De Lap-knop in- en uitschakelen
U kunt de Ronde-toets instelling inschakelen om een ronde of rustpauze tijdens een activiteit vast te leggen
met LAP. U kunt de Ronde-toets instelling uitschakelen als u wilt voorkomen dat u een ronde vastlegt door per
ongeluk op de Lap-knop te drukken tijdens een activiteit.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Activiteiten en apps.
3 Selecteer een activiteit.
4 Selecteer de activiteitinstellingen.
5 Selecteer Ronde-toets.
De Lap-knopstatus verandert in Aan of Uit op basis van de huidige instelling.
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u automatisch alle schermen met activiteitgegevens
terwijl de timer loopt.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Activiteiten en apps.
3 Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
4 Selecteer de activiteitinstellingen.
5 Selecteer Auto Scroll.
6 Selecteer een weergavesnelheid.
De GPS-instelling wijzigen
Ga voor meer informatie over GPS naar garmin.com/aboutGPS.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Activiteiten en apps.
3 Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
4 Selecteer de activiteitinstellingen.
5 Selecteer GPS.
6 Selecteer een optie:
• Selecteer Uit om GPS uit te schakelen voor de activiteit.
• Selecteer Alleen GPS om het GPS-satellietsysteem in te schakelen.
• Selecteer GPS + GLONASS (Russisch satellietsysteem) voor nauwkeurigere positiegegevens in situaties
met slecht zicht op de lucht.
OPMERKING: Door GPS en een ander satellietsysteem tegelijk te gebruiken, kan de levensduur van de
batterij sneller afnemen dan met alleen GPS.
• Selecteer GPS + GALILEO (satellietsysteem van de Europese Unie) voor nauwkeurigere positiegegevens in
situaties met slecht zicht op de lucht.
• Selecteer UltraTrac om minder vaak spoorpunten en sensorgegevens vast te leggen.
OPMERKING: Door de UltraTrac functie in te schakelen, wordt de batterijduur verlengd, maar neemt de
kwaliteit van de vastgelegde activiteiten af. U kunt de UltraTrac functie gebruiken voor activiteiten die
een langere levensduur van de batterij vereisen en waarvoor regelmatige updates van de sensorgegevens
minder belangrijk zijn.
94
Uw toestel aanpassen