Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

6.12.5

Damdrukontlasting

(1)
Cilinder opname
(2)
Sensor damdrukontlasting
Bij de damdrukontlasting kan met behulp van de cilinder opname en de bijbehorende
drukaccumulator hydraulisch worden ontlast. De ontlastingsdruk wordt op de Tractor-
terminal weergegeven.
Een deel van het gewicht van de opname wordt door de cilinder opname (1) op het
hoofdframe overgedragen. De druksensor van de damdrukontlasting (2) bevindt zich
in de leiding naar de cilinder opname (1).
De ontlastingsdruk kan in de Tractorterminal tussen 0 bar en 70 bar worden ingesteld.
De damdrukontlasting moet zó worden ingesteld, dat de damrol over de dam rolt en
de dam niet verschuift of aanstampt.
Na het afstellen van de damdrukontlasting moet de rooidiepte worden gecontroleerd.
Voorbeeld:
0 bar komt overeen met de zweefstand.
Bij natte weersomstandigheden of zwaar begaanbare bodem.
– Maximale ontlastingsdruk 70 bar.
Bij droge weersomstandigheden voor veilige invoer en voor het breken van kor-
sten.
– Minimale ontlastingsdruk 20 bar.
OPMERKING
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen de damdrukregeling
de damdrukontlasting in verschillende situaties soms beter functioneren. De modellen
van de zwadopname en de opnamen voor speciale producten functioneren alleen met
de damdrukontlasting.
1
2
Bediening
Opname
(Zie Pagina
172) of
187 / 409

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave