "Dieselmotortoerental" (13) opslaan Het toerental van de dieselmotor dat via de toets "Toerental van de dieselmotor" (13) kan worden opgeroepen, kan worden ingesteld. Het toerentalbereik dat kan worden opgeslagen ligt tussen 1.700 o.p.m.
Pagina 110
Bedienings- en weergave-elementen 6.11 Snelstopschakelaar Om de werkfunctie in geval van nood te stoppen: De snelstopschakelaar (1) indrukken. Om de werkfunctie weer vrij te geven: De snelstopschakelaar (1) door een lichte draai met de klok mee ontgrendelen. 6.11 Snelstopschakelaar BXG000-006 De snelstopschakelaar (1) in de cabine is bestemd om de werkfuncties van de machine te...
Pagina 111
Bedienings- en weergave-elementen Navigatiemodule 6.12 6.12 Navigatiemodule BX001-770 De functietoetsen (1-6) van de navigatiemodule bieden een directe toegang tot de belangrijkste toetsen van het display en de besturing van de airconditioning. Met het scrollwieltje navigatie (7) kunnen de toetsen op de terminal worden geselecteerd, kunnen instellingen van de machine worden uitgevoerd en functies worden gestart en gestopt.
Pagina 112
Bedienings- en weergave-elementen 6.13 Contactslot Functie van het "Scrollwieltje navigatie" BXG000-055 Naast de invoer via het touchscreen display kan de navigatie in het terminal en de wijziging van cijferwaarden ook met het "Scrollwieltje navigatie" worden uitgevoerd. Daarvoor kan de het "Scrollwieltje navigatie" worden ingedrukt, gedraaid en opzij worden geschoven.
Pagina 113
Bedienings- en weergave-elementen Extra toetsenveld 6.14 Pos. Toelichting STOP De stroomcircuit is onderbroken. De stroomcircuit voor elektronica is ingeschakeld. De ontsteking is ingeschakeld Startstand 6.14 Extra toetsenveld BX001-802 Het extra toetsenveld bevindt zich in de rechter armleuning van de bestuurdersstoel. ...
Pagina 114
Bedienings- en weergave-elementen 6.15 Contactdozen Om met het extra toetsenveld een functie te bedienen: de functie met de toets (1) tot (5) selecteren, (bijv. de functie "vergrendeling voorzetwerktuig openen"). Æ De toetsen die beschikbaar zijn om een waarde te wijzigen of een component te bewegen, worden automatisch verlicht.
Pagina 115
Bedienings- en weergave-elementen Contactdozen 6.15 6.15.2 Contactdozen 12 V BX001-206 Achter de bestuurdersstoel bevindt zich de 12 Volt-contactdoos (1). 6.15.3 Contactdoos 12 V/contactdoos 24 V BX001-804 Aan de rechter cabinezijde bevinden zich: • contactdoos (24 V) (1) • 3-polige contactdoos (12 V) (2) Op de contactdoos(24 V) (1) kunnen elektrische verbruikers met 24 V en maximaal 20 A worden aangesloten.
Pagina 116
Achter de bestuurdersstoel bevinden zich de volgende diagnose-interfaces: • Diagnosecontactdoos ISOBUS (1) • Diagnosecontactdoos KRONE (2) Zorg ervoor dat uitsluitend door KRONE toegestane apparaten op de diagnose-interfaces worden aangesloten. 6.15.5 In-cab-contactdoos BX002-008 Aan de rechterzijde van de cabine bevindt zich: •...
Pagina 117
Bedienings- en weergave-elementen Slijpbedieningseenheid 6.16 BX001-611 Met de toetsen op de rijhendel worden functies op de machine uitgevoerd. De toetsen zijn of voor de functiewijze "Tipwerking" of voor de functie "Tipfunctie" of 2-traps ontworpen. Afhankelijk van de functiewijze van de toetsen worden de functies van de machine op twee manieren uitgevoerd: •...
Pagina 118
Bedienings- en weergave-elementen 6.17 Snelstopschakelaar slijpbedieningseenheid Inschakelvoorwaarden Functie Onderhoudswerking Hoofdkoppeling Hefmechanisme omhoog aan/uit aan/uit Hefmechanisme omlaag aan/uit aan/uit Tegensnijkant naar rechts Tegensnijkant van rechts af aan/uit Tegensnijkant naar links Tegensnijkant van links af aan/uit Slijpfunctie automatisch Slijpsteen handmatig verplaat- Slijpklep openen/sluiten aan/uit Invoer/voorzetwerktuig omke- Invoer noodomkeren...
Pagina 119
Bedienings- en weergave-elementen Zijkappen en achterkap openen en sluiten 6.18 BX001-121 Voor de ontgrendeling van de snelstopschakelaar (1) met de klok mee draaien tot de basispositie is bereikt. Æ De werkfuncties zijn weer vrijgegeven en kunnen weer worden geactiveerd. De schakelaar is ontgrendeld.
Pagina 120
Bedienings- en weergave-elementen 6.18 Zijkappen en achterkap openen en sluiten De zijkappen (2) en de achterkap (3) sluiten: De kap omlaagzwenken en zonder gereedschap omlaagdrukken tot de vergrendeling sluit. Om er zeker van te zijn dat de kap vergrendeld is, onder de kap grijpen en trekken. Æ...
Pagina 121
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de servicepartner van KRONE. INFO In de werkschermen en menu's van de volgende hoofdstukken worden alle mogelijke uitvoeringen van de machine weergegeven.
Pagina 122
Terminal Beschrijving display Beschrijving display EQG002-014 Het display is bestemd voor het weergeven en invoeren van gegevens. Het informeert over de actuele bedrijfstoestand van de machine. Er kunnen instellingen worden gemaakt en verschillende functies worden uitgevoerd. Voor de menubesturing en het invoeren van waarden/gegevens is het terminal uitgerust met een display dat als touchscreen kan worden gebruikt.
Pagina 123
Terminal Invoerscherm Invoerveld bedienen EQG002-061 Pos. Symbool Aanduiding Toelichting Afbreken Annuleert de invoer en sluit het in- voerveld zonder op te slaan. Opslaan Slaat de ingevoerde waarde op en sluit het invoerveld. Waarde Geeft de actueel opgeslagen of nieuw ingevoerde waarde weer, in dit voorbeeld de waarde 50%.
Pagina 124
Terminal Selectiescherm Pos. Symbool Aanduiding Toelichting -100 (voorbeeld) • De actuele waarde wordt bij ieder indrukken met de aangegeven waarde verhoogd of verlaagd. -10 (voorbeeld) • Wanneer de toets wordt ingedrukt en vastgehouden wijzigt de waarde voortdurend +10 (voorbeeld) met de aangegeven waarde. +100 (voorbeeld) Minimum-/maximumwaar- Geeft de minimale en de maximale...
Pagina 125
Terminal Selectiescherm Pos. Symbool Aanduiding Toelichting Afbreken Annuleert de invoer en sluit het se- lectiescherm zonder op te slaan. Opslaan Slaat de ingevoerde waarde op en sluit het selectiescherm. Naar boven Beweegt de schuifregelaar naar bo- ven. Naar beneden Beweegt de schuifregelaar naar be- neden.
Pagina 126
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de servicepartner van KRONE. EQG002-011 Na het inschakelen van de ontsteking gaat naar gelang de stand van de bedrijfsmodi- keuzeschakelaar in het hoofdvenster het basisscherm "Rijden op de weg"...
Pagina 127
Terminal – machinefuncties Statusregel Statusregel 12.0 km/h EQG002-044 De toetsen in de statusregel geven via kleuren en symbolen de actuele status van de bijbehorende componenten aan. In de statusregel worden alleen toetsen voor de functies weergegeven die op de machine zijn gemonteerd, resp.
Pagina 128
Terminal – machinefuncties Statusregel (3) Voorzetwerktuig Symbool Toelichting Het voorzetwerktuig is inactief. Het voorzetwerktuig is actief. Het voorzetwerktuig is actief en omgekeerd. Wanneer een toets wordt ingedrukt, gaat het menu Voorzetwerktuig "Instellingen" open, Pagina 194. (4) Regeling hefmechanisme Symbool Toelichting De hefmechanisme steundrukregeling is inactief. De hefmechanisme steundrukregeling is actief.
Pagina 129
Terminal – machinefuncties Statusregel Symbool Toelichting De metaaldetectie of de RockProtect (bij uitvoering "RockProtect") is niet beschikbaar. De metaaldetectie en de RockProtect (bij uitvoering "RockProtect") zijn actief. De metaaldetectie heeft metaal herkend in de invoer en RockProtect (bij uitvoering "RockProtect") heeft een steen in de invoer herkend. De invoer blijven opeens staan.
Pagina 130
Terminal – machinefuncties Statusregel (7) Inkuilmiddelinstallaties De toets inkuilmiddelinstallaties toont de status van de externe inkuilmiddelinstallatie, de inkuilmiddelinstallatie fijne dosering of de inkuilmiddelinstallatie grove dosering wanneer één of meerdere van deze inkuilmiddelinstallaties zijn gemonteerd. Wanneer er slechts een inkuilmiddelinstallatie is gemonteerd, wort de toets voor deze inkuilmiddelinstallatie in de statusregel weergegeven.
Pagina 131
Terminal – machinefuncties Statusregel (8) Overslagautomaat Symbool Toelichting De overslagautomaat is gedeactiveerd. De overslagautomaat is inactief, er werd geen transportvoertuig her- kend. De uitwerpboog moet handmatig worden gestuurd. De overslagautomaat is inactief, er werd een transportvoertuig herkend. Een activering is mogelijk. De overslagautomaat is actief.
Pagina 133
Terminal – machinefuncties Weergave van storingen in het veld storingswaarschuwingen Symbool Toelichting M5/M6 Worpbreedte van de worpversneller verhogen/verlagen (bij uitvoering "StreamControl") M5/M6 Zwaailicht/claxon aan Extra as heffen/neerlaten (bij uitvoering "extra as") M5/M6 Cabine heffen/neerlaten (bij uitvoering "cabinelift") M5/M6 Wanneer een toets wordt ingedrukt, gaat het menu voettoets "Instellingen" open, Pagina 187.
Pagina 134
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk De controle- en waarschuwingslampen zijn in alle schermen van de terminal zichtbaar, dus ook in het hoofdmenu en de ondermenu's. Toetsen in de titelbalk EQG002-022 Symbool Aanduiding Toelichting Menu "Tellers" Opent het menu "Tellers". Menu "Storing"...
Pagina 135
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Menu "Klantenteller" EQG002-055 In het menu "Klantenteller" kunnen records van klanten worden aangemaakt. ü Het menu "Teller" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ De lijst met aangemaakte klanten wordt weergegeven. Klantenrecord aanmaken EQG002-056 ...
Pagina 136
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Bediening alfanumeriek invoerveld Om te wisselen van hoofdletters naar kleine letters, indrukken. Om van het alfanumerieke naar het numerieke toetsenbord te wisselen, indrukken. Om van het numerieke naar het alfanumerieke toetsenbord te wisselen, indrukken.
Pagina 137
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk EQG003-028 Æ De aangemaakte klantrecords worden weergegeven in een lijst in de klantenteller. Om nog een klantenrecord aan te maken indrukken. Om een klantenrecord op te roepen indrukken. Om de oppervlakteteller voor een klant op te roepen indrukken.
Pagina 138
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Oppervlak andere naam geven Om het scherm "Details oppervlak" op te vragen, indrukken. EQG003-020 Om een oppervlak een nieuwe naam te geven, de desbetreffende toets, in het voorbeeld , indrukken. Æ Het alfanumerieke invoerveld wordt geopend. ...
Pagina 139
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Oppervlak wissen EQG002-074 Om een of meer oppervlakken te wissen, indrukken. Æ Een selectiescherm wordt geopend. Het oppervlak of de oppervlakken die gewist moeten worden, moeten in het vierkant aan het eind van de regel worden geselecteerd.
Pagina 140
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Oppervlakteteller starten en stoppen EQG003-022 Om de teller voor het desbetreffende oppervlak te starten, in het scherm "Oppervlakken" of in het scherm "Details oppervlak" op drukken. Æ De teller start en registreert de oppervlaktegegevens zolang tot de teller wordt gestopt. EQG002-059 Æ...
Pagina 141
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk EQG003-020 Menu "Dagteller" EQG003-024 ü Het menu "Teller" is opgeroepen. Om het menu te openen, indrukken. Æ Drie dagtellers worden weergegeven die permanent de werk- en verbruiksgegevens van de machine voor de drie lopende werkperiodes weergeven. De datum en de tijd geven aan wanneer de dagtellers voor het laatst werden terugggezet.
Pagina 142
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk EQG003-023 In het scherm "Details dagteller" worden de volgende actuele gegevens voor de geselecteerde werkperiode weergegeven: • Bedrijfsuren van de dieselmotor • Brandstofverbruik • Kilometerteller (weg, veld, totaal) • Oppervlakteteller • Bedrijfsuren van de hakseltrommel •...
Pagina 143
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Bij uitvoering "CropControl" EQG002-062 Met de printer (1) kunnen afdrukken van de klanten-, dag- en totaalteller worden gemaakt. De teller selecteren waarvan een afdruk moet worden gemaakt. Om het afdrukken te starten, indrukken.
Pagina 144
3 Beschrijving van de fout 2 Korte beschrijving van de fout 4 Toets "Sluiten" Om de beschrijving van de storing te sluiten, indrukken. Menu "Storingsverloop" Het storingsverloop kan alleen door een KRONE servicemonteur worden leeggemaakt. EQG003-090 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 145
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk ü Het menu "Storing" is opgevraagd. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display toont het menu "Storingsverloop" met de foutmeldingen die sinds het laatste wissen van het storingsverloop zijn opgetreden. ...
Pagina 146
Terminal – machinefuncties Toetsen in de titelbalk Symbool Aanduiding Toelichting Groen oppervlak CAN-activiteit aanwezig, geen fouten Geel oppervlak CAN-activiteit aanwezig, met één of meer fouten Rood oppervlak Geen CAN-activiteit aanwezig, niet moge- lijk fouten vast te stellen Om het overzicht van de besturingsapparaten van de motorbus te openen, indrukken.
Pagina 147
Terminal – machinefuncties Directe invoer "Werken op het veld" EQ002-433 Om het informatiescherm te verlaten, indrukken. 8.3.3 Hoofdmenu EQG002-013 ü Het basisscherm is opgeroepen. Om het hoofdmenu te openen indrukken. Naar de menustructuur en de navigatie in de menu's, Pagina 157.
Pagina 148
Terminal – machinefuncties Directe invoer "Werken op het veld" Pos. Aanduiding Toelichting Werkbreedte of aantal rijen tijde- De werkbreedte (grasmodus) of het aantal rijen lijk wijzigen. (maïsmodus) tijdelijk veranderen. Toerental voorzetwerktuig wijzi- Het vooringesteld toerental voor de aandrijving voorzetwerktuig kleiner resp. groter maken. Haksellengte wijzigen De haksellengte handmatig of automatisch door "AutoScan"...
Pagina 149
Terminal – machinefuncties Directe invoer "Werken op het veld" Bij de maïsbekken "EasyCollect" en "XCollect" staat in het bovenste veld het aantal van de ingestelde rijen. Om de vooringestelde waarde voor de werkbreedte tijdelijk wijzigen, Pagina 148. Æ De wijziging wordt meteen toegepast en in het bovenste veld als tijdelijk gewijzigde waarde weergegeven.
Pagina 150
Terminal – machinefuncties Directe invoer "Werken op het veld" Met de instelling via het systeem "AutoScan" wordt de vooringestelde waarde voor de haksellengte naar gelang de rijpingsgraad van de maïs continu automatisch aangepast. Om van de instelling via het systeem "AutoScan" naar de handmatige instelling te wissen, indrukken.
Pagina 151
Terminal – machinefuncties Infogedeelte In bovenste veld staat links de werkelijke waarde en in het midden de streefwaarde voor de walsafstand van de corn-conditioner. Om de vooringestelde waarde voor de walsafstand te wijzigen, Pagina 148. Æ De wijziging wordt meteen overgenomen en links in het bovenste veld weergegeven. Infogedeelte EQG000-007 De toetsen in het infogedeelte kunnen via een selectieveld vrij worden bezet.
Pagina 152
Terminal – machinefuncties Weergavevak motor- en rijgegevens Pos. Aanduiding Toelichting Weergave koelvloeistoftempera- Geeft de actuele koelvloeistoftemperatuur in °C tuur weer (digitaal en analoog). Weergave brandstofniveau Geeft de actuele brandstofniveau in % weer (digi- taal en analoog). Weergave snelheid digitaal Geeft de actuele snelheid digitaal in km/h resp. mph weer.
Pagina 153
Terminal – machinefuncties Weergavevak motor- en rijgegevens Camerabeelden op het terminal weergegeven (9) EQG002-084 De beelden van de camera's kunnen op het terminal worden weergegeven. Om de beelden van de camera's op het terminal weer te geven, indrukken. Æ Het terminal geeft het beeld van de camera weer dat het laatst werd geselecteerd. Selectie van de camera (1) Symbool Toelichting...
Pagina 154
Terminal – machinefuncties Indicatielampjes rijaandrijving EQG002-085 Het camerabeeld kan op de terminal groter worden gemaakt. Om het weergavebereik voor het camerabeeld te vergroten indrukken. Wanneer het weergavebereik voor het camerabeeld vergroot is, worden in het onderste gedeelte van de weergave de motorbelasting (1), de snelheid (2) en het motortoerental (3) digitaal weergegeven.
Pagina 155
Terminal – machinefuncties Indicatielampjes rijaandrijving Weergave voor versnellingsgedrag (1) Geeft de actuele waarde voor het versnellingsgedrag weer. Symbool Toelichting geringe versnelling middelhoge versnelling hoge versnelling maximale versnelling Indicatielampje voor rijrichting en parkeerrem (2) Geeft de rijrichting en de status van de parkeerrem aan. Symbool Toelichting Rijrichting vooruit...
Pagina 156
Terminal – machinefuncties Indicatielampjes rijaandrijving Symbool Aanduiding Toelichting Aandrijfslipregeling (TC) in- actief Aandrijfslipregeling (TC) Het aandrijfmoment op de wielen wordt ge- stand I actief regeld. Aandrijfslipregeling (TC) stand I laat Aandrijfslipregeling (TC) slechts geringe slip (doordraaiende wielen) stand I regelt actief toe.
Pagina 157
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de servicepartner van KRONE. Menustructuur De menustructuur bestaat naargelang de uitrusting van de machine uit de volgende menu's.
Pagina 158
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Cabine, zie Pagina 173 Terminal, zie Pagina 175 Instellingen Informatie Armleuning, zie Pagina 176 Diagnose Toetsentest Rijhendel, zie Pagina 178 Instellingen Toetsentest Achtergrondverlichting, zie Pagina 179 Instellingen Versies besturingsapparaten, zie Pagina 180 Besturingsapparatenversies software Besturingsapparatenversies hardware Printer, zie Pagina 181 Instellingen Airconditioning BiG X 780...
Pagina 159
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Grafiek Instellingen Diagnose Afstandsonderhoud, zie Pagina 184 Afstandsonderhoud Diagnose Instellingen Ruitenwisser, zie Pagina 185 Instellingen Verlichting, zie Pagina 185 Instellingen Toetsentest Camerasysteem Instellingen Voettoetsen Instellingen BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 160
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Smering Centrale smering Instellingen Diagnose Onderhoud Smering tussenaandrijving Diagnose Menu Onderme- Aanduiding Gewasstroom Voorzetwerktuig Instellingen Diagnose Transmissie voorzetwerktuig Instellingen Diagnose AutoScan Grafiek Instellingen BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 161
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Invoer Instellingen Diagnose Herkenning van vreemde deeltjes Instellingen Diagnose Hefmechanisme Instellingen Kalibratie Diagnose Slijpinrichting en tegensnijkant Instellingen Diagnose Onderhoud Hoofdkoppeling Instellingen Diagnose Kalibratie BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 162
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Corn-conditioner Instellingen Diagnose Kalibratie Worpversneller Instellingen Diagnose CropControl Tegenweging Instellingen Kalibratie Diagnose Inkuilmiddelinstallaties Externe inkuilmiddelinstallatie Instellingen Inkuilmiddelinstallatie fijne dosering Instellingen Diagnose BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 163
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Inkuilmiddelinstallatie grove dosering Instellingen Diagnose Kalibratie Menu Onderme- Aanduiding Uitwerpboog Uitwerpboog Instellingen Diagnose Kalibratie Overslagautomaat Metingen Instellingen Menu Onderme- Aanduiding Motor, zie Pagina 214 Dieselmotor, zie Pagina 215 Instellingen Diagnose BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 164
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Onderhoud ConstantPower Instellingen Hydrostatische ventilator Instellingen Diagnose Persluchtreiniging Instellingen Diagnose Onderhoud Menu Onderme- Aanduiding Hydrauliek, zie Pagina 218 Vergrendeling voorzetwerktuig Diagnose Werkhydrauliek, zie Pagina 219 Diagnose BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 165
Terminal – menu's Menustructuur Menu Onderme- Aanduiding Extra hydraulisch systeem Instellingen Diagnose Menu Onderme- Aanduiding Rijfuncties, zie Pagina 220 Automatisch stuursysteem, zie Pagina 222 Instellingen Diagnose Rijaandrijving, zie Pagina 223 Kalibratie Diagnose Achteras Diagnose Kalibratie Aanhangerrem Diagnose BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 166
Terminal – menu's Menuniveau oproepen Menu Onderme- Toelichting Seizoeninstellingen Gebruikersniveau, zie Pagina 227 Menuniveau oproepen EQ002-260 Het hoofdmenu bestaat naargelang de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: Symbool Aanduiding Menu "Machine" Menu "Cabine" Menu "Centrale smering" Menu "Gewasstroom" Menu "Uitwerpboog" Menu "Motor"...
Pagina 167
Terminal – menu's In menu's navigeren INFO Door aanraking van de ingekleurde delen van de machineafbeelding in het display worden de bijbehorende menu's meteen geopend. Om het menuniveau vanuit het basisscherm op te roepen, indrukken. In menu's navigeren De functies van de terminal zijn verdeeld in menu's. Met de toetsen in de verschillende menu's kunt u in de menustructuur navigeren.
Pagina 168
Terminal – menu's Menu "Diagnose" toelichting Menu "Diagnose" toelichting INFO Dit hoofdstuk dient als algemene toelichting voor de omgang met de diagnoseschermen. De in de afzonderlijke menu's te selecteren diagnoseschermen worden niet meer in detail vermeld. In de menu's "Diagnose" staan de sensoren/actoren en de afleesbare proceswaarden van de menu-bouwgroep opgesomd.
Pagina 169
Terminal – menu's Menu "Diagnose" toelichting Symbool Toelichting Sensor/actor actief Sensor/actor inactief Sensor contact Sensor contactloos Niet OK Toets ingedrukt, schakelaar gesloten Toets niet ingedrukt, schakelaar niet gesloten Kabelbreuk Kortsluiting Kabelbreuk/kortsluiting Andere fout Status niet beschikbaar BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 170
Terminal – menu's Menu "Machine" Menu "Machine" EQG002-087 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 166. Om het menu "Machine" te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Machine" met zijn menu's weer. Het menu "Machine" bestaat afhankelijk van de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: Menu Onderme-...
Pagina 171
Terminal – menu's Menu "Machine" 9.5.1 Menu "Tanks" Menu "Tanks configuratie" In het menu kan de vulhoeveelheid in de tanks worden afgelezen, het gebruik van zijtank en extra tank kan worden geselecteerd en de getankte hoeveelheid inkuilmiddelconcentraat in de inkuilmiddeltank Fijn kan worden ingevoerd. EQ002-424 / EQ002-427 ü...
Pagina 172
Terminal – menu's Menu "Machine" EQ002-428 Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. Om het menu "Diagnose" te openen, indrukken. Voor meer informatie, Pagina 168. 9.5.2 Menu "Cabinelift" Menu "Cabinelift diagnose" In het menu "Cabinelift diagnose" worden gegevens van de sensoren en actoren van de cabinelift weergegeven.
Pagina 173
Terminal – menu's Menu "Cabine" eSolutions EQG002-090 ü Het menu "Machine" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken. Æ Het display geeft het menu "E-solutions" aan. Menu "Cabine" EQG002-025 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 166. ...
Pagina 174
Terminal – menu's Menu "Cabine" Menu Onderme- Aanduiding Armleuning, zie Pagina 176 Diagnose Toetsentest Rijhendel, zie Pagina 178 Instellingen Toetsentest Achtergrondverlichting, zie Pagina 179 Instellingen Versies besturingsapparaten, zie Pagina 180 Besturingsapparatenversies software Besturingsapparatenversies hardware Printer, zie Pagina 181 Instellingen Airconditioning Grafiek Instellingen Diagnose Afstandsonderhoud, zie Pagina 184 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 175
Terminal – menu's Menu "Cabine" Menu Onderme- Aanduiding Afstandsonderhoud Diagnose Instellingen Ruitenwisser, zie Pagina 185 Instellingen Verlichting, zie Pagina 185 Instellingen Toetsentest Camerasysteem Instellingen Voettoetsen Instellingen 9.6.1 Menu "Terminal" Menu "Terminal instellingen" In het menu worden de actuele instellingen van de terminal voor taal, dag-/nachtdesign, maateenheden, datum en tijd weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd.
Pagina 176
Terminal – menu's Menu "Cabine" EQG002-026 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken. Æ Het display geeft het menu "Terminal instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167.
Pagina 177
Terminal – menu's Menu "Cabine" EQG002-027 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken. Æ Het display geeft het menu "Armleuning diagnose" weer. Voor meer informatie, Pagina 168. Menu "Armleuning toetsentest" In het menu kan een test van de toeten van het toetsenveld, van het extra toetsenveld, de bedrijfsmodi-keuzeschakelaar en de navigatiemodule worden uitgevoerd.
Pagina 178
Terminal – menu's Menu "Cabine" Benoeming van de toets Toelichting Toetsentest KP1 Toetsentest linker helft van het toetsenveld Toetsentest KP2 Toetsentest rechter helft van het toetsenveld Toetsentest AKP Zoetsentest extra toetsenveld Toetsentest MMS Toetsentest bedrijfsmodi-keuzeschakelaar Toetsentest NM Toetsentest navigatiemodule Om een bedieningselement te selecteren dat moet worden onderzocht, de toets van het overeenkomstige bedieningselement indrukken ð...
Pagina 179
Terminal – menu's Menu "Cabine" • Uitwerpboog heffen/neerlaten • Overslagautomaat activeren/deactiveren (bij uitvoering "Overslagautomaat") • Zwaailicht/claxon ingeschakeld • Hitch-aankoppeling heffen/neerlaten • Bunker heffen/neerlaten ü Het hoofdmenu "Cabine" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Rijhendel instellingen" weer. ...
Pagina 180
Terminal – menu's Menu "Cabine" EQG002-029 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Achtergrondverlichting instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. 9.6.5 Menu "Versies stuurapparaten"...
Pagina 181
Terminal – menu's Menu "Cabine" EQG002-051 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken. Æ Het display geeft het menu "Besturingsapparaten-versies hardware" weer. 9.6.6 Menu „Printer“ Menu "Printer instellingen" In het menu "Printer instellingen" wordt het actuele printertype weergegeven. Het printertype kan worden gewijzigd.
Pagina 182
Terminal – menu's Menu "Cabine" EQ002-303 / EQ002-314 ü Het hoofdmenu "Cabine" is opgeroepen. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken. ð Het display toont het menu "Airconditioning grafiek" aan. Symbool Toelichting De airconditioning is uitgeschakeld De airconditioning is ingeschakeld De koudemiddelcompressor is uitgeschakeld De koudemiddelcompressor is ingeschakeld De automatische ventilatie is uitgeschakeld...
Pagina 183
Terminal – menu's Menu "Cabine" ð Het display toont de sterkte van de ventilatie, de streeftemperatuur in de cabine en of de koudemiddelcompressor en de automatische ventilatie zijn ingeschakeld. Om de sterkte van de ventilatie of de streeftemperatuur in de cabine te verhogen, indrukken.
Pagina 184
Hiervoor moet de machine met de"SmartConnect" (bij uitvoering SmartConnect) zijn uitgerust die via het mobiele netwerk de verbinding maakt met de KRONE klantenservice en de gegevens verzendt. EQG003-052 ü...
Pagina 185
Terminal – menu's Menu "Cabine" Menu "Afstandsonderhoud instellingen" In het menu "Afstandsonderhoud instellingen" worden de instellingen voor parameters van het afstandsonderhoud weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd. EQG002-072 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan (Instellingen) indrukken.
Pagina 186
Terminal – menu's Menu "Cabine" EQG002-081 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Verlichting instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. Om het menu "Toetsentest" te openen, indrukken.
Pagina 187
Terminal – menu's Menu "Cabine" 9.6.11 Menu "Camerasysteem" Menu "Camerasysteem instellingen" EQ002-303 / EQ002-431 ü Het menu "Cabine" is opgevraagd. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Camerasysteem instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167.
Pagina 188
Terminal – menu's Menu "Smering" • Uitwerpboog heffen/neerlaten • Uitwerpboogklep opslaan/oproepen • Extra as heffen/neerlaten (bij uitvoering "extra as") ü Het hoofdmenu "Cabine" is opgeroepen. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Voettoetsinstellingen" weer. ...
Pagina 189
Terminal – menu's Menu "Smering" Menu Onderme- Aanduiding Onderhoud Smering tussenaandrijving Diagnose 9.7.1 Menu "Centrale smering" Menu "Centrale smering instellingen" In het menu kan de smeerhoeveelheid voor een smeercyclus van de centrale smeerinstallatie worden ingesteld. EQG002-071 ü Het menu "Smering" is opgevraagd. ...
Pagina 190
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" ü Het menu "Centrale smering" is opgevraagd. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Centrale smering onderhoud" weer. Om een tussensmering via de centrale smeerinstallatie te starten, indrukken en de instructies van het dialoogmenu stap voor stap volgen. ...
Pagina 191
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-054 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 166. Om het menu "Gewasstroom" te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Gewasstroom" met zijn menu's weer. Het menu "Gewasstroom" bestaat afhankelijk van de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: Menu Onderme-...
Pagina 192
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" Menu Onderme- Aanduiding Instellingen Diagnose Herkenning van vreemde deeltjes Instellingen Diagnose Hefmechanisme Instellingen Kalibratie Diagnose Slijpinrichting en tegensnijkant Instellingen Diagnose Onderhoud Hoofdkoppeling Instellingen Diagnose Kalibratie Corn-conditioner BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 193
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" Menu Onderme- Aanduiding Instellingen Diagnose Kalibratie Worpversneller Instellingen Diagnose CropControl Tegenweging Instellingen Kalibratie Diagnose Inkuilmiddelinstallaties Externe inkuilmiddelinstallatie Instellingen Inkuilmiddelinstallatie fijne dosering Instellingen Diagnose Kalibratie BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 194
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" Menu Onderme- Aanduiding Inkuilmiddelinstallatie grove dosering Instellingen Diagnose Kalibratie 9.8.1 Menu "Voorzetwerktuig" Menu "Voorzetwerktuig instellingen" In het menu voorzetwerktuig "Instellingen" worden de instellingen voor parameters van het voorzetwerktuig weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd. Mais EasyCollect 2-teilig EQG003-053 ü...
Pagina 195
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-055 ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Transmissie voorzetwerktuig instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. ...
Pagina 196
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" Menu "AutoScan instellingen" In het menu worden de instellingen voor parameters van de AutoScan weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd. EQG003-057 Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. 9.8.4 Menu "Invoer" Menu "Invoer instellingen"...
Pagina 197
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" 9.8.5 Menu "Herkenning van vreemde deeltjes" Menu "Herkenning van vreemde deeltjes instellingen" In het menu worden de instellingen voor parameters van de herkenning van vreemde deeltjes weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd. EQG003-101 ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. ...
Pagina 198
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Het display geeft het menu hefmechanisme "Instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. Om naar het menu "Kalibratie" te wisselen, indrukken.
Pagina 199
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" INFO Het kalibreringsproces wordt ondersteund door de terminal. Ontbrekende voorwaarden voor de kalibrering worden weergegeven in de terminal. Om het menu "Diagnose" te openen, indrukken. Voor meer informatie, Pagina 168. 9.8.7 Menu "Slijpinrichting en tegensnijkant" Menu "Slijpinrichting en tegensnijkant instellingen"...
Pagina 200
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-064 Symbool Toelichting De tegensnijkant en het hakselmes hebben contact (bij uitvoering "Auto- matische tegensnijkantverstelling") De tegensnijkant en het hakselmes hebben geen contact (bij uitvoering "Automatische tegensnijkantverstelling") Positie slijpsteen Positie slijpsteen onbekend Om de slijtageteller terug te zetten, de toets "Slijtageteller terugzetten" indrukken. ...
Pagina 201
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" De kleuren van de toetsen in de terminal geven aan of tussen de slijpbedieningseenheid en het besturingsapparaat een fout is opgetreden. Symbool Toelichting Toets wordt niet ingedrukt. Toets wordt ingedrukt. Fout herkend. Om het menu "Diagnose" te openen, indrukken.
Pagina 202
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-067 WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwacht starten van de hakseltrommel Bij het kalibreren wordt de hakseltrommel ingeschakeld. Daardoor bestaat er gevaar voor letsel van personen die zich in de buurt van de hakseltrommel ophouden. ...
Pagina 203
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-068 ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Corn-conditioner instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. Om naar het menu "Kalibratie" te wisselen, indrukken.
Pagina 204
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-069 ü De machine is veilig geparkeerd, Pagina 27. ü De corn-conditioner bevindt zich in de achterste positie (van de werkstand naar achteren verplaatsen), Pagina 251. ü De corn-conditioner is elektrisch aangesloten. ü Het menu "Corn-Conditioner kalibratie" is opgeroepen. BX001-418 ...
Pagina 205
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-071 ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Worpversneller instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. Om het menu "Diagnose" te openen, indrukken.
Pagina 206
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display toont het menu "Sensoringrediënten metingen". Om een proefopname te starten, indrukken. Menu Sensoringrediënten "Instellingen" In het menu worden de instellingen voor parameters van de ingrediëntensensor van het oogstgoed weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd.
Pagina 207
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-072 ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "CropControl tegenweging" aan. Het complete proces van de tegenweging is beschreven in het hoofdstuk "Bediening werken op het veld", Pagina 393.
Pagina 208
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-074 Om de kalibratie met het dialoogmenu uit te voeren, indrukken en de aanwijzingen van het dialoogmenu stap voor stap volgen. INFO Het kalibreringsproces wordt ondersteund door de terminal. Ontbrekende voorwaarden voor de kalibrering worden weergegeven in de terminal. ...
Pagina 209
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" of het menu "Inkuilmiddelinstallaties" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Externe inkuilmiddelinstallatie instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167.
Pagina 210
Terminal – menu's Menu "Gewasstroom" EQG003-076 ü Het hoofdmenu "Gewasstroom" of het menu "Inkuilmiddelinstallaties" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu Interne inkuilmiddelinstallatie "Instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167.
Pagina 211
Terminal – menu's Menu "Uitwerpboog" ü De bestuurder zit op de bestuurdersstoel. Om de kalibratie met het dialoogmenu uit te voeren, de toets "Kalibratie starten" indrukken en de aanwijzingen van het dialoogmenu stap voor stap volgen. INFO Het kalibreringsproces wordt ondersteund door de terminal. Ontbrekende voorwaarden voor de kalibrering worden weergegeven in de terminal.
Pagina 212
Terminal – menu's Menu "Uitwerpboog" Menu Onderme- Aanduiding Overslagautomaat Metingen Instellingen 9.9.1 Menu "Uitwerpboog" Menu "Uitwerpboog instellingen" In het menu worden de instellingen voor parameters van de uitwerpboog weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd. EQG003-079 ü Het hoofdmenu "Uitwerpboog" is opgeroepen. ...
Pagina 213
Terminal – menu's Menu "Uitwerpboog" EQG003-080 WAARSCHUWING Lichamelijk letsel en/of schade aan de machine door onverwachte bewegingen van de machine Door de automatisch verlopende kalibratie en de daaruit resulterende zwenkbewegingen van de uitwerpboog kan er lichamelijk letsel en/of ernstige schade aan de machine ontstaan. ...
Pagina 214
Terminal – menu's 9.10 Menu "Motor" EQG003-109 Dit menu is nodig bij contact met de klantenservice omdat het personeel met behulp van de geregistreerde gegevens conclusies uit het werk van de overslagautomaat kan trekken. Om naar het menu "Instellingen" te wisselen, indrukken.
Pagina 215
Terminal – menu's Menu "Motor" 9.10 Menu Onderme- Aanduiding Onderhoud ConstantPower Instellingen Hydrostatische ventilator Instellingen Diagnose Persluchtreiniging Instellingen Diagnose Onderhoud Het menu "Cabine" bestaat afhankelijk van de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: 9.10.1 Menu "Dieselmotor" Menu "Dieselmotor instellingen" In het menu "Dieselmotor instellingen"...
Pagina 216
Terminal – menu's 9.10 Menu "Motor" ü Het menu "Motor" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken. Æ Het display geeft het menu "Dieselmotor instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167.
Pagina 217
Terminal – menu's Menu "Motor" 9.10 EQG002-033 ü Het hoofdmenu "Motor" is opgeroepen. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "ConstantPower instellingen" weer. Om de parameter te wijzigen en op te slaan, Pagina 167. 9.10.3 Menu "Persluchtreiniging"...
Pagina 218
Terminal – menu's 9.11 Menu "Hydrauliek" EQG003-084 ü De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar staat in de stand "Onderhoud", Pagina 109. Om met het dialoogmenu een persluchtreiniging van de motor uit te voeren, de toets "Reiniging starten" indrukken. Om het menu "Diagnose" te openen, indrukken.
Pagina 219
Terminal – menu's Menu "Hydrauliek" 9.11 Menu Onderme- Aanduiding Werkhydrauliek, zie Pagina 219 Diagnose Extra hydraulisch systeem Instellingen Diagnose Het menu "Hydrauliek" bestaat afhankelijk van de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: 9.11.1 Menu "Vergrendeling voorzetwerktuig" Menu "Vergrendeling voorzetwerktuig diagnose" In het menu "Vergrendeling voorzetwerktuig diagnose"...
Pagina 220
Terminal – menu's 9.12 Menu "Rijfuncties" EQG002-035 ü Het menu "Hydrauliek" is opgevraagd. Om het menu te openen indrukken. Het display geeft het menu "Werkhydrauliek diagnose" weer. Voor meer informatie, Pagina 168. 9.11.3 Menu "Extra hydraulisch systeem" Menu Extra hydraulisch systeem "Instellingen" In het menu worden de instellingen voor parameters van het extra hydraulisch systeem weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd.
Pagina 221
Terminal – menu's Menu "Rijfuncties" 9.12 EQG002-036 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 166. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Rijfuncties" met zijn menu's weer. Het menu "Rijfuncties" bestaat afhankelijk van de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: Menu Onderme-...
Pagina 222
Terminal – menu's 9.12 Menu "Rijfuncties" Menu Onderme- Aanduiding Kalibratie Aanhangerrem Diagnose Het menu "Rijfuncties" bestaat afhankelijk van de uitrusting van de machine uit de volgende menu's: 9.12.1 Menu "Automatisch stuursysteem" Menu "Automatisch stuursysteem instellingen" In het menu "Automatisch stuursysteem instellingen" worden de instellingen voor parameters van het automatisch stuursysteem weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd.
Pagina 223
Terminal – menu's Menu "Rijfuncties" 9.12 9.12.2 Menu "Rijaandrijving" Menu "Rijaandrijving kalibratie" In het menu "Rijaandrijving kalibratie" vindt een controle van het rempedaal op plausibiliteit plaats. EQG002-038 ü Het menu "Rijfuncties" is opgevraagd. Om het menu te openen, eerst en dan indrukken.
Pagina 224
Terminal – menu's 9.12 Menu "Rijfuncties" EQG003-087 ü Het hoofdmenu "Rijfuncties" is opgeroepen. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Achteras kalibratie middelste stand" aan. Om de kalibratie van de middelste stand met het dialoogmenu uit te voeren, indrukken en de aanwijzingen van het dialoogmenu stap voor stap volgen.
Pagina 225
Terminal – menu's Menu "Rijfuncties" 9.12 EQG003-088 Om de kalibratie van de eindposities met het dialoogmenu uit te voeren, indrukken en de aanwijzingen van het dialoogmenu stap voor stap volgen. INFO Het kalibreringsproces wordt ondersteund door de terminal. Ontbrekende voorwaarden voor de kalibrering worden weergegeven in de terminal.
Pagina 226
Terminal – menu's 9.13 Menu "Seizoeninstellingen" 9.13 Menu "Seizoeninstellingen" Mais EasyCollect 3-teilig EQG003-089 ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 166. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Seizoeninstellingen" aan. In het menu "Seizoeninstellingen" worden de waarden voor de belangrijkste instellingen voor voorzetwerktuig, hefmechanisme en invoer weergegeven en kunnen deze worden gewijzigd.
Pagina 227
ü Het menuniveau is opgeroepen, Pagina 166. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Gebruikersniveau" aan. INFO Wijzigingen in dit scherm kunnen alleen door KRONE servicetechnici via een PIN worden uitgevoerd. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 228
Eerste inbedrijfstelling 10.1 Checklist voor de eerste inbedrijfstelling Eerste inbedrijfstelling In dit hoofdstuk worden montage- en instelwerkzaamheden aan de machine beschreven die alleen door gekwalificeerd vakpersoneel mogen worden uitgevoerd. Hier geldt de aanwijzing "Kwalificatie van het vakpersoneel", Pagina 20. Voor een overzicht van de aandraaimomenten, Pagina 432.
Pagina 229
Eerste inbedrijfstelling Waarschuwingsborden in bedrijfsstand monteren 10.2 10.2 Waarschuwingsborden in bedrijfsstand monteren BX001-389 Indien de waarschuwingsborden (2) om transportredenen niet zijn gemonteerd, moeten deze voor de eerste inbedrijfstelling in de bedrijfsstand worden gemonteerd. Het gatenpatroon (3) voor de schroeven maakt 3 montageposities mogelijk. Om de positie van de waarschuwingsborden aan de breedte van de banden aan te passen: ...
Pagina 230
Eerste inbedrijfstelling 10.4 Kenteken monteren WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door vallende brandblusser! Om de brandblusser te beveiligen de spanbanden met voldoende spanning aan de omvang van de brandblusser aanpassen. De lengte van de spanbanden aan de omvang van de brandblusser aanpassen. ...
Pagina 231
Eerste inbedrijfstelling Zijtank met de hoofdtank verbinden 10.5 BX002-001 / BX001-997 Opdat de zijtank aan de hoofdtank kan worden aangesloten, moet de zijtank (8) met de verbindingsslangen (9, 10) met de hoofdtank (5) worden verbonden. ü De machine is stopgezet en beveiligd. De blinde stoppen (1, 2, 3, 4) van de schroefverbindingen op de zijtank en de ventielen (6, 7) verwijderen.
Pagina 232
Inbedrijfstelling 11.1 Controles voor inbedrijfstelling Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 233
Inbedrijfstelling Bestuurdersplaats instellen 11.2 Cabine ü De positie van de spiegels en de camera zijn ingesteld, buitenspiegel Pagina 100, binnenspiegel en camera Pagina 233. ü De bestuurdersstoel is correct ingesteld, Pagina 233. ü Alle nooduitgangen zijn vrij toegankelijk en kunnen ongehinderd worden geopend werden, Pagina 83.
Pagina 234
Inbedrijfstelling 11.2 Bestuurdersplaats instellen WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door tijdelijke afleiding van de bestuurder Bij het instellen van de bestuurdersstoel of bij het verstellen van de stuurkolom tijdens het rijden kan de bestuurder onvoldoende op het rijtraject letten. Daardoor kunnen er ernstige ongelukken ontstaan.
Pagina 235
Inbedrijfstelling Bestuurdersplaats instellen 11.2 ð De bestuurdersstoel (1) wordt naar beneden bewogen. Æ Wanneer daarbij de bovenste of onderste eindaanslag van de hoogte-instelling wordt bereikt, vindt een automatisch hoogteaanpassing plaats om een minimale vering te garanderen. Horizontale vering Door de horizontale vering worden schokbelastingen in de rijrichting door de bestuurdersstoel (1) beter opgevangen.
Pagina 236
Inbedrijfstelling 11.2 Bestuurdersplaats instellen BM000-047 Klap de armleuning (8) naar wens omlaag of omhoog. Verwijder de afdekkap (11) om de hoogte van de armleuning te verstellen. Draai de zeskantmoer los, breng de armleuning in de gewenste stand en draai de zeskantmoer vast.
Pagina 237
Inbedrijfstelling Bestuurdersplaats instellen 11.2 BX001-956 / BX001-957 De vergrendelingshendel (2) omhoog bewegen en de stoel (1) draaien. WAARSCHUWING! Wanneer de bestuurdersstoel niet in de rechtdoor-stand (II) vergrendeld is, kan de stoel tijdens het rijden op de weg verdraaien en daarom de bestuurder de bedieningselementen niet meer veilig bedienen.
Pagina 238
Inbedrijfstelling 11.2 Bestuurdersplaats instellen 6 Gewichtsinstelling 14 Horizontale vering 7 Vasthoudsysteem 15 Slot van de vasthoudinrichting 8 Verstelling van de rugleuning De lucht-comfort-stoel (1) kan worden aangepast aan de behoeften van de bestuurder. Gewichtsinstelling BX002-096 Ter voorkoming van schade aan de gezondheid moet voor de inbedrijfstelling van de machine de instelling van het persoonlijke gewicht van de bestuurder worden gecontroleerd en ingesteld.
Pagina 239
Inbedrijfstelling Bestuurdersplaats instellen 11.2 Lendenwervelsteun BX002-098 Om de welving van de rugleuning te veranderen, de schakelaar (3) inrukken. Hoofdsteun De hoofdsteun (2) is optimaal ingesteld wanneer de bovenkant van het hoofd en hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevinden. De hoofdsteun (2) over de merkbare klikvergrendeling heen uittrekken of aandrukken tot de juiste hoogte is bereikt.
Pagina 240
Inbedrijfstelling 11.2 Bestuurdersplaats instellen Stoelverwarming en stoelairco BX002-097 Door de stoelairco kan het stoeloppervlak worden geventileerd zodat koel en droog zitten mogelijk wordt gemaakt. Met de schakelaar (4) kan tussen stoelairco en stoelverwarming worden gewisseld. Om de stoelairco in te schakelen, de schakelaar (4) in stand I schakelen. ...
Pagina 241
Inbedrijfstelling Bestuurdersplaats instellen 11.2 Klap de linker armleuning (1) naar wens omlaag of omhoog. Om de schuinte van de armleuning (1) in te stellen, de spil (2) naar links of rechts draaien tot de gewenste schuinte is bereikt. Om de armleuning in hoogte te verstellen, de schroef (3) losdraaien en de linker armleuning (1) in de gewenste hoogte trekken.
Pagina 242
Inbedrijfstelling 11.2 Bestuurdersplaats instellen BM000-054 Om de stuurkolom in de schuinte om het onderste draaipunt (a) te verstellen, het ontgrendelingspedaal (1) bedienen en de stuurkolom (3) in de gewenste stand zetten. Om de stuurkolom (3) te vergrendelen het ontgrendelingspedaal (1) loszetten. ...
Pagina 243
Inbedrijfstelling Bestuurdersplaats instellen 11.2 Het terminal in de schuinte naar de zijkant verstellen: De schroef (1) losmaken en het terminal in de schuinte naar de zijkant (7) verstellen. De schroef (1) vastdraaien. Het terminal draaien links/rechts: De schroef (3) losmaken en het terminal naar links/rechts draaien (6). ...
Pagina 244
Inbedrijfstelling 11.2 Bestuurdersplaats instellen EQ002-382 zo vaak indrukken tot "POC" (1) geselecteerd is. Om de POC-functie te deactiveren, indrukken. Om "Sluiten" te selecteren, indrukken. Om het menu te verlaten, indrukken. Om de POC-functie weer te activeren, analoog te werk gaan. INFO Ook bij gedeactiveerde POC-functie kan de monitor zich tijdens het achteruitrijden automatisch inschakelen.
Pagina 245
Inbedrijfstelling Algemeen 11.3 11.2.6 Verstelbare luchtsproeiers BXG000-044 De luchtsproeiers (1) zodanig instellen dat de ruiten niet beslaan. 11.2.7 Achteruitkijkspiegel BM000-042 De achteruitkijkspiegel (1) handmatig zodanig instellen dat het noodzakelijke buitenbereik in de spiegel zichtbaar is. 11.3 Algemeen 11.3.1 Instructeursstoel WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door afleiding van de bestuurder De bestuurder is door een tweede persoon in de cabine mogelijk afgeleid, wat ertoe kan...
Pagina 246
Inbedrijfstelling 11.3 Algemeen BXG000-042 Voor gebruik van de instructeursstoel het zitgedeelte (1) omlaagklappen. 11.3.2 Koelbox (bij uitvoering "Geïsoleerde thermobox") BX001-773 De koelbox (1) bevindt zich onder de instructeursstoel (2) in de cabine. Om de koelbox in te schakelen, de schakelaar (3) in stand I zetten. ...
Pagina 247
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 248
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.1 Corn-conditioner uitbouwen Voorwaarden voor de montage resp. demontage • De achteras is via het toetsenveld volledig omhooggebracht. • De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. • De zijkap rechts is geopend. 12.1 Corn-conditioner uitbouwen Overzicht BX002-015 1 Vergrendeling corn-conditioner/graska- 4 Montage-inrichting met rollenketting...
Pagina 249
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Corn-conditioner uitbouwen 12.1 Afdekking gewasstroom demonteren BXG000-108 Om de afdekking (1) te verwijderen, de kwartdraaisluitingen (2) met geschikt gereedschap ontgrendelen. De afdekking (1) buiten de machine neerleggen. BX002-027 De handkruk (2) van de houder voor de handkruk nemen en op de verbindingsstang (1) steken.
Pagina 250
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.1 Corn-conditioner uitbouwen BX002-018 Het sluitdeksel (3) losmaken. De smeerleidingen (2) loshalen. De stekkerverbinding (1) voor de stroomvoorziening loshalen. BX002-397 Om de krachtband (1) te ontspannen, de knopgreep (3) van het stuurblok (2) uittrekken. BXG000-107 ...
Pagina 251
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Corn-conditioner uitbouwen 12.1 BX002-017 De schroef (2) aan beide kanten losmaken en de vergrendeling (1) opzij zwenken. Bij uitvoering "corn-conditioner Ø 250 mm, OptiMaxx-design" BX002-026 De corn-conditioner (1) door het draaien van de handkruk, of bij de uitvoering "VariQuick elektrisch"...
Pagina 252
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.2 Graskanaal inbouwen Bij uitvoering "corn-conditioner Ø 305 mm, OptiMaxx-design" BX002-642 De corn-conditioner (1) door het draaien van de handkruk, of bij de uitvoering "VariQuick elektrisch" via de bediening, Pagina 397, zover omlaag zwenken dat de gemonteerde wielen de bodem net niet raken. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door zwevende last.
Pagina 253
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Luchtinlaat instellen 12.3 BX002-014 Ervoor zorgen dat de vergrendeling (1) zich aan beide kanten in horizontale positie bevindt. Het graskanaal (4) er aan de handgrepen (3) tot de aanslag inschuiven. De vergrendeling (1) aan beide kanten omlaag zwenken en met de schroef (2) borgen. 12.3 Luchtinlaat instellen BXG000-091...
Pagina 254
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.4 Ronde borstels van de zeeftrommel verwijderen Afdekking gewasstroom monteren BXG000-108 De afdekking (1) aanbrengen en met kwartslagsluitingen (2) vergrendelen. 12.4 Ronde borstels van de zeeftrommel verwijderen BX002-602 De contramoer (2) losmaken. De schroef (3) vastdraaien en daarmee de ronde borstels (4) van de zeeftrommel (1) verwijderen.
Pagina 255
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Korrelopvangplaat demonteren 12.6 De driewegkogelkraan (1) voor de wissel tussen maïs- en grasmodus bevindt zich links onder de zijkap. • Stand I = maïsmodus, werking met directe snij-inrichting • Stand II = grasmodus Om het hydraulisch systeem op de grasmodus om te schakelen: ...
Pagina 256
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.7 Zijtank en extra tank van de hoofdtank scheiden Om de korrelopvangplaat te demonteren: De vlakke ronde schroeven (3), ringen, veerringen en borgmoeren voor het vastschroeven van de hoek (2) en de korrelopvangplaat (1) losmaken. ...
Pagina 257
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Achtergewicht demonteren 12.8 De aftapslang uit het opbergvak nemen en het open uiteinde in de tank voor de brandstof houden. De schroefverbinding van de aftapslang aan de afvoer (5) van de zijtank (4) schroeven en de brandstof in de tank laten stromen. ...
Pagina 258
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.8 Achtergewicht demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwachte bewegingen tijdens de werking van de machine Wanneer het achtergewicht en het ervoor gebouwde voorzetwerktuig EasyCollect of XCollect nicht op elkaar zijn afgestemd, bestaat het gevaar dat de machine tijdens het remmen en bij rijden of hellingen kantelt.
Pagina 259
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Der verlenging van de uitwerpboog demonteren 12.9 BX002-067 Om de opnames (1) te demonteren, de schroefverbindingen (2) demonteren. De opnames (1) en de schroefverbindingen (2) demonteren en voor een latere hermontage bewaren. BX002-065 De voor de aanbouw van het achtergewicht gedemonteerde beschermplaat (1) met de aanwezige schroefverbindingen monteren.
Pagina 260
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.9 Der verlenging van de uitwerpboog demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door zwevende last Er bestaat gevaar voor personen door vallen van de last. Let op voldoende draagvermogen van het hefgereedschap. Niet onder zwevende lasten gaan staan. ...
Pagina 261
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Camera in de positie grasmodus monteren (bij uitvoering 12.10 "Overslagautomaat") De uitwerpboogverlenging 12- / 14-rijen demonteren BX001-633 ü De uitwerpboog bevindt zich aan de rechter machinezijde en is volledig neergelaten. ü De uitwerpboogklep is volledig geopend. ü...
Pagina 262
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.11 Camera in de positie maïsmodus demonteren (bij uitvoering "Overslagautomaat") BX002-060 Tot de camera in de positie maïsmodus is gemonteerd, de camera demonteren, Pagina 262. De camera (1) op de weergegeven positie met de schroeven (4) monteren. ...
Pagina 263
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Maïslieskam uitbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 12.12 BX002-391 De schroeven (1) van de uitwerpboogopname (2) demonteren. De uitwerpboogopname (2) zo ver neerlaten tot het bovenste gatenpatroon (3) van de binnenste buis overeenstemt met het gatenpatroon in de buitenste buis. ...
Pagina 264
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.12 Maïslieskam uitbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") ü De machine bevindt zich in een veilige toestand, Pagina 588. De zijkap rechts openen, Pagina 119. De kwartslagsluitingen (2) losmaken en de afdekking (1) verwijderen. De afdekking (1) buiten de machine neerleggen. Onderhoudsklep overdrachtschacht BXG000-085 ...
Pagina 265
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Maïslieskam uitbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 12.12 12.12.2 Meshouder en maïslieskam demonteren BX002-070 WAARSCHUWING! Snijgevaar door scherpe messen! Geschikte werkhandschoenen dragen. De maïslieskam (1) demonteren en met afstandplaten (3), de meshouder (2), de wiggen (4) en het montagemateriaal voor een latere hermontage bewaren. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 266
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting 12.12 Maïslieskam uitbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 12.12.3 Slijtplaat demonteren BX002-077 De slijtplaat (1) demonteren en met het montagemateriaal voor een latere hermontage bewaren. 12.12.4 De slijtplaat (zonder venster) en geleidingsplaat monteren BX002-072 De slijtplaat (2) monteren en instellen, Pagina 411.
Pagina 267
Inbedrijfstelling – Grasmodus/directe snij-inrichting Maïslieskam uitbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 12.12 12.12.5 Onderhoudsklep overdrachtschacht monteren Onderhoudsklep overdrachtschacht BXG000-085 De onderhoudsklep (3) plaatsen, de spanstukken (2) voor de onderhoudsklep draaien en de schroeven (1) vastdraaien. Afdekking gewasstrooom BXG000-083 De afdekking (1) aanbrengen en met kwartslagsluitingen (2) vergrendelen. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 268
Inbedrijfstelling – Maismodus Inbedrijfstelling – Maismodus WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 269
Inbedrijfstelling – Maismodus Graskanaal uitbouwen 13.1 Afdekking gewasstroom demonteren BXG000-108 Om de afdekking (1) te verwijderen, de kwartdraaisluitingen (2) met geschikt gereedschap ontgrendelen. De afdekking (1) buiten de machine neerleggen. 13.1 Graskanaal uitbouwen ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. ü...
Pagina 270
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.2 Corn-conditioner inbouwen 13.2 Corn-conditioner inbouwen Overzicht BX002-015 1 Vergrendeling corn-conditioner/graska- 4 Montage-inrichting met rollenketting naal 2 Krachtband 5 Centrale smering 3 Verbindingsstang 6 Stroomvoorziening ü De achteras bevindt zich in de bovenste positie. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35.
Pagina 271
Inbedrijfstelling – Maismodus Corn-conditioner inbouwen 13.2 BX002-027 De handkruk (2) van de houder voor de handkruk nemen en op de verbindingsstang (1) steken. Bij uitvoering "VariQuick elektrisch" BX002-507 De bediening (1) uit het opbergvak nemen en op de contactdoos (2) aansluiten. BX002-016 ...
Pagina 272
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.2 Corn-conditioner inbouwen Bij uitvoering "corn-conditioner Ø 250 mm, OptiMaxx-design" BX002-025 De corn-conditioner (1) zover omhoogzwenken tot de afstand tussen de corn-conditioner en bodem X=30 cm bedraagt. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door zwevende last. Nooit onder de zwevende last werken.
Pagina 273
Inbedrijfstelling – Maismodus Corn-conditioner inbouwen 13.2 Bij uitvoering "corn-conditioner Ø 305 mm, OptiMaxx-design" BX002-642 De corn-conditioner (1) zover naar boven zwenken dat de wielen net geen contact met de bodem hebben. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door zwevende last. Nooit onder de zwevende last werken.
Pagina 274
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.2 Corn-conditioner inbouwen BXG000-107 Om de krachtband (1) erop te kunnen leggen de hendel (3) in de huls (4) op de spanarm (2) steken en de spanarm (2) naar onderen en naar voren duwen. De krachtband (2) erop leggen. De hendel (3) verwijderen. ...
Pagina 275
Inbedrijfstelling – Maismodus Luchtinlaat instellen 13.3 13.3 Luchtinlaat instellen BXG000-091 Het instelbereik voor de regeling van de luchtstroom is af fabriek zo gemonteerd dat de luchtinlaat is geopend. Om het werpgedrag te optimaliseren, kan de doorsnede van de luchtinlaat worden ingesteld. Hoe groter de luchtinlaat is, hoe meer lucht er in de goederenstroom komt en hoe meer voer er meegetrokken wordt.
Pagina 276
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.4 Ronde borstels tegen de zeeftrommel duwen 13.4 Ronde borstels tegen de zeeftrommel duwen BX002-601 De contramoer (2) losmaken. De schroef (3) zolang losdraaien tot de borstelharen (5) van de ronde borstels (4) 2–3 mm door de zeeftrommel (1) steken. ...
Pagina 277
Inbedrijfstelling – Maismodus Zijtank en extra tank op de hoofdtank aansluiten 13.6 13.6 Zijtank en extra tank op de hoofdtank aansluiten BX001-996 / BX001-998 Bij het gebruik bij mais kan de hoofdtank (2) met de zijtank (1) en de extra tank (3) worden verbonden om het tankvolume voor de brandstof te vergroten.
Pagina 278
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.7 Uitwerpboogverlengstuk monteren Om de extra tank aan de hoofdtank (2) aan te sluiten: ü De machine is stopgezet en beveiligd. Het ventiel (3) en de afsluitklep (1) op de hoofdtank openen. De schroefverbindingen controleren op dichtheid. 13.7 Uitwerpboogverlengstuk monteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies...
Pagina 279
Inbedrijfstelling – Maismodus Uitwerpboogverlengstuk monteren 13.7 BX001-637 ü De uitwerpboog bevindt zich aan de rechter machinezijde en is volledig neergelaten. ü De uitwerpboogklep is volledig geopend. ü De hydraulisch circuits zijn drukloos. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. ...
Pagina 280
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.7 Uitwerpboogverlengstuk monteren De uitwerpboogverlenging 8- / 10-rijen monteren BX001-632 ü De uitwerpboog bevindt zich aan de rechter machinezijde en is volledig neergelaten. ü De uitwerpboogklep is volledig geopend. ü De hydraulisch circuits zijn drukloos. ü De uitwerpboogverlenging is gedemonteerd, Pagina 259.
Pagina 281
Inbedrijfstelling – Maismodus Uitwerpboogverlengstuk monteren 13.7 De uitwerpboogverlenging 12- / 14-rijen monteren BX001-636 ü De uitwerpboog bevindt zich aan de rechter machinezijde en is volledig neergelaten. ü De uitwerpboogklep is volledig geopend. ü De hydraulisch circuits zijn drukloos. ü De uitwerpboogverlenging is gedemonteerd, Pagina 259.
Pagina 282
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.7 Uitwerpboogverlengstuk monteren De hydraulische slangen (4) aan de hydraulische leidingen vastkoppelen. De in-/uitklapsnelheid instellen, Pagina 282. De startbeveiliging van de uitwerpboog instellen, Pagina 282. In het terminal instellen, dat er een uitwerpboogverlenging gemonteerd is, Pagina 211.
Pagina 283
Inbedrijfstelling – Maismodus Camera in de positie maïsmodus monteren (bij uitvoering 13.8 "Overslagautomaat") Instelling van de voorspanmaat van de drukveer(6): De contramoer (1) losmaken. De moer (2) draaien tot de vereiste voorspanmaat X is ingesteld. De voorspanmaat X meten vanaf de bovenkant van de drukbus (7) tot de steunplaat van de veerbeugel (5).
Pagina 284
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.9 Camera in de positie grasmodus demonteren (bij uitvoering "Overslagautomaat") Tot de camera in de positie grasmodus is gemonteerd, de camera demonteren, Pagina 284. De camera (1) op de weergegeven positie met de schroeven (4) monteren. ...
Pagina 285
Inbedrijfstelling – Maismodus Achtergewicht monteren 13.10 13.10 Achtergewicht monteren BX001-901 Wanneer een voorzetwerktuig wordt gebruikt, kan de machine door een achtergewicht extra ballast krijgen. Het achtergewicht (1) bestaat uit een basisgewicht en maximaal 5 extra gewichtsplaten. Het aantal noodzakelijke extra gewichtsplaten is afhankelijk van het machinetype, de toegestane vooraslast en het type voorzetwerktuig.
Pagina 286
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.10 Achtergewicht monteren Schroefverbindingen voor de aanbouw, zie stuklijst in de handleiding voor bijverpakking B359 "Basisgewicht". BX002-065 De beschermplaat (1) demonteren en met de schroefverbindingen voor een latere hermontage bewaren. BX002-067 De beide opnames (1) voor het basisgewicht met de schroefverbindingen (2) (6 zeskantschroeven en 6 veerringen) aan het hoofdframe van de veldhakselaar monteren.
Pagina 287
Inbedrijfstelling – Maismodus Achtergewicht monteren 13.10 Het achtergewicht heeft afhankelijk van het aantal gemonteerde extra gewichtsplaten een maximumgewicht van ca. 1.600 kg. Het achtergewicht (1) met een vorkheftruck of een dergelijk hefgereedschap opnemen, hiervoor de vorkkokers (5) gebruiken. Ervoor zorgen dat het hefgereedschap het achtergewicht (1) correct aan de vorkkokers (5) opneemt.
Pagina 288
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.11 Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") Het achtergewicht heeft afhankelijk van het aantal gemonteerde extra gewichtsplaten een maximumgewicht van ca. 1.600 kg. Het achtergewicht (1) met een vorkheftruck of een dergelijk geschikt hefgereedschap opnemen, hiervoor de vorkkokers (6) op het achtergewicht gebruiken. ...
Pagina 289
Inbedrijfstelling – Maismodus Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 13.11 13.11.1 Onderhoudsklep overdrachtschacht en slijtplaat demonteren BXG000-083 ü De machine bevindt zich in een veilige toestand, Pagina 588. De zijkap rechts openen, Pagina 119. De kwartslagsluitingen (2) losmaken en de afdekking (1) verwijderen. ...
Pagina 290
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.11 Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") Slijtplaat en geleidingsplaat BX002-648 De instelschroeven (1) terugdraaien. De schroefverbindingen (2) demonteren. De slijtplaat (3) demonteren en met het montagemateriaal voor een latere hermontage bewaren. BX002-650 De geleidingsplaat (1) demonteren en met het montagemateriaal opzij leggen. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 291
Inbedrijfstelling – Maismodus Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 13.11 13.11.2 Slijtplaat monteren BX002-649 Pos. Aantal Aanduiding Verzonken schroef vierkant M10 x 30 ZLÜ Veerring SKM 10 ZLÜ Schijf 11 x 34 x 3 Zn8 Borgmoer M10 Zn8 De slijtplaat (1) van onderen in de overdrachtschacht (2) tot aan de stootkanten (4) inschuiven en met het schroefmateriaal (3) (A, B, C, D) vastdraaien.
Pagina 292
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.11 Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 13.11.3 Maïslieskam monteren BX002-074 Pos. Aantal Aanduiding Zeskantschroef M10 x 35 Zn8 Veerring SKM 10 ZLÜ Schijf 10,5 x 20 x 2 Zn8 Schijf 10,5 x 25 x 4 Zn8 Schijf 10,5 x 25 x 4 Zn8 De maïslieskam (1) in de overdrachtschacht (2) plaatsen, de afstand tussen de maïslieskam (1) en de opname maïslieskam (5) met de afstandsplaten (4) compenseren en met het schroefmateriaal (3) (A, B, C, D, E) vastdraaien.
Pagina 293
Inbedrijfstelling – Maismodus Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 13.11 13.11.4 Meshouder monteren BX002-075 Pos. Aantal Aanduiding Zeskantschroef M8 x 20 Zn8 Zeskantschroef M8 x 25 Zn8 Veerring SKM 8 ZLÜ Schijf 8,4 x 24 x 2 Zn8 WAARSCHUWING! Snijgevaar door scherpe messen! Geschikte werkhandschoenen dragen. De meshouder (1) in de maïslieskam (2) plaatsen en met het schroefmateriaal (3) (A, C, D) en (5) (B, C, D) vastschroeven.
Pagina 294
Inbedrijfstelling – Maismodus 13.11 Maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 13.11.5 Onderhoudsklep overdrachtschacht en geleidingsplaat monteren Geleidingsplaat BX002-076 De geleidingsplaten (1) monteren. Onderhoudsklep overdrachtschacht BXG000-085 De onderhoudsklep (3) plaatsen, de spanstukken (2) voor de onderhoudsklep draaien en de schroeven (1) vastdraaien. Afdekking gewasstrooom BXG000-083 ...
Pagina 295
Inbedrijfstelling – Gras-/maïsmodus voor de overgangstijd Inbedrijfstelling – Gras-/maïsmodus voor de overgangstijd WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsaanwijzingen worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 296
Inbedrijfstelling – Gras-/maïsmodus voor de overgangstijd ü Het voorzetwerktuig EasyCollect, zie Pagina 316 of het voorzetwerktuig XCollect, Pagina 307 is gemonteerd. ü De seizoeninstelling in de terminal is aangepast aan de maïsmodus, Pagina 226. ü Het hefmechanisme is gekalibreerd, Pagina 198. Toegang tot de corn-conditioner/graskanaal Toegang tot de corn-conditioner en het graskanaal wordt verkregen vanaf de rechterzijde van de machine, achter de zijkap rechts.
Pagina 297
Inbedrijfstelling – Gras-/maïsmodus voor de overgangstijd Corn-conditioner in de parkeerpositie voor de overgangstijd brengen BX002-080 De corn-conditioner (5) zo ver uitbouwen tot deze in het bereik (6) met de geleiding van de rollenkettingen op één lijn staat. De corn-conditioner (5) verdere bewegen tot in de boring (3) een van de langgaten in de tandkrans (4) zichtbaar wordt.
Pagina 298
Inbedrijfstelling – Gras-/maïsmodus voor de overgangstijd Corn-conditioner uit de parkeerpositie in de positie voor de maïsmodus brengen BX002-081 Het graskanaal (1) demonteren, Pagina 269. De corn-conditioner (5) door draaien met de handkruk of bij de uitvoering "VariQuick elektrisch" via de bediening, Pagina 397, zo ver naar boven bewegen, dat de bout (2) uit de boring (3) kan worden getrokken.
Pagina 299
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 300
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren 15.1 EasyFlow monteren Voorwaarden voor montage en demontage van een voorzetwerktuig ü Die machine is veilig neergezet, Pagina 27. ü Om de veldhakselaar te kunnen manoeuvreren, moet er voldoende ruimte zijn. ü Aan alle voorwaarden voor de grasmodus / werking met de directe snij-inrichting Pagina 247 of de maïsmodus zie Pagina 268...
Pagina 301
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren EasyFlow monteren 15.1 15.1.2 EasyFlow vastkoppelen Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" BX001-524 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 300.
Pagina 302
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren 15.1 EasyFlow monteren Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" BX001-524 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 300. Gevaar voor beknelling door bewegende machinedelen! Ervoor zorgen dat er geen personen tussen de machine en het voorzetwerktuig aanwezig zijn.
Pagina 303
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren EasyFlow monteren 15.1 15.1.3 Hydraulische slangen vastkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwachte bewegingen van het voorzetwerktuig Wanneer de hydraulische slangen bij het aansluiten worden verwisseld, leidt dat tot verkeerde functies op het voorzetwerktuig. ...
Pagina 304
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren 15.2 EasyFlow demonteren 15.2 EasyFlow demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door beweging van het voorzetwerktuig Wanneer zich personen in de buurt van het voorzetwerktuig bevinden, terwijl dit omhoog en omlaag wordt bewogen en wordt in- of uitgeklapt, bestaat het gevaar dat deze personen door het voorzetwerktuig of hefmechanisme worden gegrepen en verwond.
Pagina 305
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren EasyFlow demonteren 15.2 Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" BX001-862 De schuifpen van de tussenas indrukken en de tussenas van de aandrijftap van het voorzetwerktuig eruit trekken. De tussenas in de houder op de veldhakselaar leggen. ...
Pagina 306
Inbedrijfstelling – EasyFlow monteren en demonteren 15.3 EasyFlow neerzetten 15.3 EasyFlow neerzetten BX001-524 Plaats de EasyFlow (1) met uitgetrokken steunvoeten (2) op een stevige en vlakke ondergrond en op een droge en schone plaats. Om de steunvoeten in de werkstand te zetten: Zie handleiding van het voorzetwerktuig hoofdstuk Bediening –...
Pagina 307
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 308
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren 16.1 XCollect monteren Voorwaarden voor montage en demontage van een voorzetwerktuig ü Die machine is veilig neergezet, Pagina 27. ü Om de veldhakselaar te kunnen manoeuvreren, moet er voldoende ruimte zijn. ü Aan alle voorwaarden voor de grasmodus / werking met de directe snij-inrichting Pagina 247 of de maïsmodus zie Pagina 268...
Pagina 309
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren XCollect monteren 16.1 16.1.2 XCollect vastkoppelen Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" BX002-104 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 308.
Pagina 310
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren 16.1 XCollect monteren Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" BX002-104 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 308. Gevaar voor beknelling door bewegende machinedelen! Ervoor zorgen dat er geen personen tussen de machine en het voorzetwerktuig aanwezig zijn.
Pagina 311
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren XCollect monteren 16.1 16.1.3 Hydraulische slangen vastkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwachte bewegingen van het voorzetwerktuig Wanneer de hydraulische slangen bij het aansluiten worden verwisseld, leidt dat tot verkeerde functies op het voorzetwerktuig. ...
Pagina 312
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren 16.2 XCollect demonteren 16.1.4 Steunvoeten rechts/links in transportstand brengen Steunvoeten achter rechts/links: BX002-109 De veerstekker (3) demonteren en de bout (2) eruit trekken. De steunvoet (1) erin schuiven en met de bout (2) en de veerstekker (3) borgen. 16.1.5 Extra as in het terminal vrijgeven EQ002-526...
Pagina 313
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren XCollect demonteren 16.2 Steunvoeten achter rechts/links in steunstand brengen BX002-112 De veerstekker (3) demonteren en de bout (2) eruit trekken. De steunvoet (1) erin schuiven en met de bout (2) en de veerstekker (3) borgen. Hydraulische slangen loskoppelen BX003-114 ü...
Pagina 314
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren 16.2 XCollect demonteren Bij de uitvoering "Geïntegreerd extra-onderstel" op XCollect: BV000-026 De afsluitkraan sluiten, draai hiervoor de hendel in stand I. De hydraulische slang (2) van de aansluiting (4) aan de veldhakselaar loskoppelen. ...
Pagina 315
Inbedrijfstelling – XCollect monteren en demonteren XCollect neerzetten 16.3 Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" BX002-106 De dieselmotor starten. De vergrendelingsbout (3) via het extra toetsenveld ontgrendelen. Het hefmechanisme van de veldhakselaar zover neerlaten tot de rollengeleidingen (4) geen contact met het opnamebochtstuk (5) hebben.
Pagina 316
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 317
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren EasyCollect monteren 17.1 Voorwaarden voor montage en demontage van een voorzetwerktuig ü Die machine is veilig neergezet, Pagina 27. ü Om de veldhakselaar te kunnen manoeuvreren, moet er voldoende ruimte zijn. ü Aan alle voorwaarden voor de grasmodus / werking met de directe snij-inrichting Pagina 247 of de maïsmodus zie Pagina 268...
Pagina 318
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren 17.1 EasyCollect monteren 17.1.2 EasyCollect vastkoppelen Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" BX001-535 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 317.
Pagina 319
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren EasyCollect monteren 17.1 Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" BX001-535 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 317. Gevaar voor beknelling door bewegende machinedelen! Ervoor zorgen dat er geen personen tussen de machine en het voorzetwerktuig aanwezig zijn.
Pagina 320
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren 17.1 EasyCollect monteren 17.1.3 Hydraulische slangen vastkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwachte bewegingen van het voorzetwerktuig Wanneer de hydraulische slangen bij het aansluiten worden verwisseld, leidt dat tot verkeerde functies op het voorzetwerktuig. ...
Pagina 321
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren EasyCollect demonteren 17.2 Steunvoeten achter rechts/links De insteekveerbouten (2) demonteren en de steunvoeten achter (4) uit de geleiding trekken. De steunvoeten achter (4) zodanig in de opnamen (5) van het zijframe schuiven dat zich in het gebied (6) boven de steunvoeten geen plantenresten kunnen ophopen.
Pagina 322
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren 17.2 EasyCollect demonteren Steunvoeten rechts/links in steunstand brengen EasyCollect 450-2, 600-2, 750-2 BX001-739 Opdat de veldhakselaar de maïsbek kan opnemen, moeten de hoogte van de rollengeleidingen op de veldhakselaar en de hoogte van het opnamebochtstuk op de maïsbek zijn afgestemd. Daarvoor moeten de achterste steunvoeten naar gelang de bandendiameter bij het neerzetten verschillend worden uitgezet.
Pagina 323
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren EasyCollect demonteren 17.2 EasyCollect 600-3, 750-3, 900-3 BX001-737 Steunvoeten achter rechts/links De insteekveerbouten (2) demonteren en de steunvoeten achter (1) uittrekken. De positie van de steunvoeten achter (1) met de insteekveerbouten borgen. Steunvoeten voor rechts/links ...
Pagina 324
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren 17.2 EasyCollect demonteren Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" BX001-673 De schuifpen van de tussenas indrukken en de tussenas van de aandrijftap van het voorzetwerktuig eruit trekken. De tussenas in de houder op de veldhakselaar leggen. ...
Pagina 325
Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en demonteren EasyCollect neerzetten 17.3 17.3 EasyCollect neerzetten BX001-543 Plaats de EasyCollect (1) met uitgetrokken steunvoeten (2) op een stevige en vlakke ondergrond en op een droge en schone plaats. Om de steunvoeten in de werkstand te zetten: Zie handleiding van het voorzetwerktuig hoofdstuk Bediening –...
Pagina 326
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 327
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren XDisc monteren 18.1 Voorwaarden voor montage en demontage van een voorzetwerktuig ü Die machine is veilig neergezet, Pagina 27. ü Om de veldhakselaar te kunnen manoeuvreren, moet er voldoende ruimte zijn. ü Aan alle voorwaarden voor de grasmodus / werking met de directe snij-inrichting Pagina 247 of de maïsmodus zie Pagina 268...
Pagina 328
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren 18.1 XDisc monteren 18.1.2 XDisc vastkoppelen Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" INFO Opdat de XDisc aan een veldhakselaar met snelkoppelaar kan worden vastgekoppeld is de uitbreidingsset "mechanische tussenaskoppeling" (20 295 134 1) nodig. BX001-649 ü...
Pagina 329
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren XDisc monteren 18.1 Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" BX001-649 ü Het voorzetwerktuig is voorbereid voor de aanbouw, zie handleiding van het voorzetwerktuig. ü De invoer is voor de aanbouw voorbereid, Pagina 327. Gevaar voor beknelling door bewegende machinedelen! Ervoor zorgen dat er geen personen tussen de machine en het voorzetwerktuig aanwezig zijn.
Pagina 330
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren 18.2 XDisc demonteren 18.1.3 Steunvoeten rechts/links in transportstand brengen BX001-652 Draai aan beide zijden de steekbouten (3) van de steunvoeten (4) en trek deze naar buiten. De steunvoeten (4) omhoog schuiven en met steekbouten (3) in de boring (5) borgen. 18.2 XDisc demonteren WAARSCHUWING...
Pagina 331
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren XDisc demonteren 18.2 Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" BX001-862 De schuifpen van de tussenas indrukken en de tussenas van de aandrijftap van het voorzetwerktuig eruit trekken. De tussenas in de houder op de veldhakselaar leggen. ...
Pagina 332
Inbedrijfstelling – XDisc monteren en demonteren 18.3 XDisc neerzetten 18.3 XDisc neerzetten BX001-655 Plaats de XDisc (1) met uitgetrokken en geborgde steunvoeten (2) op een stevige en vlakke ondergrond en op een droge en schone plaats. Om de steunvoeten in de werkstand te zetten: zie handleiding van het voorzetwerktuig hoofdstuk Bediening –...
Pagina 333
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het rijden op de weg 19.1 Rijden en transport WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. ...
Pagina 334
Rijden en transport 19.1 De machine voorbereiden voor het rijden op de weg ü Wanneer een grasvoorzetwerktuig is aangebouwd: het voorzetwerktuig is met het hefmechanisme in de transportstand gezwenkt, Pagina 335. ü Wanneer een directe snij-inrichting is voorgebouwd, de directe snij-inrichting is op de transportwagen neergelegd, de transportwagen is aangekoppeld en de invoer is met het hefmechanisme in de transportstand gezwenkt, Pagina 337.
Pagina 335
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het rijden op de weg 19.1 19.1.2 Voorzetwerktuig in de transportstand zetten WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door beweging van het voorzetwerktuig Wanneer zich personen in de buurt van het voorzetwerktuig bevinden, terwijl dit omhoog en omlaag wordt bewogen en wordt in- of uitgeklapt, bestaat het gevaar dat deze personen door het voorzetwerktuig of hefmechanisme worden gegrepen en verwond.
Pagina 336
Rijden en transport 19.1 De machine voorbereiden voor het rijden op de weg Opdat het maïsvoorzetwerktuig kan worden ingeklapt, moet de plantenverdeler omhoog gezwenkt worden en de pendelbuis horizontaal zijn uitgericht. Plantenverdeler omhoog zwenken (afhankelijk van het gebruikte voorzetwerktuig) De toets "Plantenverdeler omhoog zwenken" (3) op het toetsenveld zolang indrukken tot de plantenverdeler (1) volledig omhoog is gezwenkt.
Pagina 337
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het rijden op de weg 19.1 19.1.3 Invoer in de transportstand zetten BX001-620 Wanneer de machine zonder een voorzetwerktuig op een weg moet worden gereden, moet de onderkant van de invoer op een hoogte van X = 400 mm ±100 mm worden ingesteld. ü...
Pagina 338
Rijden en transport 19.2 Motor starten BXG000-098 Om de uitwerpboog in de transportstand te zwenken: De toets "Uitwerpboog in transportstand" (1) indrukken. De uitwerpboog (2) gaat automatisch naar de transportstand. De exacte positie van de uitwerpboog (2) op het steunlager (3) visueel controleren. Wanneer uitwerpboog (2) niet in het midden op het steunlager ligt: ...
Pagina 339
Rijden en transport Motor starten 19.2 WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling voor personen vlak in de buurt van de machine door de beweging van de machine! Wanneer de machine zich in beweging zet, kunnen personen in de buurt gevaar lopen om door de machine te worden overreden en verwond te raken.
Pagina 340
Rijden en transport 19.2 Motor starten BMG000-005 De contactsleutel (1) in het contactslot naar rechts in de stand "II" draaien. Æ Het waarschuwingslampje "Laadcontrole" (2) gaat branden. Minstens 2 seconden wachten, daarna de contactsleutel in het contactslot in de stand "III" draaien.
Pagina 341
Rijden en transport Hoe te handelen na afslaan van de motor 19.3 Het waarschuwingslampje "Laadcontrole" brandt wanneer de contactsleutel zich in ontstekingstrap I bevindt helemaal niet, in ontstekingstrap II permanent en na het starten van de dieselmotor gaat het kort branden. Als het waarschuwingslampje "Laadcontrole"...
Pagina 342
Op het verschillende rijgedrag van de machine bij rijden op de weg en werken op het veld reageren. Bij een foutmelding op de terminal onmiddellijk stoppen en de fout verhelpen. Als dit niet mogelijk is, een KRONE servicepartner informeren. Uw rijstijl aanpassen aan de desbetreffende terrein- en bodemomstandigheden, Pagina 377.
Pagina 343
Rijden en transport Machine starten 19.4 19.4.3 Vooruit rijden en stoppen BM000-018 Vanuit stilstand vooruit rijden: De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar in de stand "Rijden op de weg" of "Werken op het veld" schakelen, Pagina 109. De parkeerrem losmaken, Pagina 348. Activeringstoets voor de rijaandrijving (2) indrukken en ingedrukt houden. ...
Pagina 344
Rijden en transport 19.4 Machine starten Snelheid voor de werking met snelheidsregeling opslaan BXG000-017 De machine versnellen tot de gewenste snelheid. Tijdens het rijden de activeringstoets voor de rijaandrijving (2) indrukken en ingedrukt houden, tegelijkertijd de rijhendel (1) naar rechts bewegen en vervolgens weer terug in de middelste stand zetten.
Pagina 345
Rijden en transport De machine stoppen 19.5 19.4.4 Achteruit rijden en stoppen BM000-018 Vanuit stilstand achteruit rijden: De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar in de stand "Rijden op de weg" of "Werken op het veld" schakelen, Pagina 109. De vastzetrem losmaken, Pagina 348. Activeringstoets voor de rijaandrijving (2) indrukken en ingedrukt houden. ...
Pagina 346
Rijden en transport 19.5 De machine stoppen 19.5.1 Machine met de rijhendel stoppen Vanuit vooruit rijden stoppen BX001-556 De rijhendel (1) tijdens het rijden naar achteren trekken. Æ De machine vertraagt tot deze stilstaat. Vanuit achteruit rijden stoppen BX001-557 ...
Pagina 347
Rijden en transport De machine stoppen 19.5 Snel van rijrichting wisselen (snelle omkering) Bij de snelle omkering wordt de machine tot aan stilstand vertraagd en vervolgens in de tegengestelde richting versneld tot 70% van de eerdere rijsnelheid. De snelle omkering is alleen mogelijk tijdens het werken op het veld. BMG000-007 ü...
Pagina 348
Rijden en transport 19.6 Rempedalen koppelen (bij uitvoering "Reminstallatie aanhanger") 19.6 Rempedalen koppelen (bij uitvoering "Reminstallatie aanhanger") WAARSCHUWING Levensgevaar door verlengde remweg Als de machine met een reminstallatie voor aanhanger uitgerust is en beide rempedalen van de bedrijfsrem bij rijden op de weg niet maan elkaar gekoppeld zijn, wordt de remafstand verlengd.
Pagina 349
Rijden en transport Parkeerrem bedienen 19.7 BXG000-013 Om de parkeerrem via het toetsenveld handmatig aan te trekken: De toets "Parkeerrem" (1) indrukken. Om de parkeerrem via het toetsenveld handmatig los te zetten: Bij draaiende dieselmotor het rempedaal indrukken. ...
Pagina 350
Rijden en transport 19.8 Motor uitzetten 19.8 Motor uitzetten LET OP Schade aan de motor door warmteontwikkeling Wanneer de motor na de werking onder belasting direct wordt uitgezet, dreigt er schade aan de motor door de warmteontwikkeling als gevolg van ontbrekende koeling. ...
Pagina 351
Rijden en transport Accuhoofdschakelaar 19.10 De wielwiggen (1) beveiligen de machine tegen wegrollen. Aan de machine zijn 2 wielwiggen aangebracht. ü Machine is geplaatst op een horizontale en vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35.
Pagina 352
Rijden en transport 19.11 Machine parkeren 19.11 Machine parkeren WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door wegrollen van de onbeveiligde machine Wanneer de machine na het parkeren niet tegen wegrollen is beveiligd, bestaat het gevaar dat personen door de ongecontroleerd rollende machine gewond raken. ...
Pagina 353
Rijden en transport Slepen van de machine 19.12 LET OP Schade aan de machine door verkeerde bediening Wanneer bij het wegslepen verkeerd te werk wordt gegaan, kunnen componenten van de krachtoverbrenging of kan de dieselmotor beschadigd raken. De machine alleen wegslepen als dit beslist noodzakelijk is. ...
Pagina 354
Rijden en transport 19.13 De machine voorbereiden voor het transport De parkeerrem kan met de handpomp (1) worden losgezet: De knopgreep (2) van het ventiel uittrekken en loslaten. Æ De knopgreep blijft in de uitgetrokken positie. De pomphendel (4) in de hendelopname (3) aan de handpomp (1) steken. ...
Pagina 355
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het transport 19.13 Voor de aansluiting van sjormiddelen zijn aan de machine geschikte sjorpunten aangebracht: BX001-831 1 Sjorpunt vooras rechts 4 Sjorpunt linksachter 2 Sjorpunt vooras links 5 Sjorpunt achteras links 3 Sjorpunt rechtsachter 6 Sjorpunt achteras rechts BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 356
Bediening Bediening WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 357
Bediening Hefmechanisme omhoog en omlaag brengen 20.1 20.1 Hefmechanisme omhoog en omlaag brengen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door beweging van het voorzetwerktuig Wanneer zich personen in de buurt van het voorzetwerktuig bevinden, terwijl dit omhoog en omlaag wordt bewogen en wordt in- of uitgeklapt, bestaat het gevaar dat deze personen door het voorzetwerktuig of hefmechanisme worden gegrepen en verwond.
Pagina 358
Bediening 20.3 Vergrendeling voorzetwerktuig ontgrendelen BX001-586 Voor de montage van een voorzetwerktuig moet de pendelbuis horizontaal worden afgesteld. Om de pendelbuis (3) links te laten zakken en rechts omhoog te bewegen: De toets "Pendelframe links laten zakken" (1) indrukken en ingedrukt houden, tot de pendelbuis horizontaal is afgesteld.
Pagina 359
Bediening Gebruik met aanhanger 20.4 Om de vergrendeling van het voorzetwerktuig te openen eerst de functie "Vergrendeling voorzetwerktuig" in het extra toetsenveld selecteren: De toets "Vergrendeling voorzetwerktuig openen" (2) indrukken. ð De functie "Vergrendeling voorzetwerktuig" wordt geselecteerd en de toets "inschuiven" wordt verlicht.
Pagina 360
Bediening 20.4 Gebruik met aanhanger BXG000-015 Trekhaak Persluchtaansluitingen voor Rem met twee leidingen (optioneel) 12 volt stopcontact voor verlichting Extra hydraulisch systeem (optioneel) (optioneel) 20.4.1 Aanhanger vastkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet verkeersveilige aanhangercombinatie Wanneer de kogeldruk, asdruk en aanhanglast tijdens het gebruik worden overschreden, is de aanhangercombinatie niet meer verkeersveilig.
Pagina 361
Bediening Gebruik met aanhanger 20.4 Om de aanhanger aan te koppelen: De aanhanger tegen het wegrollen beveiligen. Het trekoog van de aanhanger instellen op de hoogte van de trekhaak. Om de trekhaak te openen, de handhendel (1) tot aan het vergrendelingspunt naar boven drukken.
Pagina 362
Bediening 20.4 Gebruik met aanhanger 20.4.2 Aanhanger afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door onverwachte bewegingen van machine en aanhanger Wanneer zich tijdens het koppelen personen tussen machine en aanhanger bevinden en de niet-gekoppelde aanhanger ongecontroleerd beweegt, bestaat gevaar voor letsel. ...
Pagina 363
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 De machine is met een persluchtinstallatie met twee leidingen uitgerust. De koppelingskoppen worden voor de verbinding van de voorraadleiding (2) (rode koppelingskop) en remleiding (1) (gele koppelingskop) van de trekker met de machine vastgekoppeld. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35.
Pagina 364
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie BX001-930 De interne inkuilmiddelinstallatie grove dosering is een geregelde inkuilmiddelinstallatie met een inkuilmiddeltank (1) op het rechter cabineplatform. De pomp, de ventielen en het filter van de inkuilmiddelinstallatie bevinden zich achter de klep (2) op de trap rechts. Voor de bediening en instelling van de inkuilmiddelinstallatie in het terminal, Pagina 209.
Pagina 365
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 Interne inkuilmiddelinstallatie bedienen BX001-931 Bij normale werking zuigt de inkuilmiddelpomp (3) het inkuilmiddel uit de inkuilmiddeltank op de rechter platform. De driewegkraan (1) op de tank in de stand II (RUN) zetten. De driewegkraan (2) op de inkuilmiddelpomp in de stand IV (RUN) zetten. Æ...
Pagina 366
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie Modus (1) Inactief Er wordt geen inkuilmiddel ingespoten. Permanent actief Er wordt inkuilmiddel ingespoten wanneer de bedrijfsmodi- keuzeschakelaar in de stand "Werken op het veld" staat. Automatische modus Er wordt inkuilmiddel ingespoten wanneer gelijktijdig de hoofd- koppeling de invoer en het voorzetwerktuig ingeschakeld zijn en gelijktijdig het voorzetwerktuig in de werkstand is en de machine vooruit rijdt.
Pagina 367
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 BX002-088 / BX002-089 De schroeven (2) losdraaien, de afdekplaat (1) van de luchtinlaat naar achteren trekken en de schroeven (2) vastdraaien. De schroeven (4) demonteren en de houder (3) eraf halen. BX002-090 / BX002-090 De spuitmond (1) uit de houder (2) nemen. ...
Pagina 368
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie Interne inkuilmiddelinstallatie met inkuilmiddel uit de linker zijtank toepassen (bij uitvoering "Zijtank voor gebruik inkuilmiddel") INFO Afsterven van bacteriën in het inkuilmiddel in de linker zijtank bij hoge buitentemperaturen Omdat de linker zijtank niet geïsoleerd is, kunnen bij hoge buitentemperaturen de bacteriën in het inkuilmiddel afsterven.
Pagina 369
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 BX001-948 / BX001-950 Om de inkuilmiddeltank op het rechter cabineplatform te legen: Een voldoende grote en geschikte bak onder de inkuilmiddelafvoer (3) achter het rechter voorwiel plaatsen. De driewegkraan (1) op de tank in de stand I (DRAIN) zetten. ...
Pagina 370
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie Interne inkuilmiddelinstallatie met water uit de inkuilmiddeltank reinigen BX001-951 / EQ002-418 In de inkuilmiddeltank (3) op het rechter platform 5 l tot 10 vers water vullen. De driewegkraan (1) op de tank in de stand II (RUN) zetten. ...
Pagina 371
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 Een slang (4) aan de slangtuit (3) aansluiten. Het uiteinde van de slang (4) in de klaargezette emmer met vers water houden. EQ002-418 De inkuilmiddelinstallatie in de modus "Permanent actief" met een doseerhoeveelheid van 75 % laten pompen, Pagina 209.
Pagina 372
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie Om aan de jerrycan en de bedieningselementen van de inkuilmiddelinstallatie (1) te komen: De klep (2) openen. Interne inkuilmiddelinstallatie fijne dosering bedienen BX001-961 / BX001-966 De klep (1) openen en demonteren. De jerrycan (2) met inkuilmiddel vullen: ...
Pagina 373
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 De slang (2) aan het aansluitstuk (1) aansluiten. De klep (3) weer ophangen en sluiten. Het type van de gemonteerde pompslang in de peristaltische pomp en de hoeveelheid inkuilmiddel in de tank in het terminal invoeren en de inkuilmiddelinstallatie met het terminal bedienen, Pagina 209.
Pagina 374
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie Het filter (3) met helder water spoelen. Het filter (3) er weer inzetten en de slang (2) met de vleugelmoer (1) bevestigen. BX002-029 De schroeven (2) losdraaien, de afdekplaat (1) van de luchtinlaat naar achteren trekken en de schroeven (2) vastdraaien. ...
Pagina 375
Bediening Inkuilmiddelinstallatie 20.5 Debiet wijzigen Het inkuilmiddel wordt met een peristaltische pomp naar de verstuiver getransporteerd. Met de pompslang met het gele verbindingsstuk heeft de peristaltische pomp een debiet van 1,8 l/u - 8,4 l/u. Met de pompslang met het blauwe verbindingsstuk heeft de peristaltische pomp een debiet van 0,9 l/u - 3,0 l/u.
Pagina 376
Bediening 20.5 Inkuilmiddelinstallatie WAARSCHUWING! Beknellingsgevaar door draaiende rotor. Ervoor zorgen dat de accuhoofdschakelaar uitgeschakeld is. De toevoer en afvoer van de aansluitingen (5) van de peristaltische pomp loskoppelen. De rotor (2) van de peristaltische pomp zo instellen, dat de linkerzijde vrij is. ...
Pagina 377
Bediening Werken op het veld bij helling 20.6 Doseereenheid met de elektrische aansluiting verbinden: De schroef (4) demonteren. Het smeerstofreservoir (2) van de centrale smering opzij zwenken. De 4 schroeven (3) demonteren. De afdekplaat (1) demonteren. ...
Pagina 378
Bediening 20.8 Invoer/voorzetwerktuig bedienen BMG000-007 ü De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar staat in de stand "Werken op het veld". Om de snelle omkering te activeren: Tijdens het rijden de activeringstoets voor de rijaandrijving (2) indrukken en ingedrukt houden. De rijhendel (1) naar links bewegen en vervolgens weer terug in de middelste stand zetten.
Pagina 379
Bediening Invoer/voorzetwerktuig bedienen 20.8 Invoer/voorzetwerktuig inschakelen BX001-593 ü De bestuurdersstoel is bezet. ü De motor is gestart. ü Het bij het voorzetwerktuig passende profiel is ingesteld, zie Pagina 194 Pagina 226. ü De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar (2) staat in de stand "Werken op het veld" (3). ü...
Pagina 380
Bediening 20.9 Regeling hefmechanisme BX000-324 Om de invoer en het voorzetwerktuig vanaf de bestuurdersstoel om te keren: De toets "Invoer/voorzetwerktuig omkeren" (2) op de rijhendel indrukken en ingedrukt houden. Het voorzetwerktuig en de invoerwalsen werken omgekeerd zolang de toets "Invoer/ voorzetwerktuig omkeren"...
Pagina 381
Bediening Regeling hefmechanisme 20.9 Positieregeling van het hefmechanisme activeren BXG000-019 ü In het terminal is de hefmechanisme positieregeling ingesteld. ü De hefmechanisme positieregeling is inactief. Om het hefmechanisme te laten zakken: De toets "Hefmechanisme omlaag" (1) indrukken. Het hefmechanisme wordt omlaaggebracht. De toets heeft twee standen. In de eerste stand is de hefsnelheid langzaam en in de tweede stand is de hefsnelheid snel.
Pagina 382
Bediening 20.9 Regeling hefmechanisme Uithefhoogte voor de kopakker instellen en opslaan BX000-321 Met de toetsen "Hefmechanisme omhoog" (2) resp. "Hefmechanisme omlaag" (1) naar een nieuwe uithefhoogte bewegen. De toets "Hefmechanisme tot bovenaan omhoog bewegen" (4) 3 seconden indrukken. De uithefhoogte wordt opgeslagen en op de terminal verschijnt een desbetreffende informatiemelding.
Pagina 383
Bediening Uitwerpboog instellen 20.10 Hefmechanisme heffen en neerlaten bewegen bij steundrukregeling van het hefmechanisme BX000-320 De toetsen "Hefmechanisme omhoog" (2) resp. "Hefmechanisme omlaag" (1) indrukken. Na het loslaten van de toets (1 of 2) houdt eerst een positieregelaar het hefmechanisme op een constante uithefhoogte.
Pagina 384
Bediening 20.11 Worpbreedte verstellen De uitwerpboog is zo uitgevoerd, dat zowel bij gebruik met aanhanger als met een parallel rechts en links opzij rijdende silagewagen kan worden gewerkt. De bewegingen van de uitwerpboog worden gestuurd met de rijhendel en het toetsenveld. BX001-596 Pos.
Pagina 385
Bediening TractionControl/aandrijfslipregeling 20.12 De SteamControl wordt via de achterwand worpversneller (1) gerealiseerd en bestaat uit een verstelbare geleidingsplaat (2), die in de stroom van het oogstgoed kan worden gezwenkt. Door de omkering van de gewasstroom wordt de worpbreedte van het hakselgoed beïnvloed. De StreamControl wort met het extra toetsenveld bediend, Pagina 113.
Pagina 386
Bediening 20.13 Automatisch stuursysteem WAARSCHUWING Levensgevaar door automatisch bestuurde machine Wanneer het automatisch stuursysteem verkeerd wordt gemonteerd of wanneer aan de componenten van het automatisch stuursysteem manipulaties worden uitgevoerd, lopen bij geactiveerd automatisch stuursysteem personen in de buurt van de veldhakselaar gevaar, omdat de machine in sommige gevallen onverwachte bewegingen uitvoert.
Pagina 387
Bediening Automatisch stuursysteem 20.13 Het automatisch stuursysteem is alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus maïsmodus met aangebouwd maïsvoorzetwerktuig EasyCollect of XCollect en bij de uitvoering "Automatisch stuursysteem". ü De dieselmotor draait. ü De bestuurdersstoel is bezet. ü De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar staat in de stand "Werken op het veld". ü...
Pagina 388
Bediening 20.14 Haksellengte instellen Het automatisch stuursysteem wordt automatisch gedeactiveerd als: • de bestuurdersstoel verlaten wordt, • het stuurwiel wordt bewogen, • de toets "Automatisch stuursysteem" opnieuw wordt ingedrukt, • de bedrijfsmodi-keuzeschakelaar op "Rijden op de weg" wordt gezet, • een van beide snelstopschakelaars wordt bediend, •...
Pagina 389
Bediening Metaaldetectie 20.15 Geheugenwaarde voor de eerste opgeslagen haksellengte oproepen: Op het toetsenveld de toets "Haksellengte 1" indrukken. Geheugenwaarde voor de tweede opgeslagen haksellengte oproepen: Op het toetsenveld de toets "Haksellengte 2" indrukken. De opgeslagen haksellengten kunnen ook via de rijhendel worden opgeroepen. BXG000-046 Daarvoor moeten de functietoetsen op de rijhendel (2, 3) zijn bezet met de opgeslagen haksellengte:...
Pagina 390
Bediening 20.16 RockProtect De gevoeligheid van de metaaldetectie instellen: In het hoofdmenu -> menu Gewasstroom -> menu "Herkenning vreemde deeltjes instellingen" de waarde voor de gevoeligheid instellen. Wanneer metaaldetectie wordt geactiveerd, blijven invoer en voorzetwerktuig onmiddellijk stilstaan. Om de klacht te verhelpen: ...
Pagina 391
Bediening ConstantPower 20.17 BXG000-025 De steendetectie (RockProtect) activeren: In het hoofdmenu -> Menu Gewasstroom -> Menu "Herkenning vreemde deeltjes instellingen" de status van de RockProtect op "actief" zetten. In het terminal geeft het indicatielampje "Herkenning vreemde deeltjes" (3) de actuele status van de metaaldetectie en de steendetectie (RockProtect) aan.
Pagina 392
Bediening 20.18 AutoScan Om een parameter te wijzigen: In het hoofdmenu -> menu Motor -> menu "ConstantPower" een parameter selecteren en met het selectieveld de instelling wijzigen. Om de grenslastregeling met de rijhendel te kunnen activeren: In het hoofdmenu -> menu Motor -> menu "ConstantPower" de parameter "Activering ConstantPower"...
Pagina 393
Bediening CropControl 20.19 20.19 CropControl Het systeem CropControl maakt een ononderbroken opbrengstregistratie en -documentatie van de geoogste oppervlakken mogelijk. EQG002-047 INFO Het systeem CropControl vormt geen meetinrichting in het kader van de wet op het meet- en ijkwezen (ijkwet). INFO De teller toont het bijgeladen gewicht alleen nauwkeurig wanneer met een tegenweging de CropControl voor het veld werd gekalibreerd en wanneer het bestand op het veld met betrekking tot de vochtigheid homogeen is.
Pagina 394
Bediening 20.20 PowerSplit Tegenweging uitvoeren: De lege silagewagen naast de machine positioneren. Om de tegenweging te starten, indrukken in het volgende dialoogveld indrukken en beginnen met hakselen. De silagewagen beladen. LET OP! Zorg ervoor dat al het geoogste hakselgoed op de silagewagen wordt geladen. ...
Pagina 395
Bediening PowerSplit 20.20 EQG002-064 EQG002-065 De PowerSplit instellen: In het hoofdmenu -> menu Motor -> ondermenu "Dieselmotorinstellingen" de status van de "PowerSplit" op "Discontinue omschakeling" of "Continue omschakeling" stellen. Bij de discontinue omschakeling vindt de omschakeling sprongsgewijs bij het ingestelde toerental plaats.
Pagina 396
Bediening 20.21 Sensorica ingrediënten 20.21 Sensorica ingrediënten Er zijn 2 systemen beschikbaar voor de meting van de ingrediënten in het oogstgoed: • Oogstgoed vochtmeting (bij uitvoering "CropControl, NIR-sensor incl. printer") De NIR-sensor is in de uitwerpboog gemonteerd en meet de vochtigheid van het oogstgoed.
Pagina 397
Bediening VariQuick elektrisch bedienen (bij uitvoering "VariQuick elektrisch") 20.22 AgriNIR online-sensor (bij uitvoering "CropControl, AgriNIR online-Sensor incl. printer") Het systeem AgriNIR-sensor is uitsluitend in de hakselwerking met voldoende oogstmateriaal in de gewasstroom gereed voor de meting. EQG003-108 In het menu "Gewasstroom" -> "Ingrediëntensensor" -> "Instellingen" van de gebruikte vochtsensor op "AgriNIR-Sensor"...
Pagina 398
Bediening 20.23 VariLOC snijlengteaandrijving bedienen 20.23 VariLOC snijlengteaandrijving bedienen LET OP Machineschade door een niet vrijgegeven gebruik van de VariLOC- snijlengteaandrijving Wanneer de VariLOC-snijlengteaandrijving niet met volledige messenset en niet bij de maïsoogst wordt gebruikt, kan de machine worden beschadigd. ...
Pagina 399
Bediening VariLOC snijlengteaandrijving bedienen 20.23 Wanneer de stand niet bekend is: De machine starten. De hakseltrommel inschakelen en de dieselmotor in nullasttoerental (1.100 o.p.m.) laten draaien. In het terminal het toerental van de hakseltrommel aflezen. In de tabel bij het afgelezen toerental van de hakseltrommel de aandrijfstand aflezen. Toerental van de haksel- Aandrijfstand trommel...
Pagina 400
Bediening 20.23 VariLOC snijlengteaandrijving bedienen LET OP Schade aan de VariLOC-snijlengteaandrijving door verkeerde bediening Wanneer de schroefsleutel (2) tijdens de verstelling opnieuw wordt geplaatst of met te veel kracht wordt bewogen of wanneer de aandrijving in de neutrale stand wordt gebruikt, kan er schade aan de VariLOC-snijlengteaandrijving ontstaan.
Pagina 401
Bediening VariLOC snijlengteaandrijving bedienen 20.23 20.23.2 VariLOC-snijlengte-aandrijving instellingen in het terminal De mechanisch ingestelde overbrengingsverhouding van de VariLOC-snijlengte-aandrijving moet in het terminal worden ingesteld. • Automatische modus: hier wordt de stand van de aandrijving zelfstandig door de machine bepaald. • Normale werking: overbrengingsverhouding 1:1 •...
Pagina 402
Bediening 20.23 VariLOC snijlengteaandrijving bedienen Automatische Erkennung Schaltstellung VariLOC nicht möglich. Bitte im manuellen Betrieb wechseln. EQG003-121 Wanneer er geen stand van de VariLOC-snijlengteaandrijving wordt herkend, verschijnt een informatiemelding (2) en krijgt de toets (1) "VariLOC-snijlengteaandrijving" een rode achtergrond. Wanneer de informatiemelding (2) wordt weergegeven: ...
Pagina 403
Bediening VariLOC snijlengteaandrijving bedienen 20.23 Functietest uitvoeren Om ervoor te zorgen dat de instelling op de VariLOC-snijlengteaandrijving en de instelling in het terminal overeenstemmen, een functietest uitvoeren: De machine starten. De hakseltrommel inschakelen en de dieselmotor in nullasttoerental (1.100 o.p.m.) laten draaien.
Pagina 404
Bediening 20.24 Overslagautomaat bedienen (bij uitvoering "Overslagautomaat") 20.24 Overslagautomaat bedienen (bij uitvoering "Overslagautomaat") 20.24.1 Statusindicatie cameramonitor (bij uitvoering "Overslagautomaat") EQ003-204 De toetsen in de statusregel geven via kleuren en symbolen de actuele status van de bijbehorende componenten aan. (1) Streep vulniveau Symbool Toelichting Groen...
Pagina 405
Bediening Overslagautomaat bedienen (bij uitvoering "Overslagautomaat") 20.24 (4) Gedrag van de uitwerpboog, weergegeven door gekleurde pijl Symbool Toelichting Uitwerpboog optimaal gepositioneerd, geen positiewissel, automatische regeling actief. Uitwerpboog goed gepositioneerd, klep wordt verplaatst, automatische regeling actief. Uitwerpboog niet optimaal, uitwerpboog wordt verplaatst, klep wordt verplaatst, automatische regeling actief.
Pagina 406
Bediening 20.24 Overslagautomaat bedienen (bij uitvoering "Overslagautomaat") 20.24.2 Overslagautomaat activeren/deactiveren WAARSCHUWING Levensgevaar door automatisch bestuurde machine Automatisch bestuurde machinefuncties moeten door de bestuurder worden bewaakt. Bij het gebruik van automatische functies moet de bestuurder er in bijzondere mate voor zorgen dat personen in de nabijheid van de machine en langs het rijtraject van de machine niet in gevaar worden gebracht.
Pagina 407
Bediening Cabinelift bedienen (bij uitvoering cabinelift) 20.25 ð De automaat begint met de eerste fase van de nieuwe vulstrategie. Er wordt rekening gehouden met de aanwezige vulniveaus van de silagewagen. Handmatig oversturen Wanneer gedeeltes van de silagewagen niet correct gevuld worden, kan de automaat-functie handmatig worden overgestuurd.
Pagina 408
Bediening 20.25 Cabinelift bedienen (bij uitvoering cabinelift) BX001-802 / BX001-899 ü De bedrijfsmodi-keuzeschakelaar staat in de stand "Werken op het veld" ü De bestuurdersstoel is bezet. Om de cabine (1) te heffen: De toets "Cabinelift heffen/neerlaten" (3) indrukken. Æ De functie "Cabinelift heffen/neerlaten" wordt geselecteerd. ...
Pagina 409
Instellingen Gewasinvoer optimaliseren 21.1 Instellingen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 410
Instellingen 21.2 Werpcapaciteit van de machine optimaliseren BXG000-026 Bedrijfsmodus Gras • Richtwaarde voor het toerental van het voorzetwerktuig: 400-420 min Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan echter ook een toerental voorzetwerktuig van 300-600 min zinvol zijn. Bedrijfsmodus Maïs • Richtwaarde voor het toerental van het voorzetwerktuig: 380-420 min Het toerental van het voorzetwerktuig moet zo laag mogelijk worden ingesteld.
Pagina 411
Instellingen Werpcapaciteit van de machine optimaliseren 21.2 Tijdens de werking slijten de hakselmessen, ze worden korter. Door de slijtage vermindert het volume onder de hakselmessen. Door het gereduceerde volume verslechtert de werpcapaciteit van de machine. De hakselmessen met de grootst mogelijke overstek bewegen. ...
Pagina 412
Instellingen 21.2 Werpcapaciteit van de machine optimaliseren Om de afstand tussen trommelbodem en messen te verkleinen bij de rechter- en linkerzijde van de machine: De contramoer (1) losmaken. De schroef (2) een stukje eruit draaien. De contramoer (1) weer aanhalen Om de afstand tussen trommelbodem en messen te vergroten bij de rechter- en linkerzijde van de machine: ...
Pagina 413
Instellingen Werpcapaciteit van de machine optimaliseren 21.2 Om de veerkracht van de trommelbodem te verhogen bij de rechter- en linkerzijde van de machine: De contramoer (1) losmaken. De moer (2) een stukje erin draaien. De contramoer (1) weer aanhalen 21.2.3 Achterwand worpversneller instellen LET OP...
Pagina 414
Instellingen 21.2 Werpcapaciteit van de machine optimaliseren Veldhakselaar voorbereiden voor de instelling van de afstand werpschoepen- achterwand ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. BXG000-072 Om bij de instelelementen van de achterwand worpversneller (3) te komen: De kwartslagsluitingen (2) losmaken en de afdekking gewasstroom (1) verwijderen. Afstand werpschoepen–achterwand meten BXG000-074 Om de afstand tussen achterwand en werpschoepen te meten:...
Pagina 415
Instellingen Werpcapaciteit van de machine optimaliseren 21.2 Afstand achterwand worpversneller onder instellen BX001-918 / BX001-911 De achterwand worpversneller aan beide kanten gelijkmatig instellen. Om de achterwand worpversneller onder (1) in te stellen aan de rechter- en linkerzijde van de machine: ...
Pagina 416
Instellingen 21.2 Werpcapaciteit van de machine optimaliseren WAARSCHUWING! Gevaar voor beknelling bij draaiende worpversneller. Wanneer de worpversneller met de hand wordt gedraaid, bestaat gevaar voor beknelling tussen werpschoepen en de behuizing, de achterwand en de afstrijker. Daardoor kunnen personen gewond raken. Controleren of zich geen personen in de gevarenzone bevinden. ...
Pagina 417
Instellingen Geleidingsplaat op corn-conditioner instellen 21.3 Basisinstelling in de fabriek: • X=15–18 mm Zorg ervoor dat er bij het instellen van de achterwand worpversneller bij de overgang van de achterwand worpversneller (2) naar de kanaalaansluiting (1) geen ophopingsrand ontstaat. ...
Pagina 418
- werkzaamheden aan elektronische componenten In dit hoofdstuk zijn niet alle noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden van de motor vermeld. Het is noodzakelijk het onderhoudsboekje van de motorfabrikant te raadplegen. Het onderhoudsboekje staat na deelname aan een motorscholing bij KRONE ter beschikking. BiG X 780...
Pagina 419
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 22.1 Onderhoudstabel 22.1.1 Onderhoud – voor het seizoen Hydraulische installatie Hydraulische slangen controleren zie Pagina 538 Oliepeil hydraulische tank controleren zie Pagina 536 Bedrijfsrem functie controleren zie Pagina 464 zie Pagina 91 Functie van de aanhangerrem controleren (bij zie Pagina 92 uitvoering "Reminstallatie aanhanger") Componenten gewasstroom Transportlijsten van de voordrukwals controle-...
Pagina 420
Accu reinigen zie Pagina 552 De laadtoestand van de accu's controleren en zie Pagina 553 indien nodig opladen Elektrische verbindingskabels controleren en indien nodig door een KRONE servicepartner laten repareren of wisselen Wielen/banden Banden visueel controleren op sneden en zie Pagina 466 breuken Bandenspanning controleren zie Pagina 466...
Pagina 421
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 22.1.2 Onderhoud – na ieder seizoen Algemene onderhoudswerkzaamheden Machine reinigen zie Pagina 435 De machine op een tegen weersinvloeden be- schermde, droge plaats neerzetten, die zich niet in de nabijheid van corroderende stoffen bevindt De bandenspanning op de maximaal toege- zie Pagina 466 stane waarde instellen Bescherm de banden tegen invloeden van...
Pagina 422
Onderhoud - algemeen 22.1 Onderhoudstabel Achteras bij voorasaandrijving Naaflager op slijtage en speling controleren zie Pagina 462 22.1.3 Onderhoud – eenmalig na 1 uur Wielen/banden Wielmoeren aan de voor-/achterwielen vast- zie Pagina 467 draaien 22.1.4 Onderhoud – eenmalig na 10 uur Componenten gewasstroom Schroeven van de hakselmessen vastdraaien zie Pagina 493 Schroeven van de werpschoepen vastdraaien...
Pagina 423
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 Koelsysteem (motor) Concentratie antivries- en anticorrosiemidde- zie Pagina 446 len controleren Koelmiddelslangen controleren op dichtheid zie Pagina 449 Losmaakbare verbindingselementen (schroe- zie Pagina 448 ven, slangklemmen, buisverbindingen, slan- gen) op vastheid controleren, indien nodig vastdraaien 22.1.7 Onderhoud - eenmalig na 200 uur Aandrijving Distributiekast olie verversen zie Pagina 541...
Pagina 424
Onderhoud - algemeen 22.1 Onderhoudstabel 22.1.11 Onderhoud – om de 10 uur, minstens dagelijks Hydraulische installatie Oliepeil hydraulische tank controleren zie Pagina 536 Bedrijfsrem functie controleren zie Pagina 464 zie Pagina 91 Functie van de aanhangerrem controleren (bij zie Pagina 92 uitvoering "Reminstallatie aanhanger") Componenten gewasstroom Tegensnijkant op beschadiging en slijtage zie Pagina 508...
Pagina 425
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 Airco/verwarming Reinig de condensator zie Pagina 459 Centrale smering Vulniveau van de voorraadtank controleren zie Pagina 574 Algemene onderhoudswerkzaamheden Machine volledig reinigen Camera (bij uitvoering Overslagautomaat) Schijf van de camera reinigen Ingrediëntensensor (bij uitvoering "CropControl, NIR-sensor incl. printer" en bij uitvoe- ring "CropControl, AgriNIR online-Sensor incl.
Pagina 426
Onderhoud - algemeen 22.1 Onderhoudstabel 22.1.13 Onderhoud – om de 50 uur Wielen/banden Wielmoeren aan de voor-/achterwielen vast- zie Pagina 467 draaien Aandrijving Distributiekast, oliepeil controleren zie Pagina 541 Tussenaandrijving invoer, oliepeil controleren zie Pagina 542 Walsdrijfwerk onder, oliepeil controleren zie Pagina 543 Walsdrijfwerk boven, oliepeil controleren zie Pagina 544 Draaiaandrijving uitwerpboog, oliepeil contro- zie Pagina 547...
Pagina 427
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 Algemene onderhoudswerkzaamheden Slijtplaat van de trekhaak controleren zie Pagina 468 Koppelpen van de trekhaak controleren zie Pagina 468 Draaibaarheid van de koppelingsmuil controle- zie Pagina 468 Handsmering uitvoeren volgens smeerschema zie Pagina 561 Brandblusser Onderhoud aan brandblusser uitvoeren zie Pagina 469 22.1.17 Onderhoud –...
Pagina 428
Onderhoud - algemeen 22.1 Onderhoudstabel Koelsysteem (motor) Koelmiddelpeil controleren Uitsluitend uit te voeren door geautoriseerd technisch personeel. Motorleidingen controleren op dichtheid, ver- Uitsluitend uit te voeren door geautoriseerd ontreinigingen en beschadigingen. technisch personeel. Losmaakbare verbindingselementen (schroe- zie Pagina 448 ven, slangklemmen, buisverbindingen, slan- gen) op vastheid controleren, indien nodig vastdraaien Luchtfilter...
Pagina 429
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 Motor Alle leidingen, slangen en elektrische kabels controleren op schuurplekken Motoroliepeil controleren Uitsluitend uit te voeren door geautoriseerd technisch personeel. Visuele controle motorruimte (dichtheid, ver- Uitsluitend uit te voeren door geautoriseerd ontreinigingen, beschadigingen, toestand aan- technisch personeel.
Pagina 430
Onderhoud - algemeen 22.1 Onderhoudstabel 22.1.19 Onderhoud - Om de 1.000 uur, minstens voor begin van het seizoen Motor Motorolie verversen Uitsluitend uit te voeren door geautoriseerd technisch personeel. Motoroliefilter vervangen Uitsluitend uit te voeren door geautoriseerd technisch personeel. 22.1.20 Onderhoud –...
Pagina 431
Onderhoud - algemeen Onderhoudstabel 22.1 Componenten gewasstroom Werpschoepen op beschadiging en slijtage zie Pagina 527 controleren Afstrijker worpversneller controleren zie Pagina 529 Slijpsteen op beschadiging controleren zie Pagina 488 Motor Motorruimte reinigen Koeler, koelerruimte en zeeftrommel reinigen zie Pagina 459 Brandstofinstallatie (motor) Waterafscheider aan de brandstofvoorfilter zie Pagina 442 controleren en indien nodig water aftappen Brandstofinstallatie ontluchten (inspuitleidin-...
Pagina 432
Onderhoud - algemeen 22.2 Aandraaimomenten 22.2 Aandraaimomenten Afwijkende aandraaimomenten Alle schroefverbindingen moeten principieel met de hierna vermelde aandraaimomenten worden vastgedraaid. Afwijkingen van de tabel zijn overeenkomstig gemarkeerd. Metrische draadschroeven met normaal schroefdraad INFO De tabel geldt niet voor verzonken schroeven met binnenzeskant wanneer de verzonken schroef over de binnenzeskant wordt aangehaald.
Pagina 433
Onderhoud - algemeen Aandraaimomenten 22.2 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad DV000-001 Maat schroefdraad Sterkteklasse op de boutkop Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5 M20x1,5 M24x2 1121 1312 M27x2 1148 1635 1914 M30x1,5 2100 2650 Metrische draadschroeven met verzonken kop en binnenzeskant INFO De tabel geldt alleen voor verzonken schroeven met binnenzeskant en metrische schroefdraad die via de binnenzeskant worden aangedraaid.
Pagina 434
Onderhoud - algemeen 22.2 Aandraaimomenten Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) Sluitschroeven aan aandrijvingen INFO De aandraaimomenten gelden alleen voor de montage van sluitschroeven, kijkglazen, be-/ ontluchtingsfilters in aandrijvingen met gietijzeren, aluminium en stalen behuizingen. Onder het begrip sluitschroef vallen de aftapschroef, de controleschroef, de be- en ontluchtingsfilters.
Pagina 435
Onderhoud - algemeen Machine reinigen 22.3 Schroef- Sluitschroef en kijkglas met koperen Ontluchtingsventiel van messing draad ring Beluchtingsfilter/ontluchtingsfilter Beluchtingsfilter/ontluchtingsfilter van van messing staal in staal en giet- in aluminium in staal en gietwerk in aluminium werk Maximaal aandraaimoment (Nm) (± 10%) G1“...
Pagina 436
Onderhoud - algemeen 22.4 Persluchtaansluitingen reinigen met perslucht 22.4 Persluchtaansluitingen reinigen met perslucht WAARSCHUWING Oogletsel door rondvliegende vuildeeltjes! Bij het reinigen van de machine met perslucht resp. met een hogedrukreiniger worden vuildeeltjes met hoge snelheid weggeslingerd. De vuildeeltjes kunnen de ogen raken en oogletsel veroorzaken.
Pagina 437
Onderhoud - algemeen Trap naar de cabine opzij zwenken 22.5 BX001-813 Om de trap naar de cabine opzij te zwenken: De schroef (1) demonteren en voor de latere montage opzij leggen. De trap (2) opzij zwenken. Na het terugzwenken van de trap de schroef (1) monteren. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 438
- werkzaamheden aan elektronische componenten In dit hoofdstuk zijn niet alle noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden van de motor vermeld. Het is noodzakelijk het onderhoudsboekje van de motorfabrikant te raadplegen. Het onderhoudsboekje staat na deelname aan een motorscholing bij KRONE ter beschikking. BiG X 780...
Pagina 439
Onderhoud - motor Motor overzicht 23.1 23.1 Motor overzicht BX001-992 1 Brandstof-fijnfilter 7 Olie aftappen 2 Dynamo 24 V 8 Koudemiddelcompressor 3 Oliefilter 9 Brandstofvoorfilter/waterafscheider 4 Hydraulische pomp (omloop) 10 Oliepeilstok 5 Verstelpomp (werkhydrauliek/besturing) 11 Olievulaansluiting 6 Startmotor 24 V 23.2 Vuilaanslag in motorruimte WAARSCHUWING Brandgevaar door vuilaanslag in motorruimte...
Pagina 440
Onderhoud - motor 23.3 Motoroliepeil 23.2.1 Motorruimte met perslucht reinigen WAARSCHUWING Oogletsel door rondvliegende vuildeeltjes! Bij het reinigen van de machine met perslucht resp. met een hogedrukreiniger worden vuildeeltjes met hoge snelheid weggeslingerd. De vuildeeltjes kunnen de ogen raken en oogletsel veroorzaken.
Pagina 441
Onderhoud - motor Brandstoftank reinigen 23.4 Wanneer het motoroliepeil tussen de markeringen "min."en "max."wordt aangegeven, is het motoroliepeil in orde. De oliepeilstok (1) erin schuiven. Wanneer het motoroliepeil onder de markering "min."wordt aangegeven: Motorolie bijvullen, Pagina 441. 23.3.2 Motorolie bijvullen max.
Pagina 442
Onderhoud - motor 23.5 Brandstofvoorfilter/waterafscheider ü De brandstoftank is zo leeg mogelijk gemaakt. ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. Een voldoende grote tank voor de brandstof klaarzetten. De aftapschroef (1) eruit draaien. ð Het verzamelde water, het bezinksel en de brandstof stromen uit de brandstoftank. ...
Pagina 443
Onderhoud - motor Brandstofvoorfilter/waterafscheider 23.5 23.5.2 Kijkglas brandstofvoorfilter reinigen ü De machine is stopgezet en beveiligd, zie Pagina 35 ü Een nieuwe afdichtingsring van de firma HYDAC staat klaar. ü Een geschikte bak voor het opvangen van uitstromende brandstof staat klaar. ...
Pagina 444
Onderhoud - motor 23.6 Brandstof tanken 23.6 Brandstof tanken LET OP Machineschade door gebruik van niet toegelaten of verontreinigde brandstof. Wanneer niet toegestane of verontreinigde brandstof of brandstof met te hoog zwavelgehalte wordt getankt, treedt er schade op aan de motor. ...
Pagina 445
Onderhoud - motor Brandstoffilter ontluchten 23.7 23.7 Brandstoffilter ontluchten BXG000-031 Wellicht moet het brandstoffilter worden ontlucht, • nadat het filterelement bij de brandstofvoorfilter is vervangen • na langere stilstand van de machine • na het bijtanken van het eerder leeggeraakte brandstofinstallatie •...
Pagina 446
Onderhoud - motor 23.9 Motorkoelmiddel Wanneer de dieselmotor werd leeggereden en indien nodig kan de brandstofinstallatie ook via de meetaansluiting (1) op het brandstoffilter (2) worden ontlucht: Brandstof tanken, Pagina 444. Een tank voor uitlopende brandstof klaarzetten. De kap van de meetaansluiting (1) losschroeven. ...
Pagina 447
Onderhoud - motor Motorkoelmiddelpeil controleren 23.10 Wanneer motorkoelmiddel wordt vervangen, erop letten dat het koelmiddel minstens voldoet aan de volgende specificatie: LH-01-COL3A. De motorfabrikant adviseert het gebruik van het anticorrosie-/antivriesmiddel Liebherr- Antifreeze OS Concentrate (concentraat) of Liebherr-Antifreeze OS Mix (gebruiksklaar mengsel van 50 % water en 50 % anticorrosie-/antivriesmiddel).
Pagina 448
Onderhoud - motor 23.11 Motorleidingen controleren De voorraadtank (1) voor het koelmiddel bevindt zich achter de rechter zijkap boven in de machineruimte. Controleer het koelmiddelpeil in het koelmiddel-expansievat (1) met behulp van het controle- oog (2). ð Het koelmiddelpeil moet tot aan het midden van het controle-oog (2) reiken.Indien nodig koelmiddel bijvullen.
Pagina 449
Onderhoud - motor Motorleidingen controleren 23.11 23.11.2 Buizenstelssel van het motorkoelsysteem controleren BXG000-081 Alle leidingen, slangen en manchetten controleren op dichtheid en toestand en indien nodig vervangen. De slangklemmen van de scharnierpen bij de eerste montage met een aandraaimoment van 9 Nm monteren.
Pagina 450
Onderhoud - motor 23.11 Motorleidingen controleren 23.11.3 Leidingen van de luchtaanzuiging en laadlucht controleren BXG000-082 Alle leidingen, slangen en manchetten controleren op dichtheid en toestand en indien nodig vervangen. De slangkleppen van de scharnierpennen met een aandraaimoment van 10-12 Nm monteren.
Pagina 451
Onderhoud - motor Luchtfilter reinigen 23.12 1 Brandstofhoofdtank 3 Brandstofvoorfilter 2 Brandstofachtertank 4 Brandstofzijtank Alle leidingen, slangen en manchetten controleren op dichtheid en toestand en indien nodig vervangen. 23.12 Luchtfilter reinigen LET OP Motorschade door verontreinigd of beschadigd luchtfilter resp. veiligheidspatroon Wanneer het luchtfilter resp.
Pagina 452
Onderhoud - motor 23.13 Veiligheidspatroon vervangen 23.13 Veiligheidspatroon vervangen LET OP Motorschade door verontreinigd of beschadigd luchtfilter resp. veiligheidspatroon Wanneer het luchtfilter resp. de veiligheidspatroon verontreinigd of beschadigd is, kan door de werking van de machine schade aan de dieselmotor ontstaan. ...
Pagina 453
Onderhoud - motor Dieselmotor stopzetten 23.14 De ureumtank op het minimaal toegestane vulniveau reduceren. De motor aan de buitenkant reinigen. Ongeverfde delen en roestplekken op de motor tegen corrosie met corrosiebeschermingsmiddel Rustilo DWX 30 insproeien resp. aanbrengen (elektrische aansluitingen zijn uitgezonderd). Maatregelen voor de hernieuwde inbedrijfstelling na een stopzetting van de dieselmotor over een periode van 30 dagen tot 12 maanden ...
Pagina 454
Onderhoud – persluchtinstallatie 24.1 Condenswater aftappen uit het persluchtreservoir Onderhoud – persluchtinstallatie WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 455
Via visuele controle vaststellen of het ontwateringsventiel (2) niet defect of vervuild is. Æ Wanneer het ontwateringsventiel (2) defect is en niet meer afdicht, het ontwateringsventiel (2) onmiddellijk door een KRONE servicepartner laten vervangen. Æ Wanneer het ontwateringsventiel (2) vervuild is, het ontwateringsventiel (2) reinigen.
Pagina 456
Onderhoud - Basismachine 25.1 Ruitenwasinstallatie controleren/bijvullen Onderhoud - Basismachine WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 457
Laat bij vul- of reparatiewerkzaamheden geen koudemiddel ontsnappen, maar voer het af in een recyclingtank. De gebruikte vervangingsonderdelen moeten voldoen aan de technische eisen van de fabrikant van de machine. Gebruik daarom uitsluitend originele KRONE- vervangingsonderdelen. Bij laswerkzaamheden in de buurt van de airco is uiterste voorzichtigheid geboden.
Pagina 458
Onderhoud - Basismachine 25.2 Onderhoud - airconditioning en verwarming 25.2.2 Buitenluchtfilter vervangen/reinigen BX001-984 INFO Als het filter onvoldoende wordt onderhouden, kan het filter ernstig vervuild raken. Dan wordt niet langer gewaarborgd dat er voldoende buitenlucht in de cabine komt. In de rijrichting links bevindt zich in het bovengedeelte van de cabine achter het ventilatierooster (2) een buitenluchtfilter (4).
Pagina 459
Onderhoud - Basismachine Koeler en koelerruimte reinigen 25.3 INFO Bij onvoldoende filteronderhoud kan de circulatieluchtzeef sterk vervuild raken en treedt er een capaciteitsvermindering van de airco en de verwarming op. Om het circulatieluchtfilter te reinigen de schroeven (2) losdraaien en het ventilatierooster (1) met het filterelement eraf halen.
Pagina 460
Onderhoud - Basismachine 25.4 Koelmiddel aftappen De koeler en de condensator liefst reinigen terwijl de motor koud is. De ribbelslang (5) demonteren. De snapsluitingen (2) aan de zeeftrommel (1) openen en de zeeftrommel open klappen. De koeler (3) met perslucht vanuit de motorruimte in de rijrichting uitblazen. Let erop dat de lamellen niet beschadigd raken.
Pagina 461
Onderhoud - Basismachine Onderhoud onderstel 25.5 25.5 Onderhoud onderstel 25.5.1 Bevestiging stuurcilinder controleren BMG000-021 De schroeven van de stuurcilinder moeten met het volgende aandraaimoment worden gecontroleerd: De schroeven (1) van de stuurcilinder met een aandraaimoment van 730 Nm controleren. 25.5.2 Bevestiging spoorstang controleren BMG000-020 De schroeven van de spoorstang moeten aan beide kanten van de machine met de volgende...
Pagina 462
Onderhoud - Basismachine 25.5 Onderhoud onderstel 25.5.3 Naafdeksel van de achteras controleren, bij uitvoering voorwielaandrijving BM000-270 Naafdeksel (1) controleren op beschadigingen en op vast zitten: Verloren of versleten naafdeksels (1) onmiddellijk vervangen zodat er geen vuil in het inwendige van de naaf komt en het lager beschadigd. Indien een naafdeksel ontbreekt resp.
Pagina 463
Onderhoud - Basismachine Onderhoud onderstel 25.5 De lagerspeling door een vakwerkplaats laten instellen. 25.5.5 Bevestiging wielnaafaandrijving controleren BX002-021 / BX002-020 De schroeven van de wielnaafaandrijving op de vooras moeten aan beide kanten van de machine met de volgende aandraaimomenten worden gecontroleerd: ...
Pagina 464
Na remmen bij gevaar Onafhankelijk van de onderhoudsintervallen moet na een noodremming, bij uitgevallen hydrostaten, beslist een volledige inspectie van de rem worden uitgevoerd. Neem contact op met de KRONE klantenservice. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 466
Bij slijtage of verontreiniging is de volledige krachtoverbrenging van de krachtband en riemschijf niet gewaarborgd. De flanken van de riemschijf (1) controleren op slijtage en indien nodig door uw KRONE servicepartner laten vervangen. De riemschijf (1) controleren op beschadigingen en indien nodig vervangen.
Pagina 467
Wanneer met een bandenwissel de bandenmaat moet worden gewijzigd, moet eerst de goedkeuring van de nieuwe bandenmaat voor het voertuig worden opgehelderd en parameters in het terminal worden aangepast. Neem hiervoor contact op met de KRONE klantenservice. BiG X 780...
Pagina 468
Onderhoud - Basismachine 25.9 Onderhoud van de trekhaak 25.9 Onderhoud van de trekhaak BX001-258 Onderhoudswerkzaamheden aan de trekhaak: Slijtplaat: De dikte van de slijtplaat (1) controleren. Wanneer de slijtplaat dunner is dan 6 mm: De slijtplaat laten vervangen door een vakgarage. Koppelpen: ...
Pagina 469
Onderhoud - Basismachine Brandblusser controleren 25.10 Als de koppelingsmuil (3) stroef beweegt: De schroef (5) losmaken. De smeernippel (6) smeren. De koppelingsmuil (3) een slag draaien en de schroef (5) met een draaimoment van 35–50 Nm vastdraaien. 25.10 Brandblusser controleren BPG000-034...
Pagina 470
Onderhoud – toevoersysteem 26.1 Invoeraggregaat demonteren met montagewagen Onderhoud – toevoersysteem WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 471
Onderhoud – toevoersysteem Invoeraggregaat demonteren met montagewagen 26.1 Tussenassen eraf halen BX001-261 De onderste tussenas (1) er aan de hakselaarzijde af halen. De onderste tussenas (2) er aan de hakselaarzijde af halen, de tussenashelft (3) uit de tussenas trekken en opzij leggen. Kabels en leidingen loskoppelen BX001-263 Rechter machinezijde...
Pagina 472
Onderhoud – toevoersysteem 26.1 Invoeraggregaat demonteren met montagewagen Invoeraggregaat neerzetten op de montagewagen BX001-262 ü De opname (1) van de montagewagen is omlaag gezwenkt, de borgpennen en veerstekkers (2) zijn opzij gelegd, rechts en links. ü De splitpen (5) en de bout (6) verwijderen. ...
Pagina 473
Onderhoud – toevoersysteem Invoeraggregaat monteren met montagewagen 26.2 26.2 Invoeraggregaat monteren met montagewagen BXG000-102 Het hefmechanisme met de slijpbedieningseenheid laten zakken tot de opnameklauw (5) zich onder de opnamevoorziening (6) bevindt. Het invoeraggregaat in het midden voor het hakselaggregaat schuiven. ...
Pagina 474
Onderhoud – toevoersysteem 26.2 Invoeraggregaat monteren met montagewagen Kabels en leidingen vastkoppelen BX001-263 Rechter machinezijde De stekkerverbinding (1) aansluiten. Linker machinezijde De vergrendeling van de slanghouder op de invoeraggregaat ontgrendelen. De koppelbussen en koppelstekkers van de smeerleiding (2) reinigen. ...
Pagina 475
Onderhoud – toevoersysteem Invoeraggregaat demonteren met voorzetwerktuig 26.3 26.3 Invoeraggregaat demonteren met voorzetwerktuig Bij uitvoering EasyFlow ü De EasyFlow staat met uitgetrokken steunvoeten en uitgeklapte steunwielen op vaste, vlakke ondergrond, zie handleiding EasyFlow "Demontage van de machine". ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35.
Pagina 476
Onderhoud – toevoersysteem 26.3 Invoeraggregaat demonteren met voorzetwerktuig Kabels en leidingen loskoppelen BX001-263 Rechter machinezijde De stekkerverbinding (1) losmaken en aan beide kanten de blinde stekker monteren. De kabelboom op het invoeraggregaat neerleggen en tegen vallen beveiligen. Linker machinezijde ...
Pagina 477
Onderhoud – toevoersysteem Invoeraggregaat demonteren met voorzetwerktuig 26.3 BXG000-089 Het hefmechanisme met de slijpbedieningseenheid laten zakken tot de vergrendelingsbouten (1) zijn ontlast. De vergrendelingsbouten (1) eruit trekken en opzij leggen. Tot de steunvoeten (3) omgeklapt kunnen worden, het hefmechanisme omhoogbrengen. ...
Pagina 478
Onderhoud – toevoersysteem 26.4 Invoeraggregaat monteren met voorzetwerktuig 26.4 Invoeraggregaat monteren met voorzetwerktuig BXG000-101 Het hefmechanisme laten zakken tot de opnameklauw (1) zich onder de opnamevoorziening (2) bevindt. Met de veldhakselaar voorzichtig in het midden voor het invoeraggregaat rijden. BXG000-090 ...
Pagina 479
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen slijpen 26.5 Rechter machinezijde De stekkerverbinding (1) aansluiten. Linker machinezijde De vergrendeling van de slanghouder op de invoeraggregaat ontgrendelen. De koppelbussen en koppelstekkers van de smeerleiding (2) reinigen. De smeerleiding (2) vastkoppelen daarbij de schroefkoppeling tot de aanslag aantrekken. ...
Pagina 480
Onderhoud – toevoersysteem 26.5 Hakselmessen slijpen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door scherpe hakselmessen en scherpe randen van de schroeflijsten (bij uitvoering met MaxFlow-hakseltrommel) Tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de hakseltrommel bestaat het gevaar dat operators letsel oplopen aan de scherpe hakselmessen of aan de scherpe schroeflijsten. ...
Pagina 481
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen slijpen 26.5 De frequentie en de duur van het slijpproces zijn afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. In principe zijn korte slijpintervallen met korte slijpduur en overeenkomstige instelling van de tegensnijkant aan te bevelen. • Om bij de hakselmessen voor gebruik bij maïs een zeer goed zelfscherpend effect te bereiken mogen deze niet helemaal "zuiver geslepen"...
Pagina 482
Onderhoud – toevoersysteem 26.5 Hakselmessen slijpen 26.5.2 Slijpsteen controleren en slijpkanaal reinigen BX001-272 Machine stopzetten en beveiligen, Pagina 35. Om de klep van de slijpinrichting te openen: WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door niet afgedekte, draaiende hakseltrommel. Klep van de slijpinrichting pas openen wanneer de hakseltrommel tot stilstand is gekomen.
Pagina 483
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen slijpen 26.5 26.5.3 Slijpproces uitvoeren BX001-274 ü De machine moet met wielwiggen worden beveiligd tegen wegrollen. ü De motor is gestart en draait stationair. ü De parkeerrem (2) is aangetrokken. ü De hoofdkoppeling (1) is ingeschakeld. ü...
Pagina 484
Onderhoud – toevoersysteem 26.5 Hakselmessen slijpen Om het slijpproces vanaf de bestuurdersstoel uit te voeren EQG003-092 In het terminal het hoofdmenu Gewasstroom -> Menu Slijpinrichting " en tegensnijkant "Onderhoud" openen, Pagina 199. De toets "Slijpen starten" indrukken. Om een slijpproces vanaf de slijpbedieningseenheid uit te voeren. BX001-278 ...
Pagina 485
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen slijpen 26.5 Om de tegensnijkant vanuit de bestuurdersstoel bij te stellen: EQG003-097 In het terminal het hoofdmenu Gewasstroom -> Menu Slijpinrichting " en tegensnijkant "Onderhoud" openen, Pagina 199. De toets "Tegensnijkant bijstellen starten" indrukken. Wachten tot een informatiemelding verschijnt die toont dat het bijstelproces met succes is afgerond of dat het proces werd afgebroken.
Pagina 486
Onderhoud – toevoersysteem 26.5 Hakselmessen slijpen Wanneer het voorzetwerktuig werd vervangen, moet na het eerste bijstellen resp. afstellen van de tegensnijkant worden gecontroleerd of de hakselmessen contact met de tegensnijkant hebben: De cabine verlaten en naar de slijpbedieningseenheid gaan. ...
Pagina 487
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen slijpen 26.5 Om de tegensnijkant vanuit de slijpbedieningseenheid bij te stellen: BX001-279 Afwisselend de toets "Tegensnijkant rechts tegen hakseltrommel aan bewegen" (3) en de toets "Tegensnijkant links tegen hakseltrommel aan bewegen" (5) op de slijpbedieningseenheid aantippen. Zodra er tijdens het bijstellen van de tegensnijkant aan één kant geluidsvorming optreedt (de messen maken dan contact met de tegensnijkant): ...
Pagina 488
Onderhoud – toevoersysteem 26.6 Slijpsteen bijstellen of vervangen 26.6 Slijpsteen bijstellen of vervangen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door draaiende hakseltrommel Wanneer de klep van de slijpinrichting wordt geopend terwijl de hakseltrommel draait, bestaat er gevaar voor letsel aan de scherpe, draaiende hakselmessen. ...
Pagina 489
Onderhoud – toevoersysteem Slijpsteen bijstellen of vervangen 26.6 WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door niet afgedekte, draaiende hakseltrommel. Klep van de slijpinrichting pas openen wanneer de hakseltrommel tot stilstand is gekomen! De sluiting (2) door een slag naar links met een sleufschroevendraaier ontgrendelen en de klep (1) omhoog zwenken.
Pagina 490
Onderhoud – toevoersysteem 26.6 Slijpsteen bijstellen of vervangen BX001-281 Het palwiel (2) met een schroefsleutel SW30 (1) zo ver losmaken dat de aanslagpen vastklikt. Het palwiel (2) verder losmaken tot de aanslagpen volledig vastklikt en de slijpsteenverstelling vergrendelt. BX001-282 ...
Pagina 491
Onderhoud – toevoersysteem Slijpsteen bijstellen of vervangen 26.6 BX001-280 De maat Y (afstand vanaf de bovenkant van de slijpsteen tot de bovenkant van de zeskantmoer) via de moer meten. Wanneer de maat Y < 160 mm is, is er voldoende klemlengte aanwezig om de slijpsteen veilig te spannen.
Pagina 492
Onderhoud – toevoersysteem 26.6 Slijpsteen bijstellen of vervangen Slijpsteen Tussenring Schroefdraadhuls Huls Klemring Tandwiel Let bij de montage van de nieuwe slijpsteen op de juiste plaatsing van de componenten: • De klemringen (3), de tussenring (4) en de huls (5) moeten zoals in de afbeelding worden gemonteerd.
Pagina 493
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 De slijpsteen van boven omlaagdrukken totdat vanaf de onderkant van de slijpsteen tot de onderkant van de slijpslede de maat X-2 mm is bereikt. Het palwiel weer monteren en aanhalen met een draaimoment van 180 Nm. ...
Pagina 494
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen INFO Om onbalans van de hakseltrommel te vermijden: moeten de hakselmessen en de schroeflijsten altijd paarsgewijze worden vervangen. Altijd beide messen en beide schroeflijsten vervangen die zich op de hakseltrommel in een hoek van 180°...
Pagina 495
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 Om de hakseltrommel met het gereedschap te kunnen draaien, moet de riemaandrijving "Hakseltrommel" worden ontspannen. Open de zijkap links. De ventielen (4) op het stuurblok (3) indrukken en zo lang naar links draaien tot de ventielknoppen zelfstandig naar buiten springen.
Pagina 496
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen BX001-286 De hakseltrommel (1) is voor elke werkstand uitgerust met een boring (2) om te vergrendelen. BX001-287 Een schroefsleutel (sleutelwijdte 17) op de vergrendelingsbout (1) schuiven. De veerstekker (3) eruit trekken. ...
Pagina 497
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 BX001-288 De hakselmessen (1) met de slijpinrichting slijpen, Pagina 479. INFO Wanneer het nodig is de tegensnijkant te vervangen, moet dat voor de volgende instellingen worden uitgevoerd. De tegensnijkant (3) met de spindelmotoren (4) via de slijpbedieningseenheid parallel ten opzichte van het geslepen oppervlak van de messen instellen, Pagina 484.
Pagina 498
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen BX001-290 Een ringsleutel SW17 (7) met schroef en schijf op de meegeleverde excenter (8) schroeven. De excenter bevindt zich in rijrichting links op het hakseltrommelhuis. De excenter in de boring (4) leggen. ...
Pagina 499
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 Afstand tussen buffer en schroefdraadbout controleren BX002-504 Aan beide zijden van de machine de maat X tussen de buffer (2) en de schroefdraadbout (1) controleren. Als de maat X groter is dan 3 mm, dan is de instelling in orde. ...
Pagina 500
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen BX001-623 ü De hakseltrommel is vergrendeld, Pagina 495. De afstand "X" de tegensnijkant (parallel tot de bovenkant van de tegensnijkant) naar de trommelmantel links en rechts meten. Het verschil tussen de beide waarden bepalen. ...
Pagina 501
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 Afstand tussen buffer en schroefdraadbout controleren BX002-504 Aan beide zijden van de machine de maat X tussen de buffer (2) en de schroefdraadbout (1) controleren. Als de maat X groter is dan 3 mm, dan is de instelling in orde. ...
Pagina 502
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen INFO Om onbalans van de hakseltrommel te vermijden: moeten de hakselmessen en de schroeflijsten altijd paarsgewijze worden vervangen. Altijd beide messen en beide schroeflijsten vervangen die zich op de hakseltrommel in een hoek van 180°...
Pagina 503
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 Om het hakselmes te vervangen: De hakselmessen (1) met de slijpinrichting slijpen, Pagina 479. INFO Wanneer het nodig is de tegensnijkant te vervangen, moet dat voor de volgende instellingen worden uitgevoerd. De tegensnijkant (3) via de slijpbedieningseenheid parallel ten opzichte van het geslepen oppervlak van de messen instellen, Pagina 484.
Pagina 504
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen De vergrendeling van de hakseltrommel losmaken, de hakseltrommel met de draaihendel een messenrij draaien en opnieuw vergrendelen. De messen van de volgende messenrij bijstellen. Zo doorgaan tot alle messenrijen van de hakseltrommel gelijkmatig zijn bijgesteld. ...
Pagina 505
Onderhoud – toevoersysteem Hakselmessen bijstellen of vervangen 26.7 LET OP Schade aan de machine door montage van vervuilde componenten Wanneer vuile hakselmessen en schroeflijsten worden gemonteerd, bestaat het gevaar dat de hakselmessen van de hakseltrommel losraken en componenten van de machine beschadigen.
Pagina 506
Onderhoud – toevoersysteem 26.7 Hakselmessen bijstellen of vervangen Om het hakselmes te vervangen: De hakselmessen met de slijpinrichting slijpen, Pagina 479. INFO Wanneer het nodig is de tegensnijkant te vervangen, moet dat voor de volgende instellingen worden uitgevoerd. De tegensnijkant (3) via de slijpbedieningseenheid parallel ten opzichte van het geslepen oppervlak van de messen instellen, Pagina 484.
Pagina 507
Onderhoud – toevoersysteem Met de helft van het aantal hakselmessen werken 26.8 BX001-626 De afstand van het mes tot de tegensnijkant op 0,1 mm instellen. De schroeven in de volgorde 2a, 2b, 2c, 2d met een draaimoment van 280 Nm vastdraaien. ...
Pagina 508
Onderhoud – toevoersysteem 26.9 Tegensnijkant omkeren of wisselen EQG003-093 Als het instelbare bereik haksellengte niet voldoende is en de haksellengte altijd nog te kort is, kan het aantal hakselmessen tot de helft worden gereduceerd. Aan beide zijden van de hakseltrommel elk tweede mes uitbouwen. ...
Pagina 509
Onderhoud – toevoersysteem Tegensnijkant omkeren of wisselen 26.9 BX001-295 De tegensnijkant (1) kan aan twee kanten worden gebruikt. Als één resp. beide kanten (1a, 1b) van de tegensnijkant zijn versleten, moet de tegensnijkant worden gedraaid resp. vervangen. Wanneer de veldhakselaar met een versleten tegensnijkant wordt gebruikt, kan dat tot verhoogd dieselverbruik, tot niet-tevredenstellende snijkwaliteit en tot reductie van de standtijd van de hakselmessen leiden.
Pagina 510
Onderhoud – toevoersysteem 26.10 Montagewagen hakselaggregaat bedienen (bij uitvoering "Montagewagen hakselaggregaat") BX001-297 LET OP Schade aan machinedelen door loszittende componenten Wanneer de tegensnijkant niet veilig is bevestigd, kan hij losraken en messen van de hakseltrommel of de gehele hakseltrommel beschadigen. ...
Pagina 511
Onderhoud – toevoersysteem Montagewagen hakselaggregaat bedienen (bij uitvoering 26.10 "Montagewagen hakselaggregaat") De bevestigingsbuizen van de montagewagen moeten afhankelijk van het machinetype worden ingesteld. Voor machines met een hakseltrommelbreedte van 630 mm moeten de boringen (2) worden gebruikt. Voor machines met een hakseltrommelbreedte van 800 mm moeten de boringen (1) worden gebruikt.
Pagina 512
Onderhoud – toevoersysteem 26.11 Transportlijsten van de voordrukwals omkeren of vervangen 26.10.2 Montagewagen neerzetten BX001-934 Om de montagewagen met het gedemonteerde hakseltrommelaggregaat veilig neer te zetten, de steunvoeten (3) eruit trekken en steeds met de bout en een veiligheidsklapstekker (1) borgen. ...
Pagina 513
Onderhoud – toevoersysteem Transportlijsten van de transportwals vervangen 26.12 Transportlijsten van de voordrukwals omkeren BXG000-086 Het invoeraggregaat demonteren, Pagina 470. De machine stopzetten en beveiligen, Pagina 35. De schroeven (3) van de transportlijst (2) demonteren. De transportlijst (2) omkeren en monteren (aandraaimoment 35 Nm). 26.12 Transportlijsten van de transportwals vervangen BXG000-087...
Pagina 514
Onderhoud – toevoersysteem 26.13 Afstand afstrijker - gladde wals instellen De afstand afstrijker – gladde wals moet 0,3 mm tot 0,6 mm bedragen BX001-940 Om de achterste drukveren te ontspannen: de schroeven (2) van de veerconsole (1) losmaken. Afstand afstrijker – gladde wals controleren BX001-975 / BX001-976 ...
Pagina 515
Onderhoud – toevoersysteem Afstand afstrijker - gladde wals instellen 26.13 Afstand afstrijker – gladde wals instellen BX001-943 / BX001-976 De 4 zeskantschroeven (6) zo ver losdraaien dat de afstrijker (3) door er licht op te slaan, bijv. met een hamer, kan worden bewogen. ...
Pagina 516
Onderhoud – toevoersysteem 26.14 Afstand perswals-afstrijker instellen BX001-940 De schroeven (2) van de veerconsole (1) vastdraaien. 26.14 Afstand perswals-afstrijker instellen Voor een overzicht van de aandraaimomenten, Pagina 432. BX001-940 / BX001-973 De afstand tussen de transportlijsten (3) van de perswals en de afstrijker (4) meten. Wanneer de afstand tussen 3 mm en 8 mm ligt, is de instelling correct.
Pagina 517
Onderhoud – toevoersysteem Veren invoeraggregaat instellen 26.15 Als de maat X tussen 3 mm en 8 mm bedraagt, is de instelling correct. Wanneer de afstand X<3 mm is, moet de afstand X worden vergroot. Het walspakket boven (4) bijv. met een montagehendel (5) optillen en veilig ondersteunen. ...
Pagina 518
Onderhoud – toevoersysteem 26.15 Veren invoeraggregaat instellen Om bij afwijkende maten de drukveren voor te spannen, bij de rechter- en linkerzijde van de machine: De contramoer (3) losmaken. Met de zeskant (2) de onderste veerschotel verstellen, tot de maat X=90±1 mm is bereikt. ...
Pagina 519
Onderhoud – gewasstroom Toegangsplaatsen tot de gewasstroom 27.1 Onderhoud – gewasstroom WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 520
Onderhoud – gewasstroom 27.1 Toegangsplaatsen tot de gewasstroom Om bij de onderhoudskleppen van de onderste gewasstroom te komen, moet de afdekking (1) worden verwijderd. De kwartslagsluitingen (2) losmaken en de afdekking (1) verwijderen. 27.1.1 Graskanaal uitbouwen ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35.
Pagina 521
Onderhoud – gewasstroom Toegangsplaatsen tot de gewasstroom 27.1 BXG000-085 De zeskantschroeven (1) losmaken en de spanstukken (2) opzij draaien. De onderhoudsklep (3) omlaag klappen. • Na beëindiging van de onderhoudswerkzaamheden de onderhoudsklep (3) omhoogklappen en de spanstukken (2) voor de onderhoudsklep draaien en met de zeskantschroeven (1) vastzetten.
Pagina 522
Onderhoud – gewasstroom 27.1 Toegangsplaatsen tot de gewasstroom BX002-082 De klemmen (3) demonteren De schroeven (1) demonteren. De schroeven (2) losdraaien. BX002-083 / BX002-084 De bouten (1) demonteren. De schroeven (2) demonteren. De vorkkoppen (4) naar beneden zwenken. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel voor vallende trommelbodem (1).
Pagina 523
Onderhoud – gewasstroom Toegangsplaatsen tot de gewasstroom 27.1 BX002-086 De trommelbodem (4) van onderen zodanig in het hakseltrommelhuis (1) invoeren dat de stift (3) in de inkeping (2) op het verbindingsstuk van de trommelbodem ligt. BX002-087 De schroeven (3) monteren maar nog niet vastdraaien. ...
Pagina 524
Onderhoud – gewasstroom 27.1 Toegangsplaatsen tot de gewasstroom De klemmen (3) monteren. BX002-085 De geleidingsplaat (1) monteren. De trommelbodem instellen, Pagina 411. 27.1.6 Achterwand worpversneller uitbouwen BXG001-127 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. De zeskantschroeven (1, 8) demonteren en de verstelmotor (2) van de achterwand worpversneller uitbouwen.
Pagina 525
Onderhoud – gewasstroom Toegangsplaatsen tot de gewasstroom 27.1 BXG002-128 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. De achterwand worpversneller (6) inbouwen. De bevestigingshoeken (2) naar binnen zwenken. De schroeven (1) monteren. De bout (7) monteren. De schroeven (8) monteren. ...
Pagina 526
Onderhoud – gewasstroom 27.1 Toegangsplaatsen tot de gewasstroom 27.1.9 Onderhoudsklep in de uitwerpboog openen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door vallen Bij werkzaamheden aan of op hoog gelegen gebieden van de machine bestaat gevaar om te vallen. Daardoor kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden. ...
Pagina 527
Onderhoud – gewasstroom Onderhoud corn-conditioner 27.2 27.2 Onderhoud corn-conditioner Voordat de corn-conditioner wordt gebruikt, moeten de walsen op slijtage worden gecontroleerd. Versleten walsen behalen niet meer de gewenste verwerkingskwaliteit en het oogstgoed wordt niet meer zo goed opgenomen, wat tot oogstgoedblokkades kan leiden. BX001-315 ...
Pagina 528
Onderhoud – gewasstroom 27.3 Onderhoud worpversneller 27.3.2 Werpschoepen demonteren/monteren BXG000-095 Werpschoepen uitbouwen Voorwaarde: ü De achterwand worpversneller is uitgebouwd, Pagina 524. Om de werpschoepen te demonteren de schroefverbindingen (2) loshalen. Werpschoepen (1) eruit halen. Werpschoepen inbouwen LET OP Schade aan de worpversneller Wanneer bij het vervangen van de werpschoepen niet paarsgewijze wordt gewerkt, kan bij de werking onbalans ontstaan en gevolgschade aan de machine veroorzaken.
Pagina 529
Onderhoud – gewasstroom Corn-conditioner instellen 27.4 27.3.3 Afstrijker worpversneller controleren en instellen BXG000-096 Afstrijker controleren Om de afstrijker te controleren de onderhoudsklep van de kanaalaansluiting demonteren. Afstrijker beoordelen: - er mogen geen grote beschadigingen, bijv. door stenen, zijn. De rand van de afstrijker mag geen grote uithollingen vertonen, zodat de afstand tot de werpschoep altijd gelijkmatig is.
Pagina 530
Onderhoud – gewasstroom 27.4 Corn-conditioner instellen BX001-418 / BX002-049 Wanneer de gemeten walsafstand X tussen de corn-conditioner-walsen (1, 2) afwijkt van de gegevens in het terminal of de afstand X van de walsen links en rechts niet even groot is, moeten de aanslagen op de corn-conditioner worden ingesteld.
Pagina 531
Onderhoud – gewasstroom Corn-conditioner instellen 27.4 De schroef (4) eruit draaien tot de schroefkop tegen de behuizing aanligt. De moeren (3) vastdraaien. Vervolgens deze procedure aan de andere zijde van de corn-conditioner herhalen. Nadat de afstand van de corn-conditioner-walsen aan beide zijden is ingesteld: ...
Pagina 532
Onderhoud – gewasstroom 27.4 Corn-conditioner instellen BX002-575 De verstelmotor (3) in de behuizing (1) schuiven en met de 4 schroeven (2) monteren. De stekkerverbinding (4) op de verstelmotor (3) aansluiten. De corn-conditioner opnieuw in de machine inbouwen en de afstand van de corn- conditioner-walsen in de machineterminal op 0,5 mm instellen, zie handleiding van de desbetreffende machine.
Pagina 533
Onderhoud – gewasstroom Onderhoud maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") 27.5 27.5 Onderhoud maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") Voor een overzicht van de aandraaimomenten, Pagina 432. De onderhoudsklep overdrachtschacht demonteren. Door de opening in de overdrachtschacht de messen van de maïslieskam op slijtage controleren.
Pagina 534
Onderhoud – gewasstroom 27.5 Onderhoud maïslieskam inbouwen (bij uitvoering "Maïslieskam") De messen van de maïslieskam vervangen BX002-071 Pos. Aantal Aanduiding Zeskantschroef M6 x 16 Zn8 104x Schijf 6,4 x 12 x 1,6 Zn8 Borgmoer M6 Zn8 WAARSCHUWING! Snijgevaar door scherpe messen! Geschikte werkhandschoenen dragen. Het mes (1), dat moet worden vervangen, demonteren. ...
Pagina 535
Onderhoud - hydrauliek Onderhoud - hydrauliek WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 536
De stuurblokken zijn met drukbegrenzingsventielen uitgerust. Deze ventielen werden in de fabriek vooringesteld en mogen niet worden veranderd. LET OP De drukbegrenzingsventielen op de machine zijn in de fabriek vooringesteld. Werkzaamheden aan de drukbegrenzingsventielen uitsluitend door de KRONE klantenservice laten uitvoeren. 28.2 Hydraulische olie...
Pagina 537
Onderhoud - hydrauliek Onderhoud hydraulische olietank 28.3 De hydraulische olie moet tot het midden van het kijkglas (1) zijn bijgevuld. Indien nodig hydraulische olie bijvullen via de olievulaansluiting (2). Hydraulische olietank oliewissel Uitwerpboog in parkeerpositie zetten. Een opvangtank (ca. 130 liter) klaarzetten. ...
Pagina 538
Onderhoud - hydrauliek 28.4 Hogedrukfilter vervangen 28.4 Hogedrukfilter vervangen Voor een overzicht van de aandraaimomenten, Pagina 432. BXG000-071 Het hogedrukfilter (1) is uitgerust met een elektrische vervuilingsindicatie (4). Hogedrukfilter vervangen ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. Het filterhuis (1) demonteren en reinigen. ...
Pagina 539
Onderhoud – transmissie Overzicht van de aandrijvingen 29.1 Onderhoud – transmissie WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 540
Onderhoud – transmissie 29.2 Onderhoud hoofdaandrijving BX001-721 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, Pagina 36. Oliepeil controleren: Het oliepeil moet tot aan midden van het kijkglas (2) reiken. Wanneer de olie niet tot het midden van het kijkglas (2) reikt: ...
Pagina 541
Onderhoud – transmissie Onderhoud distributiekast 29.3 Lagedrukfilter vervangen BXG000-028 Filterelement vervangen ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. Het filterhuis (1) demonteren en reinigen. Het filterelement (2) eruit nemen en vervangen door een nieuw filter. De O-ringen (3, 4) controleren op beschadiging en indien nodig vervangen. ...
Pagina 542
Onderhoud – transmissie 29.4 Onderhoud tussenaandrijving invoer Oliepeil controleren De afsluitschroef van de controleboring (1) demonteren. ð Wanneer de olie tot de controleboring (1) reikt: De afsluitschroef van de controleboring (1) monteren, aandraaimoment Pagina 434. ð Wanneer de olie niet tot de controle-opening (1) reikt: ...
Pagina 543
Onderhoud – transmissie Walsdrijfwerk onder onderhouden 29.5 Oliepeil controleren De omgeving van de oliepeilstok (1) grondig reinigen. De oliepeilstok (1) uittrekken, reinigen en volledig inschuiven. Voor het reinigen van de oliepeilstok een pluisvrije doek gebruiken. De oliepeilstok (1) eruit trekken en oliepeil controleren. ð...
Pagina 544
Onderhoud – transmissie 29.6 Walsdrijfwerk boven onderhouden Wanneer de olie niet tot het midden van het kijkglas (2) reikt: De afsluitschroef van de olievulboring (1) demonteren. Olie via de olievulboring (1) tot het midden van het kijkglas (2) bijvullen. ...
Pagina 545
Voor het bijvullen of verversen van transmissieolie in de wielnaafaandrijvingen uitsluitend transmissieolie SHELL SPIRAX S4 CX 50 gebruiken. Als deze transmissieolie niet beschikbaar is, overleg met uw KRONE-servicepartner plegen. BX001-858 De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren"...
Pagina 546
Onderhoud – transmissie 29.7 Onderhoud wielnaafaandrijving Oliepeil op de achteras controleren: maat X=30 mm. ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. Het wiel zo positioneren dat de vulboring (1) zich in de hoogste positie bevindt (I). De omgeving van de afsluitschroef van de vulboring (1) en de afsluitschroef van de controleboring (2) grondig schoonmaken.
Pagina 547
Onderhoud – transmissie Onderhoud draaiaandrijving uitwerpboog 29.8 ð De druk in de wielnaafaandrijving wordt gereduceerd. De afsluitschroef van de vulboring (1) monteren. Het wiel zo positioneren dat de aftapschroef (2) zich in de laagste positie bevindt (II). Geschikte bak onder de aftapboring (2) zetten. ...
Pagina 548
Onderhoud – transmissie 29.9 Onderhoud VariLOC snijlengteaandrijving De aftapschroef (2) monteren, aandraaimoment Pagina 434. Nieuwe olie via de olievulboring (3) tot aan de controleboring (2) bijvullen. Het ventilatiefilter (3) monteren, aandraaimoment Pagina 434. De afdekking (4) monteren. 29.9 Onderhoud VariLOC snijlengteaandrijving ü...
Pagina 549
Onderhoud – transmissie Onderhoud VariLOC snijlengteaandrijving 29.9 BX001-870 Olie verversen ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig. De riemschijf zo draaien dat de sluitschroef (1) zich in de onderste positie bevindt. ...
Pagina 550
Onderhoud - elektrische installatie Onderhoud - elektrische installatie WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 551
Onderhoud - elektrische installatie Accu's 30.1 LET OP Schade aan elektronische componenten door spanningspieken Wanneer de voedingsspanning bijdraaiende machine wordt onderbroken, kunnen spanningspieken ontstaan. Daardoor kunnen elektronische componenten wordne beschadigd. De dieselmotor uitschakelen. De accuhoofdschakelaar uitschakelen. INFO Een overzicht van alle besturingsapparaten, printplaten en zekeringen bevindt zich in het stroomloopschema dat tot de meegeldende documenten behoort en met de machine werd meegeleverd.
Pagina 552
Onderhoud - elektrische installatie 30.1 Accu's Accuhoofdschakelaar BXG001-120 De accuhoofdschakelaar (2) is uitgevoerd als toets met geintegreerde LED en bevindt zich in het accuvak (1) in de achterbumper. De stroomvoorziening wordt automatisch na 24 uur onderbroken. Wanneer de accuhoofdschakelaar niet langer dan 1 seconden lang wordt ingedrukt, wordt de stroomvoorziening vertraagd, na ca.
Pagina 553
Onderhoud - elektrische installatie Accu's 30.1 30.1.2 Accu's laden BMG000-015 De spanning van het boordnet van de machine bedraagt 24 V. Twee 12 V accu's zijn in rij geschakeld en voeden de voertuigelektronica met 24 V. Om de accu's op te laden en de lading te behouden, moeten deze worden aangesloten op een acculader.
Pagina 554
Onderhoud - elektrische installatie 30.1 Accu's 30.1.3 Accu's vervangen Klem de accu's los BMG000-016 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35. ü Het accuvak is geopend. De isolatiekappen (1) door het losmaken van de kabelbinders verwijderen. De poolklem (XC1/-) van de minuskabel (2) van de minuspool van de accu C1 (5) demonteren.
Pagina 555
Onderhoud - elektrische installatie Accu's 30.1 Accu inbouwen BMG000-017 De accu C1 (3) en de accu C2 (4) in het accuvak plaatsen. De bevestigingsplaat (2) plaatsen en de schroeven (1) monteren. De accu's vastklemmen, Pagina 555. Accu vastklemmen BMG000-016 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Pagina 35.
Pagina 556
14 ±1 Nm vastdraaien. De kabelaansluitingen aan de dynamo en de accu reinigen. De kabelaansluitingen zijn ge- corrodeerd. Informeer bij uw KRONE-dealer als de schade niet met onderstaande tips kan worden verholpen. 30.3 Onderhoud startmotor BXG000-064 BiG X 780...
Pagina 557
De kabelaansluitingen aan startmotor en motor reinigen. corrodeerd. De magneetschakelaar van De startmotor door een gekwalificeerde vakgarage laten de startmotor is defect controleren. Informeer bij uw KRONE-dealer als de schade niet met onderstaande tips kan worden verholpen. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 558
Onderhoud - smering 31.1 Tussenassen smeren Onderhoud - smering WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Om ongevallen te voorkomen, moeten de principiële veiligheidsinstructies in de handleiding worden gelezen en opgevolgd, Pagina 19.
Pagina 559
Onderhoud - smering Tussenassen smeren 31.1 BX001-343 Tussenas aandrijving invoer Tussenas voorzetwerktuig Tussenas bovenste walsdrijfwerk Dubbel scharnier 31.1.1 Tussenas aandrijving invoer smeren 100h 100h 100h 250h 250h BX002-637 Volg de handleiding van de fabrikant op. De tussenas met de afstanden die in de afbeelding zijn aangegeven met een multifunctioneel vet smeren.
Pagina 560
Onderhoud - smering 31.1 Tussenassen smeren 31.1.3 Tussenas voorzetwerktuig smeren Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" 100h 100h 100h 250h 250h BX002-118 Het tussenassen voorzetwerktuig met inachtneming van de op de afbeeldingen getoonde intervallen smeren met multifunctioneel vet. Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling"...
Pagina 561
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 31.2 31.1.4 Dubbel scharnier smeren 250h BX002-638 Volg de handleiding van de fabrikant op. De beschermklep (1) openen. Het dubbele scharnier (2) met de op de afbeeldingen getoonde intervallen smeren met multifunctioneel vet. ...
Pagina 562
Onderhoud - smering 31.2 Smeerschema – machine Machine en hakseltrommel BXG000-066 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 563
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 31.2 Elke 100 bedrijfsuren BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 564
Onderhoud - smering 31.2 Smeerschema – machine Corn-conditioner BX002-035 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 565
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 31.2 elke 100 bedrijfsuren Na de reiniging met water BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 566
Onderhoud - smering 31.2 Smeerschema – machine Invoer BXG000-037 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 567
Onderhoud - smering Smeerschema – machine 31.2 Elke 100 bedrijfsuren BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 568
Onderhoud – centrale smeerinstallatie 32.1 Overzicht van de verdeelblokken van de centrale smeerinstallatie Onderhoud – centrale smeerinstallatie WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. ...
Pagina 569
Onderhoud – centrale smeerinstallatie Overzicht van de verdeelblokken van de centrale smeerinstallatie 32.1 De toewijzing van het smeerpunt vindt plaats via de nummers op de smeerleidingen voor de verdeelblokken. BX001-847 Verdeelblok Smeerpunt 1) Hoofdverdeler Worpversnellerlager rechts Worpversnellerlager links Kanaalaansluiting draaikrans voor Kanaalaansluiting draaikrans achter 2) Aandrijvingen Lager uitwerpboog rechts...
Pagina 570
Onderhoud – centrale smeerinstallatie 32.1 Overzicht van de verdeelblokken van de centrale smeerinstallatie BX001-848 Verdeelblok Smeerpunt 3) Hakselaggregaat Trommellager rechts Bus framelager rechts Spil tegensnijkantverstelling rechts Axiaallager rechts achter Axiaallager rechtsvoor Trommelbodem links Ankerbout links Trommellager links Bus framelager links Spil tegensnijkantverstelling links Axiaallager linksvoor Axiaallager linksachter...
Pagina 571
Onderhoud – centrale smeerinstallatie Overzicht van de verdeelblokken van de centrale smeerinstallatie 32.1 BX001-849 Verdeelblok Smeerpunt 5) Invoer Wals onder linksachter Wals onder linksmidden Wals onder linksvoor Wals onder rechtsachter Wals onder rechtsmidden Wals onder rechtsvoor Rol rechts Toevoerarm, rechts Pendelbuis Toevoerarm linksachter Wals boven links achter...
Pagina 572
Onderhoud – centrale smeerinstallatie 32.2 Smeermiddelen BX001-850 Verdeelblok Smeerpunt 6) Achteras Aspoot rechts boven Aspoot rechts onder Aspoot links boven Aspoot links onder 7) Onderverdeler corn- Omkeerrol aandrijving corn-conditioner conditioner Lager spanarm corn-conditioner 32.2 Smeermiddelen Als smeermiddelen worden gangbare, door de fabrikant van het voertuig of het vet aanbevolen vetten gebruikt, die bij –25 °C nog voldoende aanzuigende en vloeiende eigenschappen (max.
Pagina 573
Onderhoud – centrale smeerinstallatie Smeerstofreservoir vullen 32.3 Vrijgegeven smeervet: • Smeervet KRONE mat.-nr. 270275690 (400g-bus) en • Smeervet KRONE mat.-nr. 270275680 (50kg-bus). Smeervetten met de volgende eigenschappen zijn eveneens vrijgegeven: • Vet tot NLGI-klasse 2 met EP-additieven moeten aan de buitentemperaturen worden aangepast.
Pagina 574
Onderhoud – centrale smeerinstallatie 32.4 Vulniveau controleren Het smeerstofreservoir met een vulcilinder vullen BMG000-023 De dubbele nippel (1) en het reductiestuk (2) demonteren. Het aansluitstuk 27 001 998 * (3) met afdichtingsring monteren. Verwijder voor het vullen de beschermkappen op het aansluitstuk (3) en de vulcilinder 940 393 * (4).
Pagina 575
Onderhoud – centrale smeerinstallatie Fout in de centrale smeerinstallatie opsporen 32.6 Om een tussensmering handmatig te starten: in het terminal het menu "Centrale smering" "Onderhoud" openen en op de toets "Tussensmering starten" drukken. De centrale smeerinstallatie voert een tussensmering uit. 32.6 Fout in de centrale smeerinstallatie opsporen Blokkering in het systeem of in een van de aangesloten smeerpunten.
Pagina 576
Storing, oorzaak en oplossing 33.1 Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X Storing, oorzaak en oplossing WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies Wanneer de principiële veiligheidsinstructies niet in acht worden genomen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. ...
Pagina 577
Storing, oorzaak en oplossing Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X 33.1 33.1.1 Kabelbreuk, kortsluiting Massasluiting BX001-689 Signaalleiding Aardleiding Als de signaalspanning onder de toegestane waarde ligt, is een massasluiting opgetreden. Mogelijke oorzaak: De kabel is beschadigd en ligt tegen de carrosserie aan. Kabelbreuk BX001-690 Signaalleiding...
Pagina 578
Storing, oorzaak en oplossing 33.1 Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X Kortsluiting BX001-691 Signaalleiding Aardleiding Tussen de voedingsspanning (plus en minus) of de signaalspanning en massa is een verbinding. Er is een kortsluiting opgetreden. Mogelijke oorzaak: De kabel is beschadigd en de toevoerleidingen naar de sensor zijn met elkaar verbonden.
Pagina 579
Storing, oorzaak en oplossing Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X 33.1 BX001-838 Aanduiding Aanduiding Verdeler voeding met zekeringen F1.F4 Spanningsvoorziening cabine elek- tronica F1.F2 Accu's F1.F5 Accuscheidingsrelais F1.F3 Spanningsvoorziening cabine capa- F1.F6 Spanningsvoorziening VariQuick citeit BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 580
Storing, oorzaak en oplossing 33.1 Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X De printplaat "Centraal elektrisch systeem" bevindt zich in de console van de cabine, Pagina 68. De waarden voor de zekeringen staan in het stroomloopschema. BX001-839 BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 583
Storing, oorzaak en oplossing Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X 33.1 Aanduiding Aanduiding Functiemodule achterzijde ForageCam Functiemodule cabine Functiemodule voorzijde links Lichtbedieningseenheid A 34 KRONE SmartConnect Werkbesturing Werkbesturing Printplaat centraal elektrisch sys- teem 33.1.4 Overzicht sensoren Aanduiding Aanduiding Druk airconditioning Vulniveau zijtank...
Pagina 584
Storing, oorzaak en oplossing 33.1 Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X Aanduiding Aanduiding Luchtfilterverontreiniging 2 B106 NH3-sensor Uitwerpboog positie midden B107 Druk voorraadsreservoir Uitwerpboog positie onder B108 Druk parkeerrem Uitwerpboog draaiimpulsen B109 Hoogte uitwerpboog Pendelframe positie links B110 Positie uitwerpboog-klep Pendelframe positie rechts B112 Doorstroming inkuilmiddel grove do-...
Pagina 585
Storing, oorzaak en oplossing Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X 33.1 Aanduiding Aanduiding Uitwerpboogklep heffen Voorzetwerktuig achteruit Hoofdkoppeling hakseltrommel Snelstop Hoofdriem spannen Ventilator Cabinelift heffen Autopilot rechts sturen Cabinelift neerlaten Autopilot links sturen Uitwerpboog verlenging uitklappen Autopilot rechts blokkeren Uitwerpboog verlenging inklappen Autopilot links blokkeren Accuscheidingsrelais...
Pagina 586
Storing, oorzaak en oplossing 33.2 Met hulpaccu starten van de machine 33.2 Met hulpaccu starten van de machine WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ontploffend accugas Een ondeskundige aansluiting van startkabels kan tot een explosie leiden. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen en kan er schade aan de elektrische installatie ontstaan.
Pagina 587
Storing, oorzaak en oplossing Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen 33.3 Wanneer een externe spanningsbron met hogere of lagere spanning wordt gebruikt, raakt de voertuigelektronica beschadigd. 24 V 12 V 12 V 24 V BXG000-061 Startkabels aansluiten Het stroomcircuit is onderbroken (LED van de accuhoofdschakelaar brandt niet), Pagina 351.
Pagina 588
Storing, oorzaak en oplossing 33.3 Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door draaiende componenten in de gewasinvoer Na het uitschakelen van de hoofdaandrijving kunnen componenten in de gewasstroom uitlopen, dan klikt een akoestisch naloopalarm. Bij alle werkzaamheden en bij het verhelpen van functiestoringen altijd eerst wachten tot de aggregaten absoluut stilstaan.
Pagina 589
Storing, oorzaak en oplossing Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen 33.3 Omkeren met ingeschakelde hakseltrommel BX000-324 Bij blokkades die zich in het gebied van de invoer/voorzetwerktuig bevinden, kan met ingeschakelde hakseltrommel worden omgekeerd. De dieselmotor starten. Het voorzetwerktuig in de wendakkerstand optillen. ...
Pagina 590
Storing, oorzaak en oplossing 33.3 Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen De toets "Invoer/voorzetwerktuig omkeren" (2) op de rijhendel indrukken en ingedrukt houden. ð Het toerental van de dieselmotor wordt op het onbelast toerental gereduceerd, de hoofdriem wordt door de dieselmotor losgekoppeld, de hoofdkoppeling wordt automatisch ingeschakeld en de invoer en het voorzetwerktuig worden omgekeerd.
Pagina 591
Storing, oorzaak en oplossing Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen 33.3 Onderhoudsklep overdrachtschacht BXG000-085 De schroeven (1) losmaken en de spanstukken (2) opzij draaien. De onderhoudsklep (3) omlaag klappen. In het gewasstroomkanaal opgehoopt oogstgoed handmatig verwijderen. ...
Pagina 592
Storing, oorzaak en oplossing 33.3 Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen Oogstgoedblokkades tussen de worpversneller en de uitwerpboog verwijderen BXG000-084 ü De machine bevindt zich in een veilige toestand, Pagina 588. De schroeven (1) demonteren. De onderhoudsklep (3) van de kanaalaansluiting verwijderen. ...
Pagina 593
Storing, oorzaak en oplossing Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen 33.3 BX001-609 De moeren (1) losdraaien en de onderhoudsklep (2) opzij schuiven. De onderhoudsklep openklappen en omdraaien. Na beëindiging van de onderhoudswerkzaamheden de onderhoudsklep (2) terugdraaien en dichtklappen.
Pagina 594
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 34.1 Aanzetpunten van de krik Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel In dit hoofdstuk worden reparatie-, onderhouds- en instelwerkzaamheden aan de machine beschreven die alleen door gekwalificeerd vakpersoneel mogen worden uitgevoerd. Het hoofdstuk „Kwalificatie van het vakpersoneel“ moet volledig worden gelezen en opgevolgd, Pagina 20.
Pagina 595
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Aanzetpunten van de krik 34.1 De aanzetpunten voor de krik mogen uitsluitend voor het wisselen van het wiel worden gebruikt, daarvoor mag vanwege de stabiliteit steeds slechts een krik-aanzetpunt worden gebruikt. Wanneer de machine moet worden opgekrikt, Pagina 596.
Pagina 596
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 34.2 Machine opkrikken 34.2 Machine opkrikken WAARSCHUWING Levensgevaar door beweging van de machine Als de machine niet met een geschikt hefgereedschap wordt opgetild en niet stabiel wordt ondersteund, kan de machine onbedoeld bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden.
Pagina 597
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Machine opkrikken 34.2 Rechterzijde BXG001-113 WAARSCHUWING! Levensgevaar door beweging van de machine! Alleen spanriemen met een toegestane draaglast van minstens 1000 kg gebruiken. Om de spanriem niet te beschadigen, voldoende randbescherming gebruiken. De spanriem (2) door de motorsteun (1) en door het dwarsstuur (3) geleiden. Er bij het spannen op letten dat er geen smeerleidingen en/of kabelbomen (4) bekneld raken.
Pagina 598
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel 34.3 Beveiliging cabinelift Vooras opkrikken BX001-740 Het hefgereedschap (3) in het midden onder de vooras (2) positioneren. Het steunvlak door bijv. kanthouten vergroten. De machine zover optillen tot de afstand tussen de voorwielen en de grond minstens 10 cm bedraagt en de wielen vrij kunnen draaien.
Pagina 599
Reparatie, onderhoud en instellingen door vakpersoneel Beveiliging cabinelift 34.3 Voor werkzaamheden aan de omhoog bewogen cabine: De cabine met de cabinelift volledig omhoog bewegen. De machine stoppen en beveiligen, Pagina 35. De veiligheidsrails (1) van de dwarsbalk (2) voor demonteren. ...
Pagina 600
Afvalverwijdering Afvalverwijdering Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke bestanddelen van de machine volgens voorschrift worden verwijderd. De in het desbetreffende land actueel geldende voorschriften voor afvalverwijdering en de hiervoor geldende wetten moeten in acht worden genomen. Metalen delen •...
Pagina 601
Bijlage Parameterlijst 36.1 Bijlage 36.1 Parameterlijst >>> 2 AFC [} 602] 2 CE [} 606] 2 DRC [} 609] 2 KMC [} 611] 2 LUC [} 628] 2 TRM [} 632] BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 636
Trefwoordenlijst Trefwoordenlijst Aandraaimomenten .......... 432 Aanhanger afkoppelen ........362 Aanhanger vastkoppelen........360 Aanwijzingen met informatie en adviezen ..16 Aanwijzingen voor het rijden van de machine .. 342 Aanwijzingsstickers op de machine....55 Aanzetpunten van de krik ......... 594 Accu inbouwen ..........555 Accu uitbouwen ..........
Pagina 637
Trefwoordenlijst Brandstof is schadelijk voor de gezondheid ..28 Brandstof tanken ..........444 Banden ............... 79 Brandstoffilter ontluchten........445 Bandenmaat vervangen ........467 Brandstof-filterelement vervangen ....442 Bedien de claxon ..........86 Brandstofinstallatie dieselmotor ontluchten ..445 Bediening ............356 Brandstofleidingen controleren......
Pagina 638
Trefwoordenlijst Cabine .............. 233 De machine stoppen ........345 Cabine vrijhouden van chemicaliën....28 De machine voorbereiden voor het rijden op de weg ..............333 Cabinedeur openen ..........84 De machine voorbereiden voor het transport ... 354 Cabinelift bedienen (bij uitvoering cabinelift) ..407 De slijtplaat (zonder venster) en geleidingsplaat Camera in de positie grasmodus demonteren (bij monteren ............
Pagina 639
Trefwoordenlijst Fout in de centrale smeerinstallatie opsporen.. 575 Gebruik met aanhanger........359 Functie van het "Scrollwieltje navigatie" ... 112 Gebruik volgens bestemming ......18 Functiebeschrijving oogstgoed hakselen ... 71 Gebruiksduur van de machine ......19 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen ....19 Gegevens voor aanvragen en bestellingen ..2, 70 Gegevensopslag ..........
Pagina 640
Trefwoordenlijst Haksellengte instellen ........388 In menu's navigeren ......... 167 Haksellengte wijzigen ........149 In-/uitklapsnelheid van de uitwerpboogverlenging 12- /14-rijen instellen ........282 Hakselmes bij niet gemonteerde invoer slijpen 481 Inbedrijfstelling ..........232 Hakselmessen bijstellen of vervangen ..... 493 Inbedrijfstelling – EasyCollect monteren en Hakselmessen instellen (bij uitvoering met biogas- demonteren ............
Pagina 641
Trefwoordenlijst Invoeraggregaat monteren met voorzetwerktuig ................. 478 Lade voor verbandtrommel en handleiding ..246 Invoerscherm............ 122 Lagerspeling van de naven vaststellen: ... 462 Invoerveld bedienen ......... 123 Lawaai kan gezondheidsschade veroorzaken ... 30 Leidingen van de airco- en verwarmingsinstallatie controleren ............448 Kabelbreuk, kortsluiting ........
Pagina 642
Trefwoordenlijst Menu "Armleuning"........... 176 Menu "Automatisch stuursysteem diagnose" ... 222 Machine aankoppelen ........21 Menu "Automatisch stuursysteem instellingen" 222 Machine met de bedrijfsrem stoppen ....347 Menu "Automatisch stuursysteem"....222 Machine met de rijhendel stoppen ....346 Menu "AutoScan grafiek"........195 Machine opkrikken ...........
Pagina 643
Trefwoordenlijst Menu "Hoofdkoppeling kalibratie"..... 201 Menu "Tanks" ........... 171 Menu "Hoofdkoppeling" ........201 Menu "Tellers" ..........134 Menu "Hydrauliek" ..........218 Menu "Terminal informatie" ......176 Menu "Inkuilmiddelinstallatie fijne dosering Menu "Terminal instellingen" ......175 instellingen" ............209 Menu "Terminal" ..........175 Menu "Inkuilmiddelinstallatie fijne dosering"..
Pagina 644
Trefwoordenlijst Metrische draadschroeven met normaal schroefdraad ............ 432 Olie verversen .. 540, 542, 544, 545, 546, 547, 549 Metrische draadschroeven met verzonken kop en binnenzeskant ..........433 Oliën ..............76 Milieubescherming en afvalverwijdering..... 28 Oliepeil controleren .......... 545 Monitor voor camerabewaking ......243 Oliepeil controleren: ......
Pagina 645
Trefwoordenlijst Onderhoud – om de 3 jaar ....... 430 Oogstgoedblokkades binnen bereik van de gewasinvoer verwijderen ........587 Onderhoud – om de 4.000 uur, minstens om de 4 jaar ..............430 Opbouw van het terminal ......... 121 Onderhoud – om de 50 uur ......426 Oppervlak andere naam geven ......
Pagina 646
Trefwoordenlijst Rechter zijvenster openen........83 Scrollwieltje navigatie ........112 Redelijkerwijs voorzienbaar verkeerd gebruik ..18 Selectiescherm ..........124 Regeling hefmechanisme ......... 380 Sensorica ingrediënten........396 Rem (Bosch) onderhoud ........464 Sigarettenaansteker 12 volt......114 Reminstallatie aanhanger bedienen (bij uitvoering Slepen van de machine ........352 "Reminstalaltie aanhanger") .......
Pagina 647
Trefwoordenlijst Storing van het elektrisch systeem/elektronica BiG X ............... 576 Uitwerpboog in de transportstand zwenken ..337 Storing, oorzaak en oplossing ......576 Uitwerpboog instellen ........383 StreamControl – worpbreedte verstellen ..384 Uitwerpboogklep ombouwen ......278 Stuurkolomschakelaar ........86 Uitwerpboogverlengstuk monteren....
Pagina 648
Trefwoordenlijst VariLOC snijlengteaandrijving bedienen ..398 Waarschuwingen voor materiële schade/ milieuschade ............16 VariLOC-snijlengte-aandrijving instellingen in het terminal............. 401 Waarschuwingsaanwijzingen ......15 VariLOC-snijlengte-aandrijving schakelen ..399 Waarschuwingsborden in bedrijfsstand monteren ................. 229 VariQuick elektrisch bedienen (bij uitvoering "VariQuick elektrisch") ........397 Waarschuwingsknipperlicht aan/uit ....
Pagina 649
Trefwoordenlijst XCollect demonteren ........312 XCollect monteren ..........308 XCollect neerzetten .......... 315 XCollect vastkoppelen ........309 XDisc demonteren ..........330 XDisc monteren ..........327 XDisc neerzetten ..........332 XDisc vastkoppelen .......... 328 Zijkappen en achterkap openen en sluiten..119 Zijtank aan de hoofdtank aansluiten....
Pagina 650
Deze pagina werd bewust vrijgehouden. BiG X 780 Originele handleiding 150000943_06_nl...
Pagina 651
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring EG-conformiteitsverklaring Maschinenfabrik Krone Beteiligungs-GmbH Heinrich-Krone-Straße 10, D-48480 Spelle verklaren hiermee als fabrikant van het hierna genoemde product en onder eigen verantwoordelijkheid, dat Machine: Exact-hakselaar Type: BX404-25 waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende bepalingen: •...
Pagina 652
Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG * Heinrich-Krone-Straße 10 D-48480 Spelle * Postfach 11 63 D-48478 Spelle ' +49 (0) 59 77 / 935-0 6 +49 (0) 59 77 / 935-339 ü www.landmaschinen.krone.de...