–
Bedraagt de lengte van de leiding tussen waterzuiveringsinstallatie en centrale unit meer dan
20 m, dan moet de toevoerleiding door de klant van een geschikte drukdemper (overstroomklep,
membraan-drukcompensatietank o.i.d.) worden voorzien. Verder moet de watertoevoerleiding cor-
rect zijn vastgezet volgens de voorschriften.
–
Het toevoer water moet aan de volgende eisen voldoen:
OO-water uit een omgekeerd osmosesysteem
–
–
Geleidbaarheid van het inlaatwater: 0.5 ... 15.0 µS/cm
–
Waterdruk bij maximale bevochtigings-prestatie min. 3 bar
–
Max. toegestane toevoertemperatuur 20 °C
–
geen additieven (zoals chloor, desinfectiemiddelen, ozon enz.) behalve door Condair toe-
gestane.
–
Max. concentratie bacteriën bij ingangswater van de Condair Dual: 100 kbE/ml
Waterafvoerleiding van de centrale unit
De waterafvoerleiding van de centrale unit wordt ofwel direct of met behulp van de meegeleverde 1/2"
buitendraadadapter op de waterafvoeraansluiting (ø10 mm) aan de linkerkant van de centrale unit
aangesloten.
Vanaf de centrale unit moet de waterafvoerleiding met een constant verval (min. 2 %) naar onderen naar
een open afvoertrechter leiden, die via een sifon op de afvoerleiding aan de zijde van het gebouw is
aangesloten.
Belangrijk: De waterafvoerleiding van de centrale unit mag om hygiënische redenen in geen geval vóór
de afvoertrechter met andere afvoerleidingen worden samengebracht, maar moet apart naar de
open afvoertrechter worden geleid. De afvoerleiding mag de afvoertrechter en andere afvoerleidingen
niet aanraken, er moet een luchtspleet van min. 2 cm zijn.
Om ervoor te zorgen dat de waterafvoerleiding tijdens het bedrijf niet uit de afvoertrechter kan schuiven,
moet deze bijkomend, kort boven de trechter, met geschikte middelen bevestigd worden (zonder
de slangdiameter te verminderen).
Opmerking: De afvoerslang mag om hygiënische redenen niet in een aangeboorde rioolleiding worden
gestoken!
Waterafvoerleiding van de optionele externe toevoerleidingspoeling
De waterafvoerleiding van de optionele externe toevoerleidingspoeling wordt ofwel direct of met be-
hulp van de meegeleverde 1/2" buitendraadadapter op de afvoeraansluiting van het externe spoelklep
(ø12 mm) aan de linkerkant van de centrale unit aangesloten.
Belangrijk: Voor het leggen van de waterafvoerleiding van de optionele externe toevoerleidingspoeling
gelden dezelfde voorschriften als voor de waterafvoerleiding van de centrale unit (zie boven).
Montage- en installatiewerkzaamheden
55