Inhoudsopgave
Advertenties
Aandrijvingen
9 Aandrijvingen
Onder een aandrijving wordt een mechanisme verstaan waarmee
een bepaald object in beweging wordt gezet.
Bij een fiets wordt spierkracht via de pedalen overgebracht op het
aandrijfwiel.
Afhankelijk van het model is uw fiets voorzien van een ketting- of
een riemaandrijving.
•
Controleer of uw fiets is uitgerust met een ketting-
of riemaandrijving (zie afb. "Kettingaandrijving" en
afb. "Riemaandrijving").
9.1 pedaalaandrijving
9.1.1 Basisbeginselen
Samenstel van pedaal, crank, trapas en kettingwiel.
Afb.: Pedaalaandrijving
1 Kettingwiel
2 Trapas
60
1
2
4
3
3 Pedaal
4 Crank
9.1.2 Bediening
Trap de pedalen rond om de pedaalaandrijving en zo de fiets in
beweging te zetten.
9.1.3 pedaalaandrijving controleren
•
Raak het pedaal aan en probeer het loodrecht naar boven of
beneden te bewegen (1). Controleer of het pedaal, de cran-
karm of de trapas in verticale richting bewegen.
•
Raak het pedaal aan en probeer het zijdelings naar buiten
en naar binnen (2) te bewegen. Kijk hierbij of de crankarm
of de trapas zijwaarts bewegen (zie afb. "Pedaalaandrijving
controleren").
Afb.: Pedaalaandrijving controleren
1 Zijkant
1
2
2 Buiten – binnen
Advertenties
Inhoudsopgave
