Opmerking: Omwille van stabiliteitsredenen moeten afhankelijk van de hoogte en de breedte
van het ventilatiekanaal/ventilatiesysteem (zie overzicht van de frameconstructies in
4.3.2.1) enkele of alle verticale steunen met speciale steunpoten aan de kanaalbodem en aan het
kanaalplafond worden bevestigd. Houd u hierbij aan de instructies in stap
7b. Verticale steun(en) met hoekijzers monteren:
•
Indien nodig de twee schroefverbindingen waarmee de hoekijzers aan de verticale steun(en)
bevestigd zijn, losmaken en de hoekijzers zo verschuiven dat de afstand tussen het been
van het hoekijzer en de bovenkant van de verticale steun dezelfde afstand "a" heeft als de
bovenkant van de twee draagprofielen tot het kanaalplafond (zie
12). Daarna de twee schroefverbindingen opnieuw vastdraaien.
TOP
Fig. 12: Verticale steun(en) monteren
•
Horizontale positie(s) van de verticale steun(en) markeren op de dwarsdragers (bij 1 steun in
het midden, bij meerdere verticale steunen gelijkmatig over de breedte verdeeld). Vervolgens de
verticale steun(en) met het hoekijzer boven aan de voorkant (in de richting van de stroming) aan
de dwarsdragers schuiven, tot het uiterste toe naar boven schuiven en elk met vier schroeven
M6 x 16 mm en moeren bevestigen aan de dwarsdragers zie detail B in
te vast aandraaien.
•
Controleer de afstand tussen het bovenste einde van de verticale steun(en) en het kanaalplafond
en ook de verticale uitlijning van de verticale steun(en) door de afstand boven en beneden tot
de kanaalwand te meten.
Belangrijk: De afstand van de verticale steun(en) tot het kanaalplafond moet absoluut precies
gelijk zijn aan de afstand tussen de beide zijwaartse draagprofielen en het kanaalplafond. Indien
nodig de verticale steun(en) horizontaal en verticaal aanpassen.
•
Het hoekijzer van de verticale steun(en) met twee boorschroeven 6.3 x 25 mm aan het kanaal-
plafond bevestigen (zie detail A in
•
Afmetingen opnieuw controleren en indien nodig aanpassen. Vervolgens alle schroefverbindingen
vastdraaien.
A
B
Fig.
12).
7b
en 7c.
Fig. 5
en detail A in
Fig.
12. Schroeven niet
Montage- en installatiewerkzaamheden
hoofdstuk
Fig.
23