6.13.1.3
Schudder
(1)
Schudder
De machine is standaard uitgerust met een schudder (1). Deze bevindt zich in de
buurt van zeefketting 1. Met behulp van de schudder kunnen rubberen wielen op de
banden van zeefketting 1 inwerken. Hierdoor wordt zeefketting 1 tot trillen gebracht,
waardoor kluiten aarde worden verkleind en beter kunnen worden gezeefd.
De schudder wordt gebruikt bij moeilijke ondergrond. De schudder wordt
op een niveau tussen 0 en 20 ingesteld. Daarbij is niveau 0 = uit en
niveau 20 = maximale intensiteit.
Om beschadigingen aan knollen te voorkomen, moet het toerental van de schudder
zo laag mogelijk worden gehouden. Wanneer een hogere zeef- of reinigingswerking
nodig is, verhoogt u het toerental van de schudder een klein beetje en controleert u
het resultaat. Hoe hoger het toerental van de schudder is ingesteld, hoe groter ook de
kans op beschadigingen van de knollen.
Afstelling schudder op de Tractorterminal
De intensiteit van de schudder kan in het menu Zeefkanaal worden ingesteld. Daar-
voor selecteert u de softkey Zeefkanaal
softkey
OPGELET
groen.
1
op de Tractorterminal. Na selectie wordt de
Bediening
Reiniging
197 / 409