Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rs485; Accu; De Systeembedrading; Adresseerbare Elementen Aansluiten - FireClass FC501 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor FC501:
Inhoudsopgave

Advertenties

24R [M] Resetbare aanvullende voeding voor appa-
raten die op 24 V (0,5A max.) met back-up voeding
(aangedreven door stand-by accu's):
ØPositief (27,6 V) op klem [24R];
ØNegatief op klem [M].
+
Deze voeding wordt tijdens de reset van het Bedie-
ningspaneel onderbroeken(ca. 2 s), zodat het ge-
schikt is voor elementen die worden hersteld
wanneer voeding is ontkoppeld.
24A [M] Aanvullende Voeding voor elementen die op
24 V (0,5A max) werken, altijd back up voeding nodig
gegarandeerd door de accu's:
Ø
Positief (27,6 V) op klem [24A]
Ø
Negatief op klem [M].
n RS485
Klemmen voor de FC500REP nevenpa-
24V|–|+|M
neelr (maximum 4) en FC500MFI module (maximum 4)
(0.5A max).
Ø Seriële busklemmen [+] en [-];
Ø 27.6 V voedingsklemmen [M] en [24V].
+
De maximum toegestane kabelloop is 1000m.
n Accu
+BAT- Klemmen voor aansluiting van de accu's bin-
nenin het FC501 Bedieningspaneel.
;
INSTALLATIE

De Systeembedrading

!
Hoogspanningskabels (110/230 V) moeten ge-
scheiden van de Laagspanningskabels (24 V)
worden aangelegd. Alle kabels moeten zodanig
worden gebundeld dat er geen contact is met
andere bedrading en onderdelen.
n Adresseerbare Elementen Aansluiten
Het Bedieningspaneel heeft 3 lussen voor adresseer-
bare analoge elementen.
Het maximum voor alle 3 lussen is 128 adresseerbare
analoge branddetectoren en analoge elementen
(Ingangmodules, Uitgangmodules).
+
Aan elke detector en module aangesloten op de
lussen moet een uniek adres worden toegewezen.
U kunt 2 of 4 draden gebruiken voor de lusaansluiting-
en.
OPMERKING: Het type lusaansluiting moet tijdens de
programmeerfase worden gespecificeerd.
Figuur 6 illustreert de 2-draads aansluiting op Lus1.
Figuur 8 illustreert de 4-draads aansluiting op Lus2.
+
Ongeacht het uitgevoerde type aansluiting, zorg
ervoor dat er geen enkele kortsluiting of open cir-
cuit in de bedrading tot het verlies van meer dan 32
detectoren leidt. Er dient minstens elke 32 detecto-
ren een isolator te worden bevestigd.
+
Als de aansluiting het 2-draads aansluittype is, sluit
adresseerbare analoge branddetectoren en analo-
ge apparatuur (Ingangmodules) aan op de linker-
zijde.
+
Gebruik uitsluitend afgeschermde kabels voor alle
aansluitingen, met het ene uiteinde van de afscher-
ming aangesloten op de klem SH van het Bedie-
ningspaneel en het andere uiteinde afgeisoleerd.
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave