Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bevochtigings-Unit Monteren; Bevochtigings-Unit Plaatsen - Condair DL Series Montagehandleiding

Adiabatisch luchtbevochtigingssysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3

Bevochtigings-unit monteren

4.3.1

Bevochtigings-unit plaatsen

Normaal gesproken wordt het functioneren van het luchtkanaal/monoblok en het plaatsen van de
bevochtigings-unit van het bevochtigingssysteem Condair DL in het luchtkanaal bij de constructie van
het systeem gedefinieerd en in de documentatie beschreven. Controleer voor de montage van de be-
vochtigingsunit of er met de volgende punten rekening is gehouden:
Om veiligheidsredenen mag de Condair DL alleen worden gemonteerd in een ruimte met een
waterafvoer. Moet de Condair DL om wat voor reden dan ook in een ruimte zonder waterafvoer
worden geïnstalleerd, moet onder de centrale unit en de gaten in de wand een waterreservoir
met afvoer worden geplaatst en/of moeten in de ruimte/in het waterreservoir watersensoren
worden aangebracht die bij een eventuele lekkage in het watersysteem de watertoevoer veilig
sluiten.
In de omgeving van de bevochtigings-unit moet het luchtkanaal/monoblok waterdicht zijn.
Opgelet, omgekeerd osmosewater is agressief! Alle componenten (kanaal/monoblok, bevesti-
gingsmateriaal, afvoerleiding enz.) in de omgeving van de bevochtigingsunit moeten van roestvrij
staal (min. DIN 1.4301) of kunststof zijn.
Het kanaalgedeelte waarin de bevochtigingsunit gemonteerd wordt, moet een voldoende groot
draagvermogen hebben. Het natgewicht van de naverdampingsunit bedraagt ca. 55 kg/m2
bevochtiger-oppervlakte.
Belangrijk: bij systemen met een breedte van >2.800 mm worden enkele of alle verticale steunen
van de naverdampingsunit met speciale steunpoten aan het kanaalplafond en aan de kanaalbodem
bevestigd (zie
steun van de verstuiverunit met een steunpoot op de kanaalbodem bevestigd (zie
ervoor dat het montageoppervlak waarop de steunpoten aan de kanaalbodem (of in het reservoir)
en aan het kanaalplafond worden bevestigd, met geschikte dwarsbalken verstevigd worden.
Voor de montage en het onderhoud van de bevochtigingsunit moet in het luchtkanaal/monoblok een
observatievenster en een voldoende groot inspectieluik aanwezig zijn.
Belangrijk: De observatievensters in het deel van het kanaal met de bevochtigingsunit moeten
zo zijn geconstrueerd, dat ze kunnen worden afgedekt zodat geen licht in dit gedeelte van
het kanaal met de bevochtigingsunit valt (vermindering van de groei van micro-organisme).
Belangrijk! Vóór de bevochtigingsunit moet een luchtfilter met de kwaliteit "ISO ePM1 60%"
(F7) of beter zijn aangebracht.
Bij koude omgevingslucht moet het luchtkanaal geïsoleerd zijn zodat de bevochtigde lucht niet
condenseert aan de wanden van het kanaal.
De minimale afstand van 0,5 m tot bovenstroomse componenten moet in acht worden genomen.
Om te voorkomen dat er druppels op de keramische plaat terechtkomen, moet een gelijkmatige
luchtaanstroming van de bevochtigingsunit over het volledige profiel gegarandeerd zijn. Voor-
geschakelde en nageschakelde systeemcomponenten van de Condair DL bevochtigingsunit (bv.
geluiddemper, luchtkoeler met druppelafscheider met lamellen, luchtfilter, dwarsbalk, richtingsveran-
deringen van de luchtstroom zoals bijvoorbeeld door vertakkingen of bogen enz.) of veranderingen
in het profiel kunnen luchtwervelingen of luchtterugstromingen veroorzaken, die de correcte werking
van de Condair DL kunnen beïnvloeden. Eventueel moet de klant vóór de bevochtiger gelijkrichters
of geperforeerde platen installeren.
Als de luchtsnelheid in het kanaal vóór de naverdampingsunit meer dan 2,5 m/s bedraagt, dan
moeten druppelafscheiderelementen worden ingebouwd.
Belangrijk: voor installaties zonder druppelafscheider mag de luchtsnelheid tussen rooster en naver-
dampingsunit op geen enkel moment hoger zijn dan 2,5 m/s en bij installaties met druppelafscheider
mag deze niet hoger zijn dan 4,0 m/s. Houd daarbij rekening dat niet de gemiddelde luchtsnelheid,
maar de maximale snelheid onder 2,5 m/s resp. 4 m/s moet blijven.
12
Montage- en installatiewerkzaamheden
4). Bij systemen met een breedte van >4.500 mm wordt bijkomend ook de verticale
Fig.
Fig.
24). Zorg

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dl ii

Inhoudsopgave