Ø Dag/nacht modus: selecteer de bedrijfsmodus:
Dag modus
, of Nacht modus
Automatisch om de tijd (uur en minuten) in te stellen
voor de overgang van de ene naar de andere modus.
Ø Uitschakelen Screen Saver:
de screen saver op de hoofdpagina van de lcd van het
bedieningspaneel in- of uitschakelen. De gebruiker kan
de screen saver programmeren via de Gebruikersinter-
face van het bedieningspaneel of de FireClass Console.
Als de screen saver is ingeschakeld, wordt deze weer-
gegeven op de lcd. Als hij is uitgeschakeld, verschijnt hij
niet. Deze functie is niet beschikbaar voor versterkers.
Ø Voeding: selecteer de Voeding van het systeem:
BAW50T24 of BAW75T24.
Ø Uitschakelingen: Uitschakelen SC1
- U kunt hiermee de uitgang SC1 uitschakelen (stan-
daard ingeschakeld). Deze Uitgang is programmeer-
baar; het wordt geactiveerd telkens als het
Bedieningspaneel op ALARM-status schakelt.
Ø Uitschakelen Her-activering bij nieuw alarm.
De volgende opties kunnen worden geselecteerd:
- Geen Reactivering waarbij uitgangen niet wor-
den gereactiveerd zodra ze zijn uitgezet.
- Alarm op andere Zone waarbij de uitgangen wor-
den gereactiveerd als het alarm van een nieu-we
zone wordt geactiveerd.
In de GEBRUIKERS-sectie
mogelijk de installateurcode en gebruikerscode wijzi-
gen. Elke code moet 5 cijfers bevatten; toegestane cij-
fers zijn van 0 tot 9.
U kunt met de Engineerscode de 3 Toegangniveaus
van het Bedieningspaneel regelen: L1(Weergave), L2
(Gebruiker), L3 (Installateur). De standaard Engi-
neerscode is 00000:
een enkele klik
en de gebruikscode is aanwezig,
een tweede klik
en de gebruikscode is ingeschakeld.
U kunt met de Gebruikerscode 2 Toegangniveaus van
het Bedieningspaneel regelen: L1(Weergave) en L2
(Gebruiker). De standaard Gebruikerscode is 11111:
een enkele klik
en het wachtwoord is aanwezig,
een tweede klik
en het Installateurwachtwoord is
ingeschakeld.
Ø Vergrendel Engineer wachtwoord: als u deze optie se-
lecteert, is het niet mogelijk de procedure uit te voeren voor
wijziging van het wachtwoord Installateur via het paneel Ge-
bruikersinterface: Programmeermenu, 0=L3 PWD Toets.
U kunt in de sectie COMMUNICATOREN
PSTN-functionaliteit en de FC500Ipmodule inschakelen.
PSTN-sectie:
een enkele klik
en de PSTN is aanwezig, echter
niet ingeschakeld;
een dubbelklik
en de PSTN is ingeschakeld.
Wanneer PSTN is ingeschakeld, kunt u ook selecteren
beide gebeurtenissen, alarm en storing, of één van de
twee in te schakelen.
IP-sectie:
een enkele klik
en de FC500IP is aanwezig, echter
niet ingeschakeld;
44
: of klik op
hiermee kan de gebruiker
:het is in deze sectie
de
Adresseerbare brandmeldcentrales
een dubbelklik
en de FC500IP is ingeschakeld.
Wanneer IP is ingeschakeld, kunt u ook selecteren bei-
de gebeurtenissen, alarm en storing, of één van de
twee in te schakelen.
In de NETWERK-sectie
Ø Activeer netwerk om het netwerk in te schakelen;
Ø Toestaan zoemer uit toestaan. Als deze optie is
ingeschakeld, kunt u een element afschakelen dat in
een willekeurig deel van het netwerk is geactiveerd.
Ø U kunt met de sectie nevenpanelen en sectie Net-
werk MFI nevenpaneel en FC500 MFI modules in-
schakelen. Een enkele klik
en FC500MFI zijn aanwezig, echter niet ingescha-
keld; een dubbelklik
Lees voor de FC500MFI module de programmering
vanaf het paneel op pagina 52.
+
Het nevenpaneel kan vanuit het paneel worden
ingevoerd (zie Programmering vanaf het paneel).
Sectie VERTRAGING en ALARMNIVEAUS
kunt in deze sectie het volgende programmeren:
Ø De Programmeerbare alarm vertragingen: u kunt
5 timers selecteren; door de uitgang op de pagina
Paneeluitgangen te selecteren, zal de timer in de op-
tie Verbonden Uitstel worden ingesteld.
Ø De Programmeerbare paneel vertragingen:
Ø Onderzoek tijd: een Uitstel zal automatisch worden
toegevoegd aan het resterende uitstel van het Voor-
alarm wanneer de Verkennings toets wordt ingedrukt.
+
De som van de Onderzoek tijd en Vertraging tot
alarmduur mag nooit 10 minuten overschrijden
Netspanning storings vertraging: dit veld regelt hoe lang het
duurt om voor het paneel een Netvoedingstoring signaleert.
De Oranje signaal-LED (Voedingsstoring) zal AAN zijn, de
betreffende gebeurtenis zal op de display worden getoond.
Vertraging tot alarmduur: een ingangselement gepro-
grammeerd met Vooralarmtijd zal de status ALARM ge-
nereren wanneer de vooralarmtijd is verstreken. De
status Vooralarm wordt gesignaleerd door: een akoes-
tisch signaal gegenereerd door het Bedieningspaneel;
Ø knipperen van de VOORALARM-LED (deze LED
brandt alleen op het nevenpaneel FC500REP);
Ø de melding op de display;
Ø activering van uitgangen met geprogrammeerde
Vooralarmen.
Alarmgevers uit ver. wanneer het Bedieningspaneel
in Nacht modus werkt, is het afsteluitstel de maximum
Afsteltijd van de Uitgangen.Om de tijd Alarmgevers uit
ver. uit te schakelen, vinkt u het selectievakje Uitge-
schakeld rechts van de tijd aan.
Reset tijd: programmeer de Resettijd (min. Tijd: 2 sec;
max. Tijd: 15 sec.).
Monostabiele Uitgangs tijd: Als de optie Monostabiel
is ingesteld voor de uitgangen, definieert de tijd van de
monostabiele uitgangen voor het volledige systeem
de tijd gedurende dewelke de uitgangen actief blijven
zodra ze zijn geactiveerd. Waarden variëren van 1 mi-
nuut tot 30 minuten (De standaardwaarde is 3 minuten).
3]
: een klik [
op:
en het nevenpaneel
en zijn ingeschakeld.
FC501
U