4.8
Elektrische installatie
4.8.1
Instructies voor de elektrische installatie
GEVAAR!
Elektrische schok
De besturingsunit van de Condair DL en de motor van drukverhogingspomp in de centrale unit
(indien beschikbaar) werken op netspanning. Bij een geopende besturingsunit/centrale unit
kunnen stroomvoerende onderdelen blootliggen. Het aanraken van stroomvoerende onderdelen
kan tot ernstig letsel of tot de dood leiden.
Houd u daarom aan de volgende instructie: Sluit de besturingsunit van de Condair DL pas aan op
het elektriciteitsnet als alle montage- en installatiewerkzaamheden voltooid zijn, alle installaties op een
correcte uitvoering zijn gecontroleerd en alle afdekplaten van het apparaat weer correct aangebracht
en vergrendeld zijn.
Belangrijk! De frequentieomzetter in de besturingsunit van systemen met drukverhogingspomp
bevat condensators. Na het uitschakelen van de besturingsunit kunnen deze nog een bepaalde
tijd met een gevaarlijke spanning geladen blijven. U moet daarom minimaal 10 minuten wachten
na het loskoppelen van de voeding. Controleer vervolgens of de bijbehorende aansluitingen
op de frequentieomzetter en op de pompmotor spanningsloos zijn voordat u aan deze com-
ponenten gaat werken!
OPGELET!
De elektronische modules binnen in de besturingsunit zijn erg gevoelig voor elektrostatische ontla-
dingen. Om deze modules te beschermen moeten voor de installatiewerkzaamheden bij geopende
besturingsunit maatregelen tegen beschadiging door elektrostatische ontlading (ESD–bescherming)
worden genomen.
Alle elektrische installatie-werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd en door het
–
management geautoriseerd personeel (bijv. elektricien) worden uitgevoerd. De controle op de
kwalificaties is taak van het management.
–
De elektrische installatie moet volgens het elektroschema in hoofdstuk
de instructies voor elektrische installatie en volgens de geldende plaatselijke voorschriften voor
elektrische installaties worden uitgevoerd. Alle informatie in het elektroschema moeten absoluut in
acht worden genomen.
–
Alle aansluitkabels moeten via de betreffende kabelwartels naar de besturingsunit, de centrale unit
en de hoofdschakelaar leiden.
–
Alle elektrische kabels zo leggen dat ze niet aan kanten kunnen schuren en er niet over kan worden
gestruikeld.
–
Maximale lengtes van de kabels en de gedefinieerde diameters per leiding moeten volgens de
plaatselijke voorschriften absoluut in acht worden genomen.
–
De stroomvoorziening moet overeenkomen met de aangegeven netspanning op het typeplaatje.
56
Montage- en installatiewerkzaamheden
hoofdstuk 4.8.2
en volgens