Bedieningsinstructies
18. Onderhoud
Aandrijvingen SAExC 07.1 –SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1
Bij het onderhoud dienen de volgende punten in acht te worden genomen:
.
Het is noodzakelijk een periodieke inspectie met onderhoud
(ten minste iedere 3 jaar) door opgeleid personeel, conform
de Europese norm EN 60079-17 „Inspectie en onderhoud
van elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (anders
.
dan mijnen)", te laten uitvoeren.
Neem bij werkzaamheden binnen de Ex-zone de norm EN
60079-17 „Inspectie en onderhoud van elektrische installa-
.
ties in gevaarlijke gebieden (anders dan mijnen)" in acht.
Werkzaamheden aan een geopende en onder spanning
staande aandrijving mogen uitsluitend worden uitgevoerd
als zeker is dat, voor de duur van de werkzaamheden, geen
.
explosiegevaar bestaat.
De nationale bepalingen dienen eveneens in acht te worden
genomen.
.
Aandrijvingen visueel controleren. Let op, of uitwendige beschadigingen of
veranderingen zichtbaar zijn.
De elektrische aansluitbekabeling moet onbeschadigd en correct verlegd
zijn.
Teneinde corrosievorming te voorkomen, eventuele aanwezige lakbeschadi-
gingen zorgvuldig herstellen. Kleine hoeveelheden van de originele verf kunnen
.
door AUMA geleverd worden.
Controleren, of kabeldoorvoeren, stopbussen, blindpluggen enz. vastge-
draaid en dicht zijn. Draaimomenten conform de voorschiften van de fabri-
kant aanhouden. Eventueel de onderdelen vervangen. Gebruik uitsluitend
.
onderdelen die voorzien zijn van een eigen keurcertificaat.
.
Controleren, of de Ex-aansluitingen correct zijn bevestigd.
Let op eventuele verkleuringsverschijnselen van de klemmen en aansluitka-
.
bels. Deze verschijnselen duiden op verhoogde temperaturen.
Let in het bijzonder op water(condens-)vorming binnen Ex-behuizingen. Bij
sterke temperatuurschommelingen (bijv. dag-/nachttemperatuur) kan door
ondichte pakkingen enz. condens ontstaan, en dat kan tot een gevaarlijke
.
hoeveelheid water leiden. Eenmaal verzameld water direct verwijderen.
Vonkbeveiligde groeven/afdichtspleten van drukvaste behuizingen op vervui-
ling en corrosie controleren.
Doordat de Ex-groef/afdichtspleetmaatvoering als pasmaat gedefinieerd en
gekeurd is, mag daaraan geen mechanische bewerking (bijv. slijpen) plaats-
vinden. De afdichtspleten moeten chemisch (bijv. met Esso-Varsol) worden
.
gereinigd.
De afdichtspleten vóór het afsluiten met een zuurvrij anti-roestmiddel
.
conserveren (bijv. Esso-Rust-BAN 397)
Let er op, dat alle behuizingsdeksels zorgvuldig behandeld en de pakkingen
.
gecontroleerd worden.
.
Alle kabel- en motorbeveiligingsonderdelen controleren.
Als tijdens onderhoudswerkzaamheden gebreken worden vastgesteld die de
veiligheid beïnvloeden, moeten onmiddelijk reparatiewerkzaamheden
.
worden uitgevoerd.
Een behandeling – in welke vorm dan ook – van het groef/afdichtspleetop-
pervlak, behoudens de voorgeschreven reinigingswerkzaamheden, is niet
.
toegestaan.
Bij het vervangen van onderdelen, pakkingen enz. mogen uitsluitend origi-
nele onderdelen worden toegepast.
.
Drukvaste behuizing! Voor het openen controleren of, en
.
waarborgen dat, de omgeving gasvrij en vrij van spanning is.
Drukvaste behuizing! Deksel en onderdelen van de behui-
zing zorgvuldig behandelen. Groeven en afdichtspleten
mogen niet beschadigd of vervuild zijn. Aan behuizingson-
derdelen, en afdichtspleten in het bijzonder, mag geen
mechanische bewerking plaatsvinden. Deksel tijdens de
montage niet scheef plaatsen.
AUMA NORM
25