Bedieningsinstructies
4.
Transport en opslag
5.
Verpakking
Aandrijvingen SAExC 07.1 –SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1
.
.
Transporteer het materiaal stevig verpakt naar de plaats van bestemming.
.
Hef- of hijsmateriaal niet aan het handwiel bevestigen.
Bevestig hijs- of hefmateriaal nimmer aan het handwiel van de aandrijving.
Bevestig, als de aandrijving op de afsluiter gemonteerd is, het hijs- of hefma-
.
teriaal aan de afsluiter en niet aan de aandrijving.
.
Sla het materiaal op in droge en goed geventileerde ruimtes.
Bescherm het materiaal tegen vocht uit de bodem door het in stellingen of
.
houten pallets op te slaan.
.
Dek het materiaal af ter bescherming tegen stof en vuil.
Bescherm ongespoten delen met een geschikt anti-roestmiddel.
Als aandrijvingen gedurende een langere periode (meer dan 6 maanden)
opgeslagen worden, dienen de hieronder vermelde punten eveneens in acht
te worden genomen:
.
Voor opslag: bescherm ongespoten delen, in het bijzonder die van de
koppelbussen en montageflenzen, tegen roest met behulp van een lang-
.
durig werkend anti-roestmiddel.
Controleer het materiaal elke 6 maanden op roestvorming. Breng wederom
anti-roestmiddel aan, indien de eerste tekenen van corrosie zichtbaar zijn.
Na de montage van de aandrijving direct elektrisch aansluiten
zodat de verwarming de vorming van condenswater verhin-
deren kan.
Onze producten worden door speciale verpakkingen beschermd voor het
transport af fabriek. De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen,
die op eenvoudige wijze kunnen worden gescheiden en voor recycling in
aanmerking komen.
Wij adviseren u recycling- en inzamelcentra te benaderen voor het afvoeren
van het verpakkingsmateriaal.
Onze verpakkingsmaterialen zijn hout, karton, papier en PE-folie.
AUMA NORM
7