Inhoudsopgave
Advertenties
+
Wanneer het lusapparaat wordt geactiveerd en de ge-
beurtenis Waarschuwing wordt gegenereerd, zal de
LED van het apparaat inschakelen. Wanneer de ge-
beurtenis is hersteld, zal de LED weer uitschakelen.
Is alleen voor de FC410DDM module mogelijk de drem-
pelwaardes voor gasdetectie in te stellen, door het vol-
gende
te
selecteren:
conventionele detectoren) of Gas Sourcing of Gas
Sinking (voor signalerende detectoren). Ter aanvulling:
Ø Knipperen LED: op klikken om de signalerende
LED-module in/uit te schakelen.
Ø Externe Voeding: op klikken om een externe 24Vdc
PSU in/uit te schakelen.
Voor de FC410MIM-module kunt u de modus Snel
inschakelen in de verbinding met Stijl B NO of C
NO. Als de modus Snel is ingeschakeld, zal de active-
ring van de module binnen 2 seconden worden gede-
tecteerd door het bedieningspaneel.
+
Een kortsluiting fout kan snel worden opgespoord.
Restauratie langzaam , vergelijkbaar met andere
fouten . Standaard: uitgeschakeld.
n Parameterprogrammering voor Uitgangmodule
Klik op een ingevoerde Uitgangmodule om het betref-
fende programmeervenster te openen, zoals hieronder
beschreven.
EERSTE sectie: volgens de sectie Detectoren;
TWEEDE sectie: Toegewezen zone; elke Uitgangmo-
dule kan worden geassocieerd met tot op 4 van de 32
beschikbare softwarezones voor het FC501 paneel.
Een Uitgangmodule zal worden geactiveerd wanneer
een willekeurige zone, waar het is ingeprogrammeerd,
op ALARM-status schakelt.
Sokkel:in deze sectie kan de basis voor de Uitgangmo-
dule worden geselecteerd; klik op beschikbare basis-
sen (alleen voor FC430SAB ). Als het type basis van de
alarmgever geselecteerd is, wordt een nieuw program-
meertabblad Basis beschikbaar gesteld dat de pagi-
na voor het programmeren van de alarmgeverbasis
opent. Op deze pagina kunnen de activeringszo-
nes, de voorwaarden van de activeringsgebeurte-
nis worden geselecteerd en kunnen de volgende
parameters worden geconfigureerd:
Parameter
Ingeschakeld Indien geselecteerd is de basis ing-
eschakeld. Anders is de basis uitge-
schakeld
Label
Basislabel van 20 tekens
Maakt geluid totdat u op de knop
ALARMEN
AFSTELLEN/HERSTELLEN drukt in-
Afstelbaar
dien geselecteerd. Maakt anders ge-
luid totdat u op de knop HERSTEL
drukt.
Stel in als SC1 Indien geselecteerd werkt de basis
zoals Alarmgevercircuit 1 SC1
Indien geselecteerd maakt de basis
geluid totdat de Tijd van de monosta-
biele uitgangen i s v e r s t r e k e n
Monostabiel
Conventioneel
(voor
Resultaat
PC PROGRAMMERING
Flitser mode: Activeer het knipperen of branden (AAN).
DERDE sectie: Punten toewijzen, elke uitgangmodule
kan worden toegewezen aan 3 Activeringspunten: de
Uitgangmodule wordt in dit geval geactiveerd wanneer
minstens één van de Ingangspunten waartoe het be-
hoort op een alarmstatus schakelt, geef aan:
Ø de lus waarop het element is aangesloten;
Ø het elementadres.
VIERDE sectie: Opties, u kunt met deze opties de con-
dities selecteren die de uitgangmodule zullen activeren:
Ø Zone Waarschuwing, Zone Storing, Zone Voor-
alarm, Zone Alarm, Zone Dubbele Toets, Zone Test;
Ø Punt Waarschuwing, Punt Storing, Punt Vooralarm,
Punt Alarm;
Ø Paneel Waarschuwing, Paneel Storing, Paneel
Vooralarm, Paneel Alarm,
Ø Netwerkstoring.
U kunt de Uitgangmodule als volgt programmeren: af-
stelbaar, Dubbele Toets en Looptest.
Ø Verbonden Uitstel: zie dezelfde optie in de para-
graaf "Programmering van Paneeluitgang".
Voor de volgende apparaattypes:
FC410LPAV (alle versies)
FC430LPASB
FC430SAB (met FC430SB),
Naast die gecertificeerd volgens EN54-23:
FC410LPS-R/W
FC410LPBS
FC430LPBSB,
het is mogelijk de Sirene en het Lichtbaken afzonderlijk
te programmeren, op twee verschillende programme-
ringpagina's. De twee tabbladen, voor Sirene en Licht-
baken, bieden dezelfde programmeringopties, behalve
voor "Set As SC1", wat alleen beschikbaar is voor de
uitgang van de Sirene.
+
Het zal niet mogelijk zijn de twee uitgangskanalen
afzonderlijk in/uit te schakelen.
+
De afzonderlijke programmering voor de Sirene en
het Lichtbaken van de apparaten (hierboven ge-
noemd) kan ook worden uitgevoerd via de gebrui-
kersinterface op het Bedieningspaneel, op de
programmeringpagina's Apparaten.
Pulsering aan: Als de optie Pulsering aan uitgescha-
keld is, maakt de alarmgever continu geluid. Zo niet, dan
geeft de alarmgever een puls (2 seconden aan, 2 secon-
den uit) zoals aangegeven door de volgende opties. In
alle gevallen is de toon van de alarmgever gebaseerd op
de selectie in de pagina Opties.
+
De alarmgever maakt voortdurend geluid voor de
gebeurtenissen Storing, Dubbele Detectie en
Test
+
Schakel de Algemene opties uit om de opties Pul-
sering aan van de geselecteerde alarmgever te la-
ten verschillen van de instellingen in de pagina Als
algemene opties > Omschrijving
Detector Alarm: Indien ingeschakeld zal de alarmge-
ver pulseren als de geprogrammeerde Alarmgebeurte-
39
Advertenties
Inhoudsopgave
