2- AUTO-ADRESSERING
De tweede fase wordt opgestart als tijdens de zelfleer-
fase niet-geadresseerde elementen of elementen met
een adres groter dan 128 zijn gevonden. Gedurende
deze fase worden de niet-geadresseerde elementen
gedetecteerd. Het paneel kent ze een tijdelijk adres toe
en configureert ze standaard (zie Afbeelding 57, 2A).
Als u de AUTO-optie aan het einde van deze tweede
fase onderbreekt, zie Afbeelding 57 (B), gebeurt het
volgende:
Ø Automatische toekenning van het adres aan niet-ge-
adresseerde elementen.
Ø Het bedieningspaneel neemt alle toestellen over
Ø De elementen worden in hun standaard configuratie
geprogrammeerd.
Ø Automatische toekenning van labels.
Ø Automatische toekenning van zones aan de hand
van de lus waartoe ze behoren.
Ø De uitgangskanalen van de modules, sirenes en flit-
slichten wordt zo ingesteld dat ze bij een alarm van
de toegekende zone worden geactiveerd.
LUS
Alle elementen niet
1
geadresseerd
Sommige elementen
+
geadresseerd
2
Sommige elementen
niet geadresseerd
Alle elementen
3
geadresseerd
Volledig
4
geadresseerd
Dezelfde configuratie
Volledig
geadresseerd
5
Verschillende
configuratie
Dezelfde
configuratie
6
+Niet-geadresseerd
e elementen
Verschillende
configuratie(*) +
7
Niet-geadresseerde
elementen
Tabel 10 De tabel toont de aard van de berichten en relevante actie vereist tijdens het inschrijven proces in functie van
de lus en paneel configuratie. Opmerking (*) geeft aan dat het bericht wordt weergegeven en relevante actie uitgevoerd.
74
PANEEL
Verschillen gevonden
STANDAARD
STANDAARD
STANDAARD
GECONFIGUREERD
*
GECONFIGUREERD
elementen toevoegen
GECONFIGUREERD
*
GECONFIGUREERD
elementen toevoegen
Adresseerbare brandmeldcentrales
3-ELEMENTEN SORTEREN
De derde en laatste fase wordt op aanvraag geacti-
veerd aan het einde van de auto-adresseerfase.
Deze fase maakt het mogelijk om:
Ø De plaats in het systeem te bepalen van alle elemen-
ten door ze te activeren (in het geval van uitsluitend
modules, sirenes of flitslichten worden ze geacti-
veerd door het paneel) (zie Afbeelding 57, 3A).
Ø Het systeem te testen.
Ø De belangrijkste parameters van elk gevonden ele-
ment te programmeren.
Ø Automatisch alle elementen van labels te voorzien.
Ø Automatisch de zones toe te kennen aan de hand
van het adres dat aan elk toestel is toegekend.
Ø Automatisch de uitgangskanalen van de modules, sire-
nes en flitslichten zo te configureren dat ze bij het alarm
van de toegekende zone worden geactiveerd.
De derde fase is een krachtige en flexibele tool waar-
mee u de installatie kunt "tekenen" op het paneel zon-
der dat u een pc en de SW-configuratie nodig heeft.
Een reeks bedieningen zijn ontworpen om de generatie
van incorrecte of onbeheerbare voorwaarden te vermij-
den. Voor elk element geldt dat:
!
(Geldt alleen voor de al
Nieuwe configuratie
Nieuwe configuratie
MELDING
Automatische
elementen gevonden,
zonetoewijzing
autoadressering starten?
geadresseerde
*
elementen)
*
(Geldt alleen voor alle
al geadresseerde
*
elementen)
(Geldt alleen voor
nieuwe al
geadresseerde
*
elementen)
(Geldt alleen voor alle
al geadresseerde
*
elementen))
(Geldt alleen voor
nieuwe al
geadresseerde
elementen) *
Niet-geadresseerde
*
*
*
*
*
FC501