L-
L+
A
L-
L+
L-
B
L+
L-
B
L+
Figuur 6 Elektrisch schema van een 2-draads aansluiting, a) Isolatoren; b) Compatibele analoge elementen (Brand-
detector, Ingangmodules, Uitgangmodules, Handmatige belpunten); c) T aansluiting
(In Nederland is het niet toegestaan bij meer dan 32 melders of als er stuurmodules of slowwhoop (uitgangselemen-
ten) e.d. zijn toegepast)
n Nevenpaneel FC500REP aansluiten
Een voorbeeld van hoe twee FC500REP nevenpanelen
worden aangesloten in Figuur 8.
De RS485 poort van de FC501 (klemmen [M], [+], [-]
en [24V]) kunnen maximaal gebruikt worden om
FC500REP nevenpanelen aan te voeden;
Klemmen [+] en [-] verstrekken de voeding (27,6 V) aan
de nevenpanelen (zie figuur 8).
Wanneer een netstoring optreedt, verlagen de neven-
panelen aanzienlijk het stroomverbruik, door de achter-
grondverlichting van de LCD-display uit te schakelen
(de LCD-achtergrondverlichting schakelt weer in, voor
20 sec., wanneer een toets wordt ingedrukt). Maar het
stroomverbruik van de nevenpanelen aangesloten op
het Bedieningspaneel zullen mee tellen aan het uitput-
ten van de back-upaccu's, en dus zal verkort worden
van de stand-by voedingstijd van het systeem.
Als er slechts één Bedieningspaneel in het systeem is,
moeten alle nevenpanelen door het Bedieningspaneel
zelf worden aangestaard, tenzij het systeem een exter-
ne voeding NEN EN-54-4 gekeurd bevat.
22
LEFT RIGHT
+ L3 -+ L3 -
.
Adresseerbare brandmeldcentrales
LEFT RIGHT LEFT RIGHT
+ L2 -
+ L2 - + L1 - + L1 -
C
+
Gebruik uitsluitend afgeschermde kabels, met het
ene uiteinde van de afscherming aangesloten op
de massaklem van het Bedieningspaneel en het
andere afgeisoleerd; de continuïteit tussen ver-
schillende segmenten van de aansluiting moet ge-
garandeerd zijn.
FC501
L-
L+
A
L-
L+
L-
B
L+
L-
B
L+
FC501