Het afdrukeffect instellen (beeldoptimalisatie)
Met deze functie wordt de opname-informatie gebruikt om de beeldgegevens te
optimaliseren, zodat afdrukken van hoge kwaliteit kunnen worden geproduceerd.
1. Selecteer in het afdrukinstelmenu met de
keuzeschijf de optie
de keuzeschijf.
2. Selecteer met de keuzeschijf een instelling en
druk op de keuzeschijf.
De afdrukstijl instellen
PAPER
BORDERS
BORDERLESS Drukt af tot de randen van de pagina.
BORDERED
* Aanbevolen papierformaat
[BORDERED]: het beeldgebied blijft relatief ongewijzigd ten opzichte van het
opgenomen beeld als het wordt afgedrukt. [BORDERLESS]: het middelste
gedeelte van het opgenomen beeld wordt vergroot afgedrukt. De boven- en
onderzijde en de zijkanten worden mogelijk iets afgesneden.
1. Selecteer in het afdrukinstelmenu met de
keuzeschijf de optie [STYLE] en druk op de
keuzeschijf.
2. Zorg ervoor dat
en druk op de keuzeschijf.
(afdrukeffect) en druk op
PAPER CARD #1*, CARD #2*, CARD #3*, LTR, A4
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de printer
voor meer bijzonderheden over het papiertype.
Drukt af met een rand.
(PAPER) wordt geselecteerd
Ne
123