Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

11.2.3 Bedieningsmodi

De selectie van de bedieningsmodus (handmatig of analoog) kan plaatsvinden via een centrale
regeleenheid.
Als analoge ingang 1 (AIN 1) is geactiveerd, is de handmatige modus geselecteerd. De VFD
wordt bediend via de potentiometer.
Als analoge ingang 2 (AIN 2) is geactiveerd, is de analoge modus geselecteerd. De VFD
wordt bediend via analoog signaal 4-20 mA.
Permanente instelling van bedieningsmodus (VFD uitvoering A)
Als er geen centrale regeleenheid is, kan de bedieningsmodus permanent worden ingesteld op
handmatig of analoog. De VFD is standaard ingesteld op handbediening via de potentiometer.
Handbediening via de ingebouwde potentiometer (standaard)
Klemmen 43 en 22 zijn verbonden met een jumper.
Digitale ingang 2 wordt geactiveerd.
AIN 1, die is toegewezen aan de potentiometer, is geactiveerd.
Toerentalregeling is alleen mogelijk via de potentiometer.
Voor 4-20 mA analoge bediening voert u de hieronder beschreven instellingen uit.
Bedieningsmodus wijzigen in analoge bediening (optioneel)
Koppel de jumper los van klem 22 en verbind deze met klem 23.
Digitale ingang 3 wordt geactiveerd.
AIN 2 wordt geactiveerd.
Signaalinvoer vindt plaats via de klemmen 40 (-) en 16 (+).
Afb. 11.2.3-1 VFD klemmen
Bedieningsmodi voor andere VFD uitvoeringen (B - E)
Lees de leveranciershandleiding "BU 0180" voor de VFD die is meegeleverd
met het product.
DMX 221 | | 65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave