nis door een detector wordt geactiveerd. Standaard:
uitgeschakeld
+
De alarmgever zal continu geluid maken als de ge-
programmeerde Alarmgebeurtenis wordt geacti-
veerd door een handmelder of door de knop EVAC
onafankelijk van de ingestelde optie Detector
Alarm.
Vooralarm: Indien ingeschakeld zal de alarmgever pul-
seren als de geprogrammeerde Vooralarm gebeurte-
nis optreedt. Standaard: uitgeschakeld.
Waarschuwing: Indien ingeschakeld zal de alarmge-
ver pulseren als de geprogrammeerde Waarschu
-wings gebeurtenis optreedt.
Standaard:ingeschakeld.
Alarmgeveropties: In de programmeerpagina van de
lusalarmgevers zijn er 3 regelingen om de frequentie
van Toon, Volume en Flitser in te stellen voor gebeur-
tenistypes Alarm, Vooralarm en Waarschuwing zo-
dat elk gebeurtenistype een ander geluid of knipperen
van leds geeft. Als verschillende types activeringsge-
beurtenissen tegelijkertijd actief zijn voor een alarmge-
ver, maakt deze een geluid met de hoogste prioriteit.
+
Schakel de Opties Als Algemeen uit om de
Alarmgeveropties van de geselecteerde alarm-
gever te laten verschillen van de instellingen in de
pagina Algemene optie > Algemene Uitgangsin-
stellingen
Standaardtonen: De standaardtonen zijn 7Hz Fast
Sweep ( Dutch Slow Whoop als Nederlands is gese-
lecteerd) voor Alarm en Vooralarm, en 2 tonen
voorWaarschuwing.
Standaardvolumes: maximum voor Alarm e n Alarm
Vertraging, minimum voor Waarschuwing.
Standaard flitserfrequenties: 0,5 Hz.
n Meervoudige Ingang-Uitgangmodule
Parameterprogrammering (FC410MIO/FC410QIO)
Klik op een ingevoerde Meervoudige Ingang/Uitgang-
module FC410MIO (Module met 3 Ingangen en 4 Uit-
gangen) of FC410QIO (Module met 4 Ingangen en 4
Uitgangen), zie de specifieke Handleidingen, om het
betreffende programmeervenster te openen.
De opties beschrijvingen zijn volgens de Ingang/uit-
gangsmodule paragrafen.
In het veld "Omschrijving" kan een beschrijving van de
Ingang/Uitgangsmodule worden ingevoerd.
Voor Trigger Points zie hetzelfde hoofdstuk "Uitgang-
module parameters programmering".
Opties sectie, inschakelen van de opties:
Ø Oppo interface, Activeren unit u kunt hiermee de
procedure regelen voor het automatisch openen van
de deuren van een Fabriek/Kantoor/Winkel/Waren-
huis, in het geval van brand. Dit voorkomt het breken
van deze structuren. De uitgangen van deze module
kunnen deze acties bedienen.
Ø LED Knipperen: op klikken om de signalerende
LED-module in/uit te schakelen.
40
Adresseerbare brandmeldcentrales
De deurcontrolemodule FC410TSM (een ingang/een
uitgang) is ontworpen om een branddeur bij een alarm
of een storing te sluiten. De FC410TSM controleert:
Ø De Externe voeding;
Ø Lus spanning test, als de desbetreffende opties zijn
geprogrammeerd.
De module FC410TSM aangesloten op de linkerzijde
van de lus (2-draads aansluiting), activeert het knippe-
ren van de rode led. Bij een eventuele aansluiting op de
rechterzijde, activeert de module tevens het knipperen
van de gele led (verkeerde installatie)
+
Zie hetzelfde deel in "parameters uitgangsmodule
programmeren" voor de activeringspunten
n Parameterprogrammering voor de
handbrandmelder
Klik op een handbrandmelder (FC420CP, FC421CP)
om de betreffende programmering te openen, zoals
hieronder beschreven.
ALGEMEEN-sectie: wat betreft de detectoren
OPTIES-sectie:
Ø Oegewezen groe (zones): elke handbrandmelder
kan worden geassocieerd aan 1 van de beschikbare
softwarezones (32 voor FC501).
Ø LED Knipperen: als deze optie is ingeschakeld, zal
de LED van de handbrandmelder knipperen bij elke
Lusscan.
FC501