De opnamestand selecteren
Enkelvoudig (Single)
Continu-opnamen
(Cont.Shoot.)
Continu-opnamen met hoge
snelheid (Hispeed Cont.Shoot.)
Reeksopnamen (AEB)
De opnamestand wijzigen
CAMERA
1. Stel het programmakeuzewiel in op een andere stand dan
2. Druk op de DRIVE MODE-toets om te wisselen tussen de
opnamestanden.
De instelling verandert telkens wanneer u de toets indrukt.
De opnamestand kan ook worden geselecteerd in het FUNC.-menu (
Als het FUNC.-menu wordt weergegeven, kan de DRIVE MODE-toets niet
worden gebruikt.
Maakt een foto wanneer u de PHOTO-toets indrukt.
Maakt snel een reeks foto's terwijl u de PHOTO-toets
indrukt. Wilt u het aantal beeldjes per seconde weten,
raadpleeg dan de tabel op de volgende pagina.
De camcorder maakt een foto met drie verschillende
belichtingen (donker, normaal, licht in stappen van 1/2 EV),
waarna u de opname met de beste belichting kunt kiezen.
PLAY (VCR)
Fototoets (PHOTO)
Programmakeuzewiel
Opnamestandtoets
(DRIVE MODE)
CARD CAMERA
Ne
CARD PLAY
.
56).
95