Riemspanning zeeftrommelaandrijving controleren/instellen
BM000-140
De achterklep omhoogzwenken.
Controleren of de voorspanhoek 20° bedraagt.
ð Wanneer de pijl (2) 20° aangeeft op de verdraaiingsschaal (1) dan is de riemspanning
correct ingesteld.
ð Wanneer de pijl (2) geen 20° aangeeft op de verdraaiingsschaal (1), dan moet de
riemspanning worden ingesteld.
Om de riemspanning in te stellen, de schroef (4) iets losdraaien.
Met een sleutel (SW 55) het spannerhuis (3) naar links draaien tot de pijl (2) een
voorspanningshoek van 20° op de verdraaiingsschaal (1) aangeeft.
De schroef (4) vastdraaien.
De achterklep sluiten.
18.6
Onderhoud banden en wielen
18.6.1
Controle/onderhoud banden
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
Banden visueel controleren
De banden op sneden en breuken visueel controleren.
Æ Wanneer er sneden of breuken in de banden aanwezig zijn, de banden door een KRONE
servicepartner laten repareren of wisselen.
Onderhoudsintervallen voor visueel controleren van de banden,
Bandenspanning controleren/aanpassen
De bandenspanning controleren,
Æ Wanneer de bandenspanning te hoog is, lucht aflaten.
Æ Wanneer de bandenspanning te laag is, de bandenspanning verhogen.
Onderhoudsintervallen voor bandenspanning controleren,
BiG M 450 CV
Originele handleiding 150000762_02_nl
Onderhoud - Basismachine
Onderhoud banden en wielen
zie
pagina 32.
zie
pagina 68.
zie
1
2
3
4
zie
pagina 214.
pagina 214.
18
18.6
255