Basisbeginselen
LET Op
Lekkende olie of vet.
Schadelijk voor het milieu!
• Let op dat er geen olie of vet op de grond drupt.
• Veeg gemorste olie of vet onmiddellijk af met
een doek.
• Voer gemorste olie- en vetresten op milieuvriendelijke
wijze af volgens de lokaal geldende voorschriften.
Dit heeft u nodig om de fiets schoon te maken:
–
schone poetsdoeken,
–
mild, lauwwarm sopje,
–
zachte borstel of spons,
–
schoonmaak- en conserveringsmiddel.
•
Vraag eventueel uw fietsspecialist advies over geschikte rei-
nigings- en conserveermiddelen.
•
Maak de fiets onmiddellijk schoon wanneer hij vuil is gewor-
den, bijv. na een fietstocht in de regen.
•
Maak de fiets ook regelmatig schoon wanneer hij niet erg vuil is.
•
Alle oppervlakken en onderdelen met een vochtige spons
afvegen.
•
Gebruik een mild sopje om de spons vochtig te maken.
•
Veeg alle oppervlakken en componenten na reiniging droog.
•
Conserveer de lak en het metalen oppervlak van het frame
minstens een keer in de zes maanden.
24
•
Wanneer uw fiets beschikt over velgremmen mag u de velgen
niet insmeren, heeft uw fiets schijfremmen, dan dient u de
remschijven te ontzien.
•
Volg de instructies uit de bijgeleverde gebruiksaanwijzing van
de afzonderlijke componenten op.
•
Wanneer u de fiets onder zware omstandigheden gebruikt,
verkort u de reinigings- en conserveringsintervallen.
Zware omstandigheden zijn bijvoorbeeld:
–
Regelmatig gebruik op ruw terrein.
–
Gebruik bij slechte weersomstandigheden, bijv.:
–
Tijdens de winter: bijzonder corrosiegevaar vanwege strooi-
zout op de wegen.
–
Bij modder of smeltende sneeuw: grotere gevaar voor slijtage
door overmatige vervuiling van bewegende onderdelen.
–
In een zoute omgeving: bijzonder corrosiegevaar door zoute
lucht.
–
In omgevingen met veehouderijen: bijzonder corrosiegevaar
door ammoniakhoudende lucht.