9.3.2 Bediening
Trap de pedalen rond om de riemaandrijving en zo de fiets,
in beweging te zetten.
9.3.3 Instellingen
9.3.3.1 Spanning van de riem controleren
LET Op
Schade aan de riem door verkeerd gereedschap.
Gevaar voor beschadigingen!
• De riemspanning mag alleen met het originele gereed-
schap van de fabrikant worden gemeten en ingesteld.
Voor een probleemloze werking van de riemaandrijving is het nood-
zakelijk dat de riem met de correcte riemspanning is gespannen.
De riemspanning mag alleen met het originele gereedschap
van de fabrikant worden gemeten en ingesteld.
•
Laat jaarlijks de riemspanning door uw fietsspecialist contro-
leren en instellen.
9.3.3.2 De riem controleren op slijtage
1
Afb.: Slijtage
1 Slijtage aan de riem
•
Controleer de riemaandrijving regelmatig op slijtage.
• Vervang de riem wanneer u scherpe tanden, scheuren of
ontbrekende tanden vaststelt.
• Als u bijv. haaientanden op de riemschijf vaststelt, laat u de
riemschijf vervangen.
Aandrijvingen
2
2 Slijtage aan de riemschijf
63