5. Lijn het stuur zodanig uit dat het onder een hoek van 90° met
het voorwiel staat (zie afb.: "Stuurrichting").
6. Draai de beide bouten van de stuurpen vast, met inachtne-
ming van de aandraaimomenten.
7. Zet het dopje van boven op de stuurpen.
10.1.3.6 Stuurpen met interne klem
1. Verwijder het dopje aan de bovenkant van de stuurpen met
interne klem naar boven toe
(zie afb. "Stuurpennen", rechts).
2. Draai de interne bout uit de stuurpen door deze 1 tot 2 sla-
gen tegen de wijzers van de klok in te draaien.
3. Lijn het stuur zodanig uit dat het onder een hoek van 90° met
het voorwiel staat (zie afb.: "Stuurrichting").
4. Draai de interne bout met de klok mee vast, met inachtne-
ming van de aandraaimomenten.
5. Plaats het dopje terug op de stuurpen met interne klem.
10.1.3.7 Balhoofdlager instellen
U heeft twee moersleutels of twee balhoofdsleutels nodig, de sleu-
telmaat kan tussen verschillende modellen afwijken.
1. Plaats de fiets rechtop.
2. Draai de contramoer los.
3. Draai de lagerbus zo ver aan dat er geen speling meer zit in
het balhoofdlager.
• Bedien de voorste handrem en probeer de fiets naar voren
en achteren te bewegen.
• Controleer of er speling in het balhoofdlager zit.
• Til de fiets op en kijk of het voorwiel vanzelf naar links of
rechts beweegt wanneer u het frame kantelt.
Wanneer een controle van het balhoofdlager geen speling vertoont
en het voorwiel na het kantelen van het frame vanzelf naar links of
rechts beweegt, is het balhoofdlager juist afgesteld.
4. Draai de contramoer vast en houd daarbij rekening met de
draaimomenten. Door de lagerbus tegen te houden zorgt u
ervoor dat deze niet meedraait.
5. Controleer de stand van het stuur na het afstellen van de
balhoofdlager (zie afb. "Stuurrichting").
1
2
Afb.: Balhoofdlager
1 Contramoer
Overige componenten
2 Lagerbus
67