4.4
De centrale unit plaatsen en monteren
Belangrijk: Bij de montage van de centrale unit op het optionele montagerek dient u ook de plaatsings-
en montage-instructies in de aparte handleiding bij het montagerek te volgen.
De centrale unit plaatsen
–
De centrale unit is voor montage aan de wand in beschutte ruimtes binnen ontworpen. Let erop
dat de constructie (kanaalwand, pijler enz.) aan de centrale unit moet worden gemonteerd, over
voldoende draagkracht en stabiliteit beschikt en voor de bevestiging geschikt is.
De centrale unit niet aan vibrerende onderdelen, niet aan geëxponeerde posities monteren of
op plaatsen met overmatig veel stof.
–
De centrale unit alleen in ruimtes met een waterafvoer in de grond monteren. Als dit niet mogelijk
is, moeten in de ruimte watersensoren worden gemonteerd die bij een eventuele lekkage in het
watersysteem de watertoevoer veilig afsluiten. Let er bij het plaatsen ook op dat bij een eventuele
lekkage in het watersysteem geen materiaal kan worden beschadigd.
–
De centrale unit zo plaatsen dat:
–
de lengte van de sproeisysteemleidingen tussen de centrale unit en de gaten in de wand zo kort
mogelijk is (max. 10 m).
–
de sproeisysteemleidingen met een afschot (min. 2%) van de gaten in de wand naar de aanslui-
tingen van de centrale unit kunnen worden gelegd.
–
het systeem goed toegankelijk is en er voldoende plaats is voor een onderhoudsbeurt (mini-
male afstanden volgens de onderstaande afbeelding moeten in acht worden genomen).
–
de besturingsunit in de onmiddellijke nabijheid gemonteerd kan worden.
Opmerking: De standaard meegeleverde aansluitkabels zijn geschikt voor een maximale
afstand van 1 m tussen de kabeldoorvoeren van de centrale unit en de besturingsunit.
Afhankelijk van de daadwerkelijke lengte van de meegeleverde kabels kunnen de centrale unit
en de besturingsunit op een grotere afstand van elkaar worden gemonteerd.
–
De centrale unit is IP21-beveiligd. Let erop dat de centrale unit op de montageplaats beschermd
is tegen druppelend water en de toegestane omstandigheden voor de omgeving in acht worden
genomen.
–
Voor de bevestiging van de centrale unit uitsluitend het bevestigingsmateriaal gebruiken dat werd
meegeleverd. Is de bevestiging met het meegeleverde materiaal niet mogelijk, moet een soortgelijke
stabiele bevestigingsmethode worden gevonden.
46
Montage- en installatiewerkzaamheden
OPGELET!