4.8.5.2 Aansluitingswerkzaamheden externe aansluitingen
Aansluiting externe veiligheidsketen
Besturingsunit
Geen externe spanning
met K1 aanleggen!
Aansluiting vraag- of vochtsignaal
24/10V
TMP
HUM
GND
24V E
Enable
Besturingsunit
De spanningsvrije contacten van extern bewakings-
X1
apparatuur (bijv. vergrendeling ventilator B5, veilig-
heidshygrostaat B6, debietschakelaar B7 enz.) worden
J3
volgens het schema in serie (veiligheidsketen K1) aan
de klemmen "SC1" en "SC2" de klemlijst "X1" aange-
sloten op de hoofdprint. De aansluitkabel moet via de
rechthoekige kabelinvoerlijst of via een vrije kabelwartel
in de besturingsunit worden geleid.
24 VDC
Aanmerking: Als om wat voor reden dan ook, geen
K1
bewakingsapparatuur aan de klemmen "SC1" en "SC2"
worden aangesloten, moet een kabelbrug "J1" aan de
B7
klemmen worden aangesloten.
B6
OPGELET! Geen externe spanning via de contacten
van de bewakingsapparatuur op de aansluitklemmen
"SC1" en "SC2" leiden.
B5
De signaalkabel van een externe regelaar of een vocht-
voeler (bij toepassing van de interne P/PI-regelaar) wordt
volgens het schema aan de klemmen "HUM" en GND"
van de klemlijst "X16" aangesloten op de hoofdprint.
De toelaatbare signaalwaarden vindt u in de technische
informatie in de gebruiksaanwijzing. De aansluitkabel
moet via de rechthoekige kabelinvoerlijst of via een vrije
kabelwartel in de besturingsunit worden geleid.
Aanmerking: Voor zover de externe regelaar of de
vochtsensor met 10 V of 24 V van de hoofdprint
(terminal"24/10V") moet worden gevoed, moet de
betreffende jumper ("JP5: 10V" of "JP4: 24V") worden
aangesloten en de andere jumper worden verwijderd.
– +
De afdekking van het regelsignaal wordt aangesloten
aan de klem "GND".
Y
Opgelet! Wordt de afdekking van het regelsignaal (taak
van de klant) aan een voeding of aan een beschermings-
B4
leider aangesloten, dan mag hij niet aan de klem "GND"
worden aangesloten.
Montage- en installatiewerkzaamheden
65