De 38Ah metalen accubox installeren
Werk voorzichtig door de volgende stappen (zie Figuur
14), alleen het paneel FC501-H en FC501-HK.
1. Verwijder de twee schroeven van het deksel en
open de metalen box.
2. Boor de ankerschroefgaten 64.
!
Controleer op waterleidingen en elektrische
bedrading voordat u gaat boren.
3. Verwijder indien noodzakelijk de uitsparingen voor
de bekabeling van de metalen Box met het juiste of
dergelijk gereedschap.
4. Bevestig de metalen basis op de muur.
+
Het knooppunt tussen het kabelkanaal en het kabi-
net moet worden beveiligd door borgmoeren van
HB Vlamklasse (of hoger) (zie details in fig.14).
5. Trek de draden door de kabelinvoer en sluit ze aan.
Zie fig 14. : "De voeding aansluiten".
P.
54
Thermische sonde (zie Fig. 13 en 14)
55
Lintkabel voor aansluiting op FC500IP
55a
Seriële poort RS 232 (PC LINK)
55b
Module IP-connector (FC500IP)
55c
PC-Linkkabel
56
FC500IP bevestigingsschroeven
56a
Aardekabel voor de bedrading van de FC500IP
57
FC500IP paneel
57a
PC LINK connector
58
Lintkabelconnector
58a
Lintkabelconnector vanaf FC500IP
59
Ethernetconnector
60
38Ah Accukabinet (Accessoire)
61
Draadbuis aansluiten
62
Moeren op Achterplaat van Bedieningspa-
neel (alleen FC501-H/FC501-HK)
63
Moeren
op
(FC501-H/FC501-HK)
64
Openingen voor kabinetmontage
28
Beschrijving
38Ah
Accu-achterplaat
Adresseerbare brandmeldcentrales
Onderhoud
Om ervoor te zorgen dat het systeem normaal kan blij-
ven werken, moet het regelmatig worden getest door de
gebruiker en periodiek worden onderhouden door de
installateur in overeenstemming met de plaatselijke
wetgeving.
+
Voor het onderhoud van andere elementen zoals
detectors, modules, enz. volgt u de toegewijde in-
structies voor de betreffende elementen.
De volgende handelingen moeten regelmatig worden
uitgevoerd.
A Met een vochtig doek (GEBRUIK GEEN ENKEL
OPLOSMIDDEL) om stof van het bedieningspaneel-
kast te verwijderen.
B Met de Lamptest toets, controleert u of de led's en
zoemer goed functioneren.
C Zorg ervoor dat de accu's voldoende zijn opgeladen
en goed functioneren. Anders moeten deze onmiddel-
lijk worden vervangen.
D Zorg ervoor dat alle kabels en verbindingen intact
zijn.
E Zorg ervoor dat er geen enkele vreemde objecten
zich in het bedieningspaneel bevinden.
F Zorg ervoor dat het Bedieningspaneel een brand-
alarm kan verwerken en de relevante sirenes en/of uit-
gangen die op dit alarm reageren kan verkennen. Als er
een faciliteit is voor de transmissie van brandalarmsig-
nalen naar een meldkamer, dan moet u hiervoor ervoor
zorgen dat het signaal correct wordt ontvangen.
G Controleer de huidige werking van het circuit voor de
detectie van een aardlek. De procedure is als volgt:
Ø sluit een van de SH klemmen van de lus aan op de
aarde;
Ø controleer of de storing correct door de brandmeld-
centrale wordt gemeld;
Ø verwijder de verbinding die u eerder aanbracht.
+
Punten A en B kunnen door gebruikers worden uit-
gevoerd.
Punten C, D, E, F en G moeten uitsluitend door ge-
kwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
FC501