Kiezen hoe de camera de helderheid meet
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
Druk op de AFm-knop.
1
2
Draai aan de voorste regelaar om een optie te
selecteren.
3
Druk de ontspanknop half in om naar het
opnamescherm te gaan.
p Digitale ESP-meting
Centrumgewogen
B
lichtmeting
C Spotmeting
D Spotmeting (licht)
Spotmeting
E
(schaduw)
• De positie van de spotmeting kan worden ingesteld op het geselecteerde AF-doel.
g G Aangepast menu V > [N Spotmeting] (Blz. 194)
De belichting vergrendelen
U kunt de belichting vergrendelen door op de knop AEL/AFL te drukken. Gebruik dit
wanneer u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende
foto's bij dezelfde belichting wilt maken.
AE-vergrendeling is alleen beschikbaar wanneer [modus1] of [modus2] is geselecteerd
voor [
AEL/AFL] (Blz. 202) gedurende fotografie (houd er echter rekening mee dat
K
wanneer [FAF] of [FAFb] is geselecteerd voor AF-modus, AE-vergrendeling alleen
beschikbaar is in [modus1]).
• Als aan de knop AEL/AFL een andere rol is toegewezen, moet u [AEL/AFL] (Blz. 117)
toewijzen aan een bedieningselement met [Knopfuncties] (Blz. 116).
• Als u eenmaal op de knop AEL/AFL drukt, wordt de belichting vergrendeld en wordt
u weergegeven. g "Scherpstelling en belichting instellen met de knop AEL/AFL
(K AEL/AFL)" (Blz. 202)
• Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling op te heffen.
• De vergrendeling wordt geannuleerd zodra u de functieknop, de knop MENU of de knop
Q gebruikt.
Geschikt voor de meeste scènes, inclusief onderwerpen met
achtergrondverlichting. De camera meet 324 delen van het
kader en berekent de optimale belichting waarbij rekening
wordt gehouden met de aard van de scène.
Geschikt voor composities waarbij het
belangrijkste onderwerp in het midden van
het kader wordt geplaatst. De camera stelt de
belichting in, gebaseerd op het gemiddelde
lichtniveau van het volledige frame en met het
grootste gewicht voor het gebied in het midden.
Gebruik een specifiek deel van het onderwerp
voor de belichtingsmeting. De camera meet een
klein gedeelte (ongeveer 2%) van het frame.
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
lichte motieven licht worden weergegeven.
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
donkere motieven donker worden weergegeven.
(meting)
Meting
Enkelv. AF
(AE-vergrendeling)
2
NL
77