ENTERDe ENTER toets accepteert de selectie en acti-
veert de bijbehorende programmeerpagina.
Zie Figuur 42, het veld "geselecteerd element" toont het
huidige geselecteerde element. Het veld "Toevoegen"
wordt gebruikt om het adres van het geselecteerde ele-
ment in te voeren. De scrollbalk van beschikbare ele-
menten toont het adres en de klasse van alle elementen
geconfigureerd in de geselecteerde lus.
d087 adres van het element (drie cijfers);
klasse van het element: d = detector, m = module.
De scrollbalk kan worden weergegeven door de cursor-
toetsen te gebruiken of door een elementadres in het
veld "Toevoegen" in te voeren.
+
Indien het ingevoerde adres niet bestaat, beweegt
de scrollbalk naar het volgende beschikbare adres.
n Selecteer het element
Alfanumeriek toetsenpaneel Gebruikt om het adres
in te voeren van het element dat u wilt selecteren; als
het adres niet bestaat, wordt het volgende beschikbare
element geselecteerd.
+
Als het element bestaat, zullen haakjes naast het
adres verschijnen, als het ingevoerde adres echter
niet bestaat of verschilt van het adres geselecteerd
in de onderste balk, zullen pijltjes verschijnen.
Pijltoetsen Er is geen functie gerelateerd aan de toets
OMHOOG of OMLAAG.
De toets Rechts selecteert het volgende beschikbare
element. De toets Links selecteert het vorige beschik-
bare element.
ESC-toets De toets Esc wist de procedure en keert te-
rug naar de vorige pagina.
ENTER toets De ENTER toets accepteert de selectie
en activeert de bijbehorende programmeerpagina.
n Programmeerpagina voor luselement
Na het selecteren van de Lus en het apparaat (zie Fig
42)wordt de optie Led (overslaan=test overslaan) weerge-
geven. Met deze optie kan het geselecteerde apparaat op
de site worden gelokaliseerd. De led van het apparaat licht
op als de optie aan is geselecteerd (merk op dat u de
ENTER-toets moet indrukken om de selectie geldig te ma-
ken). Als het apparaat geen led heeft, zal de alarmgever of
de flitser van het apparaat worden geactiveerd. Met de op-
tie uit wordt het apparaat dat een signaal geeft verwijdert.
Met de optie overslaan verlaat u de functie en gaat u over
naar de normale apparaatprogrammeervolgorde waarbij
het mogelijk is om verschillende parameters te program-
meren die relevant zijn voor het apparaattype. Zie Tabel 9.
Afstand-LED Het is na andere parameters mogelijk de acti-
vering in te schakelen van de programmeerbare
Afstand-LED van de detectors. De detectors zijn voorzien
van een uitgang, gebruikt om de afstand-LED aan te drijven.
Deze uitgang was alleen geactiveerd voor het detectoralarm
waar het aan toegewezen is. Het zal nu mogelijk zijn het te
programmeren om voor andere gebeurtenissen te active-
ren, net zoals dit gebeurt voor de andere paneeluitgangen
en ook voor het detectoralarm waar het aan toegewezen is.
PROGRAMMERING VANUIT HET PANEEL
+
Deze optie (Afstand-LED) kan ook worden gepro-
grammeerd op de FireClass Console, op de pro-
grammeringpagina van de detectors.
Afzonderlijke programmering van de Sirene en het
Lichtbaken Wanneer één van de volgende apparaten is
geselecteerd:
FC410LPAV (alle versies)
FC430LPASB
FC430SAB (met FC430SB),
Naast die gecertificeerd volgens EN54-23:
FC410LPS-R/W
FC410LPBS
FC430LPBSB,
u kunt in het programmeringmenu kiezen welk kanaal
(Sirene of Lichtbaken) moet worden geprogrammeerd.
De Gebruikersinterface zal voorafgaand aan de alarm-
condities het volgende aan de installateur vragen:
"ALARMGEVERS = FLITSER"
"Ja nee"
Als de installateur "Ja" selecteert, worden de alarmcon-
dities geselecteerd (en toegepast op beide kanalen),
anders zal de kanaalselectie worden weergegeven (en
dus zijn de alarmcondities geldig voor het geselecteer-
de kanaal).
+
Zie "PC PROGRAMMERING" FireClass Console pa-
ragraaf "Programmering parameters uitgangmodule"
TOETS 3 - SW groep weergeven
De optie SW groep in het menu PROGRAMMERING
activeert het scherm gebruikt voor selectie en program-
mering van de Softwarezone (zie figuur 43 ).
Het Alfanumerieke toetsenpaneel Het Alfanumerie-
ke toetsenpaneel wordt gebruikt om de zonenummers
(ID) te selecteren).
Pijltoetsen Er is geen functie gerelateerd aan de toet-
sen Omhoog en Omlaag.
De toets Rechts selecteert de volgende beschikbare
SW groep.
De toets Links selecteert de vorige beschikbare Sof-
twareSW zone.
ESC-toets De toets ESC wist de procedure en keert
terug naar de vorige pagina;
a)
Te programmeren
Toegangsniveau
SW Zone Index
Panel FC501
SW groep: 097
voer het
SW groep nummer in
b)
SW groep
GROEP IN LOOP TEST
UIT
aan
am
hm
^
Selecteer de optie:
Figuur 43 Pagina voor selectie en de programmering
van SW zones
Als dit knippert,
De Status van het
werkt het
bedieningspaneel
bedieningspaneel
correct
lev 3:
PROGRAM.
Panel FC501
Naam van
bedieningspaneel
lev 3: PROGRAM.
Panel Fc501
61