Aandrijvingen SAExC 07.1 – SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1
AUMA NORM
19. Smering
20. Afvoeren en recycling
21. Service
26
Bovendien adviseren wij:
.
bij sporadische bediening ongeveer iedere zes maanden proef te draaien,
.
om de juiste werking te allen tijde te kunnen garanderen.
ongeveer 6 maanden na inbedrijfstelling en vervolgens jaarlijks de bevesti-
gingsbouten tussen aandrijving en afsluiter/tandwielkast te controleren.
Indien noodzakelijk met de in tabel 2, bladzijde 8 aangegeven draaimo-
.
menten natrekken.
Bij aandrijvingen voorzien van aandrijfvorm A, in intervallen van ca. 6 maan-
den vanaf inbedrijfstelling met een vetspuit lithiumzeep EP-multivet op mine-
raaloliebasis, via de smeernippel (hoeveelheden volgens tabel 3, bladzijde 9)
indrukken.
.
.
De tandwielkast is in de fabriek met smeermiddel gevuld.
Het verdient aanbeveling het vervangen van vet en pakkingen na verloop
van de volgende periodes uit te voeren:
.
.
10 – 12 jaar indien zelden gebruikt
6 – 8 jaar indien regelmatig gebruikt
Het smeren van de afsluiterspindel dient apart te worden
uitgevoerd.
AUMA aandrijvingen zijn producten met een zeer lange levensduur. Maar eens
komt het moment waarop zij dienen te worden vervangen.
De aandrijvingen zijn modulair opgebouwd en kunnen daardoor gescheiden
en gesorteerd worden naar:
.
.
elektronica-afval
.
verschillende metalen
.
kunststoffen
vetten en oliën
.
In het algemeen geldt:
dat vetten en oliën moeten bij de demontage worden opgevangen. In de
regel zijn deze stoffen gevaarlijk voor het aquatisch milieu. Zij mogen dus
.
niet in het milieu terechtkomen.
dat het gedemonteerde materiaal naar afvalstroom gescheiden moet worden
.
en vervolgens op de juiste wijze moet worden afgevoerd.
dat de nationale milieuvoorschriften in acht genomen moeten worden.
AUMA biedt een uitgebreid servicepakket aan (o.a. onderhoud en revisie). Een
overzicht van de adressen van de AUMA vestigingen treft u aan op pagina 36
en op internet (www.auma.com).
Bedieningsinstructies