Bediening
Pompverdeleraandrijving
6.16
Pompverdeleraandrijving
(1)
De pompverdeleraandrijving (1) is direct aan de flenzen op de cardanas, die op de
aftakasaandrijving van de tractor is aangesloten, bevestigd en draagt het motorver-
mogen van de tractor over op de hydraulische pomp van de eigen hydraulica van de
machine. De pompverdeleraandrijving bevindt zich linksvoor onder de behuizing van
de machine.
Het maximaal toegelaten ingangstoerental van de pompverdeleraandrijving voor het
aandrijven van de hydraulische pompen mag niet worden overschreden - ook niet
voor korte tijd.
Maximaal toerental: 540 min
292 / 409
Pompverdeleraandrijving
OPMERKING
-1
1