1
Afb.: Versteller (voorbeeld)
1 Voorste schakelhendel
•
Om op de achtertandwielen twee versnellingen lager te scha-
kelen, duwt u aan de rechterkant van het stuur op de voorste
versteller totdat deze twee keer klikt.
•
Om aan de tandkrans een versnelling hoger te schakelen,
drukt u aan de rechterkant van het stuur op de achterste
schakelhendel.
7.1.2.2 Kettingwielen schakelen met schakelhendel
•
Om de ingedrukte schakelhendel automatisch naar de uit-
gangspositie te laten terugkeren, laat u de schakelhendel na
het schakelen los.
•
Om een groter kettingwiel voor vlakke trajecten te kiezen, duwt
u aan de linkerkant van het stuur op de voorste versteller (zie
afb. "Versteller").
2
2 Achterste schakelhendel
•
Om een kleiner kettingwiel voor hellende wegen te kiezen,
duwt of trekt u aan de linkerkant van het stuur op of aan de
achterste versteller.
7.1.2.3 Bediening op het wielrenstuur
De rechter grote versteller heeft twee standen.
•
Om de ingedrukte schakelhendel automatisch naar de uit-
gangspositie te laten terugkeren, laat u de schakelhendel na
het schakelen los.
•
Om op de achtertandwielen één versnelling lager te schake-
len, duwt u aan de rechterkant van het stuur de grote versteller
naar binnen, totdat hij voor de eerste keer klikt (zie afb. "Bedie-
ningseenheid op het wielrenstuur").
•
Om op de achtertandwielen twee versnellingen lager te scha-
kelen, duwt u aan de rechterkant van het stuur de grote ver-
steller naar binnen tot deze twee keer klikt.
•
Om aan de tandkrans een versnelling hoger te schakelen,
drukt u aan de rechterkant van het stuur de kleine schakel-
hendel naar binnen.
Versnelling
49