Verzorging en onderhoud
Scheiding
7.7.6
Rondomlopende vingerkam (RVK)
Alle wielen en vingers van de rondomlopende vingerkam (RVK) moeten dagelijks
worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of
beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bescha-
digde of afgebroken RVK-vingers moeten worden vervangen. RVK-banden en wie-
len moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere
vreemde voorwerpen te verwijderen.
7.7.6.1
Spanning en gelijkloop afstellen
(1)
(2)
De rondomlopende vingerkam (RVK) is onderverdeeld in twee onafhanke-
lijk van elkaar instelbare eenheden, rondomlopende vingerkam 1 (RVK 1) en
rondomlopende vingerkam 2 (RVK 2). Deze worden beiden direct door een oliemotor
aangedreven, waarbij RVK 2 hydraulisch in serie is geschakeld met RVK 1.
Om ervoor te zorgen dat de frictiewielaandrijvingen niet doorslippen, moeten RVK 1
(1) en RVK 2 (2) onafhankelijk van elkaar worden opgespannen. Daarbij moet erop
worden gelet, dat beide RVK's aan beide zijden gelijkmatig worden opgespannen.
Daardoor lopen de banden altijd in het midden. RVK 1 en RVK 2 moeten daarbij zo
strak worden opgespannen, dat de wrijfwielaandrijvingen niet meer doorslippen en dat
de riem ook niet meer doorhangt. Een doorhangende RVK-riem slijt sneller.
344 / 409
OPGELET
2
Rondomlopende vingerkam 1 spanner
Rondomlopende vingerkam 2 spanner
1